DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 6.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS Extra 0-1376
DROPS Design: Patroon nr. w-661
Garengroep C of A + A
-----------------------------------------------------------
Afmetingen: ongeveer 15 cm hoog en ongeveer 34 cm in omtrek aan de onderkant.
Materiaal:
DROPS PARIS van Garnstudio (behoort tot garengroep C)
100 g kleur 17, naturel
50 g kleur 32, lichtgrijs/blauw
50 g kleur 59, licht oudroze
50 g kleur 60, donker oudroze
Een restant van donkergrijs voor de ogen en de snuit.

DROPS HAAKNAALD 4.5 MM – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 16 vasten en 18 naalden is 10 cm breed en 10 cm hoog. En 14 steken in patroon A.3 is 10 cm in de breedte.

ACCESSOIRES: Een beetje vulmiddel om te vullen.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 6.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.4.

HAAK TIP:
Elke toer begin met 1 losse (vervangt niet de eerste steek), de toer eindigt met 1 halve vaste in de eerste losse aan het begin van de toer.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 vaste door 2 vasten in dezelfde steek te haken.
----------------------------------------------------------

SCHAAP:
Het schaap wordt in de rondte gehaakt en van boven naar beneden. Het wordt gehaakt in delen en deze worden gaandeweg samen gehaakt met het lijf. Haak eerst de onderkant. Haak dan de oren en het hoofd apart voordat ze samen worden gehaakt. Het lijf en de poten worden aan het einde gehaakt.

ONDERKANT:
Haak 4 lossen met haaknaald 4.5 mm en naturel en vorm deze tot een ring met 1 halve vaste in de eerste losse. Haak A.1 in totaal 6 keer in de rondte – LEES HAAK TIP en DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.1 in de hoogte is gehaakt, zijn er 48 vasten op de laatste toer. De onderkant meet ongeveer 11 cm in diameter. Knip en hecht de draad af.

OOR:
Haak 4 lossen met haaknaald 4.5 mm en donker oudroze en vorm deze tot een ring met1 halve vaste in de eerste losse.
TOER 1: Onthoud HAAK TIP! Haak 4 vasten om de lossenring.
TOER 2: Haak 2 vasten in elke vaste = 8 vasten.
TOEREN 3-5: Haak 1 vaste in elke vaste.
Vouw het oor plat zodat er 4 vasten op elk kant zijn. Haak het oor samen door 1 vaste door beide lagen te haken - haak 1 vaste in elk van de 4 vasten = 4 vasten. Knip en hecht de draad af. Haak nog een oor op dezelfde manier.

HOOFD:
Haak 4 lossen met haaknaald 4.5 mm en licht oudroze en vorm deze tot een ring met 1 halve vaste in de eerste losse. Haak dan A.2 in totaal 4 keer in de rondte - Onthoud HAAK TIP! Als A.2 in de hoogte gehaakt is, zijn er 16 vasten op de laatste toer. Het hoofd meet ongeveer 5 cm in de hoogte.
Ga verder met naturel en haak het hoofd en de oren als volgt samen:

HAAK HET HOOFD EN DE OREN SAMEN:
TOER 1: Haak 1 vaste in elk van de eerste 2 vasten, leg het oor (= 4 vasten) langs het hoofd, tegen de volgende 4 vasten en haak 1 vaste in elk van de volgende 4 vasten door beide lagen, haak 1 vaste in elk van de volgende 4 vasten (= midden voor), leg het andere oor (= 4 vasten) langs het hoofd, tegen de volgende 4 vasten en haak 1 vaste in elk van de volgende 4 vasten door beide lagen, eindig met 1 vaste in elk van de laatste 2 vasten.
TOER 2: Haak de eerste toer in A.3 in totaal 8 keer in de rondte. Knip en hecht de draad af.
Ogen en snuit: Borduur de ogen en de snuit met een restant van donkergrijs. Knip en hecht de draad af.
Vul het hoofd met een beetje vulmiddel (moet niet te hard zijn, maar redelijk meegeven).
Vouw het hoofd plat zodat de oren in het midden van elke zijkant komen en er 8 vasten op de bovenkant van het hoofd zijn en 8 vasten aan de onderkant. Begin op de ene kant en haak het hoofd samen met naturel door 1 vaste door beide lagen te haken - haak 1 vaste in elk van de 8 vasten = 8 vasten. Knip en hecht de draad af.

LIJF:
Het lijf wordt van boven naar beneden gehaakt.
Haak 4 lossen met haaknaald 4.5 mm en naturel en vorm deze tot een ring met 1 halve vaste in de eerste losse. Haak dan A.4 in totaal 8 keer in de rondte - Onthoud HAAK TIP! Als A.4 in de hoogte is gehaakt, zijn er 16 steken op de laatste toer.

HAAK HET LIJF EN HET HOOFD SAMEN:
TOER 1: Haak 1 vaste in elk van de eerste 4 steken, leg het hoofd (= 8 vasten) tegen de volgende 8 vasten en haak 1 vaste in elk van de volgende 8 vasten door beide lagen, eindig met 1 vaste in elk van de laatste 4 vasten = 16 vasten.

Haak nu de eerste toer in A.3 in totaal 8 keer op de toer. Haak dan de 2e toer in A.3 en meerder TEGELIJKERTIJD 4 vasten verdeeld over de toer – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN! = 20 vasten.
Haak dan het lijf als volgt:
TOER 1: Haak de eerste toer in A.3 de hele toer.
TOER 2: Haak de 2e toer in A.3 en meerder 4 vasten verdeeld over de toer = 24 steken.
Herhaal toeren 1 en 2 twee keer, herhaal dan toer 1 = 32 steken

Haak nu 4 poten: Haak deze op dezelfde manier als het oor, maar dan in lichtgrijs/blauw.
Plaats 1 poot aan iedere kant van midden voor van het schaap (met 8 steken tussen de poten). Haak ze samen met het lijf door beide lagen terwijl u haakt zoals in toer 2 = 36 steken.
Haak toeren 1 en 2 nog 3 keer en haak dan toer 1 = 48 steken. Plaats 1 poot aan iedere kant van midden voor van het schaap (met 16 steken tussen de poten). Haak deze samen door beide lagen terwijl u 1 vaste haakt door iedere steek = 48 vasten. Knip de draad niet af!

HAAK HET LIJF EN DE ONDERKANT SAMEN:
Leg de onderkant (= 48 vasten op de laatste toer) met de goede kant naar buiten en haak deze samen met het lijf (= 48 vasten) door 1 vaste in elke vaste door beide lagen te haken - DENK OM! vul het schaap gaandeweg met vulmiddel (kan vrij stevig gevuld worden). Knip en hecht de draad af.

Telpatroon

symbols = Haak 4 vasten en vorm deze tot een ring met 1 halve vaste in de eerste losse – zwarte punt op de cirkel is het begin van de toer.
symbols = 1 vaste in de steek
symbols = 1 vaste om de lossenring
symbols = Haak 2 dubbele stokjes en 1 vaste samen als volgt: Haak 2 dubbele stokjes in de steek – maar wacht met de laatste omslag op beide van deze dubbele stokjes, haak 1 vaste in dezelfde steek en haal de draad door alle lussen op de haaknaald (= 1 steek)
symbols = laat de laatste gehaakte toer zien- begin op de volgende toer!
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Extra 0-1376

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (10)

country flag Sylvia wrote:

Bonjour, pour l'assemblage de du corps et de la tête, je ne comprends pas dans quel sens poser la tête . Dois-je mettre la tête à l'avant ou l'arrière de base du corps? Merci beaucoup

07.03.2024 - 17:59

DROPS Design answered:

Bonjour Sylvia, la tête doit se trouver au milieu du corps, au dernier rang de la tête, vous avez 8 mailles serrées avant de couper le fil. Au dernier rang de A.4, vous avez 16 mailles serrées, les tours commencent au milieu dos; vous crochetez d'abord 4 mailles serrées, puis les 8 mailles serrées suivantes en crochetant en même temps la tête et le corps (= 1 maille serrée dans chacune des mailles suivantes du corps + 1 maille serrée de la tête) et terminez ce tour par 4 mailles serrées = 16 mailles serrées. Bon crochet!

08.03.2024 - 08:16

country flag Ronnie De Gooijer wrote:

Wat betekent het als er achter een T een schuine T staat?

04.09.2022 - 14:12

DROPS Design answered:

Dag Ronnie,

Deze schuine T is ook gewoon een vaste.

09.09.2022 - 12:56

country flag Maj-Lis Jonsson wrote:

Undrar vart beskrivningen på benen tagit vägen i den svenska översättningen. Öron och huvud finns, men inte ben.

25.03.2022 - 09:54

DROPS Design answered:

Hej Maj-Lis. Det finns förklaring på benen under "HOPVIRKNING AV KROPP OCH HUVUD": Nu virkas det 4 ben: Virka på samma sätt som öra, men benen virkas med ljus blålila. Mvh DROPS Design

25.03.2022 - 10:22

country flag Brigid wrote:

There is a mistake in the US terms pattern – see below it reads „working dc in ea st = 48 dc“. This is wrong, it should be single crochet (sc) throughout because the British term pattern calls for double crochet which translates to single crochet in US terms. „Place 1 leg each side of mid front of the sheep (with 16 stitches between the legs). Work them together through both layers while working 1 double crochet in each stitch = 48 double crochets. Do not cut the strand!“

21.03.2022 - 18:28

DROPS Design answered:

Dear Brigid, thanks for your feedback, pattern will be edited asap. Happy crocheting!

22.03.2022 - 10:05

country flag Mirte wrote:

Hoi, ik vind dit een heel leuk patroon en het is misschien een stomme vraag, maar ik snap de haaktip niet. 1 losse (vervangt de eerste vaste niet) en eindigen met de halve vaste in de eerste losse. Hoe ik dit ook doe ik eindig met 49 steken(lusjes) ipv 48 en het ziet er heel raar uit. Ik heb het filmpje gekeken, maar die is (voor mij) niet heel duidelijk. Wat doe ik fout?

05.03.2021 - 22:07

DROPS Design answered:

Dag Mirte,

De vaste en de losse aan het begin en eind van de toer tellen niet mee in het aantal steken.

09.03.2021 - 11:17

country flag Madde wrote:

Kan jag få en utförligare förklaring på A4?

21.01.2021 - 19:02

DROPS Design answered:

Hej Madde, titta på vår video: Hur man virkar bubblorna till fåret

27.01.2021 - 14:51

country flag Anna D wrote:

Hi. I had left an earlier comment regarding round 2 on the head and ear. While waiting for the reply i decided to try the body. But I do not get it. I just do not understand the instructions or the the diagram. Even guessing doesn¨t wotk. Help

04.05.2020 - 17:46

country flag Anna D wrote:

I do not under stand A3. Help

03.05.2020 - 05:00

DROPS Design answered:

Dear Anna D, A.3 is worked over 2 sts and 3 rows. Work on row 1: *2 trebles + 1 sc worked tog (see 4th symbol), 1 sc in next sc*, repeat from *-*. Row 2: work 1 sc in each stitch. Happy crocheting!

04.05.2020 - 13:51

country flag Dar wrote:

Do you have any free crochet patters that don't use a chart???? I never could read charts. It would take me too far long to make anything. My grandmother taught when I was five, I will be 65 in September. I love crochet over knitting as I can go faster. ThanksDar

17.04.2019 - 00:29

DROPS Design answered:

Dear Dar, there are some -older- patterns that have the charts written out, but generally, our patterns are charted. It is much easier to see the stitches'places in relation to each other, as well as the shape of the piece. We also have video tutorials, and you can always ask for help in person - for example to make sense of the charts - at the store you bought your DROPS yarn from. It is well wort learning how to decipher a chart, as you will have so many more paterns to choose from. Happy Crafting!

17.04.2019 - 02:24

country flag Carina Sanna wrote:

Förstår inte hur A.4 och A.3 och A.1 och A.2 ska göras. Den film som ni lagt ut gör ju bara första varvet på kroppen. Tacksam för detaljerad beskrivning av detta. Tack på förhand Har även gjort några av dom andra djuren och det är många brister på hur man ska göra. Ni kanske skulle se över beskrivningarna.

10.03.2019 - 09:07

DROPS Design answered:

Hei Carina. Det hekles etter diagram, nettopp fordi det er mer oversiktlig enn å forklare med ord. Etter at du har laget luftmaskeringen hekler du etter A.1. Første omgang av A.1 = 1 fastmaske om ringen. Du gjentar A.1 6 ganger = 6 fastmasker. På 2 omgang hekler du 2 fastmasker i hver fastmaske = 12 fastmasker. 3 omgang hekles slik: 1 fastmaske i den første fastmasken, 2 fastmasker i neste. Gjenta ut omgangen = 18 fastmasker, osv. Du kan se vår nye leksjon hvordan å lese heklediagrammer, her. Håper dette hjelper. God fornøyelse

18.03.2019 - 11:02