DROPS Melody
DROPS Melody
71% alpaca, 25% wol, 4% polyamide
vanaf 4.37 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 26.22€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 176-11
DROPS design: Patroon ml-022
Garengroep D of A en A en A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS MELODY van Garnstudio (hoort bij garengroep D)
300-300-350-400-400-450 gr. kleur 06, poederroze

DROPS BREINAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40 en 80 cm) 8 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 12 steken en 14 naalden in tricotsteek = 10 cm breed en 10 cm hoog.
DROPS BREINAALDEN ZONDER KNOP en RONDBREINAALD (40 en 80 cm) 7 mm - voor de boordsteek
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Melody
DROPS Melody
71% alpaca, 25% wol, 4% polyamide
vanaf 4.37 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 26.22€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Zo berekent u hoe vaak er geminderd moet worden: neem het totale aantal steken op de nld (bijv. 175 steken) en deel dit door het aantal te minderen steken (bijv. 31) = 5,6. Dus brei in dit voorbeeld afwisselend ongeveer elke 4e en 5e steek en elke 5e en 6e steek samen.

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de midden onder de mouw):
Brei tot er 1 steek over is voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 2 recht (markeerdraad is in het midden tussen deze 2 steken), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald de omslag gedraaid recht om gaatjes te voorkomen.
----------------------------------------------------------

TRUI:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald tot de armsgaten, brei dan het voorpand en achterpand apart heen en weer op de rondbreinaald verder tot het werk klaar is. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald.

LIJF:
Zet 175-190-200-210-230-245 steken op met rondbreinaald 7 mm en Melody. Brei 1 naald recht. Brei dan boordsteek in de rondte = 1 recht/ 4 averecht. Brei tot een hoogte van 6 cm, brei 1 naald recht en minder tegelijkertijd 31-34-36-34-38-41 steken gelijkmatig - LEES TIP VOOR HET MINDEREN = 144-156-164-176-192-204 steken. Ga verder met rondbreinaald 8 mm. Plaats 1 markeerdraad in de eerste steek op de naald en 1 markeerdraad in de 73e-79e-83e-89e-97e-103e steek op de naald (= 71-77-81-87-95-101 steken tussen de steken met markeerdraden op het voorpand en achterpand). Brei de volgende naald als volgt:
Maat S en XXL: brei A.1 in de rondte (= 6-8 patroonherhalingen van 24 steken).
Maat M en L en XL en XXXL: brei 3-5-8-3 steken in tricotsteek, A.1 over de volgende 72-72-72-96 steken, A.2 (= 1 steek), 5-9-15-5 steken in tricotsteek, A.1 over de volgende 72-72-72-96 steken, A.2 (= 1 steek), eindig met 2-4-7-2 steken in tricotsteek.
Ga zo verder in patroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei tot een hoogte van ongeveer 47-48-49-50-51-52 cm – pas zo aan dat de volgende naald een naald is met een oneven nummer in het telpatroon – en kant 11-11-11-13-13-13 steken af aan elke zijkant voor de armsgaten (de steek met de markeerdraad en 5-5-5-6-6-6 steek aan elke kant hiervan). Eindig voorpand en achterpand apart.

ACHTERPAND:
= 61-67-71-75-83-89 steken.
Begin aan de verkeerde kant en ga verder in patroon heen en weer als hiervoor met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant – brei de steken die niet in het patroon passen in tricotsteek. Brei tot een hoogte van 64-66-68-70-72-74 cm, kant dan de middelste 19-19-19-21-21-21 steken af voor de hals en eindig elke schouder apart. Kant 2 steken af in de volgende naald langs de hals = 19-22-24-25-29-32 steken over op de schouder. Brei tot er 1 naald over is voor het werk 66-68-70-72-74-76 cm meet. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant en kant af met rechte steken aan de goede kant (zorg dat de afkantrand niet te strak wordt). Brei de andere schouder dezelfde manier.

VOORPAND:
= 61-67-71-75-83-89 steken.
Ga verder heen en weer op dezelfde manier als op het achterpand tot het werk 60-62-64-66-68-70 cm meet. Zet nu de middelste 17-17-17-19-19-19 steken op 1 hulpdraad voor de hals en eindig elke schouder apart. Ga verder en kant af voor de hals aan het begin van elke naald langs de hals als volgt: 1 keer 2 steken en 1 keer 1 steek = 19-22-24-25-29-32 steken over voor de schouder. Brei tot er 1 naald over is voor het werk 66-68-70-72-74-76 cm meet. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant en kant af met rechte steken aan de goede kant. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

MOUW:
Zet 30-30-30-30-35-35 steken op met breinaalden zonder knop 7 mm en Melody. Brei 1 naald recht. Brei dan boordsteek in de rondte = 1 recht/ 4 averecht. Brei tot een hoogte van 4 cm, brei 1 naald recht en minder tegelijkertijd 3-3-1-1-4-4 steken gelijkmatig = 27-27-29-29-31-31 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop 8 mm. Plaats 1 markeerdraad aan het begin van de naald (= midden onder de mouw). Brei de volgende naald als volgt: 1-1-2-2-3-3 steken in tricotsteek, A.1 (= 24 steken), A.2 (= 1 steek), 1-1-2-2-3-3 steken in tricotsteek. Ga zo verder in patroon. Brei tot een hoogte van 8-6-6-6-8-8 cm, meerder 2 steken midden onder de mouw - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo elke 4-3½-3½-3-2½-2 cm 9-10-10-11-12-13 keer in totaal = 45-47-49-51-55-57 steken. Ga verder tot een totale hoogte van ongeveer 43-41-41-40-38-36 cm (minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders) - pas zo aan dat de volgende naald een naald met een oneven nummer is in het telpatroon. Plaats 1 markeerder in het werk. Begin aan de verkeerde kant en ga verder in patroon heen en weer op de rondbreinaald vanaf midden onder de mouw. Brei tot een hoogte van 4 cm vanaf de markeerder, brei 2 naalden en kant 5 steken af aan het begin van elke naald. Kant de overgebleven steken af. Het werk meet ongeveer 48-46-46-45-43-41 cm van boven naar beneden. Brei nog een mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen naast de afkantrand zodat er 2 ribbels zijn op de bovenkant van de schouder. Naai de mouwen in de trui naast de kantsteek in ribbelsteek – de markeerder midden onder de mouw komt in het armsgat.

HALSRAND:
Neem aan de goede kant ongeveer 56 tot 62 steken op langs de hals (inclusief de steken op de hulpdraad aan het voorpand) met een korte rondbreinaald 7 mm. Brei 1 naald averecht, 1 naald recht, 1 naald averecht, 1 naald recht en 1 naald averecht. Kant dan losjes af met rechte steken.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = aan de goede kant: 2 averecht samen
symbols = BOBBEL: brei afwisselend 1 steek recht in voorste en achterste lus van dezelfde steek tot er 4 steken zjn, keer en brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant over deze 4 steken, keer en brei 1 naald recht aan de goede kant. Gebruik de linkernaald en haal de tweede steek op de rechternaald over de eerste steek en laat hem van de naald glijden, haal de derde steek over de eerste steek en dan de vierde steek over de eerste steek (= 1 steek over)
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 176-11

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (47)

country flag Patricia wrote:

‘work the stitches that do not fit the pattern in stocking stitch’ If there’s are 61 stitches and the pattern is 24 stitches, do you work 2x 24 stitches and the remains 13 stitches in stocking stitch

16.04.2023 - 19:03

DROPS Design answered:

Dear Patricia, you should continue pattern so that it is lined up from body, ie in first size you will work only the middle 4 repeats of A.1 over the 6 repeats worked on body - the first and last stitches on the row will be worked in stocking stitch. Happy knitting!

17.04.2023 - 09:58

country flag Clare Burkett wrote:

Thanks for the quick response! I've gone wrong somewhere so I'm going to rip back to row 25 and proceed from there!

29.04.2022 - 14:37

country flag Clare Burkett wrote:

Confused re pattern row 36. Row 35 an extra stitch is made then two stitches are purled together but in row 36 4 stitches are purled then 3 in plain but this doesn't match the layout as the last purl stitch overlies a plain stitch on row 35. Also there are 2 plain stitches on row 36 overlying the two purl stitches which were purled together and thus there is only one stitch in reality. Unsure of how to proceed.

28.04.2022 - 20:31

DROPS Design answered:

Dear Mrs Burkett, every yarn over in the diagram is compensated with a decrease, on row 35 work: K2, YO, K1, P2, P2 tog, K1, P4, K1, P4, K1, P2 tog, P2, K1, YO, K1 (= 24 sts). When working in the round, work row 36: K4, P3, K1, P4, K1, P4, K1, P3, K3 (=24 sts). Can this help? Happy knitting!

29.04.2022 - 08:22

country flag Unni Håkonsdatter Hansen wrote:

I bl a mønster linje 14 står det at det skal strikkes 2 vrange masker over 1 vr maske( sammenstikk) Hvordan mener dere dette skal løses?

24.08.2021 - 11:12

country flag Anne Laipio wrote:

Ohjeen neuletiheys ja silmukkamäärät eivät mielestäni vastaa annettuja mittoja, Esim. 12 silmukkaa on 10 cm. S-kokoon tulee 175s , jolloin ympärysmitta on 145cm. Ohjeen kuvassa S-koon leveys on 60cm eli ympärysmitta 120cm. Tällöin silmukkamäärä pitäisi olla mielestäni 144. Ohjeen mukaan tehtynä puserosta tulee liian iso. Tulkitsenko jotenkin väärin.

19.03.2021 - 11:40

DROPS Design answered:

Ohjeen neuletiheys perustuu sileään neuleeseen. Puserossa neulotaan kuitenkin pitsikuvoita ja nyppyjä, jolloin työstä tulee hieman kapeampi kuin jos neulottaisiin sileää neuletta,

23.03.2021 - 16:22

country flag Audrey wrote:

Bonjour, je ne comprends pas comment réaliser la fin des manches. Après avoir fini les augmentations, il faut juste travailler en aller-retour sur l’ensemble des mailles au lieu de travailler en rond? Ou juste les 24 mailles du point fantaisie?

01.10.2020 - 22:35

DROPS Design answered:

Bonjour Audrey, à la fin de la manche, vous tricotez en rangs (plus en rond), autrement dit, à la fin d'un tour impair, au lieu de tricoter le tour pair suivant sur l'endroit, tournez et tricotez toutes les mailles sur l'envers, et continuez maintenant ainsi en tricotant alternativement sur l'endroit et sur l'envers. Bon tricot!

02.10.2020 - 08:27

country flag Margaret Birks wrote:

Knitting Candied Almonds, and just starting to do the sleeves. I cannot knit with DPN, can I knit the sleeves in the round with a circular needle? Or can I knit with two needless UK style?

05.03.2020 - 15:34

DROPS Design answered:

Dear Mrs Birks, you can either work them in the round with a circular needle and magic loop technique or adapt the pattern to work them back and forth. Happy knitting!

05.03.2020 - 16:51

country flag Margaret Birks wrote:

Candied Almonds. I have now cast of the required stitches for the armholes. So I now have 2 seperate pieces of the garment on the round pins, the back and the front. With the back piece or the front piece how do I progress knitting in the round?

24.02.2020 - 14:24

DROPS Design answered:

Dear Mrs Birks, after you have cast off the stitches for the armholes you will continue back and front piece separately back and forth on needle, ie slip the stitches on front piece on a thread or a stitch holder and keep the stitches on back piece on needle and continue working back piece, starting from WS. Happy knitting!

24.02.2020 - 14:40

country flag Margaret Birks wrote:

On pattern for candied almonds it tells me to refer to diagram A1 and A2. I can only find diagram A1

31.01.2020 - 20:30

DROPS Design answered:

Dear Mrs Birks, diagram A.2 is the diagram with 1 stitch and same nmber of rows on the left side of A.1. Happy knitting!

03.02.2020 - 09:28

country flag Margaret Birks wrote:

What chest size in cm or inches is Medium. To fit 34/36/38 inches?.OR 86/91/96 cm

30.01.2020 - 16:15

DROPS Design answered:

Dear Mrs Birks, compare a similar garment you have and like the shape to the measurements at the bottom of the page to find out the matching size - read more here. Happy knitting!

31.01.2020 - 07:02