DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 48.75€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 178-3
DROPS Design: Patroon nr. cm-058
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maten: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS COTTON MERINO van Garnstudio (hoort bij garengroep B)
650-750-800-900-1000-1050 gr. kleur 03, beige

DROPS RONDBREINAALD (60 of 80 cm) 4,5 MM – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 20 steken en 26 naalden in tricotsteek is 10 cm in de breedte en 10 cm in de hoogte. En 22 steken en 26 naalden in structuurpatroon (A.2) is 10 cm in de breedte en 10 cm in de hoogte.

DROPS RONDBREINAALD (60 of 80 cm) 3,5 MM – voor de randen in ribbelsteek.

DROPS PARELMOERKNOPEN, gebogen (wit) NR. 522: 2 stuks voor alle maten.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 48.75€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt heen en weer):
1 ribbel = 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1:
Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden: neem het totale aantal steken op de naald (bijv. 104 steken) minus de kantsteken (bijv. 4 steken aan elke kanten) en deel dit door het aantal te meerderen steken (bijv. 9) = 10,6. Dus meerder in dit voorbeeld afwisselend na ongeveer elke 10e en 11e steek. Meerder niet over de kantsteken.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de mouwen):
Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt!
Meerder als volgt: brei 1 kantsteek in ribbelsteek, maak 1 omslag, brei als hiervoor tot er 1 steek over is op de naald, maak 1 omslag en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek (= 2 steken gemeerderd).
Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen (de gemeerderd steken worden gaandeweg meegebreid in A.2A).

TIP VOOR HET BREIEN (voor de 20-20-20-24-28-28 voorbiessteken middenvoor):
Zo voorkomt u dat de ribbels in de voorbiezen in elkaar trekken in de hoogte: brei 1 ribbel over alleen de buitenste 20-20-20-24-28-28 steken na ongeveer elke 5 cm. LET OP: als u keert midden in het werk, trek dan de draad goed aan voor u verder gaat om gaatjes te voorkomen.

KNOOPSGATEN:
Alsu 2 ribbels hebt gebreid over de 20-20-20-24-28-28 voorbiessteken op het rechtervoorpand, maak dan aan de goede kant 2 knoopsgaten als volgt: 3 recht, 2 recht samen, maak 1 omslag, recht tot er 5 steken over zijn op de voorbies, maak 1 omslag, 2 recht samen en brei de laatste 3 voorbiessteken recht. Brei op de volgende naald de omslagen recht zodat er gaatjes ontstaan.
----------------------------------------------------------

VEST:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinaald in delen die aan het eind aan elkaar worden genaaid.

ACHTERPAND:
Zet 104-110-118-128-140-154 steken op met rondbreinaald 3,5 mm en Cotton Merino. Brei 4 RIBBELS – zie uitleg boven. Meerder TEGELIJKERTIJD de 7e naald (= goede kant) 9-11-11-13-13-15 steken gelijkmatig verdeeld over de naald – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 113-121-129-141-153-169 steken. Ga verder met rondbreinaald 4,5 mm en brei 2 naalden tricotsteek met 4 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant.
Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 4 kantsteken in ribbelsteek, brei A.1A tot er 5 steken over zijn op de naald (= 26-28-30-33-36-40 herhalingen van 4 steken), brei A.1B (= 1 steek) en eindig met 4 kantsteken in ribbelsteek. Brei de teruggaande naald volgens A.1 met 4 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant. De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: 4 kantsteken in ribbelsteek, brei A.2A tot er 5 steken over zijn op de naald, brei A.2B (= 1 steek) en eindig met 4 kantsteken in ribbelsteek. Ga verder in A.2 in de hoogte met 4 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Kant bij een hoogte van 38-39-40-41-42-43 cm 3 steken af aan het begin van de volgende 2 naalden voor de armsgaten = 107-115-123-135-147-163 steken. Ga verder in A.2 als hiervoor met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Plaats bij een hoogte van 56-58-60-62-64-66 cm de steken op 1 hulpdraad aan elke kant voor de schuine schouders (voorkom dat u de draad moet afknippen en brei de steken eerst, voordat u ze op de hulpdraad zet voor de schuine schouders). Plaats de eerste 6-6-7-7-8-9 steken aan het begin van de naald op 1 hulpdraad, brei de naald en plaats de eerste 6-6-7-7-8-9 steken aan het begin van de volgende naald op 1 hulpdraad. Ga zo verder en plaats steeds 6-6-7-7-8-9 steken op de draden, in totaal 6 keer aan elke kant, plaats dan de laatste 6-10-8-12-10-12 steken op de draad voor de schuine schouders aan elke kant.
Kant TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 60-62-64-66-68-70 cm de middelste 19-19-19-23-27-27 steken af voor de hals en brei dan elke schouder apart verder. Ga verder en plaats steken op de hulpdraad voor de schuine schouder en kant 2 steken af op de volgende naald langs de hals. Als alle steken zijn afgekant voor de hals of op een hulpdraad zijn gezet, staan er 42-46-50-54-58-66 steken op de hulpdraad voor elke schouder en heeft het werk een hoogte van ongeveer 62-64-66-68-70-72 cm vanaf het hoogste punt op de schouder naar beneden gemeten.
Plaats de steken van de draad op een rondbreinaald 3,5 mm. Begin aan de goede kant en brei recht over alle steken, maar voorkom gaatjes in de overgangen, waar steken op de draad zijn gezet: neem de dwarsdraad op tussen 2 steken en brei deze gedraaid recht samen met de eerste steek op de linkernaald. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant en kant af met rechte steken aan de goede kant (zorg dat de afkantrand niet te strak wordt). Brei de andere schouder op dezelfde manier.

RECHTERVOORPAND:
Zet 61-64-68-75-83-90 steken op met rondbreinaald 3,5 mm en Cotton Merino. Brei 4 ribbels. Meerder TEGELIJKERTIJD op de 7e naald (= goede kant) 4-5-5-6-6-7 steken gelijkmatig verdeeld over de naald = 65-69-73-81-89-97 steken. Ga verder met rondbreinaald 4,5 mm en brei 2 naalden tricotsteek met 4 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant.
Brei de volgende naald aan de goede kant als volgt: 4 voorbiessteken in ribbelsteek middenvoor, brei A.1A tot er 5 steken over zijn op de naald (= 14-15-16-18-20-22 herhalingen van 4 steken), brei A.1B (= 1 steek) en eindig met 4 kantsteken in ribbelsteek richting de zijkant. Brei de teruggaande naald volgens A.1 met 4 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant.
De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: 4 kantsteken in ribbelsteek, brei A.2A tot er 5 steken over zijn op de naald, brei A.2B (= 1 steek) en eindig met 4 kantsteken in ribbelsteek. Ga verder in A.2 in de hoogte met 4 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant.
Kant bij een hoogte van 38-39-40-41-42-43 cm de eerste 3 steken af aan het begin van de naald vanaf de zijkant (dus aan de verkeerde kant) voor het armsgat = 62-66-70-78-86-94 steken. De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: brei ribbelsteek over de eerste 20-20-20-24-28-28 steken (= voorbies – LEES TIP VOOR HET BREIEN), ga verder in A.2 als hiervoor tot er 1 steek over is op de naald en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek richting het armsgat. Ga verder in patroon als volgt – denk om de KNOOPSGATEN op de voorbies – zie uitleg boven.
Plaats bij een hoogte van 56-58-60-62-64-66 cm de steken op 1 hulpdraad voor de schuine schouder op dezelfde manier als op het achterpand (zet de steken op de draad elke naald aan de verkeerde kant), dus plaats 6-6-7-7-8-9 steken op de draad in totaal 6 keer en plaats dan de laatste 6-10-8-12-10-12 steken op de draad.
Als alle 42-46-50-54-58-66 steken op de draad zijn gezet voor de schuine schouder staan er nog 20-20-20-24-28-28 voorbiessteken op de naald voor de kraag. Ga verder met ribbelsteek heen en weer over deze steken als volgt: *brei 1 ribbel over alle steken, brei 1 ribbel over alleen de buitenste 16-16-16-20-24-24 steken middenvoor *, herhaal van *-* tot de kraag ongeveer 7-7-7-8-9-9 cm meet op de korte kant, gemeten vanaf waar de laatste steken op de draad zijn gezet voor de schuine schouder, en kant losjes af.
Plaats de steken van de hulpdraad voor de schouder terug op de rondbreinaald 3,5 mm. Begin aan de goede kant en brei 2 naalden recht op dezelfde manier als hiervoor op het achterpand en kant dan recht af aan de goede kant.

LINKERVOORPAND:
Zet op dezelfde manier op als het rechtervoorpand en brei als het rechtervoorpand maar in spiegelbeeld. Met andere woorden, brei na de ribbels aan het begin van het werk, 2 naalden tricotsteek met 4 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant. De volgende naald aan de goede kant wordt als volgt gebreid: 4 kantsteken in ribbelsteek, brei A.1A tot er 5 steken over zijn op de naald (= 14-15-16-18-20-22 herhalingen van 4 steken), brei A.1B (= 1 steek) en eindig met 4 kantsteken in ribbelsteek middenvoor. Brei de teruggaande naald volgens A.1 met 4 kantsteken in ribbelsteek aan elke zijkant.
Kant bij een hoogte van 38-39-40-41-42-43 cm de eerste 3 steken af aan het begin van de naald vanaf de zijkant (dus aan de goede kant) voor het armsgat = 62-66-70-78-86-94 steken en eindig de naald als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek richting het armsgat, ga verder in A.2 als hiervoor tot er 20-20-20-24-28-28 steken over zijn op de naald en brei ribbelsteek over deze steken (= voorbies). Ga zo verder in patroon. Plaats bij een hoogte van 56-58-60-62-64-66 cm steken op 1 hulpdraad voor de schuine schouder op dezelfde manier als op het rechtervoorpand en het achterpand (de steken worden op de draad gezet op elke naald aan de goede kant). Brei de rest van het linkervoorpand op dezelfde manier als het rechtervoorpand.

MOUW:
Zet 50-50-54-58-58-62 steken op met rondbreinaald 3,5 mm en Cotton Merino. Brei 4 ribbels. Meerder TEGELIJKERTIJD op de 7e naald (= goede kant) 4 steken gelijkmatig verdeeld op de naald voor alle maten = 54-54-58-62-62-66 steken. Ga verder met rondbreinaald 4,5 mm en brei 2 naalden tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, brei A.1A tot er 1 steek over is op de naald (= 13-13-14-15-15-16 herhalingen van 4 steken), eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek. Brei de teruggaande naald volgens A.1A met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant.
Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, brei A.2A tot er 1 steek over is op de naald, eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga verder in A.2A met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant.
Meerder bij een hoogte van 5-5-4-3-3-5 cm 1 steek aan elke kant – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Meerder zo in totaal 14-16-16-16-18-18 keer, voor maat S: elke 6e naald, voor maat M, L en XL: afwisselend elke 4e en 6e naald, voor maat XXL: elke 4e naald en voor maat XXXL: afwisselend elke 2e en 4e naald = 82-86-90-94-98-102 steken op de naald. Plaats bij een hoogte van 37-36-35-34-32-29 cm 1 markeerder aan elke kant. Brei 4 naalden heen en weer in A.2A als hiervoor, kant dan 5 steken af aan het begin van de volgende 2 naalden en kant dan de overgebleven steken af (zorg de afkantrand niet te strak wordt). Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden dicht naast de afkantrand zodat er 2 ribbels zijn op de schouder. Naai de mouwen in het vest zodat de naad aan de buitenkant komt (de markeerder aan elke kant van de mouwen moet tegen het armsgat komen op de voorpanden en het achterpand). Naai de naden onder de mouwen dicht naast de 1 kantsteek in ribbelsteek. Naai de zijnaden dicht van voorpanden en achterpand, vanaf het armsgat naar beneden – naai in de buitenste lusjes van de buitenste steken zodat de naad plat ligt, maar stop als er nog ongeveer 22 cm over is aan elke kant (= splitten).
Naai de kraag samen middenachter (zorg dat de naad aan de buitenkant is als je de kraag naar beneden vouwt). Naai de kraag langs de hals op het achterpand. Naai de knopen op de linkervoorbies.

Telpatroon

symbols = recht van goede kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = steek de rechternaald door de steek van de vorige naald, 1 recht en laat de steken van de naald glijden
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 178-3

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (15)

country flag Monika wrote:

Hallo zusammen, eine Frage zum Rückenteil. Ich stricke Größe M mit 110 M, jetzt kommt die Schulterschräge dazu sind beidseitig 6x6M und 1x10 M stillzulegen, ergibt für mich einen Rest von 18 Maschen. Zusätzlich sollen für den Halsausschnitt 19 M und dann beidseitig 2 M abgekettet werden. Soviele habe ich gar nicht mehr. Wo liegt hier mein Fehler ?

17.10.2021 - 14:44

DROPS Design answered:

Liebe Monika, es soll auch bei der 7. Reihe zugenommen werden = 121 M. Dann nehmen Sie 3 M beidseiting für den Armausschnitt = 115 M; es sind 19 M + 2 M auf beiden Seiten für den Halsausschnitt abgekettet (= totalt 2+19+2=23 M) und die verkürzten Reihen 6 Mal auf 6 Maschen gestrickt = 10 M Schulter + (6M x 6) + 23 M + (6 M x 6) + 10 M Schulter = 115 M. Kann es Ihnen helfen?

18.10.2021 - 09:25

country flag Jose Gagnon wrote:

I’am having a problem with the back piece. For size large I have 19 stiches in the middle and it measures 64cm. When I finish the shoulders it says that it should measure 66 cm at the highest point of the shoulder. I followed the pattern as best I could and it measures 61 cm at the highest. Each piece is now finished but I seemed to have a problem with the assembly of the back. Anyone can help me by maybe show me a picture of the back piece completed so I can see what’s wrong ?

28.03.2021 - 19:11

DROPS Design answered:

Dear Mrs Gagnon, you cast off for neck when piece measures 64 cm then continue each shoulder separately for 2 more cm continuing to slip sts for shoulder on a thread= piece measures 66 cm in total. Now work 1 row from RS over the 50 sts on shoulder, 1 row from WS and cast off (= 1 ridge on top of shoulder). Hope this helps. Happy knitting!

06.04.2021 - 08:27

country flag Lianne Ippel wrote:

Ik heb een vraag over het rechter voorpand en dan met name de tip voor het breien: de buitenste 20 steken zijn dat de bedoelen ze dan de voorbies steken (Dus rechts aan de goede kant) of juist de steken aan de andere kant (links aan de goede kant) ?

10.07.2020 - 16:58

DROPS Design answered:

Dag Lianne,

Ja, deze tip voor het breien geldt inderdaad voor de 20 biessteken die bij het breien op het rechter voorpand aan de rechter kant zitten, gezien vanaf de goede kant.

12.07.2020 - 14:43

country flag Katja Schmidtpott wrote:

Ik zie steeds vaker dat er op rondbreinaalden gebreid wordt. Ik vind het bijna onmogelijk om daarmee te breien. Is er een manier om zulke patroon om te zetten van rondbrei- naar normale naalden?

14.04.2019 - 22:41

country flag Heike wrote:

Liebes Garnstudio Team,\r\nich habe die Jacke \"Zoey\" genau nach Maschenprobe in Größe L gestrickt und habe nun 4,5 Knäuel der Wolle übrig. In der Anleitung waren 800 g als Verbrauch angegeben. Ist das vielleicht ein Fehler, oder habe ich die Anleitung nicht richtig verstanden?

25.03.2019 - 08:23

country flag Dagmar Pakulat wrote:

Hallo zusammen, Frage zur Fertigstellung - wie nähe ich die Ärmel mit einer außenliegenden Naht ein? Habe ich noch nie gemacht. Vielen Dank für Ihre Hilfe.

08.11.2018 - 13:26

DROPS Design answered:

Liebe Frau Pakulat, die Ärmel legen Sie unter die Armausschnitt und dann zusammen nähen. Gerne wird Ihnen Ihr DROPS Laden noch dazu weiterhelfen - auch telefonisch oder per Email. Viel Spaß beim stricken!

08.11.2018 - 15:42

country flag Elliard Huizing wrote:

Ik reageer op mijn eigen vraag (haha) het zou kunnen kloppen wanneer er sprake is van verkorte naalden om de kraag rond te laten lopen? Maar nergens wordt over verkorte naalden gesproken, dat zou dan verbetert kunnen worden in het patroon.

17.05.2018 - 20:59

country flag Elliard Huizing wrote:

Ik heb een vraag over voorpand/voorbies/hraag, het patroon zegt: * brei 1 ribbel over alle steken (20 st ) brei 1 ribbel over alleen de buitenste (16 st ) middenvoor * en herhaal van *-* Wat doe ik met de 4 steken die 'over' blijven?

17.05.2018 - 20:32

DROPS Design answered:

Hallo Elliard, De ene keer brei je een ribbel over alle 20 steken en dan brei je een ribbel over alleen de eerste 16 steken. Dus je keert het werk na 16 steken en dan brei je terug. Op deze manier brei je verkorte toeren, waardoor de halslijn aan de buitenkant wijder wordt en mooier valt.

03.06.2018 - 20:26

country flag Inge wrote:

Nu har jag fattat det! Tusen tack för det snabba svaret!

28.03.2018 - 20:46

country flag Inge wrote:

Hej, jag blir irriterad på vilken höjd jag ska sticka knapphålen... Det låter som om man ska börja med första knapphålet längst ner men det har jag nog missförstått, det ska ju bara bli 2 knappar. Snälla ni, på vilken höjd har ni gjort knapphålen? Tack för hjälp i förväg!

24.03.2018 - 12:39

DROPS Design answered:

Hej, knapphålen ska göras först då man börjat sticka rätstickning över de 20 yttersta maskorna mot mitt fram, dvs. efter avmaskningen för ärmhål.

26.03.2018 - 13:59