DROPS Cloud
DROPS Cloud
72% alpaca, 21% polyamide, 7% Wool
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS 173-31
DROPS design: Model nr. co-034
Garengroep E of C en C
----------------------------------------------------------
Maat: S/M - L/XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS CLOUD van Garnstudio
500-550-600-650 gr, kleur nr. 04, grijs

Of gebruik:
DROPS AIR van garnstudio
550-600-650-700 g, kleur nr 04, medium grijs

DROPS HAAKNLD 7 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 10 stk x 6 toeren = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cloud
DROPS Cloud
72% alpaca, 21% polyamide, 7% Wool
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

MEERDERING MET STK-GROEP:
Haak (3 stk, 3 l, 3 stk) om de l-lus in de hoek.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.5.
----------------------------------------------------------

VEST:
Haak vanuit middenachter als een vierkant.

Begin met 1 draad Cloud of 2 draden Air en haaknld 7 mm en haak in patroon volgens telpatroon A.1. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als het hele telpatroon A.1 klaar is, meet het werk 36 x 36 cm.
Maat S/M is nu klaar. Ga verder voor de overgebleven maten in de rondte als volgt:
Maat L/XL, XXL en XXXL:
Ga verder met 1-2-2 toeren in totaal met 1 stk in elk stk en haak 1 MEERDERING MET STK-GROEP – zie uitleg boven, in elke hoek. LET OP: Begin de toer met 3 l en eindig toer met 1 hv in 3e l aan het begin van de toer.

Ga nu verder in alle maten als volgt (haak 2e toer in telpatroon A.2):
Haak 1 l en 1 hv in eerste stk op de toer, haak A.2 over de volgende 12-15-18-18 stk (= 4-5-6-6 patroonherhalingen), haak (1 v, 3 l, 1 v) om l-lus in de hoek, haak 3 l, sla 3 stk over, A.2 over de volgende 6-9-12-12 stk (= 2-3-4-4 patroonherhalingen), 1 v in lus tussen de volgende 2 stk, plaats een markeerder en haak 18-21-24-24 losse l voor armsgat, sla 18-21-24-24 stk over, haak (1 v, 3 l, 1 v) om l-lus in volgende hoek, haak 3 l, sla 3 stk over, haak A.2 over de volgende 27-33-39-39 stk (= 9-11-13-13 patroonherhalingen), haak (1 v, 3 l, 1 v) om l-lus in de hoek, haak 18-21-24-24 losse l voor het armsgat, sla 18-21-24-24 stk over, plaats een nieuwe markeerder en haak A.2 over de volgende 9-12-15-15 stk (= 3-4-5-5 patroonherhalingen), haak (1 v, 3 l 1 v) om l-lus in de hoek, haak 3 l, sla 3 stk over, haak A.2 over de volgende 12-15-18-18 stk (= 4-5-6-6 patroonherhalingen) en eindig met 1 hv in eerste v op de toer.

Haak nu in PATROON in de rondte als volgt (haak vanaf de 2e toer in telpatroon A.3a-A.3c): haak A.3a (laat zien hoe de toer begint en eindigt), haak A.3b om elke l-lus tot eerste hoek, haak A.3c (= 3 dstk, 3 l, 3 dstk) om l-lus in de hoek, ga verder met A.3b om elke l-lus tot l voor armsgat, haak A.3b 6-7-8-8 keer om de 18-21-24-24 l, haak A.3c om l-lus in de hoek, haak A.3b om elke l-lus tot volgende hoek, haak A.3c om l-lus in de hoek, haak A.3b 6-7-8-8 keer om de 18-21-24-24 l voor het armsgat, haak A.3b om elke l-lus tot volgende hoek, haak A.3c om l-lus in de hoek, haak A.3b om de overgebleven l-lussen op de toer.
Als A.3a-A.3c in de hoogte is gehaakt, herhaal dan de laatste 2 toer in het telpatroon tot het werk ongeveer 70-76-80-82 cm meet in totaal (= 35-38-40-41 cm vanuit het midden van A.1 tot een kant) - pas zo aan dat de laatste toer een toer is met l-lussen en v. Knip de draad af.

VOORPAND:
Haak de voorpanddelen heen en weer zonder te meerderen. Plaats een markeerder op de laatst gehaakte toer. MEET NU HET WERK VAN HIER.
Begin bij de ster in een hoek – zie telpatroon, en haak vanaf de 2e toer in het telpatroon als volgt: haak A.4a, haak dan A.4b tot er 1 l-lus over is voor de l-lus in de hoek, haak A.4c.
Ga zo verder heen en weer. Als A.4a, A.4b en A.4c in de hoogte zijn gehaakt, herhaal dan de laatste 2 toeren tot het voorpand ongeveer 23-25-26-27 cm meet vanaf de markeerder – pas zo aan dat de laatste toer wordt gehaakt als de een na laatste toer van A.4a-A.4c. Hecht af. Herhaal aan de andere kant van het werk – zie ster op het telpatroon.

MOUWEN:
Haak de mouw heen en weer.
Begin bij markeerder midden onder de mouw en haak aan de verkeerde kant (= midden van vierkant waar l zijn gehaakt) en haak 18-21-24-24 stk gelijkmatig omhoog tot de schouder, haak dan 18-21-24-24 stk om de l-ketting = 36-42-48-48 stk. Plaats een markeerder hier. MEET NU HET WERK VAN HIER. Haak dan in patroon heen en weer vanaf de 2e toer (= goede kant) in telpatroon A.4 als volgt:
LET OP: haak op de eerste toer elk dstk in de dstk-groepen in een stk op de vorige toer. Haak A.4a, haak dan A.4b over de volgende 30-36-42-42 stk, haak A.4c = 12-14-16-16 dstk-groepen. Als het hele telpatroon A.4a-A.4c klaar is in de hoogte, herhaal dan de laatste 2 toeren in het patroon en minder TEGELIJKERTIJD 1 dstk-groep aan elke kant van de mouw door te haken volgens de laatste 4 toeren van telpatroon A.5a aan het begin van de toer en A.5b aan het einde van de toer = 10-12-14-14 dstk-groepen. Herhaal dit minderen aan elke kant nog 0-1-1-1 keer = 10-10-12-12 dstk-groepen. Haak tot een hoogte van ongeveer 50 cm in alle maten, de mouw is nu klaar - pas zo aan dat u eindigt na een toer die de laatste toer is in A.4a-A.4c. Hecht af.
Haak de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de onderarmnaden samen in de buitenste lusjes van de kant st. Haak een rand rondom het hele vest als volgt:
Begin in een hoek op een van de voorpanddelen en haak * (1 v, 3 l, 1 v, 3 l, 1 v, 3 l) om l-lus in de hoek, haak (3 l, sla ongeveer 1 cm over, 1 v) tot de volgende hoek, haak 3 l, *, herhaal van *-* rondom het hele vest. Eindig met 1 hv in eerste v op de toer. Hecht af.

Telpatroon

symbols = haak 4 l en vorm een ring met 1 hv
symbols = 1 l
symbols = 1 hv
symbols = 1 v in st
symbols = 1 v om l-lus
symbols = 1 v tussen 2 st
symbols = 1 hstk om l-lus
symbols = 1 stk om l/l-lus
symbols = 1 stk in st
symbols = 1 dstk om l-lus
symbols = 1 dstk in st
symbols = haak 3 dstk samen om l-lus als volgt: haak 1 dstk maar wacht met de laatste doorhaling (= 2 lussen op haak), haak dan nog 2 dstk op dezelfde manier (= 4 lussen op haak) maar haal bij laatste doorhaling de draad door alle lussen op haak.
symbols = begin de toer met 4 l
symbols = begin de toer met 3 l, en eindig de toer met 1 hv in 3e l aan het begin van de toer
symbols = begin de toer met 1 l en eindig met 1 hv in 1e l aan het begin van de toer, haak dan 1 hv tot eerste l-lus
symbols = begin hier voor het voorpand
diagram
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 173-31

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (47)

country flag Kristen wrote:

You can ask and ask. You won't get an answer!

12.05.2022 - 01:17

country flag Marta wrote:

Hola! Con el gráfico perfecto pero estoy teniendo algún problema con las explicaciones. Existe el gráfico completo de la chaqueta?\r\n\r\nMuchas gracias.

17.04.2022 - 18:11

DROPS Design answered:

Hola Marta, la única versión disponible de este patrón es la que está colgada. Si tienes problemas con alguna sección concreta de la chaqueta, puedes preguntar aquí en comentarios o consultar en tu tienda DROPS más cercana.

18.04.2022 - 20:26

country flag Malin Ljungné wrote:

Hej! I tidigare frågor hänvisas till bilder rörande diagram A2 som även jag har problem med. Länken fungerar inte längre. Går den att uppdatera? Jag undrar också vad som menas med att virka en fastmaska mellan två maskor/stolpar? MVH//Malin

28.03.2022 - 21:20

DROPS Design answered:

Hei Malin. Hjelpvideoer til denne oppskriften finner du over alle kommentarer, klikk inn på: Se 11 relevanta videor här. Om du klikker på en link på et tidligere svar, husk å velge ditt språk når du kommer til 404: Page not found, mulig det vil hjelpe. Om du har 2 eller flere staver og skal hekle 1 fastmaske mellom 2 staver, skal det ikke hekles i selve masken, men midt mellom 2 masker. mvh DROPS Design

04.04.2022 - 11:58

country flag Heike Zieten wrote:

Danke, brauch keine hilfe mehr, der knoten ist geplatzt :) mein denkfehler waren die luftmaschenbögen an den ecken. Vielen lieben dank

16.04.2021 - 15:06

country flag Heike Zieten wrote:

Danke erstmal für die schnelle antwort. der witz ist, DAS habe ich alles gemacht :), trotzdem wurde das schräg. andere frage. ab welchen luftmaschenbogen muss ich beginnen. ecken ist klar aber da ja noch ein gesamter luftmaschenbogen gehäkelt werden sollte. ist die frage: ab dem luftmaschenbogen über die letzten dreier dopplestäbchen oder der eckluftmaschenbogen? vllt liegt auch da mein denkfehler

16.04.2021 - 14:37

DROPS Design answered:

Liebe Frau Zieten, in der 1. Ecke häkeln Sie die 4 Lm, dann in dem nächsten LmBogen (2 Lm, 3 D-Stb zusammen, 3 Lm) , dann A.4b bis 2 LmBogen übrig sind (inkl. die nächste Ecke), 3 D-Stb in den nächsten lm-Bogen, 1 D-Stb um die Ecke - hilft es Ihnen weiter so?

16.04.2021 - 15:27

country flag Heike Zieten wrote:

Hallo, ich habe probleme mit den zwei vorderteilen, bei mir werden beide schräg nach unten und zwar oben, am "kragen", sprich, ich überspringe immer ein dreier doppelstäbchen. ist das richtig oder kann ich die anleitung nicht lesen?? laut den zeichnungen 4a - 4c , mache ich nichts falsch. häng da jetzt fest und bekomme anfälle :) ein weiteres video wäre passend .

15.04.2021 - 21:37

DROPS Design answered:

Liebe Frau Zieten, die Vorteile werden separat gehäkelt, in Reihen, an den Seiten mit 1 Sternchen in der Maßskizze. In der erste Ecke (mit dem Stern) fangen Sie mit A.4a (über den Luftmaschenbogen in der Ecke + in den nächsten Luftmaschenbogen), A.4b wiederholen bis 2 Luftmaschenbogen vor der nächsten Ecke übrig sind, dann A.4c über diese 2 Luftmaschenbogen häkeln. A.4a und A.4c müssen "gerade" sein und folgen die Seite beim Hals oben und die unten der Jacke. Hoffentlich kann es Ihnen helfen! Viel Spaß beim häkeln!

16.04.2021 - 14:17

country flag María wrote:

Hola!! Me gustaría realizar este modelo con Big Delight....cuántos ovillos necesitaría para la talla S. Muchas gracias y un saludo!!

27.10.2020 - 17:47

DROPS Design answered:

Hola Maria. Este modelo hay que trabajarlo con doble hilo de Big Delight, si quieres seguir las explicaciones. Para la talla S necesitarías aprox. 9 ovillos de Big Delight (para trabajar con doble hilo).

01.11.2020 - 17:01

country flag María wrote:

Hola!! Me gustaría realizar este modelo con Big Delight....cuántos ovillos necesitaría para la talla S. Muchas gracias y un saludo!!

27.10.2020 - 17:46

country flag Kaila wrote:

I’m having difficulty with diagram A.2. I read previous comments and the links provided have expired... some help would be greatly appreciated!

23.11.2019 - 09:17

country flag Sylvia Hoffmann wrote:

Hallo,habe den ersten Teil fertig. Gibt es ein Video, wie ich mit2.Es von A.2 anfange und die Ärmelausschnitte anbringen?

14.05.2019 - 21:00

DROPS Design answered:

Liebe Frau Hoffmann, hier können Sie mit Fotos sehen, wie man A.2 und die Armlöcher (Größen S/M) häkelt, vielleicht hilft es Ihnen. Viel Spaß beim stricken!

15.05.2019 - 08:17