DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.00 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 6.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS Extra 0-1229
DROPS design: Model nr. ee-557
Garengroep E of C en C
----------------------------------------------------------
Maat: 35/37 - 38/39 - 40/42 - 43/44
Voor een voetlengte van: ongeveer 22 - 23 - 25 - 29 cm
Lengte van de sloffen voor het vilten: 24 - 27- 28 - 32 cm
Materiaal:
DROPS SNOW van Garnstudio
100 gr voor alle maten in kleur nr. 51, poederroze
50-50-100-100 gr. kleur nr. 36, amethist

LET OP: voor sloffen in een kleur hebt u 150 gr Snow nodig voor alle maten.

DROPS RECHTE BREINLD 6 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 13 st x 17 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.00 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 6.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.
----------------------------------------------------------

SLOF:
De slof wordt heen en weer gebreid en later in elkaar genaaid middenvoor en middenachter, begin aan de bovenkant van de instap.
LEES HET HELE PATROON DOOR VOOR U BEGINT!

Zet 11-11-13-13 st op met nld 6 mm en poederroze. Brei in RIBBELST - zie uitleg boven – en zet TEGELIJKERTIJD nieuwe st op aan het einde van elke nld aan de goede kant als volgt: 2 keer 3 st en 3 keer 1 st = 20-20-22-22 st - brei de gemeerderde st in ribbelst. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als alle meerderen gedaan is (het werk meet ongeveer 4 cm), kant dan de eerste 6 st af in de volgende nld aan de goede kant = 14-14-16-16 st. Zet aan het einde van de volgende nld aan de verkeerde kant 17-21-21-25 nieuwe st op = 31-35-37-41 st op de nld.

Ga verder met amethist, brei dan in tricotst. Brei 2 nld amethist, ga verder met poederroze en brei als volgt: brei 2 nld met poederroze, brei dan 2 verkorte toeren aan de goede kant als volgt: brei in tricotst over de eerste 19-23-23-27 st, keer en brei de teruggaande nld. Brei 2 nld over alle st met amethist, brei dan 2 nld met poederroze en 2 verkorte toeren met poederroze over de eerste 19-23-23-27 st als hiervoor. Ga verder met amethist. Plaats bij een hoogte van 13-14-14-15 cm (gemeten vanaf de opzetrand in de breirichting) een markeerder = midden onderkant voet. Als er net zolang gebreid is als voor de markeerder met amethist, ga dan verder als volgt, begin aan de goede kant: brei 2 nld met poederroze, brei 2 verkorte toeren over de eerste 19-23-23-27 st als hiervoor. Brei 2 nld over alle st met amethist, brei dan 2 nld met poederroze en 2 verkorte toeren over de eerste 19-23-23-27 st met poederroze. Brei 2 nld over alle st met amethist.

Ga verder met poederroze, brei dan in ribbelst. Kant de eerste 17-21-21-25 st af aan het begin van de volgende nld aan de goede kant, zet aan het einde van de volgende nld aan de verkeerde kant 6 nieuwe st op = 20-20-22-22 st. Kant af aan het begin van elke nld aan de verkeerde kant als volgt: 3 keer 1 st en 2 keer 3 st = 11-11-13-13 st. Kant alle st af.

AFWERKING:
Zie de maten op de tekening. Vouw de slof dubbel minder onder de voet en naai samen middenvoor op de teen en tot de eerste opzetrand en de laatste afkantrand. Naai samen middenachter. Brei nog een slof op dezelfde manier.

VILTEN:
Plaats de sloffen in de wasmachine met een wasmiddel zonder enzymen of optische bleekmiddelen. Was op een normaal programma op 40 graden zonder voorwas. Vorm de sloffen tot de juiste maat en vorm als ze nog nat zijn. Was ze in het vervolg op een wolwasprogramma.

NA HET VILTEN:
Als het werkstuk niet genoeg gevilt is en te groot is, dan kunt u het nog een keer wassen in de wasmachine terwijl het kledingstuk nog nat is - voeg een badhanddoek toe van ongeveeer 50 X 70 cm. LET OP: Gebruik niet een kort programma.
Als het werkstuk te veel gevilt is en te klein is, kunt u het opnieuw nat maken en uitrekken tot de juiste afmetingen. Als het werkstuk droog is, zorg er dan voor dat u het eerst nat maakt.
Let erop - was in het vervolg het werkstuk als een normaal kledingstuk van wol.

Telpatroon

symbols = breirichting
symbols = midden onderkant voet
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Extra 0-1229

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (13)

country flag Riviere wrote:

Question sur le feutrage : programme à 40° essorage normal. Quel programme laine ou autre et essorage normal combien de tour 600 900 1200 ? J'ai fait programme laine 40° ça n'a pas feutré puis programme coton 40° essorage 900 et vraiment trop feutré le chausson est maintenant trop serré. Merci de m'indiquer avec plus de précision et la durée aussi du programme pour feutrer habituellement. Merci

13.03.2022 - 14:39

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Riviere, toutes les machines sont différentes, l'idéal est que vous fassiez un essai au préalable sur un échantillon - à titre d'informations, sur la mienne, je garde un essorage à 600 t (le "basique" de mon lave-linge). Il faut feutrer en programme normal, pas laine, car le programme laine ne sera pas suffisant (c'est en général un programme doux). Retrouvez d'autres infos sur le feutrage ici. Bon tricot!

14.03.2022 - 11:14

country flag Alice wrote:

Buongiorno, leggo che per questo modello sono consigliati i ferri n°6, ma sul sito del rivenditore del filato Eskimo sono indicati i ferri n°9! a quale informazione devo fare affidamento?

30.03.2020 - 19:30

DROPS Design answered:

Buongiorno Alice, questo è un modello che dev'essere infeltrito, quindi lavorato in modo più stretto anche prima dell'infeltrimento. Provi a lavorare con il 6mm indicato nel modello e controlli che il suo campione corrisponda a quello indicato: in caso negativo usi il numero di ferri che le permette di ottenere il campione indicato nel modello. Buon lavoro!

31.03.2020 - 09:09

country flag Jannie wrote:

Tøflerne er ikke krøbet eller filtet efter vask på 40 grader. Har ikke brugt sæbe, centrifugering på 1200 omdrejninger. Hvad kan jeg så prøve.

09.10.2018 - 15:43

DROPS Design answered:

Hei Jannie. Det var leit å høre, hvilken farge og partinummer er garnet? Du kan prøve igjen, denne gangen med litt grønnsåpe og høyere sentrifugering hvis det er mulig. God fornøyelse.

16.10.2018 - 13:05

Britta Bousba wrote:

Skal man absolut filtrere arbejdet? Kan man ikke bare lave dem uden at filtrere? Britta

27.07.2018 - 17:06

DROPS Design answered:

Hej Britta, Hvis du ikke filter dem så vil de blive for store. Men vi har mange tøfler i DROPS Eskimo som ikke skal filtes. God fornøjelse!

30.08.2018 - 14:45

country flag Bibou wrote:

Bonjour merci c'est niquel j'ai réussi à le faire. Par contre jai une autre question général, quand j'ai cousu comme indiqué le bout reste pointu , comment faire pour qu'il soit arrondi vers le talon ? Car ça me fait un talon pointu

16.01.2018 - 17:24

DROPS Design answered:

Bonjour Bibou, vous pourrez les mettre en forme après feutrage, dès sortie de la machine, et tant qu'ils sont encore humides. Bon tricot!

17.01.2018 - 08:20

country flag Bibou wrote:

Merci à vous je viens de recommencer et de m'apercevoir que c'était bien ça mais je me suis juste trompé j'avais rajouté les mailles en début et non en fin de rang envers . Merci de prendre le temps de me répondre . Une fois que je serai arrivé au marqueur il faudra que je le place où exactement ? Il n y a pas de maille en particulier juste au milieu ?

12.01.2018 - 15:23

DROPS Design answered:

Bonjour Bibou, vous pouvez le placer entre les mailles du dernier rang, ce marqueur sert à bien repérer le milieu de l'ouvrage. Bon tricot!

15.01.2018 - 10:59

country flag Bibou wrote:

C'est pourtant ce que j'ai fait ça donne la bonne forme mais la pointe se trouve tout en haut et pas vers le bas .Ça me paraît bizarre c'est moi qui doit mal comprendre et malgré les vidéos et explications je ne comprends pas comment les monter à la fin d'un rang . Merci

12.01.2018 - 14:26

DROPS Design answered:

Bonjour Bibou, cette vidéo montre comment monter les mailles en fin de rang. Dans la vidéo, elles sont montées à la fin du rang sur l'envers, pour les chaussons, montez les premières mailles du début du chausson en fin de rang sur l'endroit. Pour toute aide complémentaire individuelle, n'hésitez pas à contacter votre magasin ou à vous enregistrer sur le forum DROPS. Bon tricot!

12.01.2018 - 14:46

country flag Bibou wrote:

En gros je fais mon rang endroit que je tricote ensuite je rajoute des mailles et après je tricote le rang envers . C'est bien ça ?

11.01.2018 - 21:12

DROPS Design answered:

Bonjour Bibou, Vous montez 11-13 m et *tricotez 1 rang sur l'endroit en montant 3 m à la fin de ce rang. Tournez, tricotez 1 rang sur l'envers sur toutes les mailles*. Répétez de *-* encore 1 fois. *Tournez. S ur l'endroit, tricotez toutes les mailles et montez 1 m à la fin du rang, tournez, sur l'envers, tricotez 1 rang sur toutes les mailles*, répétez 3 fois au total de *-*. = vos augmentations seront à gauche, vu sur l'endroit. Bon tricot!

12.01.2018 - 08:56

country flag Bibou wrote:

Est ce normal que quand je tricote , le côté se trouve vers le haut et non le bas comme sur le diagramme ? Je fais comme indiqué les augmentations sur le côté droit et la pointe du côté se trouve au dessus et non en bas

11.01.2018 - 21:07

DROPS Design answered:

Bonjour Bibou, votre ouvrage doit ressembler à celui du schéma, les augmentations se font toutes du même côté: en fin de rang sur l'endroit (sur l'envers, vous tricotez les mailles sans augmenter) jusqu'à ce que vous ayez 20-22 m.

12.01.2018 - 08:53

country flag Bibou wrote:

Bonjour, désolé si je vous pose pleins de questions à chaque fois, quand vous dites augmenter sur chaque rang à l'endroit . Est ce l'endroit de l'ouvrage? Ou chaque rang endroit ? Mais vu que c'est du point mousse j'augmente sur tous les rangs peut importe le sens de l'ouvrage ?

10.01.2018 - 19:36

DROPS Design answered:

Bonjour Bibou, on va augmenter à la fin de chaque rang sur l'endroit, soit à gauche quand on regarde l'ouvrage sur l'endroit. Les augmentations vont être d'un côté seulement. Puis on va rabattre des mailles en début de rang sur l'endroit (= à droite, vu sur l'endroit) et monter des mailles en fin de rang sur l'envers (= à droite, vu sur l'endroit). Le schéma en bas de page vous aidera sans doute à bien visualiser. Bon tricot!

11.01.2018 - 08:38