DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS 167-27
DROPS design: Model nr. n-178
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maten: Lengte op de middelste: ongeveer 88 cm Breedte: ongeveer 176 cm
Materiaal:
DROPS COTTON VISCOSE van Garnstudio
250 gr. kleur nr. 17, lichtbeige
150 gr. kleur nr. 24, heidekruid
150 gr. kleur nr. 28, lichtroze
100 gr. kleur nr. 02, naturel

LET OP: als u de omslagdoek in een kleur wilt haken, hebt u in totaal 550 gr Cotton Viscose nodig.

DROPS HAAKNLD 3,5 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 22 stk x 12 toeren = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.19.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Haak aan het begin van elke toer met stk 5 l, deze l vervangen niet het eerste stk.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 stk door 2 stk samen te haken als volgt: haak 1 stk maar wacht met de laatste doorhaling (= 2 lussen op haak), haak dan het volgend stk maar haal bij de laatste doorhaling de draad door alle 3 lussen op de haak.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 stk door 2 stk in dezelfde st te haken.
----------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
Wordt heen en weer gehaakt van boven naar beneden met haaknld 3,5 mm en Cotton Viscose - LEES INFORMATIE VOOR HET HAKEN.

Haak telpatroon A.1 als volgt:
TOER 1 (= aan de verkeerde kant): haak met naturel. Haak 4 l, 4 stk in 4e l vanaf haak, 4 l (= punt), eindig met 4 stk in dezelfde l = 8 stk met 4 l ertussen.
TOER 2: (= aan de goede kant): haak 3 stk in eerste stk, 1 stk in elke van de volgende 3 stk, (2 stk, 4 l, 2 stk) om punt, 1 stk in elke van de volgende 3 stk, 3 stk in laatste stk = 16 stk en 4 l (= punt).
TOER 3: haak 3 stk in eerste stk, 1 stk in volgend stk, * 1 l, sla 1 stk over, 1 stk in volgend stk *, herhaal van *-* nog 2 keer, (2 stk, 4 l, 2 stk) om punt, 1 stk in volgend stk, * 1 l, sla 1 stk over, 1 stk in volgend stk *, herhaal van *-* nog 2 keer, 3 stk in laatste stk = 18 stk, 6 l en 4 l (= punt).
TOER 4: haak 3 stk in eerste stk, 1 stk in elke van de volgende 3 stk, * 1 stk om volgende l, 1 stk in volgend stk *, herhaal van *-* nog 2 keer, 1 stk in volgend stk, 2 stk in volgend stk, (2 stk, 4 l, 2 stk) om punt, 2 stk in volgend stk, 1 stk in elke van de volgende 2 stk, * 1 stk om volgende l, 1 stk in volgend stk *, herhaal van *-* nog 2 keer, 1 stk in elke van de volgende 2 stk, 3 stk in laatste stk = 34 stk en 4 l (= punt). DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

Haak telpatroon A.2, A.3 (= 4 keer), A.4, A.3 (= 4 keer), A.5 als volgt:
TOER 5 (= aan de verkeerde kant): haak 3 stk in eerste stk, 1 stk in elk stk tot punt, (2 stk, 4 l, 2 stk) om punt, 1 stk in elk stk tot er 1 stk overblijft, haak 3 stk in laatste stk.
TOER 6 (aan de goede kant): haak 3 stk in eerste stk, 1 l, sla 2 stk over, (1 stk, 1 l, 1 stk) in volgend stk, * sla 2 stk over, (1 stk, 1 l, 1 stk) in volgend stk *, herhaal van *-* tot er 2 stk over zijn voor de punt, 1 l, sla 2 stk over, (2 stk, 4 l, 2 stk) om punt, 1 l, sla 2 stk over, * (1 stk, 1 l, 1 stk) in volgend stk, sla 2 stk over*, herhaal van *-* tot er 1 stk over is, 1 l, 3 stk in laatste stk.
TOER 7: (= aan de verkeerde kant): haak 3 stk in eerste stk, 1 stk in elke van de volgende 2 stk, 1 stk om volgende l-lus, 3 stk om elke l tot (1 l, 2 stk) over zijn voor de punt, 1 stk om l, 1 stk in elke van de volgende 2 stk, (2 stk, 4 l, 2 stk) om punt, 1 stk in elke van de volgende 2 stk, 1 stk om volgende l, 3 stk om elke l tot (1 l, 3 stk) over, 1 stk om l, 1 stk in elke van de volgende 2 stk, 3 stk in laatste stk = 29 stk aan elke kant van de punt (eerste keer dat de herhaling gehaakt wordt).

Haak telpatroon A.6, A.7 (= 8 keer), A.8, A.7 (= 8 keer), A.9 als volgt:
TOER 8 (aan de goede kant): haak 3 stk in eerste stk, 1 stk in volgend stk, 2 l, sla 2 stk over, * 1 stk in volgend stk, 2 l, sla 2 stk over*, herhaal van *-* tot er 1 stk over is voor de punt, 2 l, 1 stk in volgend stk, 1 l, (2 stk, 4 l, 2 stk) om de punt, 1 l, 1 stk in volgend stk, * 2 l, sla 2 stk over, 1 stk in volgend stk *, herhaal van *-* tot er 1 stk overblijft, 3 stk in laatste stk.
TOER 9 (= aan de verkeerde kant): haak 3 stk in eerste stk, 1 stk in elke van de volgende 3 stk, 2 stk om volgende l-lus, 3 stk om elke l-lus tot er 1 l en 2 stk over zijn voor punt, 2 stk om l, 1 stk in elke van de volgende 2 stk, (2 stk, 4 l, 2 stk) om punt, 1 stk in elke van de volgende 2 stk, 2 stk om volgende l, 2 stk om volgende l-lus, 3 stk om elke l-lus tot er 4 stk over zijn, 1 stk in elke van de volgende 3 stk, 3 stk in laatste stk = 38 stk aan elke kant van de punt (eerste keer dat de herhaling gehaakt wordt).

Haak telpatroon A.10, A.11 (= 11 keer), A.12, A.13 (= 11 keer), A.14 als volgt:
TOER 10 (aan de goede kant): haak 3 stk in eerste stk, 1 stk in elke van de volgende 2 stk, sla 1 stk over, * 3 stk in volgend stk, sla 2 stk over*, herhaal van *-* tot er 1 stk over is voor punt, 1 stk in volgend stk, (2 stk, 4 l, 2 stk) om punt, 1 stk in volgend stk, * sla 2 stk over, 3 stk in volgend stk *, herhaal van *-* tot er 4 stk over zijn, sla 1 stk over, 1 stk in elke van de volgende 2 stk, 3 stk in laatste stk.
TOER 11 (= aan de verkeerde kant): haak 3 stk in eerste stk, 1 stk in volgend stk, 4 l, 1 stk voor eerste stk-groep (dus tussen 2 st), * 4 l, 1 stk voor volgende stk-groep *, herhaal van *-* tot er 3 stk over zijn voor punt, 4 l, 1 stk voor volgend stk, 4 l, (2 stk, 4 l, 2 stk) om punt, 4 l, sla 3 stk over, * 1 stk voor volgende stk-groep, 4 l *, herhaal van *-* tot (1 stk-groep, 5 stk) over zijn, haak 1 stk tussen stk-groep en volgend stk, 4 l, sla 3 stk over, 1 stk in volgend stk, 3 stk in laatste stk.

TOER 12: haak 3 stk in eerste stk, 1 l, sla 1 stk over, 1 stk in volgend stk, * 2 l, 1 stk om volgende l-lus *, herhaal van *-* tot er 2 stk over zijn voor de punt, 2 l, 1 stk in volgend stk, 1 l, sla 1 stk over, (2 stk, 4 l, 2 stk) om punt, 1 l, sla 1 stk over, 1 stk in volgend stk, 2 l, * 1 stk om volgende l-lus, 2 l *, herhaal van *-* tot er 4 stk over zijn, sla 1 stk over, 1 stk in volgend stk, 1 l, sla 1 stk over, 3 stk in laatste stk.
TOER 13: 3 stk in eerste stk, 1 stk in elke van de volgende 2 stk, 3 stk om volgende l, 3 stk om volgende l-lus, 4 stk om volgende l-lus, 3 stk om elke l-lus tot (1 l-lus, 1 stk, 1 l-lus, 1 stk, 1 l, 2 stk) over zijn voor de punt, haak 4 stk om elke van de 2 l-lussen, 3 stk om l, 1 stk in volgend stk, 2 stk in volgend stk, (2 stk, 4 l, 2 stk) om punt, 2 stk in volgend stk, 1 stk in volgend stk, 3 stk om volgende l, 4 stk om elke van de volgende 2 l-lussen, 3 stk om elke l-lus tot (2 l-lussen, 1 l, 4 stk) over, haak 4 stk om volgende l-lus, 3 stk om volgende l-lus, 3 stk om volgende l, 1 stk in elke van de volgende 2 stk, 3 stk in laatste stk = 61 stk aan elke kant van de punt (eerste keer dat de herhaling gehaakt wordt). Hecht af.

Haak telpatroon A.15, A.16 (= 7 keer), A.17, A.18 (= 7 keer), A.19 als volgt:
TOER 14 (aan de goede kant): haak met lichtbeige. Haak 3 stk in eerste stk, 3 l, sla 1 stk over, 1 v in volgend stk, * 3 l, sla 3 stk over, 1 stk in volgend stk, 3 l, sla 3 stk over, 1 v in volgend stk *, herhaal van *-* tot er 2 stk over zijn voor de punt, 3 l, sla 2 stk over, (2 stk, 4 l, 2 stk) om punt, 3 l, sla 2 stk over, * 1 v in volgend stk, 3 l, sla 3 stk over, 1 stk in volgend stk, 3 l, sla 3 stk *, herhaal van *-* tot er 3 stk over zijn, 1 v in volgend stk, 3 l, sla 1 stk over, 3 stk in laatste stk.
TOER 15 (= aan de verkeerde kant): haak 3 stk in eerste stk, 2 l, sla 1 stk over, (1 v, 2 l, 1 v) in volgend stk, 2 l, 1 stk in volgende v, * 2 l, (1 v, 2 l, 1 v) in volgend stk, 2 l, 1 stk in volgende v *, herhaal van *-* tot er 2 stk over zijn voor de punt, 2 l, (2 v, 2 l, 1 v) in volgend stk, 2 l, sla 1 stk over, (2 stk, 4 l, 2 stk) om punt, 2 l, sla 1 stk over, (1 v, 2 l, 1 v) in volgend stk, 2 l, * 1 stk in volgende v, 2 l, (1 v, 2 l, 1 v) in volgend stk, 2 l *, herhaal van *-* tot (1 v, 1 l-lus, 3 stk) over zijn, 1 stk in volgende v, 2 l, (1 v, 2 l, 1 v) in volgend stk, 2 l, sla 1 stk over, 3 stk in laatste stk.

TOER 16: haak 3 stk in eerste stk, 3 l, sla 1 stk over, 1 v in volgend stk, sla 1 l-lus over, (3 stk, 2 l, 3 stk) om volgende l-lus, sla 1 l-lus over, 1 v in volgend stk, * sla 1 l-lus over, (3 stk, 2 l, 3 stk) om volgende l-lus, sla 1 l-lus over, 1 v in volgend stk *, herhaal van *-* tot er 1 stk over is voor punt, 3 l, sla 1 stk over, (2 stk, 4 l, 2 stk) om punt, 3 l, sla 1 stk over, * 1 v in volgend stk, sla 1 l-lus over, (3 stk, 2 l, 3 stk) om volgende l-lus, sla 1 l-lus over*, herhaal van *-* tot er 3 stk over zijn, 1 v in volgend stk, 3 l, sla 1 stk over, 3 stk in laatste stk.
TOER 17: haak 3 stk in eerste stk, sla 1 stk over, 1 stk in volgend stk, 3 l, 1 stk in volgende v, 3 l, 1 stk om volgende l-lus, 3 l, 1 stk in volgende v, * 3 l, 1 stk om volgende l-lus, 3 l, 1 stk in volgende v *, herhaal van *-* tot (1 l-lus, 2 stk) over voor punt, 3 l, 1 stk in volgend stk, sla 1 stk over, (2 stk, 4 l, 2 stk) om punt, sla 1 stk over, 1 stk in volgend stk, 3 l, * 1 stk in volgende v, 3 l, 1 stk om volgende l-lus, 3 l *, herhaal van *-* tot (1 v, 1 l-lus, 3 stk) over, 1 stk in volgende v, 3 l, 1 stk in volgend stk, sla 1 stk over, 3 stk in laatste stk.

TOER 18: haak 3 stk in eerste stk, sla 2 stk over, 1 stk in volgend stk, * 2 stk om volgende l-lus, 1 stk in volgend stk *, herhaal van *-* nog 2 keer, * 3 stk om volgende l-lus, 1 stk in volgend stk, 3 stk om volgende l-lus, 1 stk in volgend stk *, herhaal van *-* tot (3 l-lus, 5 stk) voor punt, * 2 stk om volgende l-lus, 1 stk in volgend stk *, herhaal van *-* nog 1 keer, 3 stk om volgende l-lus, 1 stk in elke van de volgende 3 stk, (2 stk, 4 l, 2 stk om punt), 1 stk in elke van de volgende 3 stk, 3 stk om volgende l-lus, * 1 stk in volgend stk, 2 stk om volgende l-lus *, herhaal van *-* nog 1 keer, * 1 stk in volgend stk, 3 stk om volgende l-lus, 1 stk in volgend stk, 3 stk om volgende l-lus *, herhaal van *-* tot (3 l-lussen, 7 stk) over, * 1 stk in volgend stk, 2 stk om volgende l-lus *, herhaal van *-* nog 2 keer, 1 stk in volgend stk, sla 2 stk over, 3 stk in laatste stk = 83 stk aan elke kant van de punt (eerste keer dat herhaling gehaakt wordt). Hecht af.
Het werk meet ongeveer 16 cm in de haakrichting.

Ga verder en haak als volgt met heidekruid:
Herhaal 5e-7e toer = 95 stk aan elke kant van de punt op de laatste toer.
Herhaal 8e-9e toer = 104 stk aan elke kant van de punt op de laatste toer.
Herhaal 10e-13e toer – minder TEGELIJKERTIJD op de laatste toer 2 stk gelijkmatig over de patroonherhalingen met A.11 - LEES TIP VOOR HET MINDEREN - en minder 2 stk gelijkmatig over de patroonherhalingen met A.13 = 125 stk aan elke kant van de punt op de laatste toer. Hecht af en wissel naar lichtbeige.
Herhaal 14e-18e toer en meerder TEGELIJKERTIJD op de laatste toer 2 stk gelijkmatig voor de punt - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN - en meerder 2 stk gelijkmatig na de punt = 149 stk aan elke kant van de punt.
Het werk meet ongeveer 28 cm in de haakrichting gemeten.

Ga verder en haak als volgt:
Herhaal 14e-18e toer (LET OP: eerste toer begint aan de verkeerde kant) – meerder TEGELIJKERTIJD op de laatste toer 2 stk gelijkmatig voor de punt en 2 stk gelijkmatig na de punt = 173 stk aan elke kant van de punt. Hecht af en wissel naar naturel.
Herhaal 14e-18e toer en meerder TEGELIJKERTIJD op de laatste toer 2 stk gelijkmatig voor de punt en meerder 2 stk gelijkmatig na de punt = 197 stk aan elke kant van de punt. Hecht af en wissel naar lichtroze.

Ga verder en haak als volgt:
Herhaal 5e-7e toer = 209 stk aan elke kant van de punt op de laatste toer.
Herhaal 8e-9e toer = 218 stk aan elke kant van de punt op de laatste toer.
Herhaal 10e-13e toer – minder TEGELIJKERTIJD op de laatste toer 4 stk gelijkmatig over patroonherhalingen van A.11 en minder 4 stk gelijkmatig over patroonherhalingen van A.13 = 237 stk aan elke kant van de punt op de laatste toer. Hecht af en wissel naar heidekruid.
Herhaal 14e-18e toer en meerder TEGELIJKERTIJD op de laatste toer 2 stk gelijkmatig voor de punt en meerder 2 stk gelijkmatig na de punt = 261 stk aan elke kant van de punt. Hecht af en wissel naar lichtbeige.
Het werk meet ongeveer 48 cm in de haakrichting.

Ga verder en haak als volgt:
Herhaal 14e-18e toer en meerder TEGELIJKERTIJD op de laatste toer 2 stk gelijkmatig voor de punt en meerder 2 stk gelijkmatig na de punt = 285 stk aan elke kant van de punt op de laatste toer.
Herhaal 14e-18e toer (LET OP: eerste toer begint aan de verkeerde kant) – meerder TEGELIJKERTIJD op de laatste toer 2 stk gelijkmatig voor de punt en 2 stk gelijkmatig na de punt = 309 stk aan elke kant van de punt op de laatste toer. Hecht af.
Het werk meet ongeveer 56 cm in de haakrichting en ongeveer 88 cm langs de punt gemeten.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 23.06.2016
OMSLAGDOEK: Ga verder en haak als volgt:
Herhaal 14e-18e toer (LET OP: eerste toer begint aan de verkeerde kant) – meerder TEGELIJKERTIJD op de laatste toer 2 stk gelijkmatig voor de punt en 2 stk gelijkmatig na de punt = 173 stk aan elke kant van de punt. Hecht af en wissel naar naturel.
Herhaal 14e-18e toer en meerder TEGELIJKERTIJD op de laatste toer 2 stk gelijkmatig voor de punt en meerder 2 stk gelijkmatig na de punt = 197 stk aan elke kant van de punt. Hecht af en wissel naar lichtroze.
Gewijzigd online: 07.07.2017

OMSLAGDOEK:...Herhaal 8e-9e toer = 218 stk aan elke kant van de punt op de laatste toer. Herhaal 10e-13e toer – minder TEGELIJKERTIJD op de laatste toer 4 stk gelijkmatig over patroonherhalingen van A.11 ...

Telpatroon

symbols = l
symbols = v in st
symbols = stk in st
symbols = stk om l/l-lus
symbols = stk tussen 2 stk
symbols = laatste toer van vorige telpatroon, deze toer is al gehaakt
symbols = 4 l
diagram
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 167-27

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (34)

country flag Marga Hoogeboom wrote:

Ik heb een vraag over toer 18. Ik heb de drie beginstokjes en 20 boogjes. Met af en toe een stokje overslaan kom ik nooit aan 83 stokjes. Wat doe ik fout?

21.04.2024 - 18:00

DROPS Design answered:

Dag Marga,

Je hoeft geen (extra) stokjes over te slaan, maar je kunt gewoon de beschrijving volgen van toer 18 om op 83 stokjes uit te komen aan beide kanten van de punt. Kom je op veel minder uit of op juist meer? Ik kan zo niet zien wat er precies verkeerd gaat.

22.04.2024 - 21:02

country flag Marga Hoogeboom wrote:

Ik heb een probleem met toer 18. Ik zie veel vragen uit verschilende talen. Waarom zit er geen vertaalknop onder, misschien staat mijn antwoord daar wel tussen. Waarom moet iedereen dezelfde vraag stellen maar dan in haar eigen taal?

21.04.2024 - 17:59

country flag Sylvie Habran wrote:

Le modèle est truffé d'erreurs

22.12.2023 - 12:02

country flag Melcitron wrote:

Hi, I don’t understand when you say ’’repeat line 10-13 and in the same in the last do an increase/decrease tip’’. Does it mean we have to do the increase tip only only in line 13 or also for line s10,11,12 and 13?

03.10.2022 - 17:38

DROPS Design answered:

Hi Melcitron, This means that you decrease 4 stitches on the 13th row when you repeat rows 10 - 13, and only over the stitches in A.11 . Happy crafting!

04.10.2022 - 06:55

country flag Janni wrote:

Hej Skal man begynde med 5 luftmasker i hver række

13.09.2021 - 20:51

DROPS Design answered:

HeiJanni. På begynnelsen av hver rad med STAVER hekles det 5 luftmasker. Luftmaskene erstatter ikke første stav. mvh DROPS design

20.09.2021 - 12:47

country flag Alejandra wrote:

Buenas, Me gustaría saber si cuando pone A2,A3 (=4 veces)etc, significa que tengo que repetir las hileras 5-7 cuatro veces en ese momento o si se van a repetir 4 veces a lo largo del chal... y si se repiten seguidas sería 5-6-7-5-6-7-5-6-7-5-6-7. Gracias

14.05.2020 - 19:41

DROPS Design answered:

Hola Alejandra! Comienzas con A2 (vuelta 5), entonces A3 (=4 veces) significa que tienes que repetir vuelta 5 de esto diagrama 4 veces (uno después del otro), etc. Como leer los diagramas de ganchillo encontraras AQUI. Buen trabajo!

22.11.2020 - 20:30

country flag Stefaniae wrote:

Buongiorno, vorrei un chiarimento sulla RIGA 15, si dice fino a quando rimangono 2 m.a prima della punta, 2 cat, (2 m.b, 2 cat, 1 m.b) nella m.a successiva, 2 cat, saltare 1 m.a, punta, 2 cat, saltare 1 m.a, (1 m.b, 2 cat, 1 m.b) nella m.a successiva. Perchè il numero di maglie basse nella penultima maglia alta prima e dopo la punta non è lo stesso? grazie

11.04.2020 - 15:42

DROPS Design answered:

Buongiorno Stefania. Segnaleremo l'errore. In entrambe le parentesi le maglie da lavorare sono (1 m.b, 2 cat, 1 m.b). La ringraziamo della segnalazione. Buon lavoro!

14.04.2020 - 09:53

country flag Pepa wrote:

Cuando dice repetir las hileras al mismo tiempo, ¿Qué quiere decir, que en la misma hilera se mezclan dos? Y cuando pone repetir las hileras 7-9. Son sólo la 7 y la 9 o 7, 8 y 9? Gracias por su atención.

07.01.2019 - 23:52

DROPS Design answered:

Hola Pepa. Si pone repetir las filas 7-9 = trabajar las filas 7,8,9. Cuando pone, por ejemplo, "Repetir las hileras 10-13 – AL MISMO TIEMPO, en la última hilera, disminuir 4 p.a. distribuidos...", quiere decir que, en la fila 13, aparte de trabajar el dibujo como antes, disminuir 4 p.a. trabajando 2 p.a. juntos.

03.02.2019 - 19:41

country flag Lilie wrote:

On row 7, you're supposed to wind up with 29 sts, including the first repeat pattern stitch (?), on one half of the pattern. Row 7 instructions: It says "3 dbl around every ch until 1 ch 2dc remain." Every ch sp? There are chs between sts, chs between spcs. The number doesn't work. Checked row 6, and it is correct. Thank you for your help. Lilie Allen

24.06.2018 - 17:04

DROPS Design answered:

Dear Lilie, you work 3 dc around every chain in A.3 (= around the chain between 2 dc worked in the same st on previous row) until 1 ch and 2 dc remain before the middle ch-space. See also diagrams to line up all sts. Happy crocheting!

25.06.2018 - 09:09

country flag Fagel wrote:

I found the problem, I think. It is in your instructions for row 9: the beginning of the row has 2 dc in the first chain space but the end of the row tells us to do 3 dc until we get to the last shell. That is where my increase of one stitch took place on one side of row 9 and threw the next rows off. It would be helpful if you would give the dc count at the end of each row, instead of after every several. And it would help if I would actually force myself to stop and count! ;)

07.04.2018 - 13:51