DROPS Cotton Light
DROPS Cotton Light
50% katoen, 50% polyester
vanaf 1.39 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 11.12€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Erica Top

Gebreide DROPS top met kantpatroon, korte mouwen en A-lijn van ”Cotton Light”. Maat: S - XXXL.

DROPS 169-19
DROPS design: Model nr. cl-062
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS COTTON LIGHT van Garnstudio
400-450-450-500-550-600 gr. kleur nr. 02, wit

DROPS BREINLD 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Light
DROPS Cotton Light
50% katoen, 50% polyester
vanaf 1.39 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 11.12€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.7. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MINDEREN-1 (voor de zijkanten van het lijf):
Minder naast 2 kant st in ribbelst. Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt!
Minder als volgt na 2 kant st: 2 r samen.
Minder als volgt voor 2 kant st: Begin 2 st voor kant st, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.

TIP VOOR HET MINDEREN-2 (voor de armsgaten):
Minder naast 2 kant st in ribbelst. Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt!
Minder als volgt na 2 kant st: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.
Minder als volgt voor 2 kant st: begin 2 st voor kant st en 2 r samen.
----------------------------------------------------------

TOP:
Wordt heen en weer gebreid op de nld in 2 delen.

ACHTERPAND:
Zet 111-117-129-141-147-159 st op met nld 4 mm en Cotton Light. Brei de eerste nld als volgt aan de goede kant: 2 kant st in RIBBELST - zie uitleg boven, brei in patroon volgens telpatroon A.1 tot er 3 st over zijn op de nld, brei 1e st in A.1 en eindig met 2 kant st in ribbelst - LET OP: brei op de 7e nld in A.1 de laatste st voor de kant st recht.
Als A.1 klaar is, brei dan de volgende nld als volgt aan de goede kant: 2 kant st in ribbelst, brei in patroon volgens telpatroon A.2A over de volgende 18-21-27-33-36-42 st (= 6-7-9-11-12-14 patroonherhalingen van 3 st), brei A.3 (=11 st), plaats 1 markeerder (= markeerder A), brei in patroon volgens telpatroon A.4 over de volgende 48 st (= 6 patroonherhalingen van 8 st), brei 1e st in A.4, plaats 1 markeerder (= markeerder B – er zijn nu 49 st tussen de markeerders), brei A.3 (= 11 st), brei in patroon volgens telpatroon A.2B over de volgende 18-21-27-33-36-42 st en eindig met 2 kant st in ribbelst. Ga zo verder in patroon. LET OP: ga verder in A.2 en A.3 in de hoogte aan de buitenkant van de markeerders A en B tot het armsgat. Brei tussen markeerders A en B kanten randen, het aantal st tussen de markeerders zal af en toe variëren gaandeweg.
LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT!

PATROON (voor de st tussen markeerders A en B):
Als A.4 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan in patroon volgens telpatroon A.5 als volgt (ga verder met st voor markeerder A en na markeerder B als hiervoor): brei A.5A (= 12 st), herhaal A.5B over de volgende 24 st (= 2 patroonherhalingen van 12 st) en eindig met A.5C (= 13 st).
Als A.5 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan in patroon volgens A.4 weer op dezelfde manier als de laatste keer. Brei dan A.1 en minder TEGELIJKERTIJD op de laatste nld aan de goede kant 4 st gelijkmatig voor maat S en M en L en XL en meerder 2 st gelijkmatig voor maat XXL en XXXL (tussen markeerder A en B) = 45-45-45-45-51-51 st tussen de markeerders.

Brei in de volgende nld aan de goede kant A.6 als volgt: brei A.6A (= 4 st), herhaal A.6B over de volgende 36-36-36-36-42-42 st (= 6-6-6-6-7-7 patroonherhalingen van 6 st) en eindig met A.6C (= 5 st). Brei na A.6 weer A.1 en minder TEGELIJKERTIJD op de laatste nld aan de goede kant 4-4-4-4-2-2 st gelijkmatig = 41-41-41-41-49-49 st tussen de markeerders. Brei na A.1 weer A.4 en meerder TEGELIJKERTIJD op de laatste nld aan de goede kant 2 st voor maat XXL en XXXL = 41-41-41-41-51-51 st tussen de markeerders. Brei dan A.7 als volgt: brei A.7A (= 5 st), herhaal A.7B over de volgende 30-30-30-30-40-40 st (= 3-3-3-3-4-4 patroonherhalingen van 10 st) en eindig met A.7C (= 6 st). Minder op de laatste nld aan de goede kant in A.7 2 st gelijkmatig voor maat XXL en XXXL = 41-41-41-41-49-49 st. Herhaal na A.7 afwisselend A.4 en A.1 tot het minderen voor de hals.

MINDEREN AAN DE ZIJKANTEN:
Minder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 6 cm 1 st aan elke zijkant - LEES TIP VOOR HET MINDEREN-1! Herhaal dit minderen elke 6-6-6-4-4-4 cm in totaal 6-6-6-9-9-9 keer - LET OP: brei de st die niet in het patroon passen aan de zijkanten in tricotst als u mindert. Na het minder aan de zijkanten, zijn er 12-15-21-24-27-33 st over in A.2 aan elke kant.

ARMSGAT:
Brei bij een hoogte van 39-40-41-42-43-44 cm 2 ribbels over de buitenste 14-17-23-26-29-35 st aan elke kant (dus over alle st aan de buitenkant van A.3 aan elke kant - brei de andere st als hiervoor). Kant dan de buitenste 4-6-6-8-10-14 st af aan het begin van de volgende 2 nld voor de armsgaten. Ga verder in patroon tussen markeerder A en B zoals hierboven staat uitgelegd en ga verder in A.3 aan de buitenkant van markeerders A en B als hiervoor en brei in ribbelst over de buitenste 10-11-17-18-19-21 st aan elke kant. Minder TEGELIJKERTIJD voor de armsgaten aan elke kant om de nld (dus elke nld aan de goede kant) als volgt - LEES TIP VOOR HET MINDEREN-2: 7-8-12-13-16-18 keer 1 st in totaal.

HALS:
Kant bij een hoogte van ongeveer 50-50-54-54-54-54 cm - pas zo aan dat het na een hele herhaling van A.1 of A.4 is - de middelste 31-31-31-31-37-37 st af voor de hals en eindig elke schouder apart. Ga verder in A.3 als hiervoor met 5-5-5-5-6-6 kant st in ribbelst richting de hals en 3-3-5-5-3-3 kant st in ribbelst richting de armsgaten. Ga verder tot een totale hoogte van 56-58-60-62-64-66 cm en kant alle st af. Herhaal op de andere schouder.

VOORPAND:
Zet op en brei als het achterpand.

MOUW:
Wordt heen en weer gebreid op de nld.
Zet 66-70-76-82-86-94 st op met nld 4 mm en brei 2 ribbels. Ga verder in tricotst met 2 kant st in ribbelst aan elke kant. Plaats bij een hoogte van 3-3-3-4-4-4 cm 1 markeerder aan elke kant – deze geven aan vanaf waar de mouw in het lijf genaaid moet worden. Brei dan in tricotst over alle st. Minder bij een hoogte van 2-3-3-4-5-7 cm vanaf de markeerder 1 st aan elke kant door de eerste 2 en de laatste 2 st samen te breien. Herhaal dit minderen elke 4e nld (dus om de nld aan de goede kant) 5-4-0-0-0-0 keer in totaal, om de nld (dus elke nld aan de goede kant) 2-4-10-7-3-0 keer in totaal en elke nld (aan de goede kant en aan de verkeerde kant) 0-0-5-11-19-26 keer in totaal = 52-54-46-46-42-42 st over op de nld. Kant alle st af.
Brei nog een mouw.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai onderarmnaden samen - naai met de zijkanten tegen elkaar met 1 steek in elke st zodat een platte naad onstaat. Naai de zijnaden dicht op dezelfde manier. Plaats de mouwen onder de mouwranden en zet ze vast met nette, kleine steekjes, zodat de rand in ribbelst zichtbaar blijft – de markeerders midden onder de mouwen moeten overeenkomen met de zijnaden op het lijf.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 2 r samen
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 169-19

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (30)

country flag Diane wrote:

Are the 2 garter edge stitches worked on all the rows (right side and wrong side) Thank you I love this top.

11.03.2024 - 18:29

DROPS Design answered:

Dear Diane, correct, you will work 2 stitches in garter stitch (knit from RS and from WS). happy knitting!

12.03.2024 - 07:22

country flag Sanny wrote:

Hallo, eine Frage zu A1 und zum Lesen der Diagramme. Hin und Rückreihen werden angezeigt. A1 beginnt dann glatt rechts, vier Reihen und dann die zwei Reihen vor und nach der Lochmusterreihe kraus rechts?

21.01.2024 - 14:19

DROPS Design answered:

Liebe Sanny, Hin-Reihen lesen Sie rechts nach links und Rückreihen lesen Sie links nach rechts, dh 1. Reihe A.1 wird rechts bei einer Hin-Reihe gestrickt, und 2. Reihe rechts bei einer Rückreihe (= 1 Krausrippe), 3. Reihe = wie 1., 4. Reihe = wie 2., 5. Reihe stricken Sie rechts, 6. Reihe stricken Sie links, 7. Reihe stricken Sie mit Lochmuster, usw. Viel Spaß beim stricken!

22.01.2024 - 10:15

country flag Ingrid Ehret wrote:

Hallo, ich kann hier nicht verstehen, was es heisst bitte beachten bei A.2 und A.3 nun an den Außenseiten der Markierer A und B für die Armausschnitte weiterstricken. Habe die ersten 6 Reihen jeweils gestrickt. Wie geht es jetzt weiter werden die 6 Reichen wiederholt ? Wann geht es mit der 7. Reihe weiter ? Hoffe auf schnelle Antwort, ich möchte weiterstricken. Antwort da ich gerne weiterstricken möchte.

16.05.2023 - 10:29

DROPS Design answered:

Liebe Frau Ehret, A.2 und A.3 werden beidseitig von Markierer A und B gestrickt und bis Armlöcher in der Höhe wiederholt; dh wenn die 6 Reihen in A.2A/A.2B fertig sind, diese 6 Reihen wiederholen. Gleichzeitig stricken Sie die unterschiedlichen Muster/Diagramme wie in der schriftlichen Anleitung gestrickt. Je nach Muster/Diagramme werden die Muster über eine verschiedene Reihenanzahl gestrickt. Viel Spaß beim stricken!

16.05.2023 - 14:18

country flag Christiane Datour wrote:

Bonjour, je ne comprends à quel moment se font les DIMINUTIONS CÔTÉS, merci de votre réponse, cordialement

22.03.2023 - 14:15

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Datour, les diminutions se font en même temps que le point fantaisie: on les commence quand l'ouvrage (dos/devant) mesure 6 cm et on les tricote 6 à 9 fois au total tous les 6 à 4 cm. Bon tricot!

22.03.2023 - 16:10

country flag Ruth Bealer wrote:

I'm confused with the instruc tion on A2A,-work pattern according to diagram A2A oner 18 stitches. (6repititons of 3 Stitches. I assumed they ment the 3 stitches in the brackets. No matter how I knit it=left to right or right to left, it doesn't come out right HELP HELP HELP Thank you Ruth Bealer PS Love the Drop patterns

23.01.2023 - 22:19

DROPS Design answered:

Dear Mrs Bealer, exact, you have to repeat the 3 stitches a total of 6 times, just as shown in the diagram over 12 stitches - and make always sure that there will be alwasy as many yarn overs as decreases so that your number of stitches will be always right. Happy knitting!

24.01.2023 - 12:06

country flag Susanne wrote:

169-19, tack för svar men så har jag stickat och det blev helt fel i jämnförelse med bilden på tröjan. Man ska inte sticka som första varvet? upprepa A6B 6 ggr. och avsluta med A6 C? Hela vägen upp.

01.09.2022 - 11:02

DROPS Design answered:

Hej igen Susanne, jo da og det gør du som vi beskrev sidst :) Her ser du samme type mønster se varv 7Hålmönster A+B+C

02.09.2022 - 10:26

country flag Susanne wrote:

Tack för svar. Mönster 169-19. Men det är varven efter första varvet på A6 jag inte förstår. Svar på svenska tack!

31.08.2022 - 14:05

DROPS Design answered:

Hej igen Susanne, varv 3 stickar du såhär: 3 rm, 1omslag, lyft 1 m som om den skulle stickas rät, 2 m räta tills, drag den lyfta m över, 1omslag - upprepa varvet ut :)

31.08.2022 - 14:17

country flag Susanne Andersson wrote:

Mönstret är fullständigt bedrövligt. Jag har repat upp hur många gånger som helst.

30.08.2022 - 10:16

country flag Susanne Andersson wrote:

Hej! Stickar Erika Top, 169-19. Stora problem med mönstret. Diagram, A6A, A6B, A6C, det finns oxå beskrivning i löpande text. Jag får inte ihop det. Snälla`Hjälp mig. Hur gör man? Svara helst på svenska, tack`!

30.08.2022 - 10:14

DROPS Design answered:

Hej Susanne, Du har 45-45-45-45-51-51 m och börjar med A.6A (= 4 m), sedan A.6B (= 6 m) som du upprepar över de nästa 36-36-36-36-42-42 m, och avslutar med A.6C (= 5 m).

31.08.2022 - 13:54

country flag Kasia wrote:

Dotarlam do miejsca zamykania oczek na dekolt, oczka zamknęłam, zaczęłam przerabiać ramiona i pomiędzy tymi zamkniętymi oczkami i ramionami czyli na początku i na końcu zamkniętych oczek mam dziury. Przerabiałam to kilka razy, rozcisgniete oczka skecalam, przerabiałam z nitka z niższego rzędu i ciągle mam tam dziury- jak je wyeliminować? Dziekuje,pozdrawiam

07.05.2022 - 10:35

DROPS Design answered:

Witaj Kasiu, zdarza się takie coś czasem. Musisz jak najbardziej zaciskać nitkę w skrajnych oczkach przy zamykaniu. Możesz spruć i spróbować jeszcze raz, albo po prostu po zakończeniu pracy, zszyć dziurki za pomocą kilku małych szwów po lewej stronie robótki. Pozdrawiamy!

09.05.2022 - 10:08