DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 1.45 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.15€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Sea Nymph Cardigan

Gebreid DROPS vest met raglan, kantpatroon en ¾ mouwen van "Muskat". Wordt van boven naar beneden gebreid. Maat: S - XXXL.

DROPS 169-5
DROPS design: Model nr. r-690
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS MUSKAT van Garnstudio
350-400-450-500-550-600 gr. kleur nr. 20, licht mintgroen

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (60 of 80 cm) 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst en 17 st x 28 nld in kantpatroon = 10 x 10 cm.
DROPS PARELMOERKNOOP GEBOGEN (wit), NR. 521: 6-6-6-7-7-7 stuks
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 1.45 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.15€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.3. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. Kies het telpatroon voor uw maat.

RAGLAN:
Meerder elke nld aan de goede kant (= om de nld) als volgt:
Meerder 4 st op het achterpand, 2 st op elk voorpand en 2 st op elke mouw (= 12 st gemeerderd, de meerderingen op de mouwen staan getekend in het patroon) – begin 3 st voor elke A.2 en brei als volgt: 1 omsl, 1 r, 1 omsl, 2 r (markeerder staat in midden tussen deze st), A.2, 2 r (markeerder staat in midden tussen deze st), 1 omsl, 1 r, 1 omsl. Brei de omsl die het dichtst bij de markeerders is av op de volgende nld zodat gaatjes ontstaan en brei de omsl richting achterpand/voorpand gedraaid av om gaatjes te voorkomen. Meerder 12 st op deze manier nog 0-2-3-7-10-14 keer (= 1-3-4-8-11-15 keer in totaal, de eerste meerdering staat uitgelegd in de tekst).

Meerder dan elke nld aan de goede kant (= om de nld) als volgt:
Meerder 2 st op het achterpand, 1 st op elk voorpand en 2 st op elke mouw (= 8 st gemeerderd, de meerderingen op de mouw zijn getekend in het patroon) – begin 2 st voor elke A.2 en brei als volgt: 1 omsl, 2 r (markeerder staat in midden tussen deze st), A.2, 2 r (markeerder staat in midden tussen deze st), 1 omsl. Brei de omsl av in de volgende nld zodat gaatjes ontstaan. Meerder 8 st zo 16-15-16-13-12-9 keer in totaal.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechter voorbies. 1 knoopsgat = Brei de tweede en derde st vanaf de kant samen en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van (gemeten van opzetrand):
MAAT S-M-L: 2, 9, 16, 23, 30 en 37 cm.
MAAT XL-XXL-XXXL: 2, 9, 16, 23, 30, 37 en 44 cm
----------------------------------------------------------

VEST:
Brei heen en weer op de rondbreinld van middenvoor naar middenvoor en van boven naar beneden.
Zet 97-101-105-109-113-117 st op (incl. 5 voorbies st aan elke kant middenvoor) met rondbreinld 4 mm en Muskat. Brei 1 nld recht aan de goede kant, brei dan A.1 (1e nld = aan de verkeerde kant) met 5 st in ribbelst aan elke kant en meerder op de laatste nld van A.1 15 st gelijkmatig = 112-116-120-124-128-132 st. Brei dan als volgt vanaf middenvoor en aan de goede kant: 5 st in ribbelst, brei 17-18-19-20-21-22 st in tricotst, 1 omsl, 1 st in tricotst, 1 omsl, 2 st in tricotst (plaats een markeerder tussen deze st), A.2 (= 11 st), 2 st in tricotst (plaats een markeerder tussen deze st), 1 omsl, 1 st in tricotst, 1 omsl, 34-36-38-40-42-44 st in tricotst, 1 omsl, 1 st in tricotst, 1 omsl, 2 st in tricotst (plaats een markeerder tussen deze st), A.2, 2 st in tricotst (plaats een markeerder tussen deze st), 1 omsl, 1 st in tricotst, 1 omsl, 17-18-19-20-21-22 st in tricotst, 5 st in ribbelst. Ga zo verder in patroon en meerder voor de RAGLAN zoals boven staat uitgelegd, de eerste meerdering is nu al gedaan. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.2 klaar is in de hoogte - zie markering voor uw maat – staan er 252-272-296-324-356-384 st op de nld en is het meerderen klaar. Brei de volgende nld als volgt aan de verkeerde kant: brei 43-47-51-57-63-69 st (= rechtervoorpand), zet de volgende 45-47-51-53-57-59 st op een hulpdraad (= mouw), zet 8 st op onder de mouw, brei de volgende 76-84-92-104-116-128 st (= achterpand), zet de volgende 45-47-51-53-57-59 st op een hulpdraad (= mouw), zet 8 nieuwe st op onder de mouw, brei de laatste 43-47-51-57-63-69 st (= linkervoorpand).

LIJF:
Er zijn nu 178-194-210-234-258-282 st op het lijf.
Ga verder in tricotst en ribbelst als hiervoor. Plaats een markeerder aan elke zijkant, in het midden tussen de 8 nieuwe st. MEET NU HET WERK VANAF HIER. Minder bij een hoogte van 4 cm 1 st aan elke kant van de markeerders (= 4 st geminderd) en herhaal dit minderen elke 4-4-4-5-5-5 cm 3 keer in totaal = 162-178-194-218-242-266 st. Meerder bij een hoogte van 22-23-24-25-26-27 cm 1 st aan elke kant van elke markeerder (= 4 st gemeerderd) en herhaal dit meerderen elke 2 cm nog 5 keer = 186-202-218-242-266-290 st. Brei bij een hoogte van 36-37-38-39-40-41 cm 2 ribbels over alle st. Kant af met 1 r/1 av (om een golvende afkantrand te voorkomen) – het werk meet ongeveer 55-57-59-61-63-65 cm vanaf de opzetrand.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid. Zet de st van de mouw terug op breinld zonder knop 4 mm, neem 1 st op in elke van de 8 st onder de mouw = 53-55-59-61-65-67 st. plaats 1 markeerder midden onder de mouw – begin van de nld. MEET NU HET WERK VANAF HIER! Brei dan als volgt: 6-7-1-2-4-6 st in tricotst, A.3 over de volgende 40-40-56-56-56-56 st (begin A.3 waar A.2 eindigt voor uw maat), 7-8-2-3-5-7 st in tricotst. Minder bij een hoogte van 4 cm 1 st aan elke kant van de markeerder. Brei de st die niet meer in het patroon passen in tricotst en zorg dat het aantal meerderingen en minderingen in het patroon correct blijft. Herhaal dit minderen elke 7-7-5-5-3-3 cm nog 2-2-3-3-4-4 keer = 47-49-51-53-55-57 st. Brei bij een hoogte van 24-23-23-22-22-21 cm A.1 over alle st en kant dan alle st af. Brei de andere mouw op dezelfde manier. Naai de knopen op het linkervoorpand.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = r aan de verkeerde kant
symbols = 2 r samen
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh
symbols = 1 omsl tussen 2 st
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 169-5

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (52)

country flag Teri wrote:

Follow up on my previous question- I now am on the k2tog, yo row of A1. When I set aside 5 first and 5 last st for garter st, there are 87 st left to do the k2tog which leaves 1 odd st at the end. What do I do with it?

02.04.2021 - 06:00

DROPS Design answered:

Dear Teri, leave the very last stitch before the garter stitch band as a knit stitch, thus the two sides will be almost symmetric (have a stitch beside the garter stitch band before the "hole" created by the pattern). Happy Knitting!

02.04.2021 - 09:56

country flag Teri wrote:

Hi, What are the “band st” mentioned at the start of the jacket instruction? Also, I have knitted 4 rows of A1 and so far no differences between the 5 st at either ends and the rest of the work. Am I reading the chart correctly ? Thank you

02.04.2021 - 05:13

DROPS Design answered:

Dear Teri, the band stotches are the first and last 5 stitches on the rows, these will form the button- and buttonhole bands later. You are right, in the first rows of A.1, there is no difference between the band and the pattern, the fifference will show up in the 5th row. Happy Knitting!

02.04.2021 - 09:53

country flag Karin Hansen wrote:

Bluse model 689 str 36 Jeg har hele tiden 4ekstra masker når jeg strikker raglan , håber du kan give mig en forklaring Jeg tager 4masker ud som der står men de 2m til ærmet er jo i mønsteret jeg tror det er der jeg gør forkert . Med venlig hilsen

24.01.2021 - 16:41

DROPS Design answered:

Hej Karin, vi er ikke helt sikker på at vi forstår dit spørgsmål, vi har ikke den model eller størrelse du henviser til. Men i denne opskrift DROPS 169-5 på nettet er alle udtagninger til raglan er tegnet ind i diagrammet. Læs også gerne stykket "RAGLAN" igen, det kan være du får svar på dit spørgsmål her.

29.01.2021 - 13:16

country flag Maja wrote:

Hallo. Ich verstehe die 5. Reihe in A.1 leider nicht. In meiner Größe L habe ich 105 Maschen angeschlagen, Minus die zweimal 5 Maschen für die Blenden, ergibt das 95 Maschen für das Muster. Dafür braucht man doch aber eigentlich eine gerade Anzahl von Maschen oder? So sind jetzt 6 Maschen in meiner Blende am Ende der Reihe. Da wäre das muster auch nicht symmetrisch zur Blende.

11.06.2020 - 22:30

DROPS Design answered:

Liebe Maja, A.1 beginnt mit 2 M re zusammen, und wird dann mit 1 Masche recht enden, so dass das Muster symetrisch wird: 5 Blende Maschen, 47 Mal (2 M re zs, 1 Umschlag), 1 M re, 5 Blende Maschen = 105 - und so haben Sie 5 Blendemaschen + 1 M recht innenfor den 1. Umschlag beidseitig. Viel Spaß beim stricken!

12.06.2020 - 07:55

country flag Eva wrote:

Bei den Raglan-Zunahmen sollen Markierer angebracht werden... Habe ich gemacht. Okay. In der nächsten Hinreihe schon stimmen die Markierer nicht mehr, da im Muster doch zugenommen wird. Wofür braucht man dann die Markierer? Schon in der 1. Musterreihe (Lochmuster über 13 M)komme ich mit den Angaben nicht mehr klar.

03.03.2019 - 11:35

DROPS Design answered:

Liebe Eva, die Markierer werden in den Raglanmaschen eingesetzt - siehe RAGLANZUNAHMEN. Viel Spaß beim stricken!

04.03.2019 - 10:05

country flag Eva wrote:

Ich habe eine Frage zu den "Raglanzunahmen": Muss ich am Rücken- und Vorderteil noch zusätzlich zu den Umschlägen zunehmen? Nach meiner "Rechnung" müsste ich so in jeder 2. Reihe im Rückenteil 2 Maschen und im Vorderteil je 1 Masche zunehmen, damit die Zunahme 12 Maschen beträgt. Ich bitte dringend um Hilfe und bedanke mich für Ihre Mühe.

01.03.2019 - 13:57

DROPS Design answered:

Liebe Eva, je nach der Größe sollen Sie zuerst 4 M am Rückenteil + je 2 M an jedem Vorderteil + 2 M an jedem Ärmel (=12 M) 1-3-4-8-11-15 x insgesamt zunehmen und dann 2 M am Rückenteil + 1 M an jedem Vorderteil + 2 M an jedem Ärmel (= 8 M) insgesamt 16-15-16-13-12-9 x zunehmen. Viel Spaß beim stricken!

01.03.2019 - 14:56

country flag Eija wrote:

Kysymys raglan lisäyksistä: "Aloita 3 s:n päässä piirroksen A.2 jokaisesta mallikerrasta ja neulo näin: 1 langankierto, 1 o, 1 langankierto, 2 s oikein (merkkilanka on näiden silmukoiden keskellä), A.2, 2 o (merkkilanka on näiden silmukoiden keskellä), 1 langankierto, 1 o, 1 langankierto. " Onko tässä virhe, kun eihän tässä muodostu lisäykset samalla tavalla kuin kuvassa, eli silmukan molemmin puolin reijät?

27.07.2018 - 14:20

country flag Crocus wrote:

Encore moi. Une photo en plan rapproché du fameux raglan aurait été une aide très précieuse. Je me suis rarement sentie aussi nulle devant des explications. Je me suis même demandé si ma tête fonctionnait correctement. c'est dire ! :-)

04.06.2018 - 09:26

country flag Crocus wrote:

Les explications des premiers rangs du raglan/motif ajouré sont complexes et j'ai déjà détricoté plusieurs fois. Ce qui me rassure quant à mes capacités de tricoteuse et de compréhension, c'est que je ne suis apparemment pas la seule. Beaucoup de personnes ont séché devant le texte.

04.06.2018 - 09:22

DROPS Design answered:

Bonjour Crocus, on augmente pour le raglan d'abord 12 mailles (4 m pour le dos et 2 m pour les devants soit 2 m avant/après A.2 et seulement 2 m pour les manches soit 1 m après A.2 au début de la manche et 1 m avant A.2 à la fin de la manche) 1-15 fois au total en fonction de la taille, puis on va augmenter seulement 8 m (= 1 m avant/après chaque A.2) 16-9 fois au total. Bon tricot!

04.06.2018 - 09:49

country flag MARCEAU wrote:

Bonjour Je ne comprends pas comment faire le raglan au niveau des manches, pour faire les diagrammes ( et agrandir les dessins )

10.02.2018 - 14:05

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Marceau, les augmentations du raglan des manches figurent dans le diagramme A.2, tricotez A.2 le nombre de rangs indiqué pour votre taille et augmentez en même temps pour le dos et les devants comme indiqué dans les explications pour votre taille. Bon tricot!

12.02.2018 - 08:41