DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.20 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 12.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 165-15
DROPS design: Model nr. z-711
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maten:
Ongeveer 48 cm hoog gemeten langs de middelste st
Ongeveer 170 cm breed gemeten langs de rand aan de bovenkant.
Materiaal:
DROPS ALPACA van Garnstudio
200 gr. kleur nr. 4050, lichtpaars

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 3 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 24 st x 48 nld in ribbelst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.20 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 12.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.5. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder door een omsl te maken, brei de omsl in de volgende nld r zodat er gaatjes ontstaan.

TIP VOOR HET BREIEN:
Als u een grotere omslagdoek wilt maken, zorg dan dat u breit tot het aantal st aan elke kant van de middelste st deelbaar is door 8 plus 1.

RAND:
Brei de rand samen met de omslagdoek als volgt:
Elke nld aan de goede kant (als u de laatste st van de rand gaat breien gezien aan de goede kant): brei de laatste st r samen met de volgende st van de omslagdoek.
Elke nld aan de verkeerde kant (als u de rand en de omslagdoek samen breit): haal de eerste st losjes av af (dus met garen achter werk).
----------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
Brei eerst een omslagdoek in ribbelst. Brei dan een rand in tricotst en kantpatroon en brei de rand gaandeweg samen met de omslagdoek.
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld zodat alle st goed op de nld passen. De omslagdoek wordt vanaf middenachter naar beneden gebreid.

Zet 7 st op met rondbreinld 3 mm en Alpaca. Plaats een markeerder in de middelste st. Brei dan in RIBBELST - zie uitleg boven – en meerder TEGELIJKERTIJD zowel aan de goede kant als aan de verkeerde kant als volgt:
Aan de goede kant: meerder 4 st elke nld aan de goede kant als volgt - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN - dus meerder 1 st naast de kant st aan elke kant en 1 st aan elke kant van de mid st.
Aan de verkeerde kant: meerder 2 st elke nld aan de verkeerde kant, dus meerder 1 st naast de kant st aan elke kant van het werk.
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Meerder zo tot er 379 st op de nld staan (dus er zijn 189 st aan elke kant van de mid st). Meerder dan als volgt in de volgende 2 nld (eerste nld = aan de goede kant): meerder 1 st naast de kant st aan elke kant en 1 st aan elke kant van de mid st (= 4 st gemeerderd = 8 st gemeerderd in totaal in 2 nld) = 387 st (dus 193 st aan elke kant van de mid st). De laatste nld is aan de verkeerde kant. Het werk meet ongeveer 26 cm gemeten in de breirichting - LEES TIP VOOR HET BREIEN. Knip de draad niet af en keer het werk niet maar brei de rand.

RAND:
Zet 27 st op voor de rand aan het einde van de nld aan de verkeerde kant, keer dan het werk.
Brei A.1 over de 27 nieuwe rand st (de eerste nld is aan de goede kant). Na 2 nld in A.1, brei over de eerste 16 rand st, dus brei 16 st volgens het telpatroon, keer het werk, trek de draad aan en brei 15 st volgens het telpatroon. Brei dan over 2 st meer elke nld aan de goede kant. Brei in de 15e nld in A.1 de rand samen met de omslagdoek – LEES RAND. Brei in de laatste 2 nld van A.1 verkorte toeren over de eerste 11 rand st gezien aan de goede rand volgens het telpatroon. Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, staan er 28 rand st op de nld. Brei dan A.2. Brei in de laatste 2 nld in A.2 verkorte toeren over de eerste 11 rand st gezien aan de goede rand volgens het telpatroon. Herhaal A.2 tot de mid st op de omslagdoek (= 24 keer in totaal).

Brei in de volgende nld aan de goede kant A.3 over de eerste 17 rand st volgens het telpatroon, keer het werk, trek de draad aan en brei 16 st terug volgens het telpatroon. Brei telpatroon A.3 eerst over 2 st meer elke nld aan de goede kant tot alle rand st gebreid zijn en de mid st op de omslagdoek is samengebreid met de rand.

Brei dan A.3 over 2 st minder elke nld aan de goede kant. Brei dan telpatroon A.4. Brei in de eerste 2 nld in A.4 verkorte toeren over de eerste 11 rand st gezien aan de goede kant volgens het telpatroon. Herhaal A.4 tot er 1 st overblijft op de omslagdoek (= 24 keer in totaal). Brei in de volgende nld aan de goede kant A.5. Brei in de eerste 2 nld in A.5 verkorte toeren over de eerste 11 rand st gezien aan de goede kant volgens het telpatroon. Brei dan over 2 st minder elke nld aan de goede kant. Als A.5 een keer in de hoogte is gebreid, kant dan af met r aan de goede kant.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 2 r samen
symbols = 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh
symbols = kant deze st af aan het begin van de volgende nld aan de goede kant
symbols = zet nieuwe st op aan het einde van de nld aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl tussen 2 st, brei in de volgende nld de omsl gedraaid r
symbols = 1 st van de rand recht samen met 1 st van de omslagdoek
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 165-15

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (12)

country flag Martina wrote:

Hallo, ich würde an mein Tuch gerne diese Spitze anstricken. Die Wolle, mit der ich stricke, hat bei 50g eine LL von 145m. Wie viel Wolle (Knäuel) brauche ich etwa nur für die angestrickte Spitze… oder wie kann ich das berechnen?

10.03.2024 - 19:43

DROPS Design answered:

Liebe Martina, wir haben aber nur die gesamte Garnmenge, die man für das ganze Tuch braucht, und nicht für nur die Spitze. Gerne kann Ihnen aber sicher Ihr Wollladen damit - auch per Telefon oder per E-Mail helfen. Viel Spaß beim Stricken!

11.03.2024 - 08:54

country flag Hildur Maria Herbertsdóttir wrote:

Ég er stödd í miðju sjalinu. Þegar 2 umferðir eru eftir af A2 á að byrja að prjóna "styttar umferðir". Reyndar var ég komin lengra en rakti síðan upp því ekkert er sagt um hvernig best er að prjóna slíkar umferðir án þess að stór, ljót göt myndist. Eingöngu er sagt að maður eigi að snúa við og herða vel. Af hverju er ekki visað í einhverja aðferð og hvernig á ég að komast hjá götunum? Get ég fengið skýra útlistun á bestu aðferðinni?

25.04.2022 - 02:49

country flag Mummo wrote:

Piirros A2, miten neulon nurjan puolen ensimmäisen kavennuksen ja lisäyksen, nurjin vai oikein silmukoin?

11.09.2019 - 16:10

DROPS Design answered:

Kavennus tehdään neulomalla ylivetokavennus, eli nosta 1 silmukka oikein neulomatta, neulo 1 silmukka oikein ja vedä nostettu silmukka neulotun yli.

22.01.2020 - 18:04

country flag Maria wrote:

Dziękuję bardzo za odpowiedź. Ale ja mam problem nie z "bokami" trójkąta - z oczkami zamykanymi na końcu, tylko z brzegiem, który wychodzi z oczek brzegowych i powinien stanowić najdłuższy bok trójkąta, ta część, która w gotowej chuście jest na górze, pod szyją.

20.11.2018 - 16:59

DROPS Design answered:

Witaj Mario! Na początku tak to wygląda. Wykonuj luźno oczka brzegowe, a po zakończeniu pracy nas szalem radzę go zblokować, tzn. namoczyć, delikatnie odcisnąć, rozłożyć na dywanie/materacu, delikatnie naciągając do właściwych wymiarów, przypinając brzegi szpilkami i w takiej pozycji suszyć. Powtarzać to samo po każdym praniu. Pozdrawiamy!

20.11.2018 - 18:58

country flag Maria Kowalska wrote:

Zaczynam robić chustę, ale górny brzeg wychodzi zbyt ściągnięty, nie jest prosty, boki są "zadarte" do góry. Próbowałam robić luźniejsze oczka brzegowe, ale cały czas wychodzi mi litera v. Jak próbuję go naciągnąć, reszta dzianiny się fałduje. Coś źle robię? Pozdrawiam

20.11.2018 - 00:35

DROPS Design answered:

Witaj Marysiu! Aby zamknąć oczka na końcu szala, w nowszych wzorach stosuje się 2 techniki, które mają zapobiec ściąganiu jego brzegu: 1) do zamykania oczek używamy większych drutów niż we wzorze, 2) co kilka oczek jest wykonywany narzut podczas zamykania (narzuty zamykamy jak zwykłe oczka). A czasami używamy obydwu tych technik jednocześnie. Powodzenia!

20.11.2018 - 15:32

country flag Riekje wrote:

Ik loop vast na het stuk recht breien en meerderen ..er staat niets over afhechten ..en hoe moet ik dan verder met de rand ..kunt u mij helpen?

20.05.2016 - 14:09

DROPS Design answered:

Hoi Riekje. Je moet hier ook niet afhechten. Na het breien van de ribbelsteken en meerderen ga je verder met de RAND. Bij de laatste deel van de rand kant je ook de st af.

20.05.2016 - 15:06

country flag Maggan wrote:

Jag har 10 nystan á 50 gr, 110 m, Cotton Viscose. Räcker det till denna sjal?

22.09.2015 - 08:33

DROPS Design answered:

Hej Maggan. Du kan regne det ud som fölger: DROPS Alpaca löber 167 m per 50 gr. Du skal bruge 200 gr = 4 nöster = 668 m. Du har 10 x 110 m = 1100 m, saa mere end rigeligt til dette sjal :-) Laes ogsaa her hvordan du omregner

22.09.2015 - 11:59

country flag Ellis wrote:

Elegant and chique

08.06.2015 - 21:26

Maju wrote:

Beautiful pattern

28.05.2015 - 18:16

country flag Yvonne Björkholm Norrbacka wrote:

En vacker sjal med fin spets och en underbar skön lila färg

27.05.2015 - 23:05