DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 159-16
DROPS design: Model nr. w-547
Garengroep C of A en A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS PARIS van Garnstudio
500-550-600-650-750-800 gr. kleur nr. 01, abrikoos

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 cm) 5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 en 40 cm) 4 mm - voor de ribbelst.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (in de rondte gebreid):
* brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*. 1 ribbel = 2 nld.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.4. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.
----------------------------------------------------------

TRUI:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld.
Zet 146-162-178-194-218-234 st op met rondbreinld 4 mm en Paris. Brei 3 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Ga verder met rondbreinld 5 mm. Brei dan in patroon als volgt: * A.3 A (= 2 st ), A.3 B over de volgende 14-18-22-26-32-36 st, A.3 C (= 2 st), A.4 (= 37 st), A.2 A (= 2 st), A.2 B over de volgende 14-18-22-26-32-36 st, A.2 C (= 2 st) *, herhaal van *-* nog een keer. Plaats 1 markeerder aan het begin van de nld en 1 markeerder na de 73e-81e-89e-97e-109e-117e st. DENK OM DE STEKENVERHOUDING. Ga zo verder in patroon tot het werk 35-36-37-38-39-40 cm meet. Kant nu 3 st af aan elke kant van elke markeerder (= 6 st aan elke zijkant) en brei elk deel apart verder.

ACHTERPAND:
= 67-75-83-91-103-111 st.
Ga verder en kant af voor de armsgaten aan het begin van de nld aan elke kant als volgt: 1-2-3-4-6-7 keer 2 st en 0-1-2-3-5-6 keer 1 st = 63-65-67-69-69-71 st. Ga zo verder in patroon. Zet bij een hoogte van 52-54-56-58-60-62 cm de middelste 25-27-29-31-31-33 st op een hulpdraad voor de hals en eindig elke kant apart. Minder in de volgende nld 1 st langs de hals = 18-18-18-18-18-18 st. Kant af bij een hoogte van 54-56-58-60-62-64 cm. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

VOORPAND:
= 67-75-83-91-103-111 st.
Kant af voor de armsgaten aan de zijkant als op het achterpand = 63-65-67-69-69-71 st. Ga zo verder in patroon. Zet bij een hoogte van 48-50-52-54-54-56 cm de middelste 19-21-23-25-25-27 st op een hulpdraad voor de hals en brei elk deel apart verder. Kant dan af om de nld langs de hals als volgt: 1 keer 2 st en 2 keer 1 st = 18-18-18-18-18-18 st. Kant af bij een hoogte van 54-56-58-60-62-64 cm. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

MOUWEN:
Worden in de rondte gebreid op breinld zonder knop.
Zet 37-39-41-43-44-46 st op met breinld zonder knop 4 mm. Brei 3 ribbels. Ga verder met breinld zonder knop 5 mm. Plaats 1 markeerder aan het begin van de nld. Brei dan in tricotst. Meerder bij een hoogte van 8 cm 1 st aan elke kant van de markeerder. Meerder elke 4-3½-3-2½-2-2 cm 10-11-12-14-16-17 keer in totaal = 57-61-65-71-76-80 st.
Brei tot een hoogte van 48-47-47-46-45-43 cm (LET OP! Minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders) en kant dan 6 st af midden onder de mouw (kant 3 st af aan elke kant van de markeerder). Ga dan verder heen en weer op de nld en kant af voor de mouwkop aan het begin van de nld aan elke kant als volgt: 3 keer 2 st, 1-2-3-4-6-9 keer 1 st en kant dan 2 st af aan elke kant tot het werk 55-55-56-56-57-57 cm meet. Kant 1 keer 3 st af aan elke kant en kant dan de overgebleven st af.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai de mouwen in de trui.

HALSRAND:
Neem ongeveer 84-95 st op (incl. st op de hulpdraden) langs de hals met een korte rondbreinld 4 mm. Brei 2 ribbels. Kant alle st af.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 2 r samen
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = zet 3 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 3 r, 3 r van de kabelnld
symbols = zet 3 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 3 r, 3 r van de kabelnld
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 159-16

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (22)

country flag Jenny Strick wrote:

Ein wunderschöner luftiger Pulli! Stricke ihn schon zum zweiten Mal. Macht richtig Spaß. Perfekt fürs Frühjahr und kühlere Sommerabende.

13.08.2022 - 14:46

country flag Teresa Ruiz De Azua García wrote:

Hola, estoy tejiendo este jersey (Sweet Peach) y de pronto, cuando llego a los 36 cm y dejo la aguja circular para hacer por separado el frente y la espalda me encuentro con el problema de que no sé cómo tejer el revés de los gráficos A.2 y A.3. Tengo claro que el punto del derecho pasa a ser del revés, pero ¿cómo tejo las lazadas, los dos puntos juntos del derecho o el surjete? Muchas gracias.

22.07.2021 - 16:15

DROPS Design answered:

Hola Teresa, en las filas pares (por el lado revés) se trabajan todos los puntos de revés. El dibujo solo se trabaja por el lado derecho.

31.07.2021 - 17:57

country flag Helena wrote:

Ich habe noch etwas vergessen: die Schultern haben bei allen Grössen 18M! Aber auf dem Bild wird der Zopf bis oben gestrickt. Dazu müsste man mind. 24M haben...

01.01.2020 - 13:11

country flag Helena wrote:

Obwohl ich extra nur vorne das Mittelmuster gestrickt habe reicht die Wolle bei weitem nicht! Ich musste 3 zusätzliche Knäuel kaufen. Jemand anderer sogar 4 Knäuel... Bitte berichtigen sie die Garnmenge für die nachfolgenden Stricker.

27.12.2019 - 22:35

country flag Tannis Langford wrote:

I’m knitting Sweet Peach design and I’m having trouble understanding the pattern when I got to the back piece. How do I knitt in the round and not knitt the front at the same time .

04.04.2018 - 22:49

DROPS Design answered:

Hi Tannis, You have worked in the round until the piece measured 35-36-37-38-39-40 cm. Then you bind off 3 stitches on each side of each marker thread for the start of the armholes. Now you continue by working back and forth with first the back piece then the front piece. Happy knitting!

05.04.2018 - 08:04

country flag Ulla-Britt Olofsson wrote:

Mönster 159-16 Paris. Jag har stickat med rundsticka till ärmhålet och delat på arbetet men jag förstår inte hur jag kommer´vidare med rundsticka när det bara ska stickas från framsidan och bakstycket först. har ni en bra förklaring.

14.02.2018 - 11:35

DROPS Design answered:

Hei Ulla-Britt. Selv om du strikker med rundpinne, skal det etter du har kommet til armhullet og arbeidet delt, strikkes frem og tilbake. Først strikker du bakstykket frem og tilbake (følg oppskriften under BAKST) og deretter strikker du forstykket (følg oppskriften under FRAMST). God Fornøyelse!

14.02.2018 - 12:53

country flag Pia Träger wrote:

Sweet peach 159-16 Jeg skal lave bluse i str. xl jeg slår 194 masker op starter på mønsteret selve mønstret er på 104 masker det ville sige at jeg har 90 masker tilbage I opskriften står der ud fra sidste mønster at jeg skal gentage fra *-* dette kan ikke helt lade sig gøre da der mangler 14 masker for at kunne lave mønstret endnu engang er de sidst 90 masker glatstrik Pia Träger

19.04.2016 - 15:26

DROPS Design answered:

Hej Pia mønsteret imellem *-* går over 97 m, du strikker samme mønster på forstykket som på ryggen. * A.3 A (= 2 m ), A.3 B over de næste 26 m, A.3 C (= 2 m), A.4 (= 37 m), A.2 A (= 2 m), A.2 B over de næste 26 m, A.2 C (= 2 m) * = 97 masker. God fornøjelse!

20.04.2016 - 09:33

country flag Angelika Kneifel wrote:

Danke für die Info. Ich wollte leider nicht 3 Wochen auf Ihre Antwort warten und habe jetzt selbst ausprobiert. Wenn man in XL am Armausschnitt nicht so viele Maschen abnimmt (ich habe 3 x 2 und 3 x 1 abgenommen, dann passt die Schulter einigermaßen und mit der Ärmellänge zusammen kommt man hin. Aber insgesamt habe ich mit Drops Herz you 5 - viel mehr Garn gebraucht als angegeben, trotz gleicher Lauflänge (75 m / 50 g) - insgesamt 4 Knäuel mehr!

21.09.2015 - 15:26

country flag Angelika Kneifel wrote:

Ich habe genau nach Anleitung gestrickt. XL. Mit den Abnahmen nach dem Rumpfteil werden hinter und Vorderteil zu schmal. Auf dem Bild, das sicher kleiner als xl ist, sehen die Schultern auch breiter aus. 18 Maschen am Schluss bei den Schultern ist zu schmal. Hat das noch niemand reklamiert? Ich habe jetzt bis zum Rumpf alles wieder aufgetrennt. Gerne hätte ich Ihre Meinung gehört. Sonst muss ich es evtl selbst vermessen. Die Zeichnung sieht auch anders aus. Viele Grüße Angelika Kneifel.

03.09.2015 - 01:21

DROPS Design answered:

Nach der Skizze ergibt sich für alle Größen in etwa die gleiche Schulterbreite. In Gr. XL haben Sie ja auch einen weiteren Halsausschnitt und eine längere Armkugel, durch die die vergleichsweise schmalere Schulter dann wieder ausgelichen werden sollte.

20.09.2015 - 15:49

country flag Sarah wrote:

Hallo liebes Drops-Hilfs-Team :) Ich bräuchte bitte Ihre Hilfe zum Weiterstricken....ich befinde mich an der Stelle, wo ich beidseitig des Markierers je 3M für die Armausschnitte abketten soll... Nun meine Probleme: 1.) soll ich die ersten 3 Maschen besser gleich am ENDE der Runde abnehmen? sonst "schlepp" ich ja nachher die letzte abgekette Masche noch im abgeketteten Armausschnitt hinterher??? und 2.) kette ich in der Muster-Runde oder in der Umschlag-Abstrick-Runde ab? und

22.03.2015 - 22:01

DROPS Design answered:

Ja, Sie können die ersten 3 M am Ende der letzten Rd abketten, wenn Sie den Faden nicht abschneiden und neu ansetzen wollen. Oder Sie ketten die ersten 3 M der Rd nicht am Anfang, sondern ganz zuletzt ab, das ist dann letztendlich das gleiche Ergebnis. Ich würde die M in einer Zwischenrunde abketten, dann kommen Sie mit dem Muster nicht durcheinander. Ansonsten sollten Sie die M, die Sie abketten, glatt re stricken.

23.03.2015 - 10:43