DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 0.85 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 9.35€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Athena Jumper

Gebreid DROPS trui in tricotst, ribbelst met kantpatroon en ronde pas, wordt van boven naar beneden gebreid van ”Paris”. Maat: S - XXXL.

DROPS 161-9
DROPS design: Model nr. w-551
Garengroep C of A en A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS PARIS van Garnstudio
550-600-650-750-800-900 gr. kleur nr. 02, lichtturkoois

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (40 en 80 cm) 5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st X 22 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (40 en 80 cm) 4,5 mm - voor de ribbelst.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 0.85 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 9.35€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (in de rondte gebreid):
* brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*. 1 ribbel = 2 nld.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon laat het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1:
Meerder 1 st door 1 omsl te maken. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid (dus brei achter in de steek in plaats van voor in de steek) om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2:
Meerder door een omsl te maken aan elke kant van de 2 st aan elke zijkant (de markeerder is tussen deze st). Brei de omsl de volgende nld gedraaid.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder als volgt voor 1 st in tricotst en de markeerder: 2 r samen.
Minder na de markeerder en 1 st in tricotst als volgt: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.
----------------------------------------------------------

TRUI:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld, van boven naar beneden. De nld begint middenachter.

PAS:
Zet 92-96-100-104-108-112 st op met rondbreinld 4,5 mm en Paris. Brei 2 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Ga verder met rondbreinld 5 mm en brei A.1, meerder TEGELIJKERTIJD in de eerste nld in het telpatroon 12-16-18-18-20-20 st gelijkmatig - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 104-112-118-122-128-132 st. Als A.1 in de hoogte is gebreid, ga dan verder met rondbreinld 4,5 mm. Brei in ribbelst en meerder TEGELIJKERTIJD 10 st gelijkmatig op de 2e ribbel en 6-7-13-15-21-26 st gelijkmatig op de 5e ribbel (LET OP: meerder in een rechte nld) = 120-129-141-147-159-168 st. DENK OM DE STEKENVERHOUDING.
Als er 7-7-8-8-8-10 ribbels zijn gebreid in totaal, meet het werk ongeveer 7-7-8-8-8-9 cm, ga dan verder met rondbreinld 5 mm. Brei 2 nld in tricotst. Brei nu boordsteek als volgt: * 1 r, 2 av *, herhaal van *-* de hele nld. Als de boordsteek 2 cm meet, meerder dan door 1 omsl te maken voor de r st in elke av-deel de hele nld (= 40-43-47-49-53-56 st gemeerderd) = 160-172-188-196-212-224 st. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid averecht (dus brei achter in de steek in plaats van voor in de steek) om gaatjes te voorkomen.
Ga verder met 1 r/3 av. Herhaal dit meerderen voor elke r st als de boordsteek 4-4-4-5-6-6 cm meet = 200-215-235-245-265-280 st.
Ga verder met 1 r/4 av tot de boordsteek 6-6-6-7-8-8 cm meet in totaal. Brei 2 nld in tricotst. Ga nu verder met rondbreinld 4,5 mm. Brei 2 ribbels en meerder TEGELIJKERTIJD in de eerste nld 8-11-11-15-21-28 st gelijkmatig = 208-226-246-260-286-308 st.
Ga verder met rondbreinld 5 mm en in A.1. Als A.1 in de hoogte is gebreid, ga dan verder met rondbreinld 4,5 mm. Brei 2 ribbels en meerder TEGELIJKERTIJD in de eerste nld 8-10-10-16-22-28 st gelijkmatig = 216-236-256-276-308-336 st.
Ga nu verder met rondbreinld 5 mm als volgt: Brei de eerste 30-34-37-41-47-52 st (= achterpand), zet de volgende 48-50-54-56-60-64 st op een hulpdraad (= mouw), zet 8 nieuwe st op onder de mouw, brei de volgende 60-68-74-82-94-104 st (= voorpand), zet de volgende 48-50-54-56-60-64 st op een hulpdraad (= mouw), zet 8 nieuwe st op onder de mouw, brei de overgebleven 30-34-37-41-47-52 st (= achterpand) op de nld.

LIJF:
Er zijn nu 136-152-164-180-204-224 st voor het lijf. Plaats een markeerder aan elke kant van het lijf waar nieuwe st zijn opgezet onder de mouwen (= 4 nieuwe st aan elke kant van de markeerder). MEET HET WERK NU VANAF HIER. Ga verder in tricotst. Minder bij een hoogte van 4 cm aan elke kant van elke markeerder (= 4 st geminderd) - LEES TIP VOOR HET MINDEREN! Herhaal dit minderen bij een hoogte van 11-10-9-8-7-6 cm = 128-144-156-172-196-216 st. Meerder bij een hoogte van 18-17-16-15-14-13 cm 1 st aan elke kant van elke markeerder (= 4 st gemeerderd) – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Herhaal dit meerderen elke 2-2½-3-3-3½-4 cm nog 4 keer = 148-164-176-192-216-236 st. Meerder bij een hoogte van 32-33-34-35-36-37 cm 10-8-11-10-14-8 st gelijkmatig = 158-172-187-202-230-244 st. Ga verder met rondbreinld 4,5 mm en brei 3 ribbels. Kant losjes alle st af.

MOUW:
Brei de mouw in tricotst in de rondte op de rondbreinld/breinld zonder knop. Er zijn 48-50-54-56-60-64 st voor elke mouw. Zet de st van de hulpdraad terug op de rondbreinld/breinld zonder knop 5 mm en zet 8 nieuwe st op onder de mouw = 56-58-62-64-68-72 st. Brei eerst 2 ribbels en brei vervolgens door in tricotst en plaats TEGELIJKERTIJD een markeerder in het midden tussen de nieuwe st onder de mouw. MEET NU DE WERK VAN HIER.
Minder bij een hoogte van 4 cm 1 st aan elke kant van de markeerder – LEES TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal dit minderen elke 4-3½-3-2½-2½-2 cm nog 7-8-9-9-11-12 keer = 40-40-42-44-44-46 st. Brei als de mouw 35-35-35-34-34-34 cm meet, 1 ribbel over alle steken en brei dan A.1. Als A.1 in de hoogte is gebreid, ga dan verder met breinld zonder knop 4,5 mm en meerder 1-1-3-3-3-3 st gelijkmatig = 41-41-45-47-47-49 st. Brei 2 ribbels en kant af, de mouw meet ongeveer 39-39-39-38-38-38 cm.
Brei nog een mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen dicht.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 15.09.2016
Correctie MOUW:...Zet de st van de hulpdraad terug op de rondbreinld/breinld zonder knop 5 mm en zet 8 nieuwe st op onder de mouw = 56-58-62-64-68-72 st. Brei eerst 2 ribbels en brei vervolgens door in tricotst.
Gewijzigd online: 07.05.2019
Correctie - MOUW: ...Brei als de mouw 35-35-35-34-34-34 cm meet, 1 ribbel over alle steken en brei dan A.1. Als A.1 in de hoogte is gebreid, ga dan verder met

Telpatroon

symbols = r
symbols = 2 r samen, 1 omsl tussen 2 st
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Athena Jumper

Hélène, France

Athena Jumper

Lyudmila, Russian Federation

Laat een opmerking achter voor DROPS 161-9

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (42)

country flag Karin Nielsen wrote:

Jeg er til nemme løsninger .... strikker derfor det øverste stykke i ret frem og tilbage og deler foran. Sætter en lille "stolpe" med knaphuller og knapper ( 3 stk) Derved kan jeg åbne i halsen hvis den kommer for tæt op på min hals.

09.05.2021 - 13:19

country flag Pia wrote:

Bliver den næste bluse Jeg strikker🌞

21.04.2021 - 22:14

country flag Jose wrote:

Hallo, een vraag over dit patroon. Ik kan niet goed breien met naalden zonder knop, ik neem aan dat dat in de rondte gebreid moet worden, bv. de mouw. Mag dit ook met de rondbreinaald? En moet dat dan 40cm zijn? Alvast dank. Groet, Jose

23.08.2020 - 15:13

DROPS Design answered:

Dag Jose,

Jazeker, je kan de naalden zonder knop ook vervangen door een rondbreinaald.

26.08.2020 - 14:28

country flag Gunn Berg wrote:

Jeg finner ikke mønsterdiagram til denne modellen. Hvorfor finnes ikke det.

03.05.2020 - 20:19

DROPS Design answered:

Hej Du hittar det längst ner, till höger om måttskissen. Mvh DROPS Design

04.05.2020 - 11:55

country flag Maria S wrote:

Hej! Hur kommer det sig att ärmlängden för S-M-L är kortare än för XL-XXL-XXXL?? Varför är det så många fler minskningar på de större storlekarna än den minsta??

02.03.2020 - 21:58

country flag Delphine wrote:

Bonjour, \r\nJ\'ai commencé l\'empiètement et je me demande par rapport au diagramme A1 s\'il faut réaliser les deux mailles ensemble suivies d\'un jeté sur tout le rang du deuxième tour ou si c\'est juste pour les deux premières mailles? Merci d\'avance\r\nDelphine

18.01.2020 - 23:39

DROPS Design answered:

Bonjour Delphine, on lit les diagrammes de bas en haut et on les répète sur les mailles indiqué, donc quand on tricote A.1 ici, on va tricoter d'abord 2 tours endroit, puis au 3ème tour tricoter (2 m ens à l'end, 1 jeté) tout le tour et tricoter toutes les mailles et les jetés à l'endroit au dernier tour de A.1. Bon tricot!

20.01.2020 - 10:34

country flag Binder wrote:

Il n'y a pas de diagrammes pour ce modèle ? Cordialement

19.05.2019 - 09:42

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Binder, vous trouverez le diagramme A.1 à droite du schéma des mesures, juste sous la manche, c'est un petit diagramme sur 2 mailles et 4 rangs. Bon tricot!

20.05.2019 - 12:20

country flag Sylvie wrote:

Liebes Drops Team, ich meinte die Krausrippen am Ärmelbündchen vor A1. Beste Grüße, Sylvie

04.05.2019 - 09:51

country flag Sylvia wrote:

Liebes Drops Team, am 29.02.2016 hat schon jemand darauf hingewiesen, dass in der Anleitung beim Ärmel die Krausrippen vor A1 fehlen. Offenbar wurde der Fehler nicht behoben. In der Anleitung fehlen sie immer noch. Liebe Grüße Sylvia

29.04.2019 - 21:11

DROPS Design answered:

Liebe Sylvie, die Ärmel wurden korrigiert, nach A.1 an der Passe stricken Sie 2 Krausrippen, dann teilen Sie die Arbeit. Die Ärmel beginnen dann mit 2 Krausrippen, dann glatt rechts weiter stricken. Viel Spaß beim stricken!

30.04.2019 - 10:17

country flag Mitsiblue wrote:

Lorsque je m'apprête à terminer l'empiècement du pull, il faut pour les manches, glisser par exemple, 54 mailles sur un arrêt de mailles, puis monter 8 mailles sous la manche...? Comment?.. A quel endroit? A quel rang?

07.03.2019 - 16:56

DROPS Design answered:

Bonjour Mitsiblue, cette vidéo montre (à partir du time code 6:54 environ) comment on va glisser les mailles des manches en attente et comment monter les mailles au-dessus des mailles en attente. (pour un raglan, mais la technique sera la même). Ce tour va se tricoter ici quand les augmentations sont terminées, après avoir tricoté 1 fois A.1 en hauteur et 2 côtes mousse. Bon tricot!

08.03.2019 - 07:42