DROPS Cotton Light
DROPS Cotton Light
50% katoen, 50% polyester
vanaf 1.05 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Blue Spring

Gebreid DROPS trui met kantpatroon, raglan en knopen op het achterpand van ”Cotton Light”. Kan ook andersom gedragen worden als vest. Maat: S - XXXL.

DROPS 161-27
DROPS design: Model nr. cl-043
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS COTTON LIGHT van Garnstudio
500-500-550-600-650-750 gr. kleur nr. 27, mint

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 cm) 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 cm) 3,5 mm - voor de ribbelst.
DROPS PARELMOERKNOOP: gebogen (wit), NR. 521: 6-6-6-6-6-6 stuks
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Light
DROPS Cotton Light
50% katoen, 50% polyester
vanaf 1.05 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid):
brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

RIBBELST (in de rondte gebreid):
* brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*. 1 ribbel = 2 nld.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon laat het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

RAGLAN:
Minder 2 st in elke overgang tussen lijf en mouwen.
Minder als volgt aan de goede kant:
Begin 3 st voor de markeerder en brei als volgt: 2 r samen, 2 r (markeerder staat tussen deze 2 st), 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.
Minder als volgt aan de verkeerde kant:
Begin 3 st voor de markeerder en brei als volgt: 2 gedraaid av samen, 2 av (markeerder staat tussen deze 2 st), 2 av samen.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de eerste knoopbies aan de goede kant. 1 knoopsgat = brei de 3e en 4e st vanaf middenachter samen en maak dan 1 omsl. Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT S: 10, 17, 24, 31, 38 en 46 cm.
MAAT M: 10, 17, 24, 32, 40 en 48 cm.
MAAT L: 10, 18, 26, 34, 42 en 50 cm.
MAAT XL: 10, 18, 26, 34, 43 en 52 cm.
MAAT XXL: 10, 18, 27, 36, 45 en 54 cm.
MAAT XXXL: 11, 20, 29, 38, 47 en 56 cm.
----------------------------------------------------------

TRUI:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld van middenachter naar middenachter.
Zet 213-229-245-269-293-317 st op (incl. 5 voorbies st aan elke kant middenachter) met rondbreinld 3,5 mm en Cotton Light. Brei 3 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Ga verder met rondbreinld 4 mm en brei als volgt - aan de goede kant: 5 st in ribbelst (= voorbies), A.1 A (= 2 st), A.1 C (= 15 st), tricotst over de volgende 52-52-52-64-68-72 st , A.1 A ( = 2 st), A.1B over de volgende 48-64-80-80-96-112 st, A1.C (= 15 st), tricotst over de volgende 52-52-52-64-68-72 st, eindig met A.1 A (= 2 st), A.1 C ( = 15 st) en 5 st in ribbelst (= voorbies). Ga zo verder in patroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING
Plaats bij een hoogte van 8 cm 2 markeerders in het werk; 56-60-64-70-76-82 st vanaf elke kant middenvoor om de zijkanten aan te geven (= 101-109-117-129-141-153 st tussen de markeerders op het voorpand). Minder nu 1 st aan elke kant van beide markeerders (= 4 st geminderd). Herhaal dit minderen elke 9-9-9-10-10-10 cm 4 keer in totaal = 197-213-229-253-277-301 st. Maak knoopsgaten op de eerste bies - zie uitleg boven. Kant bij een hoogte van 38-39-40-41-42-43 cm af voor de armsgaten aan elke kant als volgt: brei tot er 4 st over zijn voor de eerste markeerder aan de zijkant, kant de volgende 8 st af, brei tot er 4 st over zijn voor de markeerder aan de andere kant en kant de volgende 8 st af en brei de rest van de nld. Er zijn nu 85-93-101-113-125-137 st op het voorpand en 48-52-56-62-68-74 st op elk achterpand. Laat het werk rusten en brei de mouwen.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop.
Zet 48-50-52-54-56-58 st op met breinld zonder knop 3,5 mm en Cotton Light. Brei 3 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Ga verder met breinld zonder knop 4 mm. Plaats 1 markeerder aan het begin van de nld = midden onder de mouw. Brei dan in tricotst. Meerder bij een hoogte van 6-6-6-6-8-8 cm 2 st midden onder de mouw. Meerder elke 3-3-2½-2½-2-2 cm 13-14-15-16-17-18 keer in totaal = 74-78-82-86-90-94 st.
Bij een hoogte van 49-49-49-49-48-48 cm (minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders) 8 st af midden onder de mouw = 66-70-74-78-82-86 st over op nld. Laat het werk rusten en brei nog een mouw.

PAS:
Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als het lijf waar afgekant is voor de armsgaten = 313-337-361-393-425-457 st. Plaats 1 markeerder in alle overgangen tussen mouwen en lijf (= 4 markeerders). Ga verder in tricotst en patroon als hiervoor, begin TEGELIJKERTIJD in de volgende nld aan de goede kant met minderen voor de RAGLAN – zie uitleg boven (= 8 st geminderd). Herhaal dit minderen om de nld in totaal 20-21-22-22-23-24 keer en dan elke nld 3-4-5-7-8-9 keer. Als alle minderingen voor de raglan klaar zijn, staan er nog 129-137-145-161-177-193 st op de nld. Brei 2 ribbels over alle st en minder TEGELIJKERTIJD in de eerste nld 20-26-32-45-50-58 st gelijkmatig = 109-111-113-116-127-135 st. Kant alle st af.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen dicht. Naai de knopen op de knoopbies.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = 2 r samen
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh
symbols = 1 omsl
symbols = 2 st samen r afh, 1 r, haal de 2 afgehaalde st samen hierover
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

161-27 Blue Spring

Inger, Sweden

Mon Pull Blue Spring

Natlie, France

MON PULL Blue Spring by Drops Design

NatLie Mes Petites Realisations, France

Laat een opmerking achter voor DROPS 161-27

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (48)

country flag Quynh wrote:

Love the lacey back and would love to give it a try. Can you help explain how to decrease for raglan over the lace pattern? Thanks

07.02.2023 - 07:47

DROPS Design answered:

Dear Quynh, decrease for raglan as described under RAGLAN and make sure when working the lace pattern that there is always the same number of stiches decreased as you made yarn overs, this means do not work the yarn over if you cannot decrease the matching stitch, do not decrease the stitches if you have not enough stitches to make the matching yarn over- just knit these stitches. Happy knitting!

07.02.2023 - 10:34

country flag Sylviane wrote:

Dans ce modèle, pouvez vous m'indiquer comment enchainer A-B et A-C lorsque je dois tricoter 2 mailles ensemble "à cheval" sur les 2 parties ? La façon dont je procède créé systématiquement un décalage. Je suis perdue ...

03.11.2022 - 11:37

DROPS Design answered:

Bonjour Sylviane, vous devez toujours avoir le bon nombre de mailles dans chaque A, B et C, autrement dit, au 3ème rang par ex, tricotez 1 m end, 2 m ens à l'end (= 2 m dans A), puis pour B: 1 jeté (= 1ère maille de B), tricotez la dernière m de B avec la 1ère m du B suivant/de C - le jeté sera la 1ère m du B suivant/de C. Bon tricot!

03.11.2022 - 13:58

country flag Hilde Van Looke wrote:

Bestaat dit patroon ook gewoon als trui. Of kan het op de een of andere manier aangepast worden om een trui te bekomen? Misschien twee keer de voorkant gebruiken? Bedankt.

03.06.2021 - 21:27

DROPS Design answered:

Dag Hilde,

Nee, hier is alleen een vest van. Als je hem als trui wilt maken, zou je hem in de rondte kunnen breien en de voor en achterkant het zelfde kunnen maken.

05.06.2021 - 09:35

country flag Hazel Rodgers wrote:

How do you incorporate the sleeves into the main body when they are tubes and there is only an 8 stitch space where cast off for wormholes?

24.09.2020 - 21:03

DROPS Design answered:

Dear Mrs Rodgers, this video shows how to put the sleeves on the same needle as body, over the cast off sts for armholes, the first rows might sometimes appear tricky (you can get help with double pointed needles or another circular needle) but after some rows it will work nice. Happy knitting!

25.09.2020 - 08:56

country flag Caroline wrote:

Très joli pull. Je commence les diminutions du raglan. Comment faire pour le devant car on arrive dans le point fantaisie. Comment diminuer pour que cela soit régulier ? Merci pour la réponse

13.11.2019 - 00:50

DROPS Design answered:

Bonjour Caroline, si vos diminutions entament le point ajouré, tricotez les mailles du point ajouré en jersey pour éviter de trop diminuer ( si par ex, vous n'avez pas assez de mailles pour faire 1 dim, 1 jeté dans le point ajouré, tricotez ces 2 m à l'end). Bon tricot!

13.11.2019 - 09:19

country flag Joke Leijdsman wrote:

Op het plaatje (schema met de afmetingen) zie ik duidelijk verschil tussen de voor- en achterhals. In de patroonbeschrijving kan ik dit nergens terug vinden. Ik had iets als verkorte toeren voor de achterhals verwacht. Zie ik iets over het hoofd?

24.07.2019 - 19:51

DROPS Design answered:

Dag Joke,

Je hebt inderdaad gelijk dat er verschil is in de tekening, maar de voor en achterpanden zijn qua hoogte gelijk, dus er zijn geen verkorte toeren aan de achterkant.

24.07.2019 - 20:15

country flag Anne-Marie wrote:

Ik heb een probleem op het voorpand. Tussen de vijfde en de zesde heengaande rijen komt dit bij mij niet meer overeen. Wat doe ik verkeerd. Ben reeds drie keer herbegonnen. Alvast bedankt en groetjes.

17.08.2018 - 20:14

DROPS Design answered:

Dag Anne-Marie, Helaas kan ik niet met je meekijken wat er evt. mis gaat. Ik heb het telpatroon nagekeken en het zou moeten kloppen. Bij de zwarte driehoeken minder je 2 steken, deze worden gecompenseerd door extra omslagen. Kan het zijn dat je omslagen hebt gemist?

20.08.2018 - 08:37

country flag Anne-Marie wrote:

Hallo. Ik heb een probleem met het telpatroon op het voorpand. Tussen de vijfde en zesde rij komt dit niet meer overeen. Wat doe ik verkeerd. Ben reeds drie keer herbegonnen. Alvast bedankt en groetjes.

17.08.2018 - 19:09

country flag Margit wrote:

Liebes Drops-Team, ich bin eine sehr erfahrene Strickerin, und ich komme immer auf die richtige Maschenprobe, nur bei Cotton light komme ich einfach nicht auf die 21 Maschen mit Nadel 4. Das Probestück ist viiiiel zu groß. Soll ich einfach 2 Kleidergrößen kleiner wählen? LG Margit

11.04.2017 - 11:25

DROPS Design answered:

Liebe Margit, wenn Sie die richtigen Maschenprobe nicht haben, sollen Sie mit kleineren Nadeln versuchen. Mehr über Maschenprobe lesen Sie hier. Viel Spaß beim stricken!

12.04.2017 - 12:41

Ros wrote:

Thanks for your help. However, i have another question - from Row 3 onwards do i knit A1 followed by B followed by C with the stocking stitch inbetween or do i try to follow the ACB configuration as laid out in Row 1. This pattern is exquisite and I would like to do it correctly. Must say I am finding it a little confusing as i am not used to knitting off a chart.

09.04.2017 - 17:19

DROPS Design answered:

Dear Mrs Ros, you will always have to work as explained, ie: from RS: 5 sts in garter st (= band), A.1 A (= 2 sts), A.1 C (= 15 sts), stocking st over the next 52-52-52-64-68-72 sts , A.1 A ( = 2 sts), A.1B over the next 48-64-80-80-96-112 sts (= repeat A.1B over these sts), A1.C (= 15 sts), stocking st over the next 52-52-52-64-68-72 sts, finish with A.1 A (= 2 sts), A.1 C ( = 15 sts) and 5 sts in garter st (= band). ie on half back piece, you will work A.1A, A.1C, on front piece piece: A.1A, repeat A.1B and finish with A.1C, on half back piece piece A.1A, A.1C with stocking st between diagrams and 5 front band sts on each side. Happy knitting!

12.04.2017 - 13:00