DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS 162-29
DROPS design: Model nr. n-173
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maten:
Hoogte: 77 cm
Breedte aan de bovenkant: 180 cm
Materiaal:
DROPS COTTON VISCOSE van Garnstudio
450 gr. kleur nr. 01, wit

DROPS HAAKNLD 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van toer 1-8 meet ongeveer 10 cm in het midden.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.4.
A.1 toont het begin van de omslagdoek - let op de uitleg. Haak A.2 en A.3 in spiegelbeeld aan de andere kant van A.4.
----------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
Haak heen en weer vanaf middenachter bij de hals naar beneden.
Haak volgens telpatroon A.1, dus haak als volgt:
Haak 5 l met haaknld 4 mm en Cotton Viscose en vorm een ring met 1 hv in de eerste l.
TOER 1: haak 8 l, haak in l-ring 1 stk en 4 l en 1 driedubbel stk = 2 l-lussen. Keer.
TOER 2: 7 l, haak in eerste l-lus (1 dstk en 6 l en 1 dstk), 2 l, 1 dstk in volgend stk (= midden), 2 l, haak in volgende l-lus (1 dstk en 6 l en 1 dstk) en 3 l en 1 driedubbel stk = 6 l-lussen. Keer.
TOER 3: 7 l, 1 stk in eerste l-lus, 4 l, 1 v in volgende l-lus, 4 l, haak in volgend stk 1 stk en 6 l (= midden) en 1 stk, haak 4 l, sla 1 l-lus over, 1 v in volgende l-lus, 4 l, haak in volgende l-lus 1 stk en 3 l en 1 driedubbel stk = 7 l-lussen. Keer.
TOER 4: 7 l, haak in eerste l-lus (1 dstk en 6 l en 1 dstk), 1 v in volgende l-lus, 6 l, 1 v in volgende l-lus, haak in volgende l-lus (1 dstk en 6 l en 1 dstk) en 2 l en 1 dstk (= midden) en 2 l en (1 dstk en 6 l en 1 dstk), haak 1 v in volgende l-lus, 6 l, 1 v in volgende l-lus, haak in volgende l-lus (1 dstk en 6 l en 1 dstk) en 3 l en 1 driedubbel stk = 10 l-lussen. Keer.
TOER 5: 7 l, 1 stk in eerste l-lus, 4 l, 1 v in volgende l-lus, 4 l, haak in volgende l-lus 1 stk en 6 l en 1 stk, haak 4 l, 1 v in volgende l-lus, 4 l, sla 1 l-lus over, haak in volgend stk 1 stk en 6 l (= midden) en 1 stk, haak 4 l, sla 1 l-lus over, 1 v in volgende l-lus, 4 l, haak in volgende l-lus 1 stk en 6 l en 1 stk, haak 4 l, 1 v in volgende l-lus, 4 l, haak in volgende l-lus 1 stk en 3 l en 1 driedubbel stk = 13 l-lussen. Keer.
TOER 6: 7 l, haak in eerste l-lus (1 dstk en 6 l en 1 dstk), haak 1 v in volgende l-lus, 6 l, 1 v in volgende l-lus, haak in volgende l-lus (1 dstk en 6 l en 1 dstk), haak 1 v in volgende l-lus, 6 l, 1 v in volgende l-lus, haak in volgende l-lus (1 dstk en 6 l en 1 dstk) en 2 l en 1 dstk (= midden) en 2 l en (1 dstk en 6 l en 1 dstk), haak 1 v in volgende l-lus, 6 l, 1 v in volgende l-lus, haak in volgende l-lus (1 dstk en 6 l en 1 dstk), haak 1 v in volgende l-lus, 6 l, 1 v in volgende l-lus, haak in volgende l-lus (1 dstk en 6 l en 1 dstk) en 3 l en 1 driedubbel stk = 14 l-lussen. Keer.
Ga nu verder op dezelfde manier, maar met meerderingen, dus haak als volgt:
TOER 7: 7 l, 1 stk in eerste l-lus, 4 l, * 1 v in volgende l-lus, 4 l, haak in volgende l-lus 1 stk en 6 l en 1 stk, haak 4 l *, herhaal van *-* nog 1 keer (= 1 meerdering), 1 v in volgende l-lus, 4 l, sla 1 l-lus over, haak in volgend stk 1 stk en 6 l (= midden) en 1 stk, haak 4 l, sla 1 l-lus over, 1 v in volgende l-lus, * 4 l, haak in volgende l-lus 1 stk en 6 l en 1 stk, haak 4 l, 1 v in volgende l-lus *, herhaal van *-* nog 1 keer (= 1 meerdering), haak 4 l, haak in volgende l-lus 1 stk en 3 l en 1 driedubbel stk = 19 l-lussen. Keer.
TOER 8: 7 l, haak in eerste l-lus (1 dstk en 6 l en 1 dstk), haak 1 v in volgende l-lus, * 6 l, 1 v in volgende l-lus, haak in volgende l-lus (1 dstk en 6 l en 1 dstk), haak 1 v in volgende l-lus *, herhaal van *-* nog 1 keer (= 1 meerdering), haak 6 l, 1 v in volgende l-lus, haak in volgende l-lus (1 dstk en 6 l en 1 dstk) en 2 l en 1 dstk (= midden) en 2 l en (1 dstk en 6 l en 1 dstk), haak 1 v in volgende l-lus, 6 l, * 1 v in volgende l-lus, haak in volgende l-lus (1 dstk en 6 l en 1 dstk), 1 v in volgende l-lus, 6 l *, herhaal van *-* nog 1 keer (= 1 meerdering), haak 1 v in volgende l-lus, haak in volgende l-lus (1 dstk en 6 l en 1 dstk) en 3 l en 1 driedubbel stk = 18 l-lussen. Keer. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Herhaal 7e en 8e toer (dus meerder 1 keer aan elke kant van het midden elke toer) tot het werk ongeveer 28 cm meet, gemeten langs het midden van de omslagdoek – eindig met een 7e toer.

Haak als hiervoor vanaf hier, maar vervang (1 dstk en 6 l en 1 dstk) door (3 dstk en 2 l en 3 dstk). Herhaal toer 8 en 7 tot het werk ongeveer 48 cm meet, gemeten langs het midden van de omslagdoek – eindig met een 7e toer. Zorg dat het aantal l-lussen aan elke kant van de l-lus in het midden even is (dus deelbaar door twee) voor u verdergaat.

Haak nu volgens telpatroon A.2/A.3/A.4, dus haak als volgt:
TOER 1: haak 7 l, haak in de eerste l-lus 1 stk en 2 l en 1 stk, 1 l, * 3 stk in volgende l-lus, 1 l, haak in volgende l-lus 1 stk en 2 l en 1 stk, 1 l *, herhaal van *-* tot er 1 l-lus overblijft voor het midden, haak 3 stk in volgende l-lus, 1 l, haak in volgende l-lus 1 stk en 4 l (= midden) en 1 stk, 1 l, 3 stk in volgende l-lus, * 1 l, haak in volgende l-lus 1 stk en 2 l en 1 stk, 1 l, 3 stk in volgende l-lus *, herhaal van *-* tot er 1 l-lus overblijft, haak 1 l, haak in volgende l-lus 1 stk en 2 l en 1 stk en 3 l en 1 dstk. Keer.
TOER 2: 6 l, 1 v in eerste l-lus, 4 l, 1 v in volgende l-lus, 4 l, * sla 1 l en 1 stk over, 1 v in volgend stk, 4 l, 1 v in volgende l-lus, 4 l *, herhaal van *-* tot er 3 stk over zijn voor het midden, haak 1 v in volgend stk, 4 l, haak in volgende l-lus 1 v en 2 l (= midden) en 1 v, haak 4 l, sla 2 stk over, haak 1 v in volgend stk, * 4 l, 1 v in volgende l-lus, 4 l, sla 2 stk over, 1 v in volgend stk *, herhaal van *-* tot er 2 l-lussen over zijn, haak 4 l, 1 v in volgende l-lus, 4 l, haak in volgende l-lus 1 v en 2 l en 1 dstk. Keer.
TOER 3: 7 l, 1 stk in eerste l-lus, 1 stk in volgende v, 1 stk in volgende l-lus, 1 l, 1 stk en 2 l en 1 stk in volgende v, 1 l, * 1 stk in volgende l-lus, 1 stk in volgend stk, 1 stk in volgende l-lus, 1 l, 1 stk en 2 l en 1 stk in volgende v, 1 l *, herhaal van *-* tot er 2 l-lussen over zijn voor het midden, haak 1 stk in eerste l-lus, 1 stk in volgende v, 1 stk in volgende l-lus, 1 l, haak in volgende v 1 stk en 2 l en 1 stk, 2 l (= midden), haak in volgende v 1 stk en 2 l en 1 stk, haak 1 l, 1 stk in volgende l-lus, 1 stk in volgende v, 1 stk in volgende l-lus, * 1 l, 1 stk en 2 l en 1 stk in volgende v, 1 l, 1 stk in volgende l-lus, 1 stk in volgende v, 1 stk in volgende l-lus *, herhaal van *-* tot er 2 l-lussen over zijn, haak 1 l, 1 stk en 2 l en 1 stk in volgende v,1 l, 1 stk in volgende l-lus, 1 stk in volgende v, haak in volgende l-lus 1 stk en 3 l en 1 dstk. Keer.
TOER 4: 6 l, 1 v in eerste l-lus, 4 l, * sla 1 stk over, 1 v in volgend stk, 4 l, 1 v in volgende l-lus, 4 l *, herhaal van *-* tot er 4 stk over zijn voor het midden, haak 1 v in volgend stk, 4 l, 1 v in volgende l-lus, 4 l, haak in volgende l-lus 1 v en 2 l (= midden) en 1 v, haak 4 l, 1 v in volgende l-lus, 4 l, sla 2 stk over, 1 v in volgend stk, * 4 l, 1 v in volgende l-lussen, 4 l, sla 2 stk over, 1 v in volgend stk *, herhaal van *-* tot er 1 l-lus overblijft, haak 4 l, haak in volgende l-lus 1 v en 2 l en 1 dstk. Keer.
TOER 5: 7 l, haak in eerste v 1 stk en 2 l en 1 stk, 1 l, * 1 stk in volgende l-lus, 1 stk in volgende v, 1 stk in volgende l-lus, 1 l, haak in volgende v 1 stk en 2 l en 1 stk, 1 l * herhaal van *-* tot het midden, haak in het midden 1 stk en 4 l (= midden) en 1 stk, * 1 l, haak in volgende v 1 stk en 2 l en 1 stk, 1 l, 1 stk in volgende l-lus, 1 stk in volgende v, 1 stk in volgende l-lus *, herhaal van *-* tot er 1 v en 1 l-lus over zijn, haak in volgende v 1 stk en 2 l en 1 stk, 3 l, 1 dstk in volgende l-lus. Keer.
Herhaal 2e-5e toer tot het werk ongeveer 58 cm meet, gemeten langs het midden van de omslagdoek – pas zo aan dat het na de 2e of 4e toer is - LET OP: het aantal l-lussen aan elke kant van de l-lus in het midden moet deelbaar zijn door 3 voor u verdergaat.

Haak nu de twee toeren volgens A.1, dus haak als volgt: Haak 8e en 7e toer op dezelfde manier als hiervoor met meerderingen, en vervang (1 dstk en 6 l en 1 dstk) door (3 dstk en 2 l en 3 dstk). Herhaal de twee toeren tot het werk ongeveer 77 cm meet, gemeten langs het midden van de omslagdoek – pas zo aan dat u eindigt na een 8e toer. Hecht af.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 19.06.2015
onder OMSLAGDOEK (1 l miste in de tekst, telpatroon A.3 correct): ...Haak nu volgens telpatroon A.2/A.3/A.4, dus haak als volgt:
TOER 1: haak 7 l, haak in de eerste l-lus 1 stk en 2 l en 1 stk, 1 l, * 3 stk in volgende l-lus, 1 l, haak in volgende l-lus 1 stk en 2 l en 1 stk, 1 l *, herhaal van *-* tot er 1 l-lus overblijft...

Telpatroon

symbols = 1 l
symbols = 1 v om st
symbols = 1 v in st
symbols = 1 dstk om st
symbols = 1 dstk in st
symbols = (1 dstk en 6 l en 1 dstk) om st. vervang bij een hoogte van 28 cm de betekening van dit symbool door (3 dstk en 2 l en 3 dstk) om st
symbols = 1 stk in st
symbols = 1 stk om st
symbols = 1 driedubbel stk om st
symbols = 1 hv
symbols = stk/v van vorige toer
symbols = begin hier
symbols = begin elke toer met 4 l maar eindig met 1 dstk om st
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 162-29

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (22)

country flag Elena wrote:

Mi sono bloccata alla quinta riga dei diagrammi a2 a3 a4. "Ripetere le righe 2-5 fino a 58 cm e aggiustarlo con la 2 e 4 riga" ... cosa significa aggiustare? E come gestire il centro dello scialle? Inoltre gli archi devono essere divisibili per 3...quindo senza il centro e ad ogni giro? Spero di essere stata chiara e vi ringrazio per l'aiuto.

11.06.2020 - 22:25

DROPS Design answered:

Buongiorno Elena. Ripete le righe 2-5. Quando il lavoro misura 58 cm, verifica che l'ultima riga lavorata sia una riga 2 o 4. Se p.es l'ultima riga lavorata è la riga 5, lavora la riga 2. Verifica anche che il numero di archi da ciascun lato dell'arco centrale (quindi arco centrale escluso) sia divisibile per 3. Buon lavoro!

12.06.2020 - 08:50

country flag Elena wrote:

Mi sono bloccata alla quinta riga dei diagrammi a2 a3 a4. "Ripetere le righe 2-5 fino a 58 cm e aggiustarlo con la 2 e 4 riga" ... cosa significa aggiustare? E come gestire il centro dello scialle? Inoltre gli archi devono essere divisibili per 3...quindo senza il centro e ad ogni giro? Spero di essere stata chiara e vi ringrazio per l'aiuto.

11.06.2020 - 22:12

country flag CECILE BAROUX wrote:

Bonjour, J'ai l'impression qu'entre la 2ème partie et la bordure, il y a un autre motf dont je ne vois pas les explications. Pourriez-vous m'en dire plus ? Merci bonne journée

12.01.2019 - 10:37

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Baroux, il y a 4 motifs au total dans le châle: A.1 (jusqu'à 28 cm) puis A.1 en remplaçant 1 DB,6 ml, 1 DB par 3DB, 2ml, 3DB, (= jusqu'à 48 cm), puis A.2/A.3/A.4 (= jusqu'à 58 cm) et enfin les rangs 8 et 7 de A.1 avec (3DB,2ml,3DB au lieu de 1DB,6ml,1DB). Bon crochet!

14.01.2019 - 09:54

Monique wrote:

Good day, I would love to crochet some of your lovely patterns, but would like to know how do I find out if they're suitable for beginners, intermediate or expert crocheters? Thank you

09.08.2018 - 20:47

DROPS Design answered:

Dear Monique, there is no knitting "level" - just read throughly the pattern, and look at our related videos if required. Should you have any question, please feel free to ask them here. Should you need any individual assistance, you are welcome to contact your DROPS store. Happy crocheting!

10.08.2018 - 08:26

country flag Anita Johanne Juliussen Støa wrote:

Skal det ikke være 1 lm mellom hver lm-bue i 7.rad på A.3?

29.05.2018 - 17:35

DROPS Design answered:

Hej Anita, hvor er du i opskriften? Der er kun 5 rækker i A.3 og alle 5 står beskrevet i opskriften...

30.05.2018 - 12:33

country flag GABARD wrote:

Sur le modèle n-173 c'est un châle le diagramme ne correspond pas aux explications sur le diagramme pour moi c'est 2 DB rabattues ensembles et sur l'explication c'est 1 DB + 6 m en l'air + 1 DB cela ne donne pas du tout le même résultat

27.01.2018 - 14:41

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Gabard, suivez bien la légende de chaque symbole, elle est exacte, soit 6ème symbole = 1 DB, 6 ml, 1 DB, puis après 28 cm, 3 DB, 2 ml, 3 DB. Bon crochet!

29.01.2018 - 10:59

country flag Stefania wrote:

NELLE SPIEGAZIONI DEL DIAGRAMMA, AD ESEMPIO NELLA RIGA 2 DEL DIAGRAMMA A.1 , CON LA DICITURA M.A.D INDICATE SIA DUE MAGLIE ALTE CHIUSE INSIEME CHE LA MAGLIA ALTA DOPPIA, GIUSTO? SONO UN PO' IN CONFUSIONE .....

08.05.2017 - 15:03

DROPS Design answered:

Buongiorno Stefania. L'indicazione m.a.d fa riferimento sempre alla lavorazione di una maglia alta doppia. Ci riscriva se è ancora in difficoltà. Buon lavoro!

08.05.2017 - 15:13

country flag Annie wrote:

Dans les explications du rang 3, par exemple, il est dit de sauter un arceau tandi que dans le diagramme A1, il est plutôt écrit "V" qui signifie selon la légende "ms autour de la maille". Laquelle est deux explications est la bonne ? Merci.

18.03.2017 - 18:22

DROPS Design answered:

Bonjour Annie, les 2 explications sont justes, après la bride dans le 1er arceau, faites 4 m, puis crochetez 1 ms en piquant dans l'arceau suivant (= autour de l'arceau suivant), puis crochetez dans la bride suivante (vous allez sauter l'arceau de 2 ml pour ce faire): 1B, 6 ml, 1B, 4 ml, sautez l'arceau de 2 ml suivant puis 1 ms en piquant dans l'arceau de 2 ml suivant (= autour de cet arceau), 4 ml, 1B autour de l'arceau suivant, 3 ml et 1 triple B dans le même arceau (= autour du dernier arceau du tour). Bon crochet!

20.03.2017 - 09:07

country flag Gudrun wrote:

Das macht man wie man will!

24.07.2016 - 20:19

country flag Freyaquenya wrote:

Muss das Tuch gespannt werden?

22.07.2016 - 21:17

DROPS Design answered:

Liebe Freyaquenya, wenn Sie das Tuch aus Cotton Viscose arbeiten, muss es nicht unbedingt gespannt werden, da das Garn ein gewisses Eingengewicht hat. Es schadet aber in keinem Fall!

25.07.2016 - 06:37