DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.20 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 16.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 156-5
DROPS design: Model nr. z-679
Garengroep A
-----------------------------------------------------------
Maten: ongeveer 66 cm hoog gemeten langs de middelste st en 132 cm breed langs de bovenkant.
Materiaal:
DROPS ALPACA van Garnstudio
250 gr. kleur nr. 3770, donkerroze

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 3 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 24 st x 32 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.20 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 16.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1-A.8. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. Brei de omsl niet gedraaid, het is juist de bedoeling dat er gaatjes ontstaan.

NLD AAN DE VERKEERDE KANT:
Brei DE laatste nld in A.2 als volgt aan de verkeerde kant: 3 kant st in ribbelst, 1 omsl, 1 av, 1 omsl, * 2 r samen, 1 omsl *, herhaal van *-* tot er 5 st over zijn, eindig met 1 av, 1 omsl, 1 av, 1 omsl en 3 kant st in ribbelst (brei de omsl niet gedraaid, het is juist de bedoeling dat er gaatjes ontstaan).
Meerder 4 st = 2 st aan elke kant van het werk.

----------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld zodat alle st goed op de nld passen.
Zet 7 st op met rondbreinld 3 mm en Alpaca. Plaats 1 markeerder in de 4e st en neem deze gaandeweg mee naar boven (= mid st). Brei dan in patroon volgens telpatroon A.1. Brei in de volgende nld de omsl av zodat gaatjes ontstaan = 9 st. Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, staan er 37 st op de nld. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei de kant st in ribbelst het hele werk en brei alle st die niet in het telpatroon staan in tricotst.

Brei dan als volgt aan de goede kant: 3 kant st in ribbelst, 1 omsl, r tot er 1 st overblijft voor de mid st, A.2 over de volgende 3 st (mid st is de st in het midden van deze 3 st), r tot er 3 st over zijn, 1 omsl en 3 kant st in ribbelst. Meerder zo 4 st in totaal per nld aan de goede kant.
Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, staan er 73 st op de nld.

Herhaal dan telpatroon A.2 en en brei NLD AAN DE VERKEERDE KANT op dezelfde manier tot A.2 in totaal 10 keer in de hoogte is gebreid = 397 st. Het werk meet ongeveer 55
cm gemeten langs de mid st.

Brei in de volgende nld aan de goede kant als volgt: 3 st in ribbelst, brei A.3, herhaal A.4 (= 5 st) tot er 5 st over zijn voor de mid st (= 37 keer), A.5, 1 st in tricotst (= mid st), A.6 (= 5 st), herhaal A.7 tot er 8 st over zij (= 37 keer), A.8, eindig met 3 st in ribbelst. Ga verder in A.3-A.8 op deze manier. LET OP: de telpatronen passen niet in de hoogte als u ze herhaalt, maar ze verschuiven 1 st elke nld aan de goede kant. Brei tot het werk ongeveer 63 cm meet gemeten langs de mid st (eindig met een nld aan de goede kant).
Brei dan de volgende nld aan de verkeerde kant als volgt: 3 kant st in ribbelst, 1 omsl, 1 av, 1 omsl, * 2 r samen, 1 omsl *, herhaal van *-* tot er 5 st over zijn en eindig met 1 av, 1 omsl, 1 av, 1 omsl, 3 kant st in ribbelst (brei de omsl niet gedraaid de volgende nld, het is juist de bedoeling dat er gaatjes ontstaan) = 4 st gemeerderd.
Brei 2 ribbels over alle st en meerder TEGELIJKERTIJD elke nld aan de goede kant st naast 3 kant st in ribbelst aan elke kant van het werk en aan elke kant van de mid st (= 4 st gemeerderd elke nld aan de goede kant). Kant losjes af met omsl als volgt: * kant 5 st af, 1 omsl en kant de omsl af *, herhaal van *-* tot alle st zijn afgekant. Knip de draad af en zet vast. Het werk meet ongeveer 66 cm.

Telpatroon

symbols = recht aan de verkeerde kant
symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 2 r samen
symbols = 2 r samen, 1 omsl aan de verkeerde kant
symbols = nld aan de verkeerde kant - zie uitleg boven
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 156-5

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (51)

country flag Ann-louise Samuelsson wrote:

Hej! Stickar A3-A8 nu. På tredje varvet då jag kommer till mitten och ska sticka A5 undrar jag vad ni menar. Det är 6 maskor på varv 3 i A5 men man ska börja med A5 5 makor innan mitten.? På varv 5 är det 7 makor. Ska man ändå börja med A5 5 maskor innan mitten?? Då förskjuts ju "mittmaskan" till vänster genom hela resten av arbetet.

10.03.2024 - 08:49

DROPS Design answered:

Hei Ann-louise. Midtmasken skal ikke forskyves. Start med A.5 / A.6 når det er 5 masker før/etter midtmasken uansett hvilken rad du strikker. mvh DROPS Design

18.03.2024 - 10:43

country flag Ann-louise Samuelsson wrote:

Hej! Har nu stickat A2 10 gånger och mönstret ser ut som på sjalen på bilden. Uppfattat att jag stickat rätt men har enbart 361 maskor. Gått igenom vart det skulle ökas på varven o fattar inte vart jag missat i mönstret. Borde synas! Har ökat 4 m varje rätt varv o på avigvarv som blir hålmönster 4. Repa upp hela arbetet känns som då blir det ingen sjal för min del

04.02.2024 - 12:42

DROPS Design answered:

Hei Ann-louise. Du starter med 37 masker og strikker A.2 totalt 10 ganger i høyden. Hver gang du har strikket A.1 1 gang i høyden øker du med 36 masker. Altså, du starter med 37 masker og etter at A.2 er strikket 1 gang i høyden skal du ha 37+36 = 73 masker, A.2 2 ganger i høyden = 73+36= 109, A.2 3 ganger i høyden = 109+36= 145 masker...... A.2 10 ganger i høyden = 37 + 360 (36x10) = 397 masker. mvh DROPS Design

12.02.2024 - 13:31

country flag Anne Lise Aakvik wrote:

Jeg strikker sjal i mønster 156-5, men for meg ser det helt feil ut. Der jeg starter, blir det den bredeste/øverste del av sjalet, for mønsteret ser ut som det blir opp ned for meg? Har lest gjennom oppskrift mange ganger, men greier ikke finne ut av det.

01.10.2023 - 11:23

DROPS Design answered:

Hei Anne Lise. Jo, du starter øverst, der det skal bli bredest. Når man ser på diagram A.1 vil man kanskje tro det blir feil, men følger man oppskriften slik den er beskrevet skal det bli riktig. mvh DROPS Design

09.10.2023 - 14:27

country flag Heleni Agrogianni wrote:

I am really confused you write :Then repeat diagram A.2 and WS row the same way until A.2 has been worked a total of 10 times vertically = 397 sts. Piece measures approx. 55 cm/ 21½" measured along mid st. what means that hot to repeat this one.if you could write with more details-informations after the first a2? what must do.how to ontinue.?????? thanks a lot i like that design but i can't understand the explications.please help

27.01.2023 - 15:59

DROPS Design answered:

Dear Heleni, after working A.2 once, in the last row work as indicated in WS row. Now, you need to repeat diagram A.2 9 more times; start working from the first row in A.2 and work the last row always as described in WS ROW, in the EXPLANATIONS FOR THE PATTERN. After having worked A.2 (and the WS row) 10 times in total in length, you should have 397 stitches. Happy knitting!

29.01.2023 - 21:03

country flag Heleni Agrogianni wrote:

Hi every one.i/m trying to knitting pink diamond Pattern no z-679,.i suppose it is knitting bottom to top?then you note Then work as follows from RS: 3 edge sts in garter st, 1 YO, K until 1 st remains before mid st, A.2 over the next 3 .... repeat that 10 more time vertically.you means that i must find the mis of A22to repeat the second time and so on?i see the design is different from what i have?thanks for your reponse

27.01.2023 - 15:47

country flag Caroline wrote:

Hello I'm just starting A2, I've done the first row RS of the diagram, the instructions say 'Then work as follows from RS: 3 edge sts in garter st, 1 YO, K until 1 st remains before mid st, A.2 over the next 3 sts (mid st is st in the middle of these 3), K until 3 sts remain, 1 YO and 3 edge sts in garter st. Inc 4 sts in total per row from RS.' Does this mean I increase four stitches on every following even row of A2, starting at row 3 in A2? Thank you

02.09.2022 - 14:11

DROPS Design answered:

Dear Caroline, when working A.2 you will increase 4 rows on every other row = on every row from RS starting from row 1 (then 3, 5, 7 etc to the end of A.2); when you have worked the first row in A.2 you already have increased 2 sts + 1 stitch on each side of piece. Continue like this increasing on each side of piece + as shown in A.2. Happy knitting!

02.09.2022 - 15:24

country flag Daniela wrote:

Hallo, ich habe ein Problem nach der 2. Zunahme ab A5-A6. Nach der letzten Luftmasche von A4 habe ich 7 M übrig. Allerdings müsste ich jetzt 4 M rechts Stricken und dann 1Luft-M, 2 zus. und wieder 1 Luft-M , bleibt noch eine M vor der Mittel-M übrig damit die Strickschrift wie bei A2 passt. Auf der anderen Seite nach der Mittel-M wo es mit A6 weitergeht das gleiche Problem. Wenn ich A5 mit A2 Vergleiche dürfen hier nur 3M in der Mitte sein und nicht 5M wie angegeben.

13.01.2022 - 19:17

DROPS Design answered:

Liebe Daniela, nach der 1. Zunahmen in A.5/A.6 sollen Sie nur 6 Maschen haben (A.5/A.6 werden über 5 Maschen bei der 1. Reihe gestrickt), und nach der 2. Zunahmen = 3. Reihe haben Sie dann 7 Maschen in A.5/A.6. Schauen Sie vielleicht bei der vorrigen Reihe? Viel Spaß beim stricken!

14.01.2022 - 09:04

country flag Jutta wrote:

Wie genau wird nach 10xA2 weiter gestrickt? Wird A3-A8 nur 1x in der Höhe gestrickt und dann einfach immer weiter, dass die Lochreihe um 1m verschoben wird oder wie ist das gemeint: nicht immer von unten neu lesen. Von wo muss ich denn nach jeder letzten r eines diagramms lesen.?

02.08.2021 - 13:51

DROPS Design answered:

Liebe Jutta, A.3 bis A.8 werden für 8 cm gestrickt (von ca 55 cm bis 63 cm in der Mitte entlang der Mittel-M ) - die Lochreihen/Diagonalen wie zuvor 1 M rechts (A.3-A.5) / 1 M links (A.6-A.8) verschieben um die Diagonale zu verlängern. Viel Spaß beim stricken!

02.08.2021 - 14:29

country flag Jutta wrote:

In Anleitung steht.:beidseitig alle maschen , die im Diagramm nicht aufgeführt sind, außer die drei Randmaschen, glatt rechts. Nirgends steht, dass IMMER nach den drei kraus rechts ein Umschlag gestrickt wird. Und aus den Fragen habe ich entnommen, dass in der r Reihe lochmuster 4 m am Rand sind und vor u d nach 4 m ein U sein soll. Ist lt. Diagramm aber anders. Verstehe das nicht. Bitte um Hilfe.

25.07.2021 - 08:15

DROPS Design answered:

Liebe Jutta, es wird so beim 1. Hinreihe erklärt und auch (Zitat): Insgesamt werden in jeder Hin-R 4 M zugenommen. - diese 4 M werden wie im vorrigen Satzt zugenommen, dh wie zuvor in A.1 nach den ersten 3 Maschen + vor den letzten 3 M + beidseiting von der mittelren Maschen. Kann das Ihnen helfen?

26.07.2021 - 08:53

country flag Amélie wrote:

Bonjour, merci de votre réponse mais justement, ce que je ne suis pas c'est qu'après les 3 m mousse je devrais faire un jeté, alors que cette maille est déjà elle même un jeté alors esthétiquement ça fait un gros trou..

05.11.2020 - 13:27

DROPS Design answered:

Bonjour Amélie, sur l'envers, tricotez les 3 m point mousse, puis faites 1 jeté, tricotez 1 m env (= le jeté du rang précédent), faites 1 jeté, et tricotez *2 m ens à l'end, 1 jeté* de *-* jusqu'à ce qu'il reste 5 m, terminez par 1 m env, 1 jeté, 1 m env (= le jeté du rang précédent), 1 jeté et 3 m point mousse. Ainsi, les jetés du rang précédent sont tricotés. J'espère avoir pu vous aider. Bon tricot!

05.11.2020 - 14:11