DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.60€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Little Darcy

Gebreid babyvest in ribbelsteek met strepen en boordsteekranden in DROPS Karisma. Maat 0 tot 4 jaar.

DROPS Baby 25-18
DROPS design: Model nr. u-063-by
Garengroep B
-----------------------------------------------------------
Maat: 0/1 - 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4) jaar
Maat in cm: 48/52 - 56/62 - 68/74 - 80/86 (92 - 98/104)
Materiaal:
DROPS KARISMA van Garnstudio
150-150-200-200 (200-250) gr. kleur nr. 01, naturel
50-100-100-100 (100-100) gr. kleur nr. 71, lichtbeige

DROPS RONDBREINLD (60 of 80 cm) 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 st x 42 nld in ribbelst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (60 cm) MAAT 3 mm - voor de boordsteek.
DROPS PARELMOERKNOOP NR. 521: 5-5-5-6 (6-6) stuks
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.60€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer op rondbreinld):
brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

STREPEN:
* 1 ribbel naturel, 1 ribbel lichtbeige, 1 ribbel naturel *, herhaal van *-* (dus als u het patroon herhaalt komen er 2 ribbels in naturel tussen elke ribbel met lichtbeige).
----------------------------------------------------------

VEST:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld. Begin op het voorpand, zet nieuwe st op voor de mouw en brei tot de schouder. Laat het werk rusten en brei het andere voorpand. Plaats dan beidde voorpanddelen samen op de nld en brei het achterpand naar beneden.

RECHTERVOORPAND:
Zet 34-38-38-42 (42-46) st op (incl. 1 kant st aan elke kant) met rondbreinld 3 mm en naturel. Brei 1 nld av aan de verkeerde kant. Brei dan de volgende nld als volgt aan de goede kant: 1 kant st in RIBBELST - zie uitleg boven - * 2 st r, 2 st av *, herhaal van *-* tot er 1 st overblijft en eindig met 1 kant st in RIBBELST. Ga zo verder in boordsteek. Brei bij een hoogte van 4 cm 1 nld recht aan de goede kant en minder TEGELIJKERTIJD 9-11-9-11 (9-10) st gelijkmatig = 25-27-29-31 (33-36) st. Ga verder met rondbreinld 4 mm en brei 1 nld recht aan de verkeerde kant. Brei dan in RIBBELST – zie uitleg boven en brei TEGELIJKERTIJD in STREPEN – zie uitleg boven. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Zet bij een hoogte van 14-17-18-20 (22-25) cm nieuwe st op voor de mouw aan het einde van elke nld aan de goede kant als volgt: 3-5-0-0 (4-5) keer 5 st, 0-0-7-8 (5-7) keer 4 st en dan 1 keer 7-4-5-7 (8-4) st = 47-56-62-70 (81-93) st.
Ga na de laatste meerdering verder in ribbelst en strepen tot get werk 20-24-26-28 (31-35) cm meet. Zet nu de eerste 4-5-6-6 (7-8) st aan het begin van de nld aan de goede kant op 1 hulpdraad voor de hals (brei de st voordat u ze op de hulpdraad zet zodat u de werkdraad niet af hoeft te knippen). Kant dan af aan het begin van elke nld aan de goede kant als volgt: 2 keer 2 st en dan 2-2-2-2 (3-3) keer 1 st = 37-45-50-58 (67-78) st. Ga verder en brei tot het werk 24-28-30-33 (36-40) cm meet.
Plaats 1 markeerder (= midden bovenop de schouder) – MEET NU HET WERK VANAF HIER!
Ga verder in ribbelst en met strepen als hiervoor tot er 1 cm is gebreid vanaf de markeerder maar zet in de laatste nld aan de verkeerde kant 2 nieuwe st op aan het einde van de nld richting de hals. Zet 39-47-52-60 (69-80) st op 1 hulpdraad.

LINKERVOORPAND:
Zet op en brei als het rechtervoorpand maar in spiegelbeeld, dus de boordsteek begint met 2 av na 1 kant st aan de zijkant en eindigt met 2 recht voor 1 kant st middenvoor. Zet nieuwe st op voor de mouw aan het einde van elke nld aan de verkeerde kant en minder voor de hals aan het begin van elke nld aan de verkeerde kant. Zet de 2 nieuwe st richting de hals op aan het einde van de laatste nld aan de goede kant, brei dan 1 nld recht aan de verkeerde kant zodat beide voorpanddelen eindigen na 1 nld recht aan de verkeerde kant.

ACHTERPAND:
Brei de 39-47-52-60 (69-80) st van het linkervoorpand (1e nld = recht aan de goede kant en ga verder in strepen als hiervoor), zet 14-16-18-18 (22-24) nieuwe st op de nld (= hals op het achterpand) en brei de 39-47-52-60 (69-80) st van het rechtervoorpand op dezelfde rondbreinld = 92-110-122-138 (160-184) st.
Ga verder in ribbelst en met strepen. Brei tot een hoogte van 8-8-8-9 (9-9) cm vanaf de markeerder op de schouder (pas zo aan dat het aantal nld en strepen gelijk is aan de voorpanden volgens de markeerders op de schouder) en kant nu af aan het begin van elke nld aan elke kant als volgt: 1 keer 7-4-5-7 (8-4) st, 0-0-7-8 (5-7) keer 4 st en 3-5-0-0 (4-5) keer 5 st in totaal = 48-52-56-60 (64-70) st over op het achterpand. Brei tot het werk 20-24-26-29 (32-36) cm meet vanaf de markeerder op de schouder – pas op de voorpanden aan, dus zorg dat het achterpand eindigt met evenveel strepen als op het voorpand zijn gebreid. Ga verder met rondbreinld 3 mm en naturel en brei 1 nld recht aan de goede kant en meerder TEGELIJKERTIJD 20-20-20-20 (20-22) st gelijkmatig = 68-72-76-80 (84-92) st. Brei volgende nld als volgt aan de verkeerde kant: 1 kant st in ribbelst, * 2 st av, 2 st r *, herhaal van *-* tot er 3 st over zijn en eindig met 2 st av en 1 kant st in ribbelst (aan de goede kant er zijn 2 rechte st aan elke kant naast de kant st). Ga zo verder in boordsteek.
Brei tot de boordsteek 4 cm meet (het hele werk meet ongeveer 24-28-30-33 (36-40) cm) vanaf de markeerder op de schouder en brei dan 1 nld recht (aan de goede kant) over alle st en kant losjes af.

RECHTERVOORBIES:
Neem aan de goede kant ongeveer 42 tot 74 st op langs het rechtervoorpand naast de kant st in ribbelst met rondbreinld 3 mm en naturel. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant. Brei 1 nld recht aan de goede kant en meerder TEGELIJKERTIJD gelijkmatig tot 53-61-65-73 (81-89) st. Brei de volgende nld als volgt aan de verkeerde kant: 1 kant st in ribbelst, * 2 st av, 2 st r *, herhaal van *-* tot er 4 st over zijn en eindig met 2 st av en 2 kant st in ribbelst. Ga zo verder in boordsteek. Maak als de voorbies 1 cm meet in de volgende nld aan de goede kant 4-4-4-5 (5-5) knoopsgaten gelijkmatig verdeeld. 1 knoopsgat = brei 2 st av samen en maak 1 omsl (minder in een av-deel gezien aan de goede kant – dit ziet er het mooist uit). Plaats het bovenste knoopsgat ongeveer 4 cm vanaf de halsrand en het onderste knoopsgat ongeveer 2 cm vanaf de onderkant.
Ga verder en brei tot de voorbies 2½-2½-2½-3 (3-3) cm meet en lant losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht.

LINKERVOORBIES:
Brei als de rechtervoorbies maar maak geen knoopsgaten op de linkervoorbies.

HALSRAND:
Neem aan de goede kant ongeveer 56 tot 78 st op (incl. de st op de hulpdraden) langs de hals (ook over de voorbiezen) met rondbreinld 3 mm en naturel. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant. Brei 1 nld recht aan de goede kant en meerder TEGELIJKERTIJD gelijkmatig tot 68-72-76-80 (88-92) st. Brei de volgende nld als volgt aan de verkeerde kant: 1 kant st in ribbelst, * 2 st av, 2 st r *, herhaal van *-* tot er 3 st over zijn en eindig met 2 st av en 1 kant st in ribbelst. Ga zo verder in boordsteek. Maak als de halsrand 1 cm 1 knoopsgat boven de andere knoopsgaten op de rechtervoorbies.
Brei verder tot de halsrand 2½-2½-2½-3 (3-3) cm meet en kant losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht.

AFWERKING:
Naai zij- en onderarmnaden samen naast de kant st.
Naai de knopen aan.

MOUWRAND:
Neem aan de goede kant ongeveer 34 tot 38 st op aan de onderkant langs de mouw met breinld zonder knop 3 mm en naturel. Brei 1 nld av. Brei 1 nld recht en meerder TEGELIJKERTIJD gelijkmatig tot 40-40-40-44 (48-48) st. Brei dan boordsteek = 2 st r/2 st av. Kant als de mouwrand 4 cm meet losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht.
Herhaal aan de onderkant langs de andere mouw.

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 25-18

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (36)

country flag Randy wrote:

Working the right band. Ribbing . Did row to increase to 61 stitches from RS. Please confirm WS on the return. Is it K1 (P2,K2) until last 4 stitches which are P2 K2. Also, can you write out exactly what I need to do when I flip to RS? Can you use K instead of word garter stitch as I have above. Thank you.

15.08.2023 - 16:39

DROPS Design answered:

Dear Randy, start ribbing from WS as follows: K1, repeat *P2, K2* until 4 sts remain, finish with P2, and K2, from RS work: K2, then repeat *K2, P2* until 3 sts remain, finish with K3 (= K2 for rib + K1 for edge stitch in garter stitch). Happy knitting!

16.08.2023 - 08:56

country flag Randy Komitor wrote:

Me again! Little Darcy Drops jacket size 1-3months working on BACK and up to ribbing. Have 72 stitches, then says from WS ..1 edge in garter then P2 K2. So does this mean K1 for first stitch in row and then P2K2 until 3 remaining and then its P2 and k1 for last stitch. Please confirm! Thanks!!

08.08.2023 - 17:48

DROPS Design answered:

Dar Mrs Komitor, correct, the edge stitches (the first + the last stitch of the row) will be knitted both from right side and from wrong side. Happy knitting!

09.08.2023 - 08:05

country flag Randy Komitor wrote:

Love this pattern and also the people at Drops who answer my questions when I need help!

31.07.2023 - 19:57

country flag Randy Komitor wrote:

On back piece Darcy jacket size 1-3. Binding off Beginning off 4 each row in each side. I assume you are binding off at beginning of row only - not begining AND end. Binding of 4 one time beginning only would be 110 minus 8=102. Then bind off 5.. 5times Rs,WS,RS,WS,RS would give me 25 bound off. 102-25 is 77. I am supposed to wind up with 52. So am I supposed to Bind off 5 stitches beginning of row 5 times on RS AND 5 times on WS which would give me 52 ? Thanks! Baby due Aug 13!

31.07.2023 - 16:05

DROPS Design answered:

Dear Randy, you cast off 4 stitches once at the beginning of a row from the RS and a row from the WS. So in total you cast off 8 stitches. Next, you cast off 5 stitches 5 times at the beginning of rows from both the RS and WS. Following the previous logic, it's 5 rows from the RS and 5 rows from the WS (so 10 rows in total), so you have cast off 50 stitches and not 25. Happy knitting!

31.07.2023 - 18:52

country flag Randy Komitor wrote:

Perhaps you can give me specifics? I need it spelled out. Working neck ofl eft front piece. Are 5 stitches for neck that are placed on holder are worked from RS or WS? I know you have to knit them first before placing on holder. If I put on holder from RS do I COMPLETE row , turn around to WS and thena bind off stitches on every WS. Or, if I place the 5 stitches on hold from the WS . Do I immediately start binding off on the WS row before completing the row. Thanks!

19.07.2023 - 01:01

DROPS Design answered:

Dear Randy, for the left side of the neck, work the whole row from the right side and then slip the first stitches at the beginning of the row from the WS. Complete the row from the WS, work 1 row from the RS and then start to cast off at the beginning of every row from the WS. Happy knitting!

20.07.2023 - 12:29

country flag Randy Komitor wrote:

Darcy baby garter stitch jacket. Thanks for response but still not enough for me as new knitter. Can you write exactly what I’m supposed to do starting with P1 from WS. Don’t even understand if I’m still supposed to do that. Or is now RS. Need directions laid out for left as you have done for right. Love pattern. Grandson due in august and as can see I’m slow!

25.06.2023 - 17:11

DROPS Design answered:

Dear Mrs Komitor, work the same way, ie purl 1 row from WS just as you done for first front piece, work the rib starting from the side (from RS) with P2 after the edge stitch so that you end with K2 before the edge stitch towards mid front. Happy knitting!

26.06.2023 - 08:59

country flag Randy K wrote:

Little Darcy knitted baby jacket in garter stitch. 1) For Left Front Piece says work in reverse. Help! On Right Front Piece after casting on it says P1 row from WS. for Left Front Piece do you knit 1row on the RS? Purl 1 row on RS? Do that row exactly same as Right Front piece, P1 row on the WS , because reverse starts with rib? 2) For the ribbing. On Right front piece first row rib I K1 at beginning (edge?), repeated k2p2, k1 at end(edge?) so now I P1( repeat p2k2) and P1 at end of row?

24.06.2023 - 21:16

DROPS Design answered:

Dear Randy, to work in reverse means that the sleeve will be on the opposite side of the left front piece, compared to the right front piece. For example, in the right front piece you cast on for the sleeve at the end of the right side rows, while on the left front piece you will cast on stitches at the end of wrong side rows. This is also applied to the neck shaping. So you don't need to reverse the actual rows in principle. For the rib, you will always knit the edge stitches but you can work p2k2 instead so that the rib is symmetrical in the middle of the front piece. Happy knitting!

25.06.2023 - 16:13

country flag Anne-Beate Dokken wrote:

Hvordan er det best og sy denne sammen som er strikket i to farger. Takk for fine nettsider.

27.10.2022 - 10:55

DROPS Design answered:

Hej Anne-Beate, se videoerne nederst i opskriften, vi har en som hedder "Hvordan sy sammen i rille"

27.10.2022 - 13:25

country flag Kerryn wrote:

Hello, I’m confused about where to place the marker “mid shoulder” and if I then knit from the marker to the end of the sleeve or the other direction to the neck line for 1 cm. This is for the right hand front piece. I’m fairly new to knitting and would appreciate your help as I don’t want to mess it up. Thank you so much, Kerryn

11.01.2022 - 21:52

DROPS Design answered:

Dear Kerryn, insert this marker in the middle of the row (maybe somewhat more towards shoulder than towards sleeve edge), this marker will be the top of shoulder and will be used to measure back piece matching front piece. Hope it will help, happy knitting!

12.01.2022 - 07:25

country flag Rose-Marie Ohlson wrote:

Little Darcy, randig stickad babykofta Fram och bakstycken på koftan är lika breda innan man stickar till 2,5 cm framkanter. Det blir inte bra när koftan ska knäppas.

26.08.2021 - 17:08