DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 0.85 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 6.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 153-23
DROPS design: Model nr. w-527
Garengroep C
-----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS PARIS van Garnstudio
400-400-450-500-550-600 gr. kleur nr. 30, denimblauw

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (60 of 80 cm) 5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 0.85 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 6.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1-A.2. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.
----------------------------------------------------------

GILET:
De werk wordt heen en weer gebreid van boven naar beneden.

LINKERACHTERPAND/SCHOUDER:
Wordt heen en weer gebreid op de nld.
Zet 24-26-28-30-36-40 st op met rondbreinld 5 mm en Paris. Brei in de 1e nld (= aan de goede kant) 3 st in RIBBELST – zie uitleg boven, 14-16-18-20-26-30 st in tricotst en eindig met 7 st in ribbelst (= richting de hals). Brei zo 3 cm in patroon en pas zo aan dat de laatste nld aan de goede kant is. Laat het werk rusten en brei rechterachterpand/schouder.

RECHTERACHTERPAND/SCHOUDER:
Brei als linkerachterpand maar in spiegelbeeld.

Voeg nu de achterpanden samen als volgt aan de verkeerde kant: Brei over het rechterachterpand als hiervoor, zet 20-20-24-26-26-26 st op tussen rechterachterpand en linkerachterpand, brei over het linkerachterpand als hiervoor = 68-72-80-86-98-106 st op de nld. Brei in de volgende nld aan de goede kant 3 st in ribbelst, 14-16-18-20-26-30 st in tricotst, 34-34-38-40-40-40 st in ribbelst (over de 7 st in ribbelst aan elke kant op het achterpand en over de nieuwe 20-20-24-26-26-26 st), brei 14-16-18-20-26-30 st in tricotst en eindig met 3 st in ribbelst. Herhaal deze nld nog een keer en brei dan in tricotst met 3 st in ribbelst aan elke zijkant tot het werk 18-19-20-21-22-23 cm meet. Pas zo aan dat de laatste nld aan de verkeerde kant. Laat het werk rusten en brei de voorpanddelen.

RECHTERVOORPAND:
Wordt heen en weer gebreid op de nld.
Zet 24-26-28-30-36-40 st op met rondbreinld 5 mm en Paris. Brei als volgt aan de goede kant: Brei 3 st in ribbelst, 14-16-18-20-26-30 st in tricotst en eindig met 7 st in ribbelst (= richting de hals). Brei zo 2 cm in patroon. Meerder dan aan de goede kant met 1 omsl voor de 7 st in ribbelst, brei de omsl gedraaid in de volgende nld, Herhaal dit meerderen elke 2 cm nog 7-7-8-8-9-9 keer = 32-34-37-39-46-50 st op de nld. Laat bij een hoogte van 18-19-20-21-22-23 cm het werk rusten. Pas zo aan dat de laatste nld aan de verkeerde kant is. Brei het linkervoorpand.

LINKERVOORPAND:
Brei als het rechtervoorpand maar in spiegelbeeld.

LIJF:
Nu zet alle st op dezelfde nld. Brei de st als hiervoor en zet TEGELIJKERTIJD 8-8-8-10-10-10 st op tussen linkervoorpand en linkerachterpand en 8-8-8-10-10-10 st tussen rechterachterpand en rechtervoorpand = 148-156-170-184-210-226 st op de nld.

Brei in de volgende nld aan de verkeerde kant als volgt: Brei 7 st in ribbelst, 22-24-27-29-36-40 st in tricotst, 14-14-14-16-16-16 st in ribbelst (over de 3 st in ribbelst aan elke kant en de 8-8-8-10-10-10 nieuwe st), 62-66-74-80-92-100 st in tricotst (= achterpand), 14-14-14-16-16-16 st in ribbelst (over de 3 st in ribbelst aan elke kant en de 8-8-8-10-10-10 nieuwe st), 22-24-27-29-36-40 st in tricotst, eindig met 7 st in ribbelst. Herhaal deze nld nog 1 keer. Brei dan in tricotst met 7 st in ribbelst aan elke kant van het werk en ga TEGELIJKERTIJD verder met meerderen aan elke kant (voor/na de 7 st in ribbelst) elke 2 cm op het voorpand nog 2-2-3-4-3-3 keer (= 10-10-12-13-13-13 keer meerderen in totaal) = 152-160-176-192-216-232 st op de nld. Als het meerderen voor de hals klaar is, meet het werk ongeveer 20-20-24-26-26-26 cm. Knip de draad af.

Brei dan als volgt aan de goede kant: zet 3 st op, brei 1 st in ribbelst, brei A.1 (= 6 st) over de volgende 6 st in ribbelst, brei in tricotst tot er 7 st over zijn, A.2 (= 6 st) over de volgende 6 st, 1 st in tricotst, zet 3 st op = 158-166-182-198-222-238 st op de nld. A.1/A.2 verschuift 1 st naar middenachter elke nld aan de goede kant tot het werk klaar is. Brei in de volgende nld aan de verkeerde kant als volgt: 2 st in ribbelst, 1 st av, 1 st r (= voorbies), patroon en tricotst als hiervoor tot er 4 st over zijn, 1 st r, 1 st av, 2 st in ribbelst (= voorbies). Brei in de volgende nld (= aan de goede kant) de voorbies als volgt: 2 st in ribbelst, 1 st r, 1 st av, patroon en tricotst als hiervoor tot er 4 st over zijn, 1 st av, 1 st r, 2 st in ribbelst. Herhaal deze 2 nld over de voorbies tot het werk klaar is en ga TEGELIJKERTIJD verder met A.1/A2 en tricotst als hiervoor. LET OP: meerder in de 5e nld van A.1/A.2 1 st (= 2 st gemeerderd) - zie telpatroon = 160-168-184-200-224-240 st op de nld. Meerder maar 1 keer in A.1/A.2, ga dan verder met kabels over 4 st volgens een na laatste nld van A.1/A.2.Plaats bij een hoogte van 25-25-29-31-31-31 cm 2 markeerders in het werk als volgt: brei 41-43-47-51-57-61 st als hiervoor, plaats de 1e markeerder IN de volgende st die u breit, brei 76-80-88-96-108-116 st als hiervoor, plaats de 2e markeerder IN de volgende st die u breit en brei dan de overgebleven 41-43-47-51-57-61 st als hiervoor. Meerder dan in de volgende nld aan de goede kant bij elke markeerder als volgt: brei als hiervoor tot de st met de markeerders, 1 omsl, 1 st r (= st met markeerder), 1 omsl (= 4 st gemeerderd). Brei de omsl gedraaid in de volgende nld. Herhaal dit meerderen elke 11-7-7-7-13-8 cm nog 3-5-5-5-3-5 keer aan elke kant = 176-192-208-224-240-264 st op de nld. Brei in ribbelst, tricotst en in patroon A.1/A.2 tot het werk 59-61-63-65-67-69 cm meet. Brei 1 ribbel in ribbelst over alle st. Kant alle st af.

GEDRAAID KOORD:
Knip 2 draden van 3 meter elk, draai de draden om elkaar heen tot ze gaan krullen, vouw ze dubbel en laat ze nu om elkaar heen krullen. Leg een knoopje in een uiteinde en bevestig het andere uiteinde in het eerste gaatje aan de bovenkant van A.1. Maak nog een gedraaid koord en bevestig dit in het eerste gaatje aan de bovenkant van A.2.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 13.03.2014
LET OP: meerder in de 5e nld van A.1/A.2 1 st (= 2 st gemeerderd) - zie telpatroon = 160-168-184-200-224-240 st op de nld. Meerder maar 1 keer in A.1/A.2, ga dan verder met kabels over 4 st volgens een na laatste nld van A.1/A.2.Plaats bij een hoogte van 25-25-29-31-31-31 cm...

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = 3 st gedraaid r samen
symbols = 3 st r samen
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = zet 2 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 st r, 2 st r van de kabelnld
symbols = zet 2 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 2 st r, 2 st r van de kabelnld
symbols = zet 2 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 1 st r, 1 omsl, 2 st r van de kabelnld
symbols = zet 2 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 1 st r, 1 omsl, 2 st r van de kabelnld
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 153-23

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (34)

country flag Giulia Cuzzi wrote:

Gentilissimi, ho lavorato i primi 12 ferri del diagramma A1/A2. Ora però non capisco come procedere. Devo ripetere solo gli ultimi due ferri? O tutta la serie? Grazie.

18.04.2024 - 17:12

country flag Kerstin wrote:

Hej! Nu har jag stickat de 12 varven i diagrammet en gång och min fråga är : ska jag börja om på varv 1 i diagrammet eller bara sticka varv 11 och 12?

26.02.2024 - 18:13

DROPS Design answered:

Hei Kerstin. Du gjentar hele diagrammet (A.1 / A.2). mvh DROPS Design

04.03.2024 - 10:35

country flag Lise Nielsen wrote:

Hej! Jeg har stadig ikke fået et svar på mit spørgsmål fra den 30. maj 2022. Vil I være sød og svare på det? Tak, Lise

12.07.2022 - 14:55

DROPS Design answered:

Hej Lise. Beklagar det, det är för att du har lagt den som "kommentar" och inte "spørgsmål". Ja du ska alltså inte öka mer än en gång och det gör du på p 5, efter det fortsätter snoningerne över 4 maskor hela tiden. Mvh DROPS Design

13.07.2022 - 14:10

country flag Lise Nielsen wrote:

Hej! Der står: OBS: På 5.p i A.1/A.2 tages der 1 m ud (= 2 nye m) - se diag = 160-168-184-200-224-240 m på p. Der tages kun ud 1 gang i A.1/A.2, derefter fortsætte snoningerne over 4 m som vist på næst sidste p i A.1/A.2. Vil det sige, at når man har strikket de første 12 pinde med mønster A1/A2, skal man starte ved række 1 igen og strikke de samme 12 pinde mønster igen, på nær pind 5, som man skal strikke som pind 11 ? På forhånd tak for svar.

30.05.2022 - 11:21

country flag Patricia Hölzle wrote:

Guten Tag gibt es auch ein Foto von der Rückansicht?? Besten Dank Freundliche Grüsse Patricia

23.03.2022 - 07:31

DROPS Design answered:

Liebe Frau Hölzle, sowas haben wir leider nicht und diese Jacke haben wir auch nicht mehr; aber der Rückenteil wird einfach glatt rechts (mit den krausrechten Maschen beidseitig, wie beschrieben) gestrickt, dh ohne Zopf. Viel Spaß beim stricken!

23.03.2022 - 07:53

country flag Anne-Marie Silven wrote:

Hej, jag kämpar på med västen och har en fråga under rubriken "Fram- och bakstycke", en bit in i stycket står det OBS: på 5:e v i A1/A2 ökas det 1m......se idag. Ok, tittar i diagrammet, där ser det ut som det ska ökas 3 maskor ( 3 omslag). Om jag nu ska öka enbart 1 maska på 5:e varvet, varför är det inte ändrat i diagrammet? Och var ska den ökningen vara i såfall? Mvh Anne-Marie S

05.04.2021 - 00:43

DROPS Design answered:

Hej Anne-Marie, den er tegnet ind i diagrammet, det er det midterste omslag som er økningen, de to andre udligner de 3 masker som strikkes sammen. God fornøjelse!

28.04.2021 - 14:31

country flag Anne-Marie wrote:

Hej igen, tack för svar 23 Mars. Men jag undrar igen över framkanten på västen, alltså den långa framkanten under den tvinnade snodden hela vägen ned. Se bilden där kvinnan håller sin hand, den kanten ser ut som den består av enbart tre eller fyra räta maskor till skillnad mot framkanten högst upp som består av 7 maskor helt klart. Läst beskrivningen flera gånger men fattar inte hur det kan vara 7 maskor hela vägen ner. Kan du förklara igen ,tack Mvh Anne-Marie S ilven

25.03.2021 - 08:33

DROPS Design answered:

Hej Anne-Marie, du strikker 7 kantmasker til arbejdet måler 20-20-24-26-26-26 cm. Så står det: Klipp av tråden. Sedan stickas det så här från rätsidan: Lägg upp 3 m, sticka 1 m rätst, sticka A.1 (= 6 m) över de 6 nästa rätst m, sticka slätst tills det återstår 7 m, A.2 (= 6 m) över de nästa 6 m, 1 m rätst, lägg upp 3 m = 158-166-182-198-222-238 m på st. Lycka till :)

25.03.2021 - 09:24

country flag Anne-Marie Silven wrote:

Hej, jag undrar om framkanterna består av 3 räta maskor?\r\nMvh Anne-Marie

21.03.2021 - 15:22

DROPS Design answered:

Hej Anne-Marie, nej forkanten består af 7 masker som strikkes ret på hver pind. God fornøjelse!

23.03.2021 - 13:48

country flag Madlenka wrote:

Jak píše Bea z Německa přede mnou - v té páté řadě je to nějaké divné, jedu přesně podle návodu a vzniká mi tam takový divný zub, vnější řada dírek není souvislá, ale poskočí směrem ven, a ve vnitřní řadě dírek je mezi třetí a čtvrtou dírkou nějak moc nití. A mám na jehlici o dvě očka méně, než se píše v návodu. Zdá se mi divné, že v ř. 5 i v ř. 7 vzoru A.1 a A.2 jsou mezi okrajem a nahozením shodně dvě oka.

09.01.2021 - 05:15

country flag Bea wrote:

DIe Reihe 5 im Mustersatz A1 und 2 ist mir unklar: Dass auf jeden Fall eine Zunahme zu viel ist an der Stelle, ist klar. Aber welcher Umschlag fällt denn nun weg? Bzw. wieso sollen zwei Zunahmen des Diagramm jeweils bei A1 und A2 wegfallen (so jedenfalls nach der Angabe der Gesamtzahl der Maschen)?

03.01.2021 - 23:28

DROPS Design answered:

Liebe Bea, stricken Sie genau wie im Diagram beschrieben = es sind 3 Umschläge und 2 Abnahmen = 1 Masche wird zugnommen. A.1 = 2 re, 1 Umschlag, 2 M auf eine Hilfsnadel hinter die Arb legen, 1 re, 1 Umschlag, 2 re von der Hilfsnadel, 1 Umschlag, 3 M re verschränkt zs. A.2 = 3 M re zs, 1 Umschlag, 2 M auf eine Hilfsnadel vor die Arb legen, 1 re, 1 Umschlag, 2 re von der Hilfsnadel, 1 Umschlag, 2 M re. Viel Spaß beim stricken!

05.01.2021 - 10:06