DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
DROPS SS24

Little Treasure

Baby set van BabyMerino en Cotton Viscose bestaande uit een jasje, pakje, sokken en een muts. Maat 0/3 - 12/18 maanden. Thema: babydeken

DROPS Children 9-25
Maat: 0/3-6/9-12/18 maanden
Maat in cm: 50/56-62/68-74/80.

Materiaal voor de hele set:
Materials: DROPS Baby Merinofrom Garnstudio
Kleur nr. 02 naturel 300-350-350 gram
DROPS Cotton Viscose van Garnstudio
Kleur 02 naturel 50-50-50 gram

Het patroon voor de deken vind u in dit boek onder patroon nummer 26.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g

Instructies voor het patroon

JASJE:
Borstomvang: 52-60-68 cm.
Hele lengte: 26-28-31 cm.
Mouwlengte: 19-21-22 cm.

DROPS rondbreinaalden en breinaalden zonder knop 2.5 mm.
DROPS haaknaald 2.5 mm.
DROPS Konijnenknoop, nr 570: 4 stuks.

Stekenverhouding: 26 st x 35 nld in tricotsteek op naalden 2.5 mm = 10 x 10 cm.

Patroon: Zie telpatronen. (1 telpatroon = 1 herhaling). De goede kant van het patroon is weergegeven. Volg voor het afkanten in de rondte de aanwijzingen per maat.

Rand-1: 3 nld tricotsteek met Baby Merino, ga verder met Cotton Viscose, brei 1 naald tricotsteek, brei de volgende naald op de GOEDE KANT: * 2 st r samenbreien, omslag*, herhaal van *-* (= vouwrand, meet het werk vanaf hier!), 1 naald tricotsteek. Ga verder met Baby-Ull, brei 3 nld tricotsteek.

Rand-2: Brei met Baby Merino als volgt: 3 nld tricotsteek, 1 naald averecht op de GOEDE KANT, brei 3 nld tricotsteek. Kant alle st af.

Ribbelsteek, heen en weer gebreid: alle naalden recht.

Boordsteek: * 1 recht, 1 averecht*. Herhaal van * - *.

Gerstekorrel (bij een even aantal steken):
Naald 1: * 1 r, 1 av*
Naald 2: * 1 av, 1 r*
Herhaal naald 1 en 2

JASJE:
Achterpand en voorpand: Worden heen en weer gebreid op de rondbreinaald van middenvoor naar middenvoor. Zet 137-157-177 st op (incl 1 kant st aan iedere kant middenvoor) op rondbreinaalden 2.5 mm met Baby Merino. Brei Rand-1 - zie uitleg boven, brei de kant st steeds in ribbelsteek. Brei na Rand-1, M.3 en ga dan verder in M.2. Denk om de stekenverhouding! Brei bij een hoogte van 14-15-17 cm de volgende naald als volgt: 31-36-41 st voorpand, kant 8 st af voor het armsgat, 59-69-79 st achterpand, kant 8 st af voor het armsgat, 31-36-41 st voorpand. Laat het werk rusten.

Mouw: Zet 38-38-40 st op met breinaalden zonder knop 2.5 mm met Baby Merino en brei in de rondte. Brei Rand-1. Brei na de rand M.3, meerder tegelijkertijd 2-2-4 st gelijkmatig verdeeld over de naald = 40-40-44 st. Ga na M.3 verder met M.2 , meerder tegelijkertijd 2 st midden onder de arm 6-9-9 keer als volgt:
Maat 0/3 maanden: iedere 10e naald.
Maat 6/9 en 12/18 maanden: Iedere 8e naald
= 52-58-62 st. Kant bij een hoogte van 19-21-22 cm 8 st af midden onder de arm = 44-50-54 m. Laat het werk rusten.

Pas: Zet de mouwen op dezelfde rondbreinaald als het jasje waar 8 st zijn afgekant voor de armsgaten = 209-241-269 st (incl 1 kant st aan iedere kant middenvoor). Ga verder in patroon M.1 en minder volgens het telpatroon met de kant st in ribbelsteek. Brei de eerste naald van het telpatroon als volgt:
Maat 0/3 maanden: meerder 3 st gelijkmatig verdeeld over de naald = 212 st.
Maat 6/9 maanden: meerder 3 st gelijkmatig verdeeld over de naald = 244 st.
Maat 12/18 maanden: meerder 3 st gelijkmatig verdeeld over de naald = 266 st.

Zet als er nog 9 nld te breien zijn van M.1, 1 5-7-8 st aan iedere kant middenvoor op een hulpdraad voor de hals. Ga verder met het op een hulpdraad zetten van steken om de naald: 2 keer 2 st, 2 keer 1 st. Zet na M.1 de steken van de hulpdraden weer op de naald. Brei 1 naald tricotsteek en minder tegelijkertijd gelijkmatig naar = 64-70-74 st.
Kraag: = 64-70-74 st op naald. Brei 1 cm boordsteek– zie uitleg boven – met Baby Merino. Ga verder en brei zo dat de goede kant de kant is die je ziet als de kraag naar beneden gevouwen ligt. Brei 3 nld ribbelsteek – met 3 st gerstekorrel aan iedere kant middenvoor – meerder tegelijkertijd 12-16-12 st gelijkmatig verdeeld over de laatste naald = 76-86-86 st. Brei dan 11 nld van M.2 – ga verder met 3 st gerstekorrel aan iedere kant. Brei dan 4 nld gerstekorrel over alle st, kant dan alle st af.

Afwerking: Vouw de onderranden onderaan het jasje en de mouwen dubbel naar de VERKEERDE KANT en zet ze vast. Naai de openingen onder de mouwen dicht.
Voorbies: Neem ongeveer 60-76 st op langs de rechter voorbies – in de kant st – met naalden 2.5 mm en Baby Merino. Brei Rand-2 – zie uitleg boven. Herhaal dit langs de linker voorbies. Vouw de randen naar de VERKEERDE KANT dubbel en zet ze vast.

Gehaakte rand: Haak vasten langs de kraag met Cotton Viscose op haaknaald 2.5 mm - start aan de onderkant van de linker voorbies, haak in de av st (= vouwrand), ga verder langs de kraag en naar beneden langs de rechter voorbies – haak op de rechter voorbies 4 knoopsgaten verdeeld over de bovenste 10-11-12 cm. Een knoopsgat = 3 l, maak vast met 1 v 1 cm lager. Naai de knopen aan.




KRUIPPAKJE:
Maat: 0/3-6/9-12/18 maanden
Maat in cm: 50/56-62/68-74/80.

Borstomvang: 52-60-68 cm.
Hele lengte: 26-28-31 cm.
Mouwlengte: 19-21-22 cm.

DROPS rondbreinaalden en breinaalden zonder knop maat 2.5 mm.
DROPS haaknaald 2.5 mm.
DROPS Konijnenknoop, nr 570: 4 stuks.

Stekenverhouding: 26 st x 35 nld op naalden 2.5 mm in tricotsteek = 10 x 10 cm.

Patroon: Zie telpatronen. (1 telpatroon = 1 herhaling). De goede kant van het patroon is weergegeven.

Rand: 3 nld tricotsteek met Baby Merino, ga verder met Cotton Viscose, brei 1 naald tricotsteek, brei volgende naald als volgt gezien vanaf de GOEDE KANT: * 2 st r samenbreien, omslag *, herhaal van *-* (= vouw kant), 1 naald tricotsteek. Ga verder met Baby Merino, Brei 3 nld tricotsteek.

Boordsteek: * 1 recht, 1 averecht*. Herhaal van * - *.

Linkerpijp: Zet 42-46-52 st op met breinaalden zonder knop 2.5 mm en Baby Merino en brei in de rondte; plaats een markeerdraad waar de eerste en de laatste steek samenkomen.
Brei de rand – zie uitleg boven. Brei na de rand M.3, meerder 20 st gelijkmatig verdeeld over de eerste naald = 62-66-72 st. Ga verder in tricotsteek met Baby Merino en meerder tegelijkertijd 2 st; 1 st aan iedere kant van de markeerdraad: 11-13-13 keer iedere 5 nld = 84-92-98 st. Denk om de stekenverhouding! Splits het werk bij een hoogte van 17-19-22 cm (gemeten vanaf de gaatjesrand = vouwrand) aan de binnenkant van de pijp en brei verder heen en weer op de naalden (= split – om het makkelijker te maken straks twee pijpen samen te breien op de rondbreinaald). Meerder 1 st aan iedere kant als naadtoeslag (1 kant st aan iedere kant) = 86-94-100 st. Kant bij een hoogte van 18-20-23 cm 5 st af aan iedere kant. Laat het werk rusten.

Rechterpijp: Brei als de linker.

Broek: Zet beide pijpen op dezelfde rondbreinaald = 152-168-180 st. Ga verder in tricotsteek – meerder tegelijkertijd in de eerste naald 1 st middenachter aan iedere kant van de twee middelste st en minder 1 st middenvoor aan iedere kant van de twee middelste st. Meerder dan middenachter als volgt: 8 keer om de naald en minder middenvoor als volgt: 8 keer om de naald = 152-168-180 st.

Brei bij een hoogte van 37-46-51 cm de volgende naald als volgt:
Maat 0/3 maanden: minder 2 st gelijkmatig verdeeld over de naald.
Maat 6/9 maanden: meerder 2 st gelijkmatig verdeeld over de naald.
Maat 12/18 maanden: geen meerderingen of minderingen.
= 150-170-180 st op de naald.

Brei 3 cm boordsteek – zie uitleg boven. Ga dan verder met M.2 (zorg dat het eerste averecht gebreide ruitje middenvoor komt). Brei bij een hoogte van 42-51-56 cm de volgende naald als volgt: Kant 3 st af voor het armsgat, brei 69-79-84 st voorpand, kant 6 st af voor het armsgat, brei 69-79-84 st achterpand, kant 3 st af voor het armsgat. Brei het voorpand en achterpand apart verder.

Voorpand: = 69-79-84 st. Ga verder in M.2 en kant tegelijkertijd aan iedere kant af voor de armsgaten om de naald: 2 keer 2 st, 3 keer 1 st = 55-65-70 st. Kant bij een hoogte van 46-55-60 cm de middelste 13-15-18 st af voor de hals en minder voor de hals om de naald: 2 keer 2 st, 3 keer 1 st = 14-18-19 st over voor iedere schouder. Brei bij een hoogte van 52-62-68 cm 2 nld ribbelsteek en kant dan alle st af.

Achterpand: = 69-79-84 st. Kant af voor de armsgaten als beschreven bij het voorpand. Brei tot een hoogte van 50-60-66 cm, kant de middelste 21-23-26 st af voor de hals en minder voor de hals om de naald: 1 keer 2 st, 1 keer 1 st = 14-18-19 st over voor iedere schouder. Brei bij een hoogte van 52-62-68 cm 1 cm boordsteek en kant dan alle st af.

Afwerking: Neem ongeveer 64-74 st op de naald langs het rechter armsgat op rondbreinaalden 2.5 mm met Baby Merino (vanaf de schouder naar het armsgat naar de andere schouder), brei de rand heen en weer op de naalden, kant alle st af. Herhaal langs het linker armsgat. Neem ongeveer 50-70 st op langs de hals op het voorpand met naalden 2.5 mm en Baby-Ull, brei de rand heen en weer op de naalden, kant dan alle st af. Neem ongeveer 32-40 st op langs de hals op het achterpand met rondbreinaalden 2.5 mm met Baby Merino, brei de rand heen en weer op de naalden, kant alle st af. Naai de split samen aan de binnenkant van iedere pijp in de de afgekante st, naai dan de opening tussen de pijpen samen van middenvoor naar middenachter. Vouw alle randen dubbel naar de VERKEERDE KANT en naai ze vast. Haak met haaknaald maat 2.5 mm en Baby Merino de bovenkant van iedere schouder op het voorpand als volgt: 1e naald: v. 2e naald: v met twee knoopsgaten gelijkmatig verdeeld (1 knoopsgat = 3-4 l, zet ze 1 cm verder vast met 1 v in de volgende v). Naai de knopen aan.




SOKKEN:
Maat: 0/3- 6/9- 12/18 maanden
Voetlengte in cm: 10-11-12 cm.

DROPS breinaalden 2.5 mm

Stekenverhouding: 26 st x 35 naald op naalden 2.5 mm in tricotsteek = 10 x 10 cm.

Patroon: Zie telpatronen. (1 telpatroon = 1 herhaling). De goede kant van het patroon is weergegeven.
Rand: 3 nld tricotsteek met Baby Merino, ga verder met Cotton Viscose, brei 1 naald tricotsteek, brei volgende naald als volgt gezien vanaf de GOEDE KANT: * 2 st r samenbreien, omslag *, herhaal van *-* (= vouw kant), 1 naald tricotsteek. Ga verder met Baby Merino, Brei 3 nld tricotsteek.

Boordsteek: * 1 recht, 1 averecht*. Herhaal van * - *.

Ribbelsteek, heen en weer gebreid: alle naalden recht.

Zet 36-36-42 st op met naalden 2.5 mm en Baby Merino. Brei de rand – zie uitleg boven – heen en weer op de naald van middenachter naar middenachter. Brei na de rand M.3, brei dan M.4, en brei dan 11 nld van M.2. Het werk is nu ongeveer 7.5 cm hoog (gemeten vanaf de vouwrand). Brei 2 nld boordsteek, brei dan de volgende naald als volgt: * 2 st r samenbreien, omslag *, herhaal van *-*. Brei 2 nld boordsteek.

Zet 13-13-14 st aan iedere zijkant van het werk op een hulpdraad. Brei M.2 over de middelste 10-10-14 st 5-6-7 cm. Zet de st van de hulpdraden terug op de naald en neem tegelijkertijd 13-16-18 st op aan iedere zijkant van het middelste deel = 62-68-78 st op de naald. Brei 3-4-4 cm ribbelsteek over alle st – kant tegelijkertijd na 2-2.5-2.5 cm af om de naald: 1 st aan het begin en einde van de naald - brei tegelijkertijd 2 st samen aan iedere kant van 2 middelste st. Brei en minder zo nog 3-4-4 cm verder. Kant af en naai de naad onder voet en middenachter met matras st in de buitenste lusjes van de buitenste st. Vouw de bovenrand dubbel naar de VERKEERDE KANT en naai de rand vast.

Maak een koordje voor in de sokken: Knip 1 hulpdraad van Cotton Viscose van ongeveer 240 cm. Vouw het dubbel. Laat een vriend het uiteinde vasthouden en draai de draad in de lengte tot hij op gaat krullen. Vouw de draad dubbel en maak aan iedere kant een knoopje (koordje = ongeveer 50 cm lang), haal de hulpdraad door de gaatjesrij op enkelhoogte. Maak nog een koordje voor de tweede sok.




MUTS:
Maat: 0/3- 6/9- 12/18 maanden
Hoofdomtrek in cm: 41-45-48 cm.

DROPS breinaalden 2.5 mm

Stekenverhouding: 26 st x 35 nld op naalden 2.5 mm in tricotsteek = 10 x 10 cm.

Patroon: Zie telpatronen. (1 telpatroon = 1 herhaling). De goede kant van het patroon is weergegeven.

Rand: 3 nld tricotsteek met Baby Merino, ga verder met Cotton Viscose, brei 1 naald tricotsteek, brei de volgende naald als volgt gezien vanaf de GOEDE KANT: * 2 st r samenbreien, omslag *, herhaal van *-* (= vouw kant), 1 naald tricotsteek. Ga verder met Baby Merino, Brei 3 nld tricotsteek.

Ribbelsteek, heen en weer gebreid: alle naalden recht.

De muts wordt heen en weer gebreid op de naalden langs het gezicht en naar de achterkant en later aan elkaar genaaid middenachter. Zet 73-83-87 st op (incl 1 kant st aan iedere kant) met naalden 2.5 mm en Baby Merino en brei de rand –zie uitleg boven – maar brei de kant st steeds in ribbelsteek. Brei na de rand M.2, brei dan 3 nld tricotsteek en 2 nld averechte tricotsteek. Ga verder met M.2 tot een hoogte van 11-13-14 cm gemeten vanaf vouwrand.

Brei de volgende naald als volgt: 1 kant st, * 1 st recht, 2 st r samenbreien *, herhaal van *-*, eindig met 1 kant st = 50-56-59 st. Brei 4 nld tricotsteek.
Brei de volgende naald als volgt: 1 kant st, * 1 st recht, 2 st r samenbreien *, herhaal van *-*, eindig met 1 kant st = 34-38-40 st. Brei 4 nld tricotsteek.
Brei volgende naald als volgt: 1 kant st, * 1 st recht, 2 st r samenbreien *, herhaal van *-*, eindig met 1 kant st = 24-26-28 st. Brei 4 nld tricotsteek.
Brei st samen twee bij twee in de volgende naald (niet de kant st) = 13-14-15 st. Haal een dubbele hulpdraad door deze st en bind de uiteinden samen en zet ze vast.

Afwerking: Naai de muts samen vanaf de samengebonden st middenachter en 4 cm naar beneden richting de hals – naai in de kant st. Vouw de rand voor dubbel naar de VERKEERDE KANT en zet de rand vast. Neem ongeveer 52-62 st op langs de onderkant (in de kant st) met naalden 2.5 mm en Baby Merino. Brei 2 cm tricotsteek, kant dan af = tunnel. Vouw de tunnel samen naar de VERKEERDE KANT en naai de tunnel vast (laat een klein stukje open om straks het koord door te halen). Maak een koordje voor door de tunnel: Knip 1 hulpdraad van Cotton Viscose van ongeveer 3 m. Vouw het dubbel. Laat een vriend het uiteinde vasthouden en draai de draad in de lengte tot hij op gaat krullen. Vouw de draad dubbel en maak aan iedere kant een knoopje (koordje = ongeveer 60 cm lang), haal de hulpdraad door de tunnel.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 03.03.2006
Vestje mouw: Mouw: Zet 38-38-40 st op met breinaalden zonder knop 2.5 mm met Baby-Ull en brei in de rondte. Brei Rand-1. Brei na de rand M.3, meerder tegelijkertijd 2-2-4 st gelijkmatig verdeeld over de naald = 40-40-44 st.

Telpatroon

symbols = Baby Merino: recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = Baby Merino: averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = Cotton Viscose: recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = haal 1 steek van de naald af terwijl u tegelijkertijd de draad waar u me werkt aan de goede kant van het werk houdt
symbols = 2 recht samen
symbols = 2 recht samen, 1 omslag
symbols = M.1 is maat 0/3 maand, M.1b is maat 6/9 maand, M.1c is maat 12/18 maanden
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Children 9-25

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (26)

country flag Patricia Moody wrote:

Are the legs of the jumper knitted in the round before putting both legs on one circular needle?

03.02.2023 - 17:21

DROPS Design answered:

Dear Patricia, yes, each leg is worked in the round in double pointed needles and afterwards they are joined in the same circular needle and worked together. Happy knitting!

05.02.2023 - 23:54

country flag Anne Assentorp wrote:

Jeg strikker huen i den mindste størrelse og efter hver indtagnings omgang skal der strikkes 4 p glat. Så er man jo på vrangen til næste indtagnings omgang. Vil det sige at man ikke skal gøre som der står, men strikke 1 vrang, 2 vrang sammen eller...strikke 3 eller5 p glat istedet, så man kun tager ind fra retten?? Mvh Anne

03.09.2022 - 14:36

DROPS Design answered:

Hei Anne. Du kan gjøre som du skriver, 3 eller 5 pinner glattstrikk. Så får du strikket maskene sammen fra retten :) mvh DROPS Design

05.09.2022 - 13:01

country flag Irmeli Myllymäki wrote:

Hei Miksi Suomenkielisessä ohjeessa ei ole neuleen kuvia tai mittoja. Myös mallineuleen ohje puutuu

15.08.2022 - 17:36

country flag Irmeli Myllymäki wrote:

Hei Miksi Suomenkielisessä ohjeessa ei ole neuleen kuvia tai mittoja. Myös mallineuleen ohje puutuu

15.08.2022 - 17:32

DROPS Design answered:

Hei, nyt piirrokset avautuvat.

22.08.2022 - 17:32

country flag Irmeli wrote:

Hei Miksi suomenkielisessä ohjeessa ei ole neuleiden kuvia eikä mittoja. Myös kuvioneuleeseen ohje puuttuu?

03.08.2022 - 18:59

country flag Frouwkje wrote:

Hallo. In de nederlandse beschrijving van het mutsje staat de zin "Brei na de rand M.2, brei dan 3 nld tricotsteek en 2 nld averechte tricotsteek." Ik ken wel tricotsteek maar wat is averechte tricotsteek? Ik heb het ook gegoogeld maar ik kan het nergens vinden! Alvast bedankt!

24.05.2022 - 14:55

DROPS Design answered:

Dag Frouwkje,

Averechte tricotsteek is averecht aan de goede kant en recht aan de verkeerde kant.

27.05.2022 - 08:50

country flag Helle Hyldgaard wrote:

Hej Kunne det evt være muligt at garnmængde kunne skrives ved hver del. Jeg vil nemlig gerne strikke i forskellige farver og det er lidt svært når der kun står samlet garnmængde for hele sættet. Pfh.

20.04.2021 - 11:37

DROPS Design answered:

Hej Helle, Det har vi desværre ingen information om. Men her finder du lidt andre trøjer i DROPS Baby Merino som du kan sammenligne med: Baby - DROPS BabyMerino - Jakker

22.04.2021 - 09:52

country flag Penelope Hamp wrote:

What yarn weight dies this pattern require please - 4ply???

10.02.2019 - 12:46

DROPS Design answered:

Dear Penelope, this pattern uses Baby Merino yarn, which is 175 m / 50 gramm balls. That is ever so slightly thicker than the average sockyarn, so it falls into the sportweight category, and the DROPS yarn group A. I hope this helps. Happy Knitting!

11.02.2019 - 03:19

country flag Ingrid wrote:

Hei! Er det mulig å legge ut et bilde av kysa slik at man ser litt mer av den? Nå ser man kun kanten på den framfra.

01.03.2017 - 21:48

DROPS Design answered:

Hej Ingrid, vi har desværre ikke flere billeder af kysen, vi håber du klarer dig med billedet i vuggen. God fornøjelse!

02.03.2017 - 09:11

country flag Judith Bunge-schuknecht wrote:

Ich habe die jacke fast fertig, aber die Übersetzung der anleitung des kragens ist eine Katastrophe. Ich bitte um hilfe.ich möchte die jacke gerne fertig stellen. L.g.

18.08.2015 - 21:22

DROPS Design answered:

Der Absatz zum Kragen wurde nun neu übersetzt, hoffentlich ist es nun besser verständlich.

01.09.2015 - 16:10