DROPS Lace
DROPS Lace
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS 146-15
DROPS design: Model nr. la-015
Garengroep A
-----------------------------------------------------------
Maat: ongeveer 79 cm gemeten vanaf de hals naar beneden langs de middelste st.

Materiaal:
DROPS LACE van Garnstudio
100 gr. kleur nr. 0100, naturel

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 3.5 mm – LET OP: Lees over de stekenverhouding onder.

STEKENVERHOUDING:
Deze omslagdoek wordt nat gemaakt en opgerekt tot de juiste maat na het breien. De stekenverhouding is niet zo belangrijk, maar om een idee te krijgen wanneer u te los of te vast breit, kunt u ongeveer een stekenverhouding aanhouden van 23 st x 30 nld in tricotst met nld 3.5 mm = ongeveer 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Lace
DROPS Lace
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.7. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.
----------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
Wordt heen en weer op de rondbreinld zodat alle st goed op de nld passen.
Zet 7 st op met rondbreinld 3.5 mm en Lace. Plaats 1 markeerder in de 4e st en neem de markeerder gaandeweg mee naar boven (= mid st – middenachter van de omslagdoek). Brei dan als volgt: (1e nld = goede kant) 3 st in RIBBELST – zie uitleg boven, telpatroon A.1 en 3 st in ribbelst. Brei in de volgende nld de omsl av om gaatjes te maken = 9 st. Ga verder en brei volgens telpatroon A.1 met 3 st in ribbelst aan elke kant, als telpatroon A.1 een keer in de hoogte is gebreid, staan er 37 st op de nld. Ga nu verder als volgt: 3 st in ribbelst, telpatronen A.2/A.3/A.4 en 1 st recht (= mid st), telpatronen A.2/A.3/A.4 en 3 st in ribbelst. Als de telpatronen een keer in de hoogte is gebreid (= 85 st), begint u weer opnieuw; 3 patroonherhalingen van A.3 passen nu tussen A.2 en A.4. Brei de telpatronen in totaal 4 keer in de hoogte, elke keer dat u opnieuw begint, is er ruimte voor 2 patroonherhalingen meer van A.3 tussen A.2 en A.4. Als de telpatronen vier keer in de hoogte zijn gebreid, staan er 229 st op de nld. Het werk meet ongeveer 37 cm gemeten in de breirichting vanaf de opzetrand op de nld. Ga nu verder als volgt: 3 st in ribbelst, A.5, A.6 over de volgende 108 st, brei tot er 2 st over zijn voor de mid st, brei A.7, 1 st recht (= mid st), A.5, A.6 over de volgende 108 st tot er 5 st over zijn, brei A.7 en 3 st in ribbelst. Ga verder en brei volgens telpatronen A.5/A.6/A.7 tot het telpatronen vier keer in de hoogte is gebreid. Elke keer dat A.5/A.6/A.7 een keer in de hoogte is gebreid, is er ruimte voor 2 patroonherhalingen meer van A.6 tussen A.5 en A.7 aan elke kant van de mid st – meerder TEGELIJKERTIJD in de laatste nld van de laatste herhaling (= verkeerde kant) 8 st gelijkmatig door 2 st in 1 st te breien = 301 st. Het werk meet ongeveer 48 cm gemeten in de breirichting. Ga nu verder als volgt: 3 st in ribbelst, A.2, A.3 over de volgende 144 st, brei tot er 2 st over zijn voor de mid st, brei A.4, 1 st recht (= mid st), A.2, A.3 over de volgende 144 st, 5 st over, brei A.4 en 3 st in ribbelst. Ga verder en brei volgens telpatronen A.2/A.3/A.4 tot de telpatronen een keer in de hoogte zijn gebreid = 349 st, het werk meet ongeveer 53 cm gemeten in de breirichting. Kant in de volgende nld aan de goede kant losjes af als volgt – LET OP: het is zeer belangrijk dat u op deze manier losjes afkant, anders zal het niet lukken om de puntjes aan het einde mooi op te spannen: kant de eerste 3 st in ribbelst af (haal de draad maar licht aan zodat het werk losjes blijft), * maak 1 losse omsl op de rechter nld, kant de omsl af, kant 2 st af (haal de draad maar licht aan zodat het werk losjes blijft) *, herhaal van *-* tot er 2 st over zijn, kant deze st af.

OPSPANNEN:
Laat de omslagdoek weken in handwarm water tot hij door en door nat is.
Knijp voorzichtig het overtollige water uit de omslagdoek – niet wringen – en rol hem voorzichtig in een handdoek. De omslagdoek is nu nog vochtig maar niet meer kletsnat.
Leg de omslagdoek op een matras of tapijt – rek op tot de juiste maat en zet vast met spelden. LET OP: plaats eerst spelden in alle hoeken en plaats dan spelden langs beide schuine zijden in iedere herhaling van het telpatroon; zo krijgt u de mooie puntjes. Laat de omslagdoek drogen. Herhaal dit opspannen iedere keer als de omslagdoek gewassen is.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 26.11.2014
Onder Maat: ongeveer 79 cm gemeten vanaf de hals naar beneden langs de middelste st. Onder SJAAL: Ga verder en brei volgens telpatronen A.2/A.3/A.4 tot de telpatronen een keer in de hoogte zijn gebreid = 349 st.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = recht aan de verkeerde kant
symbols = 2 st r samen
symbols = 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh
symbols = 1 st r afh, 2 st r samen, afgeh st overh.
symbols = 1 omsl tussen 2 st
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Lisa

Pat, Australia

Lisa

Sandy, Germany

Laat een opmerking achter voor DROPS 146-15

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (50)

country flag Justyna wrote:

,Witam nie rozumiem jak * wykonać 1 luźny narzut na prawym drucie, zamknąć narzut, zamknąć 2 proszę o dokładną instrukcję o

05.05.2023 - 12:24

DROPS Design answered:

Witaj Justyno, zamykamy szal z narzutami, aby brzeg nie był zbyt ścisły. Ta technika jest ładnie pokazana na filmie TUTAJ. Zwróć tylko uwagę, że na filmie częstotliwość narzutów jest inna niż we wzorze. Pozdrawiamy!

05.05.2023 - 12:50

country flag Deborah Ann Moorman wrote:

Very pretty.

16.05.2019 - 22:06

country flag Hélène wrote:

Merci beaucoup pour ce patron! Je viens de terminer de le bloquer et le châle est dans toute sa splendeur. Hélène

16.04.2018 - 20:28

country flag Hélène wrote:

J’ai une autre interrogation pour vous à savoir : répartir 8 augmentations est-ce 8 augmentations total sur le dernier rang ou 8 augmentations à répartir jusqu’à la maille centrale et 8 autres dans la deuxième section du châle? Merci à l’avance! Hélène

14.03.2018 - 19:04

DROPS Design answered:

Bonjour Hélène, on augmente 8 m au total au dernier rang, soit 4 m avant la m centrale et 4 m après la m centrale. Bon tricot!

15.03.2018 - 08:21

country flag Hélène wrote:

Oups! Je crois que vous m’avez oublié! Hélène

13.03.2018 - 12:55

country flag Hélène wrote:

J’ai tricoté les 229 mailles. Pour la partie de A5-A6-A7, j’augmente de 4 mailles à chaque rang impair et rendue au 8ième rang (envers) je tricote 8 augmentations et ce à chaque fois que je tricote ces 8 rangs. Donc, dans le 1er. rapport les 8 augmentations se feraient à peu près aux 30 mailles. Est-ce que je suis dans l’erreur? Merci de me répondre, Hélène

12.03.2018 - 13:26

DROPS Design answered:

Bonjour Hélène, vous augmentez 4 m dans chaque A.5/A.7 soit effectivement 8 m à chaque fois que les diagrammes sont faits 1 fois en hauteur mais 16 mailles au total sur le rang (on les tricote 2 fois, une fois avant et une fois après la m centrale). La 2ème fois que vous répétez ces diagrammes, tricotez-les comme la 1ère fois, mais entre chaque A.5 et A.7 vous répèterez A.6 2 fois de plus en largeur (= 8 m en plus entre A.5 et A.7 = 2 x A.6 en plus entre A.5 et A.7). Bon tricot!

12.03.2018 - 16:27

country flag Mariya Peneva-Chavdarova wrote:

Bitte um Hilfe! Wenn ich die 85 Maschen auf der Rundstricknadel habe, also einmal Diagram A1 und einmal A2+A3+A4 gestrickt habe, soll ich WO die noch 2Rapporte von A3 hinzustricken - in der Reihengfolge A2-A3-A3-A3- mittlere Masche - A3-A3-A3-A4? Stricke ich dann kein A4 vor der mittleren Masche? irgendwie habe ich einen DenkFehler und mir geht dann das Muster nicht auf? Danke für Ihre Hilfe im voraus?

28.02.2018 - 11:58

DROPS Design answered:

Liebe Frau Peneva-Chavdarova, wenn Sie 1 x die Diagramme A.2/A.3/A.4 in der Höhe gestrickt haben, dann haben Sie jetzt genügend Maschen um 3 x A.3 in der Breite (zwischen A.2 und A.4) zu stricken, dh so werden Sie bei der 2. Rapport in der Höhe stricken: 3 M re, A.2, 3XA.3, A.4, 1 mittlere Masche, A.2, 3xA.3, A.4, 4 M re. Bei 3. Rapport in der Höhe wiederholen Sie 5 x A.3 zwischen A.2 und A.4, und bei dem 4. Rapport in der Höhen wiederholen Sie 6 x A.3 zwischen A.2 und A.4. Viel Spaß beim stricken!

28.02.2018 - 17:28

country flag Hélène wrote:

Merci d’avoir répondu à ma question si rapidement. Les 8 augmentations se font-elles à chaque fois qu’on complète un rapport de 8 rangs ou les fait-on juste un fois? De plus, avez-vous une vidéo montrant comment faire une augmentation en tricotant 2fois la même maille? Au plaisir de vous lire.

23.02.2018 - 14:39

DROPS Design answered:

Bonjour Hélène, les 8 augmentations se font au dernier rang (= sur l'envers) quand vous tricotez le dernier des 4 motifs en hauteur. Cette vidéo montre comment tricoter 2 fois la même maille à l'endroit, comme ce rang se tricote en mailles envers, procédez de la même façon mais en tricotant la maille à l'envers une fois dans le brin avant puis dans le brin arrière. Bon tricot!

23.02.2018 - 16:47

country flag Hélène wrote:

J’ai tricoté les 229 mailles et je commence la section de A5. Cependant vous indiquez de tricoter sur les 108 mailles moi j’arrive à 111 mailles de chaque côté à savoir 229 mailles-6 mailles bordure-1 maille centrale=222 donc ce serait 111 mailles et non 108 tel qu’indiqué. Suis-je dans l’erreur? Merci.

22.02.2018 - 17:50

DROPS Design answered:

Bonjour Hélène, c'est bien exact ainsi: vous tricotez les 111 m en suivant A.5 (= 1 m), vous répétez A.6 sur les 108 m suivantes (= 27 fois) et vous terminez par A.7 (= 2m) sot: 1+108+2 = 111 m. Les 3 m point mousse et la m jersey se tricotent comme avant. Bon tricot!

23.02.2018 - 08:56

country flag Hélène wrote:

Bonjour, Est-ce qu’on doit les rangs impairs de gauche à droite même si on nous indique de tricoter A2A3et A4 3 fois ? Merci

04.02.2018 - 22:55

DROPS Design answered:

Bonjour Hélène, les rangs sur l'endroit se lisent de droite à gauche et les rangs sur l'envers de gauche à droite (lisez chaque diagramme séparément de gauche à droite sur l'envers). Bon tricot!

05.02.2018 - 10:01