DROPS Cotton Light
DROPS Cotton Light
50% katoen, 50% polyester
vanaf 1.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 147-3
DROPS design: Model nr. cl-013
Garengroep B
-----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS COTTON LIGHT van Garnstudio
450-500-550-600-650-700 gr. kleur nr. 01, naturel

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 cm) 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD (80 cm) 3 mm – voor de randen.
DROPS PARELMOER KNOPEN NR. 521: 9 stuks voor alle maten.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Light
DROPS Cotton Light
50% katoen, 50% polyester
vanaf 1.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op rondbreinld):
brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

RIBBELST (in de rondte gebreid op breinld zonder knop):
1 ribbel = 2 nld r. * brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Alle minderingen worden gemaakt aan goede kant!
Minder als volgt voor markeerder: 2 st r samen.
Minder als volgt na markeerder: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.

PATROON:
Zie telpatronen A.1, A.2 en A.3. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

KNOOPSGAT:
Maak knoopsgaten op rechter voorbies. 1 knoopsgat = brei tweede en derde st vanaf kant samen en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT S: 3, 11, 19, 27, 35, 43, 51, 59 en 67 cm
MAAT M: 5, 13, 21, 29, 37, 45, 53, 61 en 69 cm
MAAT L: 5, 13, 21, 29, 37, 45, 54, 62 en 71 cm
MAAT XL: 5, 13, 22, 30, 39, 47, 56, 64 en 73 cm
MAAT XXL: 3, 12, 21, 30, 39, 48, 57, 66 en 75 cm
MAAT XXXL: 5, 14, 23, 32, 41, 50, 59, 68 en 77 cm
----------------------------------------------------------

LIJF:
Wordt heen en weer gebreid op rondbreinld van middenvoor naar middenvoor.
Zet 226-246-270-294-318-346 st op (incl. 5 voorbies st aan elke kant middenvoor) met rondbreinld 3 mm en Cotton Light. Brei 2 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Ga verder met rondbreinld 4 mm en brei in tricotst - maar ga verder over de buitenste 5 st aan elke kant in ribbelst tot het werk klaar is (= voorbiezen). DENK OM DE STEKENVERHOUDING en denk om KNOOPSGATEN op rechter voorbies - zie uitleg boven. Plaats bij een hoogte van 6-7-8-8-8-8 cm 1 markeerder 59-64-70-76-82-89 st vanaf elke kant middenvoor om de zijkanten aan te geven (= 108-118-130-142-154-168 st tussen de markeerders voor het achterpand). Minder nu 1 st aan elke kant van beide markeerders – LEES TIP VOOR HET MINDEREN (= 4 st geminderd). Herhaal dit minderen elke 4½-4-3½-3½-3-3 cm nog 9-10-11-12-13-14 keer (= 10-11-12-13-14-15 keer geminderd in totaal) = 186-202-222-242-262-286 st. Brei bij een hoogte van ongeveer 49-50-51-52-53-54 cm - pas zo aan dat volgende nld aan verkeerde kant is - 2 ribbels over middelste 14 st aan elke kant (dus 7 st in ribbelst aan elke kant van beide markeerders - brei de andere st als hiervoor). Brei in volgende nld aan verkeerde kant av (brei voorbiezen in ribbelst als hiervoor) en kant TEGELIJKERTIJD 10 st af aan elke kant voor armsgaten (dus kant 5 st af aan elke kant van markeerders aan zijkanten) = 78-86-96-106-116-128 st over op achterpand en 44-48-53-58-63-69 st op elk voorpand. Laat het werk rusten en brei de mouwranden.

MOUWRAND:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop.
Zet 56-58-60-66-70-74 st op met breinld zonder knop 4 mm en Cotton Light. Brei 2 ribbels in RIBBELST in de rondte op nld - zie uitleg boven! Brei volgende nld r en kant TEGELIJKERTIJD 10 st af midden onder mouw (dus 5 st aan begin en 5 st aan einde van nld) = 46-48-50-56-60-64 st. Laat het werk rusten en brei nog een mouwrand.

PAS:
Zet mouwranden op dezelfde rondbreinld 4 mm als lijf (zonder de st te breien) = 258-278-302-334-362-394 st. Plaats 1 markeerder – MEET NU HET WERK VANAF HIER. Brei 1 nld recht aan goede kant en minder TEGELIJKERTIJD 10-2-12-2-2-6 st gelijkmatig (minder niet over voorbies st) = 248-276-290-332-360-388 st. Brei volgende nld als volgt aan verkeerde kant: 5 voorbies st, brei in patroon volgens A.1 tot er 5 st over zijn (= 17-19-20-23-25-27 patroonherhalingen) en eindig met 5 voorbies st. Als A.1 klaar is, zijn er 146-162-170-194-210-226 st over op nld. Brei volgende nld als volgt aan verkeerde kant: 5 voorbies st, * 1 st av, 1 st r *, herhaal van *-* tot er 7 st over zijn, 2 st av samen en eindig met 5 voorbies st = 145-161-169-193-209-225 st. Brei dan boordsteek met recht boven recht en averecht boven averecht. Brei TEGELIJKERTIJD als boordsteek 1-2-3-4-5-6 cm meet – pas zo aan dat volgende nld aan goede kant is – een ronding op achterpand voor hals met verkorte toeren als volgt (begin aan goede kant en ga verder met boordsteek en voorbiezen als hiervoor): Brei tot er 25-27-29-31-33-35 st over zijn, keer en brei de teruggaande nld tot er 25-27-29-31-33-35 st over zijn aan de andere kant. Keer en brei tot er 31-33-35-37-39-41 st over zijn, keer en brei de teruggaande nld tot er 31-33-35-37-39-41 st over zijn aan de andere kant. Keer en brei tot er 37-39-41-43-45-47 st over zijn, keer en brei de teruggaande nld tot er 37-39-41-43-45-47 st over zijn aan de andere kant. Keer en brei tot er 43-45-47-49-51-53 st over zijn, keer en brei de teruggaande nld tot er 43-45-47-49-51-53 st over zijn aan de andere kant. Keer het werk en brei de rest van de nld. Brei dan 3 nld boordsteek over alle st (ga verder over voorbiezen in ribbelst als hiervoor). Brei volgende nld als volgt aan goede kant: 5 voorbies st, brei patroon volgens A.2 tot er 5 st over zijn (kies telpatroon voor uw maat) minder TEGELIJKERTIJD 7 st gelijkmatig en eindig met 5 voorbies st = 138-154-162-186-202-218 st op nld na 1e nld in A.2. Als A.2 een keer gebreid is in de hoogte, zijn er 122-136-143-142-154-166 st over op nld. Ga verder met rondbreinld 3 mm en brei 1 nld recht aan goede kant en minder TEGELIJKERTIJD 28-38-41-36-44-50 st gelijkmatig (minder niet over voorbiezen) = 94-98-102-106-110-116 st. Brei 1 nld recht aan verkeerde kant en brei 1 nld recht aan goede kant dan losjes af met r st aan verkeerde kant.

AFWERKING:
Naai openingen onder mouwen dicht. Naai knopen aan.

ZAK:
Wordt heen en weer gebreid op rondbreinld. Zet 36-36-36-40-40-40 st op met rondbreinld 4 mm en Cotton Light en brei in tricotst met 1 kant st in ribbelst aan elke kant. Brei tot zak 13-13-13-15-15-15 cm meet - pas zo aan dat volgende nld aan goede kant is - en ga verder met rondbreinld 3 mm. Brei dan A.3 met 1 kant st in ribbelst aan elke kant. Kant na A.3 losjes af met r aan goede kant. Brei nog een zak. Naai een zak op elk voorpand met maassteken, plaats zak net boven rand in ribbelst aan onderkant van vest en ongeveer 8-8-9-9-10-10 cm vanaf rand middenvoor (pas vest aan voor beste plaats van zakken).


Telpatroon

symbols = recht aan goede kant, av aan verkeerde kant
symbols = av aan goede kant, recht aan verkeerde kant
symbols = aan verkeerde kant: 2 st r samen, 1 omsl
symbols = aan goede kant: 2 st r samen
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 147-3

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (35)

country flag Lena Bindocci wrote:

Buona sera, ho ripreso a lavorare il modello in questione e sono arrivata allo sprone, esattamente ad eseguire il diagramma A1. Non ho assolutamente capito come eseguirlo, come faccio a ripeterlo, nel mio caso 19 volte? E partendo dal basso quando ho eseguito le 14 maglie a diritto sul rovescio, come proseguo con le altre? Sono totalmente in confusione mi potreste dare maggiori chiarimenti? Grazie infinite

13.06.2021 - 19:50

DROPS Design answered:

Buonasera Lena, per quanto riguarda il diagramma A.1, deve ripeterlo più volte sullo stesso giro: se ha 276 maglie sul giro, con 10 maglie di vivagno avrà 276 - 10 = 266/14 (maglie con cui comincia A.1) = 19 ripetizioni sul giro. Buon lavoro!

14.06.2021 - 21:01

country flag Lena Bindocci wrote:

Cosa vuol dire \"lavorare 2 creste\" ?.. Poi non avendo i ferri circolari del n 3 ...e non li posso acquistare in questo periodo di covid-19 , potete aiutarmi a realizzare il modello con i ferri normali con semplici spiegazioni, perché sono alle prime armi. Grazie Lena

23.04.2020 - 23:59

DROPS Design answered:

Buongiorno Lena. 1 cresta sono 2 ferri a diritto (quindi 2 creste, 4 ferri a diritto). Per lavorare con i ferri dritti dovrebbe lavorare in parti separate; lo sprone sarebbe più comodo lavorarlo come indicato. Potrebbe individuare le maglie per il dietro (p.es taglia S: 108m) e per i davanti (taglia S: 59 per ogni davanti). Può provare a contattare via mail il suo rivenditore Drops di fiducia per ulteriori aiuti personalizzati. Buon lavoro!

24.04.2020 - 10:46

country flag Paola wrote:

Non capisco questo passaggio…...lavorare un’alzata sul dietro del collo a f. accorciati come segue (iniziare dal diritto del lavoro e continuare a coste e con le m. per il bordo come prima): me lo potreste spiegare meglio grazie

19.03.2019 - 21:34

DROPS Design answered:

Buongiorno Paola. Lavora un’alzata sul dietro per rendere lo scollo più alto sul dietro rispetto al davanti. Deve iniziare su un ferro lavorato sul diritto del lavoro, lavora le maglie del bordo davanti a legaccio, lavora le altre maglie a coste come prima. Buon lavoro!

19.03.2019 - 23:16

country flag Maartje wrote:

Wat betekenen de open vakjes bij telpatroon?

01.02.2019 - 13:35

country flag Helle Iversen wrote:

Har netop strikket denne model i Karisma-garn - er blevet utrolig lækker og flot

22.01.2014 - 12:27

country flag Christine Friedrich wrote:

Ich möchte die kommentare lesen

29.06.2013 - 10:50

DROPS Design answered:

Sie müssen nur nach unten scrollen und können dann alle Kommentare lesen.

01.07.2013 - 08:58

country flag E V Geest wrote:

Waarom wordt er zoveel patronen met een rond breinaald gebreid.??Vermeld ook de patronen heen en weer op 2 rechte naalden .Dat is wel wat gemakkelijker. rondbreinaal

26.01.2013 - 11:45

Mirta wrote:

El nombre ALEGRO

22.01.2013 - 18:31

Mirta wrote:

Es tan ponible para toda ocasión y tan juvenil, muy lindo

22.01.2013 - 18:08

country flag Beate wrote:

Das ist mein nächstes Projekt, sobald die Anleitung geschaltet ist.

13.01.2013 - 07:52