DROPS 140-38
DROPS design: Model nr. bs-027
Garengroep A
-----------------------------------------------------------
MUTS:
Maat: S/M - M/L
Hoofdomtrek: ongeveer 54/56 - 56/58 cm
Materiaal:
DROPS BABYALPACA SILK van Garnstudio
100-150 gr. kleur nr. 8465, grijs

DROPS RECHTE BREINLD 2.5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 26 st x 52 nld in ribbelst = 10 x 10 cm.

SJAAL:
Maten: ongeveer 27 x 110 cm
Materiaal:
DROPS BABYALPACA SILK van Garnstudio
200 gr. kleur nr. 8465, grijs

DROPS RECHTE BREINLD 3 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 24 st x 48 nld in ribbelst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.
1 ribbel = 2 nld r.

RIBBELST MET PICOTRAND (heen en weer gebreid op de nld).
NLD 1: Brei alle st recht.
NLD 2: Brei alle st recht.
NLD 3: Brei recht tot er 4 st over zijn, brei deze st als volgt: 2 st r samen, 1 omsl, brei 2 st in de laatste 2 st = 2 nieuwe st op de nld.
NLD 4: haal 1 st r af, 1 st r, afgeh st overh, 1 st r en haal de laatste st op de rechter nld over de eerste st, er zijn nu 2 st geminderd – brei dan de overgebleven st recht.
Herhaal nld 1 tot en met 4.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon geeft de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. Het aantal st in A.1 zal variëren van 8 tot 10 afhankelijk van waar u bent in het telpatroon. Brei in de 3e en 4e nld in het telpatroon verkorte toeren als volgt: 3 st r, keer het werk, trek de draad aan en brei de rest van de nld. Doe hetzelfde in de 9e en 10e nld in het telpatroon.
----------------------------------------------------------

MUTS:
Wordt heen en weer gebreid op de nld. Begin met een vouwrand aan de onderkant van de muts. Neem dan nieuwe st op langs een lange kant en brei de muts vanaf hier verder naar boven. Naai later samen middenachter.
Zet 30-30 st op met nld 2.5 mm en BabyAlpaca Silk. Brei RIBBELST MET PICOTRAND - zie uitleg boven. Kant als er 122-132 ribbels zijn gebreid (het werk meet ongeveer 47-51 cm) alle st af. Neem 1 st op aan de zijkant in elke ribbel langs de kant zonder picotrand = 122-132 st (incl 1 kant st aan elke kant). Plaats 5 markeerders in het werk als volgt: Plaats de eerste na 1 st, plaats de volgende 4 met 24-26 st tussen elke markeerder, na de laatste markeerder zijn er 25-27 st over. Brei dan in RIBBELST heen en weer op de nld en meerder TEGELIJKERTIJD 1 st aan de linkerkant van alle markeerders als volgt: Meerder om de nld (dus elke nld aan de goede kant) in totaal 4 keer en dan elke 4e nld in totaal 7 keer = 177-187 st – LET OP: Meerder 1 st door 1 omsl te maken, brei in de volgende nld de omsl gedraaid om gaatjes te voorkomen. Minder bij een hoogte van 9-10 cm vanaf waar st opgenomen zijn 1 st aan de linkerkant van alle markeerders als volgt: minder om de nld (dus elke nld aan de goede kant) in totaal 31-33 keer = 22-22 st over op nld – LET OP: Minder 1 st door 2 st r samen te breien. Brei in de volgende nld alle st 2 aan 2 r samen. Knip de draad af en haal deze door de overgebleven st, trek de draad aan en zet vast. Naai de muts samen middenachter naast de kant st. Vouw de rand aan de onderkant van de muts om.


SJAAL:
Zet losjes 48 st op met nld 3 mm en BabyAlpaca Silk. Brei in RIBBELST - zie uitleg boven. Zet bij een hoogte van 9 cm 8 nieuwe st op aan het einde van de volgende 2 nld = 64 st. Plaats 1 markeerder naast de 8 nieuwe st aan elke kant (= 48 st tussen de markeerders). Brei dan in ribbelst en in patroon volgens telpatroon A.1 over de buitenste st aan elke kant als volgt: brei de 1e nld in A.1 (= 8 st – zie uitleg boven), brei de rest van de nld en keer het werk. Begin in de volgende nld met de 1e nld in A.1 over de eerste 8 st, brei tot de volgende markeerder en brei de 2e nld in A.1. Ga zo verder in patroon - LET OP: lees uitleg PATROON boven. Brei bij een hoogte van ongeveer 110 cm (meet als het werk plat ligt) - eindig na 1 hele herhaling van het patroon in de hoogte - 1 nld av over alle st en kant dan losjes af.

AFWERKING:
Vouw de sjaal in de lengte dubbel en naai het onderste deel van de sjaal samen (het deel van 9 cm in ribbelst zonder kanten rand aan elke kant) – naai met de zijkanten tegen elkaar in de buitenste lusjes van de buitenste st om een dikke naad te voorkomen. Als u de sjaal draagt, steekt u het andere uiteinde door de lus die ontstaan is aan de onderkant.



----------------------------------------------------------
Handschoenen – zie DROPS: 140-37
----------------------------------------------------------

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 dubbele omsl, dus 2 omsl tussen 2 st.
symbols = brei de eerste omsl r en brei de tweede omsl gedraaid r
symbols = kant deze st af
symbols = 2 st gedraaid r samen
symbols = brei de eerste omsl r en laat de tweede omsl van de nld glijden
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 140-38

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (64)

country flag Gisèle DAVID wrote:

Bonjour, Par quelle qualité peut on remplacer le fil BabyAlpaca Silk car il semblerait qu'il soit supprimé? Merci

26.12.2022 - 17:10

DROPS Design answered:

Bonjour Mme David, vous pouvez le remplacer par une autre laine du groupe de fils A - utilisez notre convertisseur pour voir les alternatives et les nouvelles quantités correspondantes. Bon tricot!

02.01.2023 - 09:24

country flag Rokky wrote:

Sorry in the scarf pattern how many cast off is it one or two //

11.06.2020 - 16:14

DROPS Design answered:

Dear Rokky, you cast off 2 sts at the beg of row 5 and 11. Happy knitting!

12.06.2020 - 07:21

country flag Lelletta wrote:

Buonasera! Non riesco a capire come lavorare il ferro n. 4, nel punto in cui dite di "accavallare l’ultima m. sul f. destro sulla prima m" . Devo accavallare sulla maglia appena lavorata? Cioè quella appena lavorata a diritto? ? Spero abbiate capito il mio problema! Grazie mille!

04.01.2020 - 15:19

DROPS Design answered:

Buongiorno Lelletta, deve accavallare l'ultima maglia sulla prima maglia lavorata. Buon lavoro!

05.01.2020 - 14:39

country flag Susanne Wenngren wrote:

I vanliga fall brukar man ju sticka enbart efter diagram, så jag förstår inte de 4 varven man ska upprepa, vilka varv är det o när ska man sticka efter diagrammet. Vill gärna ha svar för vill väldigt gärna göra denna sjal för den är jättesnygg. Med vänlig hälsning Susanne

17.09.2019 - 11:53

DROPS Design answered:

Hej Susanne, A.1 stickas ytterst på varje varv. På varv 3 och 4 stickar du bara de 3 maskor fram och tillbaka, varv 5-8 stickar du hela varvet (men yttersta m enligt diagrammet), sedan var 9 och 10 igen bara över de 3 maskor i kanten. Se mer förklaring under MÖNSTER. Lycka till !

17.09.2019 - 15:37

country flag Dea wrote:

Buongiorno, sto facendo il cappello ed a un certo punto vi è scritto " Inserire il primo dopo 1 m., inserire il successivo con 4 24-26 m. in mezzo, dopo l’ultimo segnapunti ci sono 25-27 m." , secondo me dove dice "inserire il successivo con 4 ..." si dovrebbe scrivere "inserire i successivi 4 con 24-26 m tra ciascuno, dopo l'ultimo segnapunti ci sono 25-27 m" ..." altrimenti sembra si parli solo di un segnapunti.

07.11.2018 - 14:59

DROPS Design answered:

Buonasera Dea. Abbiamo modificato il testo. La ringraziamo per la segnalazione. Buon lavoro!

07.11.2018 - 16:10

country flag Valérie P. wrote:

Bonjour, Concernant le béret , une fois les 122 mailles récupérées sur la bordure, on peut le tricoter en rond, la finition est beaucoup plus jolie !!

20.08.2018 - 15:01

country flag Larissa wrote:

Hallo, auf was bezieht sich dieser Satz: Nach 9-10 cm ab Aufnahme der M je 1M auf der li Seite aller Markierer abn: Heißt das, ich zähle ab der letzten Aufnahme die 9 oder 10 cm? Oder ab der allerersten Aufnahme, nachdem ich die 122 Maschen aufgenommen habe? Vielen Dank und liebe Grüße!

04.01.2018 - 19:58

DROPS Design answered:

Liebe Larissa, die Abnahmen beginnen 9 cm nach dem Sie die 122 Maschen aufgenommen haben. Viel Spaß beim stricken!

05.01.2018 - 08:40

country flag Susanna wrote:

Non mi è molto chiaro come si ottiene il bordo picot, cioé proprio la spiegazione dei punti.

29.09.2017 - 23:54

DROPS Design answered:

Buongiorno Susanna. Deve lavorare due ferri su tutte le maglie, poi al terzo ferro lavora finché non rimangono 4 m. Lavora queste maglie così: 2 m insieme a diritto, 1 m gettata, poi in ognuna delle ultime 2 maglie, lavora sia nel filo davanti della maglia che in quello dietro (aumenta quindi 2 m). Gira il lavoro, passa la prima maglia a diritto senza lavorarla, 1 m diritto, accavalla la m passata sulla maglia lavorata, 1 m diritto , accavalla l’ultima m sul ferro di destra sulla prima m (2 m diminuite). Lavora poi le altre maglie a diritto. Ripete questi 4 ferri. Buon lavoro!

30.09.2017 - 10:46

country flag Claude Bouvard wrote:

Même en m'appliquant.... je n'arrive à RIEN !! de plus il n'y a aucune ressemblance entre le résultat et le dessin obtenu sur la photo.... Je vous demandais aussi si nous avions des augmentations ou si à la fin de l'écharpe nous aurions 64 mailles?? Elle me parait bien étroite alors!

01.03.2016 - 07:58

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Bouvard, comme je vous l'indiquais, vous tricotez A.1, 48 m point mousse, A.1 - le nbe de mailles dans A.1 va changer, mais le nbe de mailles n'augmente pas autrement. Pour toute assistance complémentaire, vous pouvez vous adresser à votre magasin DROPS ou voir le tuto de ce diagramme sur le forum DROPS. Bon tricot!

01.03.2016 - 09:31

country flag Claude BOUVARD wrote:

Irréalisable !! pourtant je je suis pas une bleue § Même ma super copine n'a pas compris le point fantaisie !Il semblerait que l'écharpe soit plus large au fil du travail, sur la photo: dites moi quel est le nombre maxi de mailles et je me débrouillerai.Jamais vu pareille difficulté !aidez moi !! merci

29.02.2016 - 13:25

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Bouvard, on commence l'écharpe par 48 m que l'on tricote au point mousse pendant 9 cm (on ferme ensuite cette partie en un petit tube pour y glisser l'autre extrémité, voir ici. On monte ensuite 8 m de chaque côté (soit 64 m au total) et on tricote ainsi sur l'end: rang 1 de A.1 (= 8 m), 56 m point mousse. Rang 2: Rang 1 de A.1 (= 8 m), 48 m point mousse, rang 2 de A.1 (= 8 m). Et ainsi de suite jusqu'à la fin. Les rangs 3+4 et 9+10 sont des rangs raccourcis (= 2 rangs sur les 3 premières m). Bon tricot!

29.02.2016 - 13:35