DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 5.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS Children 22-25
DROPS design: Model nr. U-050-bn
Garengroep B
--------------------------------------------------------
Maat: 3/4 - 5/6 - 7/10 - 11/14 jaar
Hoogte: 21-21-22-23 cm
Omtrek: 48-49-51-52 cm op het wijdste punt
Materiaal: DROPS KARISMA van Garnstudio
Kleur nr. 47, donker olijfgroen: 50-50-50-100 gr
Kleur nr. 45, licht olijfgroen: 50-50-50-100 gr

DROPS HAAKNLD 4.5 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 15 stk x 10 toeren = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 5.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

TOER MET STK (voor de muts):
Alle toeren met stk beginnen met 2 l (LET OP: tel deze niet als het eerste stk), ga dan verder met 1 stk in iedere st, eindig de toer met 1 hv in het 1e stk aan het begin van de toer.

WISSEL VAN KLEUR- STK:
Wissel van kleur aan het einde van de toer als volgt: Haak 1 hv met de nieuwe kleur in het 1e stk op de toer. Ga verder tot de volgende toer met de nieuwe kleur.

STREPEN:
* Haak 1 toer donker olijfgroen, 1 toer licht olijfgroen *, herhaal van *-* tot het werk klaar is.
--------------------------------------------------------

MUTS:
Wordt in de rondte gehaakt van boven naar beneden. Haak 4 l met haaknld 4.5 mm en licht olijfgroen en vorm een ring met 1 hv in de 1e l.
TOER 1: Haak 2 l, haak dan 6 stk in de l-ring - Lees TOER MET STK boven!
TOER 2: 2 stk in ieder stk = 12 stk - LET OP: Ga verder met donker olijfgroen aan het einde van de toer - Lees WISSEL VAN KLEUR - STK boven. Haak vanaf nu strepen - Lees STREPEN boven.
TOER 3: * 1 stk in het volgende stk, 2 stk in het volgende stk *, herhaal van *-* de hele toer = 18 stk.
TOER 4: * 1 stk in de volgende 2 stk, 2 stk in het volgende stk *, herhaal van *-* de hele toer = 24 stk.
TOER 5: * 1 stk in de volgende 3 stk, 2 stk in het volgende stk *, herhaal van *-* de hele toer = 30 stk.
TOER 6: * 1 stk in de volgende 4 stk, 2 stk in het volgende stk *, herhaal van *-* de hele toer = 36 stk.
TOER 7: * 1 stk in de volgende 5 stk, 2 stk in het volgende stk *, herhaal van *-* de hele toer = 42 stk.
TOER 8: * 1 stk in de volgende 6 stk, 2 stk in het volgende stk *, herhaal van *-* de hele toer = 48 stk.
TOER 9: Haak 1 stk in ieder stk = 48 stk.
TOER 10: * 1 stk in de volgende 7 stk, 2 stk in het volgende stk *, herhaal van *-* de hele toer = 54 stk.
TOER 11: Haak 1 stk in ieder stk = 54 stk.
TOER 12: * 1 stk in de volgende 8 stk, 2 stk in het volgende stk *, herhaal van *-* de hele toer = 60 stk.
TOER 13: Haak 1 stk in ieder stk = 60 stk.
TOER 14: * 1 stk in de volgende 9 stk, 2 stk in het volgende stk *, herhaal van *-* de hele toer = 66 stk.
TOER 15: Haak 1 stk in ieder stk = 66 stk.
TOER 16: * 1 stk in de volgende 10 stk, 2 stk in het volgende stk *, herhaal van *-* de hele toer = 72 stk.
TOER 17: Haak 1 stk in ieder stk = 72 stk.
TOER 18: Haak 1 stk in ieder stk - En meerder TEGELIJKERTIJD 0-2-4-6 st (door 2 stk in 1 stk te haken) gelijkmatig verdeeld over de toer = 72-74-76-78 st.
Ga verder met 1 stk in iedere st tot het werk 21-21-22-23 cm meet (of de gewenste hoogte), eindig met 1 toer donker olijfgroen. Knip de draad af en zet vast.

OORFLAP/STER:
Wordt in de rondte gehaakt vanuit het midden van de ster. Haak 3 l met donker olijfgroen en vorm een ring met 1 hv in de eerste l.
TOER 1: Haak 1 l, 10 hstk in de l-ring, eindig met 1 hv met licht olijfgroen in het 1e hstk aan het begin van de toer (= wisseling naar licht olijfgroen) = 10 hstk.
TOER 2: 1 l, * sla 1 hstk over (1e st aan het begin van de toer), haak in de volgende st: 2 hstk, 2 l en 2 hstk *, herhaal van *-* de hele toer, eindig met 1 hv met donker olijfgroen in het 1e hstk op de toer (wisseling naar donker olijfgroen) = 5 punten met l-lussen.
TOER 3: 1 l, * sla 1 st over (1e st aan het begin van de toer), 1 hstk in de volgende st, haak in de volgende punt (= l-lus van de vorige toer) 2 hstk, 2 l, en 2 hstk, sla de volgende st over, haak dan 1 hstk in de volgende st *, herhaal van *-* de hele toer, eindig met 1 hv met licht olijfgroen in het 1e hstk op de toer.
TOER 4: 1 l, * sla 1 st over (1e st aan het begin van de toer), 1 hstk in de volgende 2 st, haak in de volgende punt: 2 hstk, 2 l en 2 hstk, sla de volgende st over, haak dan 1 hstk in de volgende 2 st *, herhaal van *-* de hele toer, eindig met 1 hv met donker olijfgroen in het 1e hstk op de toer, keer het werk.

TOER 5: 1 l, 1 hstk in de 1e st, 1 hstk in de volgende 3 st,* haak in de volgende punt: 2 hstk, 2 l en 2 hstk, sla de volgende st over, haak dan 1 hstk in de volgende 7 st *, herhaal van *-* in totaal 4 keer, eindig met 2 hstk, 2 l, 2 hstk in de volgende punt, 1 hstk in de volgende 4 st, dan 1 hv in het 1e hstk op de toer, keer het werk.
TOER 6: 1 l, 1 hstk in de 1e st, 1 hstk in de volgende 5 st,* haak in de volgende punt: 2 hstk, 2 l en 2 hstk, sla de volgende st over, haak dan 1 hstk in de volgende 10 st *, herhaal van *-* in totaal 4 keer, eindig met 2 hstk, 2 l, 2 hstk in de volgende punt, 1 hstk in de volgende 5 st, dan 1 hv in het 1e hstk op de toer, knip de draad en hou 50 cm over voor de afwerking.

AFWERKING:
Naai de oorflappen op beide zijkanten van de muts, naai ze met meer tussenruimte aan de voorkant dan aan de achterkant (dus iets naar achteren op de muts).
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Children 22-25

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (2)

country flag Laura wrote:

Buongiorno, ho da pochissimo iniziato a lavorare all’uncinetto e alcune cose ancora mi sfuggono. Non capisco bene la spiegazione del giro 18 per la realizzazione del cappello. Io ho interpretato così: il giro 18 ha 72 m.a. Il giro 19 prevede un aumento di 2m.a.(74 in tutto). Dal ventesimo in poi si procede aumentando di 2 m.a. un giro si ed uno no. È corretta questa interpretazione? Grazie in anticipo e complimenti per questo sito.

03.10.2020 - 12:55

DROPS Design answered:

Buongiorno Laura. Al giro 17, ha 72 m. Al giro 18 deve aumentare il numero di maglie indicato per la sua taglia. P.es nella taglia 3/4 anni non deve aumentare, nella taglia 5/6 anni aumenta 2 maglie e così via. Nei giri successivi non ci sono più aumenti ma continua a lavorare 1 m.a in ogni m fino alla lunghezza indicata. Buon lavoro!

03.10.2020 - 14:06

country flag Helena wrote:

Jag undrar om varv 3 på stjärnan är korrekt. Om man gör som det står blir det inte symmetriskt, har det råkat bli en "hoppa över en hst" för mycket?

02.02.2014 - 14:29

DROPS Design answered:

Hej Helena - det ska vara riktigt som det står. På v 2, så har du "2 hst, 2 lm, 2 hst" 5 ggr runt om, dvs 5 spetsar med 4 hst o 2 lm i varje. På v 3 virkar du så här: *hoppa över 1a hst, virka 1 hst i 2a hst, i lm bågen virkar du 2 hst+ 2 lm+ 2 hst, sedan hoppar du över 3e hst, och virkar 1 hst i 4e hst*. Nu uppr du *-* i var o en av de 5 spetsarna.

11.02.2014 - 01:26