DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 18.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS Baby 20-20
DROPS design: Model nr. ME-050-by +ME-052
---------------------------------------------------------
JURK:
---------------------------------------------------------
Maat: 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4) jaar
Maat in cm: 50/56- 62/68- 74/80 (86/92-98/104)
Materiaal: DROPS MERINO EXTRA FINE
150-200-200 (200-250) gr. kleur nr. 16, lichtroze
50 gr voor alle maten kleur nr. 01, naturel (voor de gehaakte randen)

DROPS HAAKNLD 4.5 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 16 hstk of v x hoogte van 14 toeren van hstk OF 18 toeren van v = 10 x 10 cm.
DROPS PARELMOERKNOOP nr. 521: 2 stuks.
---------------------------------------------------------
MUTS
---------------------------------------------------------
Maat: 1/3 maanden – 6/18 maanden (2/4) jaar
Hoofd omtrek: 40/42 – 44/48 (48/52) cm
Materiaal: DROPS MERINO EXTRA FINE
100 gr voor alle maten kleur nr. 16, lichtroze
50 gr voor alle maten kleur nr. 01, naturel (voor de picotranden)

DROPS HAAKNLD 4.5 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 16 hstk x 14 toeren = 10 x 10 cm.
---------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 18.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

JURK:

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Vervang het eerste hstk op de toer door 2 l en de eerste v op de toer door 1 l. Eindig iedere toer van hstk door 1 hstk in de 2e l vanaf het begin van de vorige toer en eindig iedere toer van v met 1 v in de eerste l van het begin van de vorige toer.
TIP VOOR HET MINDEREN-1:
Minder 1 hstk door 2 hstk samen te haken, dus haak 1 hstk maar wacht met de laatste omsl en doorhaling (= 3 st op de haak), haak 1 hstk in de volgende st en haal de laatste omsl door alle 5 st op de haak.
TIP VOOR HET MINDEREN-2 (voor de armsgaten en de hals):
Minder als volgt aan het begin van de toer: vervang 1 v door 1 hv.
Minder als volgt aan het einde van de toer: Keer het werk als het aantal v dat geminderd moet worden over is en haak de teruggaande toer.
HAAK V SAMEN (voor de bolletje):
Haak 2 v samen tot 1 v als volgt: Plaats de haak in de eerste st, haal de draad door, plaats de haak in de volgende st, haal de draad door, maak 1 omsl en haal de draad door alle 3 st op de haak.
----------------------------------------------------------
----------------------------------------------------------
JURK
Wordt heen en weer gehaakt in 2 delen.

VOORPAND:
Haak 68-74-81 (89-95) l (inclusief 2 l om mee te keren) met haaknld 4.5 mm en lichtroze.
TOER 1: Zie INFORMATIE VOOR HET HAKEN – haak 1 hstk in de 3e l vanaf de haak, 1 hstk in iedere van de volgende 3 l, * sla 1 l over, 1 hstk in iedere van de volgende 4 l *, herhaal van *-* tot er 2-3-5 (3-4) l over zijn, sla 1 l over en eindig met 1 hstk in iedere van de laatste 1-2-4 (2-3) l = 54-59-65 (71-76) hstk.
Ga verder met 1 hstk in ieder hstk – DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Minder bij een hoogte van 3 cm 1 hstk aan iedere kant – Zie TIP VOOR HET MINDEREN-1 - en herhaal dit minderen aan iedere kant elke 2-2.5-3 (3-3.5) cm in totaal 9-9-9 (10-10) keer = 36-41-47 (51-56) hstk op de toer. Haak bij een hoogte van 22-24-30 (33-37) cm (alle minderingen zijn nu gedaan) 2 toeren met v (haak 1 v in iedere st).
HAAK DE VOLGENDE TOER ALS VOLGT: Haak 2-1-1 (2-1) v, * 2 l, sla 2 v over, 1 v in de volgende st *, herhaal van *-* en eindig met 1 v in de laatste v (= gaatjesrand voor het koordje).
Ga verder met 1 v in iedere st (haak in de toer na de gaatjesrand 1 v in iedere v en 2 v in iedere l-lus) = 36-41-47 (51-56) v op de toer. Minder bij een hoogte van 24-26-32 (36-40) cm 3-4-5 (5-6) v aan iedere kant voor de armsgaten – Zie TIP VOOR HET MINDEREN-2 – en minder aan iedere kant van elke toer als volgt: 1-1-1 (2-2) x 2 v en 2 x 1 v = 22-25-29 (29-32) v. Plaats bij een hoogte van 29-31-38 (42-47) cm een markeerdraad in het midden van het werk (plaats voor MAAT 6/9 MAANDEN, 12/18 MAANDEN en 2 JAAR een markeerdraad in de middelste v van de toer). Minder nu voor de hals als volgt: Haak vanaf de schouder langs de hals tot er 4-4-5 (5-7) v over zijn voor de markeerdraad (voor MAAT 6/9 MAANDEN, 12/18 MAANDEN en 2 JAAR: dit is VOOR de v met de markeerdraad). Keer het werk. Minder voor de hals elke toer vanaf middenvoor: 1 x 2 v en 1 x 1 v = 4-5-6 (6-6) v over voor iedere schouder. Maak als er nog 3 toeren te haken zijn tot het werk klaar is knoopsgaten op de schouder als volgt: haak 1-1-2 (2-2) v, 2 l, sla 2 v over, 1 v in iedere van de laatste 1-2-2 (2-2) st.
Haak 2 toeren van v (haak 1 v in iedere v en 2 v in iedere l-lus van de vorige toer) = 4-5-6 (6-6) v. Knip de draad af en zet vast, Het werk meet ongeveer 33-36-43 (48-53) cm. Herhaal aan de andere kant van de hals.

ACHTERPAND:
Begin als beschreven voor het voorpand en minder voor de armsgaten als beschreven voor het voorpand = 22-25-29 (29-32) v. Plaats bij een hoogte van ongeveer 31-34-41 (46-51) cm een markeerdraad midden in het werk (in MAAT 6/9 MAANDEN, 12/18 MAANDEN en 2 JAAR plaats de markeerdraad in de middelste v op de toer). Minder nu voor de hals als volgt: Haak vanaf de schouder langs de hals tot er 5-5-6 (6-8) v over voor de markeerdraad (voor MAAT 6/9 MAANDEN, 12/18 MAANDEN en 2 JAAR dit is VOOR de v met de markeerdraad). Keer het werk. Minder 1 v aan het begin van de volgende 2 toeren vanaf middenvoor = 4-5-6 (6-6) v over voor iedere schouder. Plaats bij een hoogte van 33-36-43 (48-53) cm een markeerdraad = midden van de schouder. Haak 3 toeren van v voor de knoopbies, knip de draad af en zet vast. Herhaal aan de andere kant van de hals.

AFWERKING:
Naai de zijnaden dicht met de zijkanten tegen elkaar met nette, kleine st. Naai de knopen aan het achterpand in lijn met de markeerdraad op de schouder.

GEHAAKTE RAND:
Haak een rand rond de armsgaten, langs de schouder en rond de hals met haaknld 4 mm en naturel als volgt – begin aan de zijkant: 1 v in de eerste st, * 2 l, sla ongeveer 2 v/2 toeren over, 1 v in de volgende st *, herhaal van *-* en eindig met 2 l en 1 hv in de eerste v.
Haak een rand langs de onderkant van de jurk met haaknld 4.5 mm en naturel als volgt – begin aan de zijkant: 1 v in de eerste st, * 3 l, 1 stk in de eerste l, sla ongeveer 1.5 cm over, 1 v in de volgende st *, herhaal van *-* en eindig met 1 hv in de eerste v.

STRIKBAND MET PLATTE BOLLETJES:
Haak 1 bolletje als volgt: Haak 4 l met haaknld 4.5 mm en naturel en vorm een ring met 1 hv in de eerste l.
LET OP: vervang de eerste v aan het begin van de toer door 1 l en eindig iedere toer met 1 hv in de l van het begin van de toer.
TOER 1: Haak 4 v in de ring.
TOER 2: Haak 2 v in iedere v = 8 v.
TOER 3: * 1 v in de eerste v, 2 v in de volgende v *, herhaal van *-* = 12 v.
TOER 4-5: Haak 1 v in iedere v = 12 v.
TOER 6: * 1 v in de eerste v, haak dan de volgende 2 v samen – ZIE BOVEN *, herhaal van *-* = 8 v.
TOER 7: Leg het werk plat en haak 1 v in iedere v door beide lagen heen = 4 v.
TOER 8: Haak 2 x 2 v samen = 2 v.
Haak nog een bolletje. Haak 1 hv in het midden van het bolletje waar de 2 lagen samen zijn gehaakt en haak nu een koord van l met een lengte van ongeveer 75-80-85 (95-100) cm. Rijg het koord door de gaatjesrand op de jurk (begin en eindig middenvoor) en bevestig het koordje aan de andere bolletje met een hv in het midden. Knip de draad af en zet vast.


----------------------------------------------------------

MUTS:

INFORMATIE VOOR HET HAKEN-1:
Vervang het eerste hstk op de toer door 2 l. Eindig iedere toer met 1 hstk in de 2e l vanaf het begin van de vorige toer.
INFORMATIE VOOR HET HAKEN-2:
Vervang het eerste hstk aan het begin van de toer door 2 l. Eindig iedere toer met 1 hv in de 2e l vanaf het begin van de toer.
TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 hstk door 2 hstk te haken in het een na laatste hstk.
HAAK 2 HSTK SAMEN:
Minder 1 hstk door 2 hstk te haken, dus haak 1 hstk maar wacht met de laatste omsl en doorhaling (= 3 st op de haak), haak 1 hstk in de volgende st en haal bij de laatste doorhaling de draad door alle 5 st op de haak.
HAAK V SAMEN:
Haak 2 v samen tot 1 v als volgt: Plaats de haak in de eerste st, haal de draad door, plaats de haak in de volgende st, haal de draad door, maak 1 omsl en haal de draad door alle 3 st op de haak.
---------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------

OORFLAP:
Haak 5 l met haaknld 4.5 mm en lichtroze. Haak 1 hstk in de 3e l vanaf de haak, 1 hstk in de volgende 2 l = 4 hstk, keer het werk. Zie INFORMATIE VOOR HET HAKEN-1. Haak 1hstk in ieder hstk en meerder TEGELIJKERTIJD 1 hstk aan iedere kant – Zie TIP VOOR HET MEERDEREN! Herhaal dit meerderen aan iedere kant elke toer in totaal 6-7 (8) keer = 16-18 (20) hstk. Ga verder met 1 hstk in ieder hstk tot de oorflap 6-7 (8) cm meet. Laat het werk rusten en haak nog 1 oorflap.

MUTS:
Zie INFORMATIE VOOR HET HAKEN-2! Haak 7-8 (9) l, haak 1 hstk in ieder hstk van een oorflap, haak 18-20 (22) l (= middenvoor), haak 1 hstk in ieder hstk van de andere oorflap, haak 7-8 (9) l en eindig met 1 hv in de eerste l = 64-72 (80) hstk. Ga verder met 1 hstk in ieder hstk op de toer. Minder bij een hoogte van 8-10 (11) cm vanaf middenachter de volgende toer als volgt: * 1 hstk in iedere van de eerste 6 hstk, haak dan de volgende 2 hstk samen – ZIE BOVEN *, herhaal van *-* (= 8-9-10 hstk minder op de toer). Haak vervolgens 1 toer zonder minderingen en herhaal vervolgens de minderingen als volgt: * 1 hstk in iedere van de eerste 5 hstk, haak dan de volgende 2 hstk samen *, herhaal van *-*. Herhaal dit minderen om de toer (met 1 hstk minder tussen elke keer dat u 2 hstk samen haakt voor iedere minder toer) nog 3 keer = 24-27 (30) hstk op de toer. Haak 2-2 (3) toeren zonder te minderen. Haak de volgende toer als volgt: * 1 hstk in het eerste hstk, haak dan de volgende 2 hstk samen *, herhaal van *-* = 16-18 (20) hstk op de toer. Haak in de volgende toer alle hstk 2 aan 2 samen over de hele toer = 8-9 (10) hstk over op de toer. Knip de draad af, haal deze door de overgebleven st, trek de draad aan en zet vast. De muts meet ongeveer 17-19 (21) cm vanaf de bovenkant.

GEHAAKTE RAND:
Haak een rand met haaknld 4.5 mm met naturel rond de opening als volgt: * 1 v in de eerste st, 1 l, sla 1 st/toer over *, herhaal van *-* en eindig met 1 hv in de eerste v.

KOORDJES MET PLATTE BOLLETJES:
Haak 1 bolletje als volgt: Haak 4 l met haaknld 4.5 mm en naturel en vorm een ring met 1 hv in de eerste l.
LET OP: vervang de eerste v aan het begin van de toer door 1 l en eindig iedere toer met 1 hv in de l van het begin van de toer.
TOER 1: Haak 4 v in de ring.
TOER 2: Haak 2 v in iedere v = 8 v.
TOER 3: * 1 v in de eerste v, 2 v in de volgende v *, herhaal van *-* = 12 v.
TOER 4-5: Haak 1 v in iedere v = 12 v.
TOER 6: * 1 v in de eerste v, haak dan de volgende 2 v samen – ZIE BOVEN *, herhaal van *-* = 8 v.
TOER 7: Leg het werk plat en haak 1 v in iedere v door beide lagen heen = 4 v.
TOER 8: Haak 2 x 2 v samen = 2 v.
Haak 22-26 (30) cm met l voor een koordje en zet vast met 1 hv aan de punt van een oorflap.
Herhaal aan de andere kant.

PICOTRANDEN:
Haak ongeveer 7 toeren met picotranden rondom op de muts. Begin in de tweede toer vanaf de bovenkant en haak 1 toer als volgt: 1 v in de eerste st, * 3 l, 1 stk in de eerste l, sla ongeveer 1.5 cm over, 1 v in de volgende st *, herhaal van *-* over de hele toer en eindig met 1 hv in de eerste v. Knip de draad af en zet vast. Haak nog 6 toeren op dezelfde manier met ongeveer 2-2.5 cm tussen iedere toer.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 27.01.2011
MUTS: ...Herhaal dit minderen om de toer (met 1 hstk minder tussen elke keer dat u 2 hstk samen haakt voor iedere minder toer) in totaal 5 keer = 24-27 (30) hstk op de toer. Haak 2-2 (3) toeren zonder te minderen. Haak de volgende toer als volgt: * 1 hstk in het eerste hstk, haak dan de volgende 2 hstk samen *, herhaal van *-* = 16-18 (20) hstk op de toer.

Telpatroon

diagram measurements
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 20-20

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (26)

country flag Wanda Cleaveland wrote:

I watched the video “How to dec in sc(US) dc (UK) on each side” but what does the part after that mean? Right after “see decreasing tip-2 (which refers to the slip stitch decrease) \r\n……“and dec each side on every row as follows: 2dc 1-1-1(2-2) times and 1 dc 2 times= 22-25-29(29-32)”…. \r\n I can not figure this out. Thank you so much for your help.

15.07.2022 - 02:08

DROPS Design answered:

Dear Wanda, in the row with decreases, you work the first 2 stitches as 2 slip stitches instead of 2 sc/dc. Work until 2 stitches remain in the row. Turn the piece (the last 2 stitches are not worked). Work back as normal (no decreases). On the next row (right side) work decreases again, but depending on the size, you decrease substituting 1 or 2 sc/dc with slip stitches. Happy crocheting!

15.07.2022 - 13:07

country flag Pia wrote:

Ska det sen inte vara vart annat varv med 4 halvst hopa över 1 lm 4 halvst. Därefter ett varv med halvst över föreg halvst.. Eller hur kan det annars bli små håll Vad är det jag missar..

13.02.2022 - 23:47

DROPS Design answered:

Hej Pia, nej det er kun på første række, prøv at lave en lille hækleprøve, så kan du se hvordan det kommer til at se ud. Se også de videoer som ligger nederst i opskriften :)

17.02.2022 - 15:02

country flag Susan Everline wrote:

I’m having trouble understanding the decrease instructions for the cupcake dress armholes and neck? Can you help?

28.06.2021 - 23:59

DROPS Design answered:

Dear Everline, decreases for armholes are worked as explained under DECREASING TIP-2 (applies to armhole and neck): - this technique is also shown in this video with sc (US-crochet) but will be the same with dc: at the beg of a row replace 1 dc with 1 sl st, at the end of the row, turn when the number of sts to dec remain and work next row. Happy crocheting!

29.06.2021 - 09:02

country flag Susan Everline wrote:

I’m having trouble understanding the decrease instructions for cup cake pattern. Can you clarify for me?

28.06.2021 - 17:42

DROPS Design answered:

Dear Susan, can you please clarify? Do you have problems with th edress or the hat? What exactly is not clear? Thank you:

28.06.2021 - 23:51

country flag Sofia wrote:

Hej! Jag tror inte storlekarna stämmer med antal lm. Jag är precis i början på varv 1 och virkar den tredje storleken. Virkade 81 lm och antalet hst blir 64, inte 65 (inkl 2 lm i början). Har provat flera gånger och det blir inte rätt. Det blir 1 lm 5 hst för mig om 65 ska stämma på slutet. Mvh sofia.

09.12.2020 - 19:53

country flag Sabine wrote:

Liebes Drops-Team, zur Mütze habe ich eine Frage: "Mit H-Stb weiterfahren bis die Arbeit 8-10 (11) cm misst." Bezieht sich diese Angabe ab Ohrklappenspitze oder ab eigentlichen Mützenbeginn? Gleiches gilt für die abschließende Gesamtlänge "Die Arbeit misst ca. 17-19 (21) cm." Dank vorab! :-)

16.06.2019 - 22:52

DROPS Design answered:

Liebe Sabine, diese 8-10(11) cm werden ab Mützenbeginn (messen Sie hinten an den Rücken) gemessen, dh nicht vom Ohrenklappenspitze. Viel Spaß beim häkeln!

17.06.2019 - 08:46

country flag Maria Andersen wrote:

På bildet ser det ut som at det fremdeles er halvstaver over hullraden, men i oppskriften står det fastmasker. Hva er riktig?

17.01.2019 - 19:29

DROPS Design answered:

Hei Maria. Det hekles fastmasker etter hullraden. Om du zoomer inn på bildet kan du også se det der. God fornøyelse

21.01.2019 - 11:18

country flag Inga wrote:

Danke für die schnelle Antwort. Allerdings verstehe ich noch immer nicht, was ich mit den Maschen machen soll. Soll ich jeweils zwei Maschen am Anfang und Ende der Runde abnehmen, also zusammenhäkeln? Insgesamt müssen ja 18 Maschen abgenommen werden um auf 29 zu kommen? Es tut mir leid, aber ich verstehe diesen Punkt der Anleitung einfach nicht. 2fm 1 Mal und 1fm 2 Mal ist doch das gleiche?

12.09.2018 - 19:39

DROPS Design answered:

Liebe Inga, Abnahmen werden wie unter TIPP ZUM ABNEHMEN-2 (Armloch und Hals) gehäkelt, dieses Video zeigt wie man diese Maschen am Anfang und Ende der selben Reihe abnimmt. Viel Spaß beim häkeln!

13.09.2018 - 08:29

country flag Inga wrote:

Hallo, ich habe eine kurze Frage zur Anleitung. Ich bin gerade beim Vorderteil. Ich habe die Lochkante gehäkelt und das Kleid misst jetzt 32 cm und 47 Maschen. Abgenommen wurde auch schon. Als nächstes kommt: 2 fM 1-1-1 (2-2) Mal und 1 fM 2 Mal = 22-25-29 (29-32) fM. Wie ist das gemeint? Nehme ich 1 Masche ab und dann wieder zwei normal häkeln? Es wäre sehr nett, wenn ihr mir da helfen könntet. Vielen Dank, Inga

12.09.2018 - 12:19

DROPS Design answered:

Liebe Inga, zuerst nehmen Sie 5 Maschen (in der 3. Größe) auf beiden Seiten ab - siehe ABNAHME-TIPP-2 dann nehmen Sie auf beiden Seiten (= am Anfang + Am Ende nächste Hinreihe) 2 Maschen 1 x und dann nehmen Sie 1 M 2 Mal = am Anfang und am Ende jeder beiden nächsten Hinreihe = es sind jetst 29 M übrig. Viel Spaß beim häkeln!

12.09.2018 - 12:55

country flag Marie wrote:

Hei! Jeg forstår ikke hvordan dette "Videre felles det i hver side på hver rad slik: 2 fm 1-1-1 (2-2) ganger og 1 fm 2 ganger = 22-25-29 (29-32) fm." skal gjøres? Har noen tips?

05.05.2018 - 11:24

DROPS Design answered:

Hei Marie. Det skal felles 2 fm i hver ende av pinnen, og avhengig av hvilken størrelse du strikker skal dette gjøres 1 eller 2 ganger. Dvs: om du strikker en av de 3 minste størrelsene feller du 2 masker på begynnelsen av pinnen og 2 masker på slutten av pinnen = 4 masker felt. Om du strikker en av de 2 største størrelsene gjentar du denne fellingen en gang til = totalt 8 masker felt. Videre skal du felle 1 maske på begynnelsen og 1 maske på splutten av de neste 2 pinnene = 4 masker felt over 2 omganger. God fornøyelse.

09.05.2018 - 12:45