DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.20 € /50g
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.10 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 43.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 123-30
DROPS design: Model nr. Z-520
--------------------------------------------------------
Maten:
Breedte aan de bovenkant: ongeveer 170 cm
Lengte middenachter: ongeveer 85 cm
Materiaal: DROPS ALPACA
300 gr. kleur nr. 2020m, eco licht camel mix
En gebruik: DROPS KID-SILK
150 gr. kleur nr. 01, naturel

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 4 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 17 st x 36 nld in ribbelst met 1 draad van iedere kwaliteit = 10 x 10 cm.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.20 € /50g
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.10 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 43.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Maak alle meerderingen aan de goede kant. Meerder steeds 4 st om de nld als volgt:
Meerder 1 st aan het begin van de nld als volgt: 2 ribbelst, 1 omsl. Brei de omsl recht in de volgende nld.
Meerder 2 st in het midden van het werk als volgt: 1 omsl, 2 ribbelst (= middelste st), 1 omsl. Brei de omsl recht in de volgende nld.
Meerder 1 st aan het einde van de nld als volgt (begin als er 2 st over zijn): 1 omsl, 2 ribbelst. Brei de omsl recht in de volgende nld.

TIP VOOR HET BEGINNEN MET EEN VOLGENDE BOL GAREN:
Begin altijd met een nieuwe bol garen aan de zijkant en niet midden in het werk.

PATROON:
Zie telpatroon M.1 en M.2. Het telpatroon geeft de goede kant van het werk weer. Nld 1 in het telpatroon = goede kant.
Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

BLAADJESPATROON (heen en weer gebreid op de nld):
NLD 1 (= goede kant): 2 kant st (denk om het meerderen), 6 st recht, * 1 omsl, 1 st recht, 1 omsl, 6 st recht *, herhaal van *-* tot de middelste 2 st zolang het aantal st deelbaar is door 7 (brei overgebleven st recht), brei de 2 middelste st (denk om het meerderen aan iedere kant), brei dan het blaadjespatroon in spiegelbeeld vanaf de middelste st richting de zijkant (dus brei evenveel st recht aan iedere kant van de middelste st *-*. Het patroon eindigt met 6 st recht voor het meerderen en 2 ribbelst aan het einde van de nld.
NLD 2 (= verkeerde kant - denk om de kant st, dus brei 3 st recht voor het begin van het patroon): 6 st recht, * 3 st av, 6 st recht *, herhaal van *-* tot dezelfde plaats als in de vorige nld, brei de st recht tot de middelste st, brei de middelste st, brei evenveel st recht aan iedere kant van de middelste st en brei het patroon in spiegelbeeld.
NLD 3: (denk om de kant st en het meerderen en brei de gemeerderde st recht voor ze in patroon worden gebreid): 6 st recht, * 1 st recht, 1 omsl, 1 st recht, 1 omsl, 1 st recht, 6 st recht *, herhaal van *-* tot dezelfde plaats als in nld 1. Brei het de blaadjespatroon in spiegelbeeld na de middelste st.
NLD 4: (denk om de kant st, dus 4 st recht voor het begin van het patroon): 6 st recht * 5 st av, 6 st recht *, herhaal van *-* als beschreven voor nld 2.
NLD 5: (denk om de kant st en het meerderen en brei de gemeerderde st recht voor ze in patroon worden gebreid): 6 st recht, * 2 st recht, 1 omsl, 1 st recht, 1 omsl, 2 st recht, 6 st recht *, herhaal van *-* tot dezelfde plaats als in nld 1. Brei het de blaadjespatroon in spiegelbeeld na de middelste st.

Ga nu verder op dezelfde manier met de kant st en de gemeerderde st aan iedere kant en het blaadjespatroon aan iedere kant van de middelste st en meerder st als volgt:
NLD 6: 6 st recht, * 7 st av, 6 st recht *, herhaal van *-* als beschreven voor nld 2.
NLD 7: 6 st recht, * 3 st recht, 1 omsl, 1 st recht, 1 omsl, 3 st recht, 6 st recht *, herhaal van *-* als hiervoor.
NLD 8: 6 st recht, * 9 st av, 6 st recht *, herhaal van *-* als hiervoor.
NLD 9: brei alle st recht.
NLD 10: 6 st recht, * 9 st av, 6 st recht *, herhaal van *-* als hiervoor.
NLD 11: 6 st recht, * 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh, 5 st recht, 2 st recht samen, 6 st recht *, herhaal van *-* als hiervoor.
NLD 12: 6 st recht, * 7 st av, 6 st recht *, herhaal van *-* als hiervoor.
NLD 13: 6 st recht, * 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh, 3 st recht, 2 st recht samen, 6 st recht *, herhaal van *-* als hiervoor.
NLD 14: 6 st recht, * 5 st av, 6 st recht *, herhaal van *-* als hiervoor.
NLD 15: 6 st recht, * 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh, 1 st recht, 2 st recht samen, K 6 *, herhaal van *-* als hiervoor.
NLD 16: 6 st recht, * 3 st av, 6 st recht *, herhaal van *-* als hiervoor.
NLD 17: 6 st recht, * 1 st r afh, 2 st recht samen, afgeh st overh, 6 st recht *, herhaal van *-* als hiervoor.
NLD 18: brei alle st recht.
--------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
Vanwege het grote aantal st, wordt deze omslagdoek heen en weer gebreid op de rondbreinld. De omslagdoek wordt als volgt gebreid: u begint bij de hals middenachter aan de bovenkant van de sjaal met een klein aantal steken en gaandeweg meerdert u in het midden en aan beide zijkanten. Zo ontstaat een grote driehoek. U eindigt dus met de onderrand, die loopt van de punt aan de linkerkant naar beneden naar de punt onder in het midden en weer omhoog naar de punt aan de rechterkant.

Zet 2 st op met rondbreinld 4 mm en Alpaca en Kid-Silk (= 2 draden). Ga verder als volgt:
NLD 1 (= goede kant): 2 st recht in iedere st = 4 st.
NLD 2 (= verkeerde kant): brei alle st recht, TEGELIJKERTIJD 2 st recht in de eerste en de laatste st = 6 st.
NLD 3: 2 st recht, 1 omsl, 2 st recht (= middelste st), 1 omsl, 2 st recht = 8 st.
NLD 4: brei alle st recht.
NLD 5: 2 st recht, 1 omsl, 1 st recht, 1 omsl, 2 st recht (= middelste st), 1 omsl, 1 st recht, 1 omsl, 2 st recht = 12 st.
NLD 6: brei alle st recht.
Plaats een markeerdraad in het midden van het werk.

Ga verder in RIBBELST - zie boven – en meerder TEGELIJKERTIJD 4 st om de nld (dus elke nld aan de goede kant) - Zie TIP VOOR HET MEERDEREN!
Brei bij een hoogte van 12 cm (in de breirichting, het werk meet ongeveer 17 cm langs de middelste st) - pas zo aan dat de volgende nld aan de goede kant is) - M.1 (ga verder met meerderen aan de zijkanten en in het midden als hiervoor en ga verder met 2 kant st aan iedere kant en de 2 middelste st in ribbelst als hiervoor).
Begin na M.1 met het BLAADJESPATROON:
Zie uitleg boven, maar brei de 2 kant st aan iedere kant, de middelste st en de gemeerderde st als hiervoor. Deze st en de gemeerderde st zijn niet inbegrepen in de aantallen in de uitleg, ze worden alleen gemeld als herinnering en worden gebreid naast het blaadjespatroon.

Brei na 1 verticale herhaling van het blaadjespatroon verder in M.2 (eerste nld = goede kant). Ga na M.2 verder in ribbelst met meerderen als hiervoor tot het werk ongeveer 36 cm meet in de breirichting (het werk meet ongeveer 51 cm langs de middelste st) – pas zo aan dat de volgende nld aan de goede kant is. Brei nu M.1 (ga verder met meerderen als hiervoor). Brei na M.1 het blaadjespatroon als hiervoor. Brei na 1 verticale herhaling van het blaadjespatroon M.2. Brei na M.2, 2 cm ribbelst, het werk meet nu ongeveer 48 cm in de breirichting en ongeveer 68 cm langs de middelste st.

RUCHE RAND:
Brei M.2 (eerste nld = goede kant) - LET OP: Ga verder met meerderen aan iedere kant en in de middelste als hiervoor en ga verder over de 2 middelste st in ribbelst.
Meerder TEGELIJKERTIJD in de een na laatste nld in M.2, door om de st 2 st te breien in 1 st - LET OP: meerder niet in de 2 kant st aan iedere kant en meerder in elke van de middelste 20 st zodat u genoeg st krijgt rond de punt van de omslagdoek.
Ga verder in tricotst - LET OP: ga verder met meerderen aan de zijkanten en in het midden als hiervoor, maar brei nu de 2 middelste st in tricotst en meerder door st van de vorige nld op te nemen en deze in tricotst te breien.
Brei als de rand 10 cm meet 4 nld ribbelst over alle st (ga verder meerderen als hiervoor) en kant dan losjes af.
Het werk meet nu ongeveer 60 cm in de breirichting en ongeveer 85 cm langs de middelste st.



Telpatroon

symbols = Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = Averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl
symbols = 2 st recht samen
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 123-30

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (22)

country flag Helga Eitel wrote:

Frage: Werden die Umschläge normal rechts gestrickt oder verschränkt, um Löcher zu vermeiden? Vielen Dank im Voraus. Freundliche Grüße H, Eitel

25.05.2021 - 18:12

DROPS Design answered:

Liebe Frau Eitel, die Umschläge werden alle ganz "normal" gestickt, dh bei den Zunahmen werden sie rechts gestrickt und beim Blattmuster links gestrikt. Viel Spaß beim stricken!

26.05.2021 - 10:21

country flag Helga Eitel wrote:

Ist das komplette Tuch mit 2 Fäden gestrickt oder täuscht es nur dass der Volant heller erscheint als wäre er nur mit Kid Silk gestrickt? Danke für Ihre Antwort. Freundliche Grüße H. Eitel

24.05.2021 - 22:35

DROPS Design answered:

Liebe Frau Eitel, das Tuch wird mit 1 Faden Alpaca + 1 Faden Kid-Silk gestrickt, Machenprobe lautet 17 M. x 36 R. mit 1 Faden jeder Qualität in Krausrippe gestrickt = 10 x 10 cm. Viel Spaß beim stricken!

25.05.2021 - 09:13

country flag Paloma Cuenca wrote:

La orilla de volantes con que estambre se teje? Porque en la foto parece que cambia de color para la orilla pero no lo especifica en las instrucciones.

18.10.2018 - 02:45

country flag Bonnie Sykes wrote:

Would be helpful to read comments and questions in English. Thank you.

30.09.2017 - 23:04

DROPS Design answered:

Dear Bonnie, out site is available in several languages, and therefore questions arrive in all these languages, and we try our best to reply to each question in the language it was posted. If we see an issue that seems to be returning we try to adress the question either with changing the pattern or adding a lesson or a video turorial to explain, all are available for all users. Happy crafting!

08.10.2017 - 23:16

country flag Tina wrote:

Salve.. Scusate la mia domanda, che forse è un pò sciocca, ma a volte, a seconda dello schema che mi trovo davanti, mi chiedo se inizia dal basso verso l'alto oppure viceversa.... Grazie tante!! Siete i migliori al mondo, in tutto!!!!! Grazie!!!!

25.01.2017 - 01:52

DROPS Design answered:

Buongiorno Tina . I diagrammi si leggono dal basso verso l’alto e da destra verso sinistra e riportano (salvo diversamente indicato) tutti i ferri del motivo, sia quelli sul diritto che quelli sul rovescio. In questa pagina trova tutte le indicazioni utili per leggere i diagrammi. Buon lavoro!

25.01.2017 - 06:47

country flag Christophel wrote:

Merci pour votre réponse Cependant dernière question d'ordre technique les jetés dans M1 et dans le motif, il faut les tricotés en maille torse ou comme elles se présentent?

14.06.2016 - 23:20

DROPS Design answered:

Bonjour Christophel, les jetés se tricotent dans le brin avant tant qu'aucune information ne dit le contraire, soit dans les 2 cas, aucun ne se tricotent torse, ils doivent bien former des jours. Bon tricot!

15.06.2016 - 09:15

country flag Homme Au Tricot wrote:

Bonjour, J'ai bien compris que les augmentations se tricotent à l'endroit, mais les jetés dans M.1 et les jetés dans le motif se tricotent comment? Merci pour votre réponse

13.06.2016 - 23:29

DROPS Design answered:

Bonjour Homme au Tricot, les jetés dans le motif feuilles se tricotent en jersey (ils sont expliqués rang après rang) - dans M.1, on tricote ces jetés à l'end sur l'envers (cf diagramme). Bon tricot!

14.06.2016 - 09:19

country flag Mariana wrote:

Ich frage, weil 2 verschiedene Fäden verwendet werden. Mir gefällt die Farbe auf dem Bild sehr gut und ich möchte diese Wolle / Farbe für ein anderes Muster verwenden.

25.06.2014 - 12:38

DROPS Design answered:

Liebe Mariana, das Tuch wird mit beiden Fäden zusammen gestrickt, daher ergibt sich dann sozusagen eine Mischfarbe. Sie benutzen Alpaca in 2020 (bei der Nummer ist das "m" entfallen, aber die Farbe ist noch die gleiche) und Kid-Silk in 01, natur. Beachten Sie, dass die Farben auf Ihrem Bildschirm immer etwas anders aussehen können als in der Realität.

25.06.2014 - 13:48

country flag Mariana wrote:

Welche Wolle / Farbe ist auf dem Bild zu sehen?

24.06.2014 - 23:54

country flag Druvent wrote:

Merci beaucoup pour votre aide

20.09.2013 - 13:43