DROPS Bomull-Lin
DROPS Bomull-Lin
53% katoen, 47% linnen
vanaf 2.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 16.10€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 113-7
DROPS design: Model nr. L-094
--------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL
Materiaal: DROPS BOMULL-LIN
350-350-400-450-450 gr kleur nr. 02, naturel

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 8 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 13 st x 15 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD (80 cm) 5 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 17 st x 33 nld in ribbelst = 10 x 10 cm.
DROPS HAAKNLD 4.5 mm – voor de rand
DROPS Parelmoerknoop m/gaten, nr. 540: 1 stk.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Bomull-Lin
DROPS Bomull-Lin
53% katoen, 47% linnen
vanaf 2.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 16.10€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

TIP VOOR HET METEN: Meet het werk hangend. Als u dat niet doet, zal het werk door het gewicht van het garen te lang worden bij het dragen.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder als volgt voor de markeerdraad: 2 st r samenbreien.
Minder als volgt na de markeerdraad: 1 st r afh, 1 r, afgeh st overh.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder door 1 omsl te maken voor 1 st en de merkdraad en na de merkdraad en 1 st. Brei de omsl in de teruggaande nld gedraaid om een gaatje te voorkomen.

RIBBELST (in de rondte):
* brei 1 nld recht, 1 nld averecht *. Herhaal van * - *.

RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid op de nld):
Brei alle nld recht.
--------------------------------------------------------

LIJF:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld. Zet losjes 232-248-272-288-312 st op met rondbreinld 8 mm en Bomull-Lin. Plaats 8 markeerders in het werk als volgt: Markeerdraad-1 aan het begin van de nld en de volgende 7 markeerders met 29-31-34-36-39 st tussen iedere markeerder. Brei 1 nld recht, 1 nld av, 1 nld recht en 1 nld av. Brei nu 4 nld recht en minder TEGELIJKERTIJD 1 st aan beide kanten van Markeerdraad-2., -4, -6, en -8 om de nld in totaal 27-27-29-29-31 keer en meerder TEGELIJKERTIJD 1 st aan beide kanten van Markeerdraad-1, -3, -5 en -7 iedere 4e nld in totaal 13-13-14-14-15 keer – ZIE TIP VOOR HET MEERDEREN en TIP VOOR HET MINDEREN. Brei na de 4 nld recht, 1 nld av en ga verder in tricotst. Bij een hoogte van ongeveer 38-39-40-41-42 cm – gemeten op het kortste deel, ZIE TIP VOOR HET METEN – de minderingen en meerderingen zijn nu gedaan = staan er 120-136-152-168-184 st op de nld. Hou Markeerdraad-1 en Markeerdraad-5 in het werk (= de zijkanten), ga verder met nld 5 mm in ribbelst – zie boven – meerder TEGELIJKERTIJD 8-6-6-6-8 st gelijkmatig verdeeld over het voorpand en achterpand = 136-148-164-180-200 st (68-74-82-90-100 st aan iedere kant). Kant bij een hoogte van 45-46-47-48-49 cm 3 st af aan iedere kant van beide markeerders voor de armsgaten en brei iedere kant apart verder.

ACHTERPAND: = 62-68-76-84-94 st.
Ga verder in ribbelst, kant TEGELIJKERTIJD af voor de armsgaten aan iedere kant aan het begin van iedere nld: 0-1-2-3-4 x 2 st en 0-1-2-3-5 x 1 st = 62-62-64-66-68 st. Kant bij een hoogte van 62-64-66-68-70 cm de middelste 26-26-28-28-30 st af voor de hals en kant 1 st af op de hals in de volgende nld = 17-17-17-18-18 st over voor iedere schouder. Kant af bij een hoogte van 64-66-68-70-72 cm.

VOORPAND: = 62-68-76-84-94 st.
Ga verder en kant af voor de armsgaten aan iedere kant als beschreven voor het achterpand. Verdeel TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 48-50-52-54-56 cm het werk in 2 middenvoor en brei iedere kant apart verder. Kant bij een hoogte van 54-56-58-60-62 cm af voor de hals aan het begin van iedere nld middenvoor: 1 x 5-5-6-6-7 st, 2 x 2 st, en 5 x 1 st. Na alle minderingen zijn er 17-17-17-18-18 st over voor iedere schouder. Kant af bij een hoogte van 64-66-68-70-72 cm.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden dicht.

GEHAAKTE RAND:
Haak een rand rond de armsgaten met haaknld 4.5 mm als volgt: 1 v, * 2 l, sla ongeveer 1 cm over, 1 v *, herhaal van *-* en eindig met 1 hv in de eerste v. Haak eenzelfde rand rond de hals en langs de split. Haak aan de bovenkant van de split op de rechterkant een knoopsgatlus als volgt: 1 v in de hoek, 10 l, 1 hv in de v in de hoek. Naai op knoop aan op de linker bovenkant van de split.


Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 09.03.2009
TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder door 1 omsl te maken voor 1 st en de merkdraad en na de merkdraad en 1 st. Brei de omsl in de teruggaande nld gedraaid om een gaatje te voorkomen.

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 113-7

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (77)

country flag Theresa Miller wrote:

I am so confused. When it comes to placing the markers, you give drections as follows. . Insert 8 markers in piece as follows: Marker-1 at beg of round and the next 7 markers with 29-31-34-36-39 sts between each Where is marker #7? #8? 1st-beg next #2- after 29 3-31 4-34 5-36 6-39 7-? 8-? Help?

24.05.2021 - 09:49

DROPS Design answered:

Dear Theresa Miller! These numbers are for different sizes. Meaning for size L you have markers after every 34 stitches. Hope it helps! Happy knitting!

24.05.2021 - 14:14

country flag Evi wrote:

Hello. The pattern looks so pretty and I want to start knitting immediately!! But I am a bit confused. Do I have to begin increasing and decreasing simultaneously on the first round of the 4K rows and then continue every other and every 4th (in which case every 4th row the increase and decrease will both take place) or do I have to begin decreasing on the first row and increase on the 4th so that increase and decrease happen always in different rows? or does it not make any difference?

09.05.2020 - 06:28

DROPS Design answered:

Dear Evi, you have to work 4 rounds K, on the first of these 4 rows you will decrease on 4 markers (2nd, 4th, 6th and 8th) and decrease on 4 markers (1st, 3rd, 5th and 7th). And repeat these decreases/increases every 4th round. After these 4 rounds K, you will K1 (= increase/decrease again), Purl 1 round, and continue in stocking stitch, ie continue then to increase and decrease on every 4th roudn until you worked 13-15 rounds (see size) with decreases/increases in total. Happy knitting!

11.05.2020 - 09:15

country flag Renée wrote:

Ik vind dit een prachtig patroon maar bijna al jullie patronen worden met een rondbreinaald gebreid. Is er een simpele manier om dit om te zetten naar gewone breinaalden? Groet, Renée

23.02.2019 - 22:46

DROPS Design answered:

Dag Renée,

Veel patronen kun je inderdaad ook met rechte naalden breien. In deze les vind je meer informatie over hoe je een patroon omzet om met rechte naalden te breien.

26.02.2019 - 09:26

country flag Gabi wrote:

Liebes Drops Team, was hinten und vorne 8 M aufnehmen welche Makierer sind gemeint? Nach 49 cm auf beiden Seiten der Makierungsfâden je 3 M ablegten. Welche Markierer sind gemeint. Lieben Dank im voraus Liebe Grüße Gabi

25.08.2018 - 17:44

DROPS Design answered:

Antwort siehe unten! :-)

31.08.2018 - 11:58

country flag Gabi wrote:

Liebes Drops - Team, was ist damit gemeint hinten und vorne 8M aufnehmen welche Markierer? Nach 49 cm auf beiden Seiten der Makierungsfâden je 3 M Abk. Welche Makierer sind gemeint? Lieben Dank im voraus Liebe Grüße Gabi

24.08.2018 - 12:37

DROPS Design answered:

Liebe Gabi, die Zunahmen vorne und hinten machen Sie gleichmäßig verteilt, d.h. Sie nehmen am Vorderteil und am Rückenteil jeweils 8 M gleichmäßig verteilt zu. Die je 3 Maschen bei 49 cm ketten Sie an beiden Seiten des 1. und 5. Markierungsfadens ab, d.h. an den Seiten der Tunika, d.h. je 6 Maschen pro Seite werden für die Armausschnitte abgekettet. Weiterhin gutes Gelingen!

27.08.2018 - 10:32

country flag Gabriele Heling wrote:

Liebes Drops - Team, nochmal muss ich nachfragen bei Gr XL 288 M und Gr XXL sind es 312 M, also 24 M mehr, dann kann es doch nicht stimmen das es auch 450 Gramm sind. Maschenprobe stimmt. Lieben Dank im voraus Liebe Grüße Gabi

16.08.2018 - 20:18

DROPS Design answered:

Liebe Gabi, doch das kann passen - die Garnmengen sind ja nur auf 50 g genau berechnet, weil das die Menge eines Knäuels ist. Wenn Sie bei XL etwas mehr als 400 g benötigen, sind ebenfalls 450 g angegeben. Halten Sie auf jeden Fall die angegebenen Maße und die Maschenprobe ein, damit die Garnmenge reicht. Beachten Sie auch, dass Sie die Lauflänge im Auge haben müssen, wenn Sie ein Alternativgarn verwenden, Sie müssen also schauen, wie viele Meter Garn Sie insgesamt benötigen und das dann auf die Knäuel des alternativen Garns umrechnen - unser Garnumrechner hilft dabei.

27.08.2018 - 10:46

country flag Gabriele Heling wrote:

Liebes Drops - Team, in jeder 2 ten R 1 M vor dem Markierer abnehmen. Also 1. R ohne Zu und Abn 2. R Abn und keine Zum. 3. R keine Zu und Abn. 4. R Zu und Abn.Richtig? Habe jetzt schon ein 2tes Knäuel angefangen und bin bei der 4. Abn.reichen doch nicht 450 Gramm? Was ist damit gemeint vorne und hinten 6 M aufnehmen? Stricke Gr. XL Lieben Dank im vorau

16.08.2018 - 19:35

DROPS Design answered:

Liebe Frau Heling, also bei der 1. Rd nehmen Sie 4 M ab und nehmen Sie 4 M zu, bei der 2. Rd keine Zu- noch Abnahme. 3. Rd: 4 M abnehmen. 4. Rund: Keine 2u- noch Abnahme. Dann sollen Sie 6 M auf den Vorderteil und 6 M auf den Rückenteil gleichmässig verteilt zunehmen = 12 M werden bei dieser Runde zugenommen. Prüfen Sie mal, ob Ihre Maschenprobe in der Breite sowie in der Höhe stimmt. Viel Spaß beim stricken!

17.08.2018 - 10:08

country flag Margit wrote:

Liebes Drops-Team, ich würde gerne dieses Modell mit "Belle" stricken. Da Belle aber zu Garngruppe B gehört, bin ich mir unsicher, ob ich es von den Maßen hinbekomme. Oder wie rechne ich das auf meine Maschenprobe um? Danke für Eure Hilfe! LG Margit

12.03.2016 - 17:20

DROPS Design answered:

Liebe Margrit, da dies keine ganz einfacher Schnitt ist, rate ich von einem Umrechnen ab. Versuchen Sie mit Belle die Maschenprobe zu erreichen und entscheiden Sie, ob Ihnen das Strickbild so locker verstrickt noch gefällt.

14.03.2016 - 08:36

country flag Celine Claus wrote:

Hallo. Ich stricke dieses Modell gerade in Größe S. Es wird beschrieben, dass man im 4er Takt Auf- und Abnahmen macht, also in jeder zweiten Runde Abnahmen und in jeder vierten Runde Aufnahmen. Nun habe ich insgesamt 14 mal die Aufnahmen gestrickt, es fehlen ja aber noch die anderen 14 Abnahmen. Das Teil misst jedoch jetzt schon etwa 34 cm. In der Anleitung steht allerdings dass alle Auf-und Abnahmen nach 38 cm gestrickt sein sollten. Was hab ich falsch gemacht?

08.06.2015 - 20:30

DROPS Design answered:

Die Zunahmen und Abnahmen müssten eigentlich ziemlich gleichzeitig enden, da Sie die Abnahmen in jeder 2. Rd machen und die Zunahmen in jeder 4. Rd, aber dafür doppelt so viele Abnahmen wie Zunahmen machen. Sie nehmen also in jeder 2. Rd nur ab und in jeder 4. Rd ab UND zu.

15.06.2015 - 21:02

Berit wrote:

Wie immer: am Diagramm unten!

04.09.2014 - 19:11