DROPS Safran uni colour 100% katoen |
1.05 € /50g |
Bestel |
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Hobbydoos.be website
De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!
-------------------------------------------------------
Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger
-------------------------------------------------------
DROPS Safran uni colour 100% katoen 1.05 € /50g Bestel |
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Hobbydoos.be website
De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!
= r aan de goede kant, av aan de verkeerde kant | |
= av aan de goede kant, r aan de verkeerde kant | |
= 1 omslag | |
= 2 r samen | |
= 1 r afh, 1 r, afgeh st overh |
Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.
Deze stap-voor-stap instructie kan tevens behulpzaam zijn:
Waarom is de stekenverhouding zo belangrijk?
De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.
De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.
De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.
Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet
Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt
Hoe weet ik hoeveel bollen ik nodig heb?
De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.
Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.
LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Wat zijn de garengroepen?
Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.
Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep
Hoe gebruik ik de garenvervanger?
Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).
Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.
Waarom staan er garens in de patronen die niet meer leverbaar zijn?
Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.
Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.
Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.
What size should I knit?
Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.
U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.
Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen
Waarom krijg ik de verkeerde stekenverhouding met de aangegeven naalddikte?
De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.
Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.
Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding
Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding
Waarom wordt het patroon van boven naar beneden gereid?
Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.
In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.
Hoe brei ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.
Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.
Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?
Hoe haak ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.
Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.
Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.
Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.
Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken
Hoe brei/haak je verschillende telpatronen tegelijkertijd op dezelfde naald/toer
Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.
De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest
Waarom zijn de mouwen korter in de grotere maten?
De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.
Waar op het kledingstuk wordt de lengte gemeten??
De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.
Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.
Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen
Wat is een herhaling?
Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.
Waarom begint het werk met meer lossen dan waarmee gehaakt wordt?
Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.
Waarom meerderen voor de boord als het werk van boven naar beneden gebreid wordt?
De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.
Waarom meerderen in de afkantrand?
Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.
Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen
Hoe meerder/minder je afwisselend op elke 3e en 4e naald/toer?
Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.
Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend
Hoe kan ik een vest in de rondte breien, in plaats van heen en weer?
Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.
Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen
Kan ik een trui heen en weer breien in plaats van in de rondte?
Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?
Waarom is het patroon een beetje anders dan wat ik op de foto zie?
Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.
Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!
Hoe verander ik een kledingstuk voor dames in eentje voor heren?
Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.
Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.
Hoe voorkom ik dat een harig kledingstuk gaat pillen of pluizen?
Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.
Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:
1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt
2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.
3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.
4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.
Waarom pilt mijn kledingstuk?
Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.
U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.
Little Josefine |
||||||||||||||||
|
||||||||||||||||
DROPS Vestje, mutsje en sokken met ajourpatroon van “Safran”
DROPS Baby 11-17 |
||||||||||||||||
Stekenverhouding: LET OP! De breinld nr. is een advies! 25 st x 34 nld op breinld 2.5 mm in tricotst = 10 x 10 cm. Ribbelst (heen en weer): alle naalden recht breien. Ribbelst (in het rond): 1 nld r, 1 nld av. Motief: zie de teltekeningen M.1 en M.2. De teltekeningen geven het motief weer op de goede kant (buitenkant). 1 herhaling van M.1 = ca 3 cm hoog. Knoopsgat: kant af voor de knoopsgaten in de rechter voorbies. 1 knoopsgat = kant de 3e en 4e st vanaf de kant af. Zet in de volgende nld hierboven 2 nieuwe st op. Kant af voor de knoopsgaten bij: NB: Kant af voor het laatste knoopsgat als er nog 2 nld ribbelst gebreid moeten worden. Maat 1/3 mnd: 5, 10, 15, 20 en 25 cm. Maat 6/9 mnd: 6, 11, 16, 21 en 26 cm. Maat 12/18 mnd: 6, 12, 18, 24 en 30 cm. Maat 24 mnd: 6, 13, 20, 27 en 34 cm. VESTJE: Achter- en voorpand: Het vestje wordt heen en weer gebreid met de rondbreinld vanaf het middenvoor naar middenvoor. Zet met rondbreinld 2.5 mm en 2 draden Safran 131-143-167-179 st op (incl. 5 kantst aan weerskanten). Haal de ene draad weg en brei teltekening M.1 (1e nld = goede kant), en blijf de 5 kantst voor de knoopbies steeds in ribbelst breien. Vergeet niet de knoopsgaten in de rechter knoopbies te maken – zie beschrijving hierboven. Brei bij een hoogte van ca 15-15-18-21 cm – d.w.z. na 1 volledige herhaling van teltekening M.1 – de volgende goede kant als volgt: 30-33-39-42 st = rechter voorpand, kant 8 st af voor het armsgat, brei 55-61-73-79 st = achterpand, kant 8 st af voor het armsgat brei 30-33-39-42 st = linker voorpand. Leg het werk terzijde en brei de mouwen. Mouwen: zet met breinld 2.5 mm en 1 draad Safran 38-50-50-50 st op (incl. 1 kantst aan weerskanten). Brei 8 nld ribbelst (1e nld = goede kant), en brei vervolgens door volgens teltekening M.1. Meerder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 4 cm 6-3-5-6 x 1 st aan weerskanten in elke 7e-15e-10e-11e nld = 50-56-60-62 st – brei de gemeerderde st in ribbelst in de 4 eerste nld van teltekening M.1, en brei ze vervolgens in tricotst in de volgende 8 nld van de teltekening. Kant bij een hoogte van ca 16-16-19-22 cm – d.w.z. na 1 volledige herhaling van teltekening M.1 -5 st af voor de armsgaten aan weerskanten = 40-46-50-52 st over op de nld. Leg het werk terzijde en brei nog een mouw. Pas: zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als het achter- en de voorpanden, boven de afgekante st voor de armsgaten = in totaal 195-219-251-267 st. Brei teltekening M.2 – en minder tegelijkertijd in de 1e nld, gelijkmatig verdeeld 19 st. LET OP: minder niet tussen de st van de knoopbiezen = 176-200-232-248 st. Minder tegelijkertijd in de 9e nld van teltekening M.2, gelijkmatig verdeeld 12-14-18-22 st = 164-186-214-226 st. Vergeet niet het knoopsgat in de knoopbies! Brei na teltekening M.2 door in ribbelst – en minder tegelijkertijd, gelijkmatig verdeeld 8-9-10-11 x 11-11-12-12 st in elke 4e nld = 76-87-94-94 st resteren op de breinld. Minder bij een hoogte van 25-26-30-34 cm, gelijkmatig verdeeld 18-19-24-16 st = 58-68-70-78 st. Afwerken: Halsbies: brei de bies over alle st – incl. de kantst – . Brei 3 nld tricotst, en brei vervolgens de volgende nld op de goede kant als volgt : *2 st r sam.br, 1 omsl*, herhaal steeds *-* en sluit af met 2 r. Brei hierna nog 3 nld tricotst en kant vervolgens alle st af. Vouw de bies om naar binnen en zet hem vast. Sluit de mouwnaden en de openingen onder de mouwen. Naai de knopen op de linker voorbies. SOKKEN: Voetlengte: 10-11-12-14 cm. Sok: de sok wordt heen en weer gebreid vanaf het middenachter. Zet met breinld 2.5 mm 50-52-54-56 st op met 2 draden Safran. Neem de ene draad weg en brei teltekening M.1 (1e nld = goede kant) met 1-2-3-4 st tricotst aan weerskanten. Brei teltekening M.1 2 keer in de hoogte (= ca 6 cm). Brei door in tricotst en minder tegelijkertijd, gelijkmatig verdeeld 16-14-16-14 st in deze nld = 34-38-38-42 st. Brei de volgende nld op de goede kant als volgt: 1 r, *2 st r sam.br, 1 omsl*, herhaal steeds *-*, en sluit af met 1 r. Brei daarna 1 nld av op de verkeerde kant. Zet de 12-13-13-15 st aan weerskanten op 1 draad (of st houder) en brei 4 - 4,5 - 5,5 - 6,5 cm ribbelst op de middelste 10-12-12-12 st. Zet vervolgens de st van de draad terug op de breinld en neem vervolgens 10-11-13-16 st op aan weerskanten van het middenstukje = 54-60-64-74 st op de breinld. Brei 3-4-5-5 cm ribbelst over alle st en kant tegelijkertijd na 1,5-2-2,5-3 cm af in elke 2e nld als volgt tot de sok helemaal af is: kant 1 st af aan het begin en aan het eind van de nld, en brei tegelijkertijd 2 st r samen aan weerskanten van de 2 middelste st. Kant de overige st af en sluit de naad onder de voet en op het middenachter in de buitenste st, zodat de naad niet te dik wordt. Rijg 1 satijnlintje met een lengte van ca 50 cm door de gaatjes in de sok. MUTSJE: Hoofdomtrek: ca 41-44-47-50 cm. Mutsje: zet met breinld 2.5 mm en 1 draad Safran 72-78-86-92 st op en brei ribbelst. Kant bij een hoogte van 10-11-12-13 cm 24-26-28-30 st af aan weerskanten. Brei door in ribbelst over de middelste 24-26-30-32 st tot een hoogte van 20-22-24-26 cm, kant vervolgens de st af. Naai het middenstukje vast aan de zijstukken. Neem dan 72-78-86-92 st op (op de verkeerde kant) langs de voorkant van het mutsje: Brei teltekening M.1 (met 1 kantst aan weerskanten in ribbelst) zodat de goede kant op de buitenkant komt als dit stukje naar buiten wordt omgeslagen. Meerder/minder tegelijkertijd in de 1e nld naar 75-75-87-99 st. Brei na 2 herhalingen van teltekening M.1, 4 nld ribbelst en kant dan af met 2 draden. Vouw het kantje over het mutsje naar buiten en zet het vast aan de onderkant met mooie kleine steken. Neem vervolgens met breinld 2.5 mm ca 74 tot 98 st op (op de goede kant) aan de onderkant van het mutsje ( deelbaar door 4+2). Brei 1 nld av op verkeerde kant en brei vervolgens teltekening M.2 met 2 kantst in ribbelst aan weerskanten, brei de gaatjesrand (= 7e nld van teltekening M.2) als volgt: 2 ribbelst, *2 st r sam.br, 1 omsl, 2 r*, herhaal steeds *-*, en sluit af met 2 st r sam.br, 1 omsl en 2 ribbelst. Kant na teltekening M.2 de st af. Rijg 1 satijnlintje met een lengte van ca 80 cm door de gaatjes in het mutsje. |
||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||
|
||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Met meer dan 40 jaar ervaring in brei- en haakdesign biedt DROPS Design één van de meest uitgebreide collecties van gratis patronen aan op internet vertaald in 304 talen. Tot en met vandaag hebben wij 11422 boeken en 11129 patronen gepubliceerd.
Wij werken hard om u het beste van haken en breien te bieden; patronen, inspiratie, advies en natuurlijk garens van uitstekende kwaliteit voor de allerbeste prijzen! Wilt u onze patronen gebruiken voor meer dan privégebruik? U kunt lezen wat wel en niet is toegestaan is in de Copyright tekst, die u onderaan elk patroon kunt vinden. Veel handwerkplezier!
Opmerkingen / Vragen (25)
Fougere Roselyne wrote:
Bonjour, j'aimerais savoir à quoi correspond le rond dans le diagramme, merci
23.08.2023 - 18:41DROPS Design answered:
Bonjour Mme Fougere, le rond correpond au jeté (3ème symbole). ainsi, au 5ème rang de M.1, tricotez: *1 m end, 2 m ens à l'end, 2 m ens à l'end, 1 jeté, 1 m end, 1 jeté, 1 m end, 1 jeté, 1 m end, 1 jeté, 2 m ens à l'end, 2 m ens à l'end*, répétez de *-*. Bon tricot!
24.08.2023 - 09:02Micheline Lequeux wrote:
Bonjour je ne vois pas le nombre de mailles a tricoter entre chaque diagramme il semble y avoir un espace en gersey? merci de m éclairer
17.10.2020 - 13:39DROPS Design answered:
Bonjour Mme Lequeux, pour le gilet, vous tricotez: 5 m de bordure devant, vous répétez les 12 m de M.1/M.2 jusqu'à ce qu'il reste 6 m, tricotez la 1ère m de M.1/M.2 (ainsi le motif est symétrique) et terminez par 5 m de bordure devant. Bon tricot!
19.10.2020 - 08:19June Lekfeldt wrote:
Hej Mit barnebarn elsker denne trøje. Jeg har tidligere strikket den i 12 og 24 mdr. Hun er nu 3 år og kan ikke længere klemme sig ind i trøjen. Mit spørgsmål er: hvordan regner jeg opskriften op til 3-4 år? Venligst June Lekfeldt
09.09.2019 - 10:26DROPS Design answered:
Hej , vi kan desværre ikke hjælpe dig med at regne opskriften om, men hvis du selv kan lægge en rapport (12 masker ifølge diagrammet) til på hvert forstykke og modsvarende på bagstykket, så bliver den helt sikkert fin. God fornøjelse!
12.09.2019 - 13:50Karen Marcussen wrote:
Hej, jeg forstår ikke denne sætning under ærmer: ... "de udtagede m strikkes ind i retstrik på de 4 første p af M.1, derefter i glatstrik på de næste 8 p af M.1"?
01.08.2019 - 08:03DROPS Design answered:
Hej Karen, de 4 første pinde i M.1 strikkes i retstrik, derfor skal udtagningerne også strikkes i retstrik, så mønsteret bliver ens på hele pinden. De 8 næste pinde i M.1 strikkes i mønster og glatstrik, derfor skal udtagningerne også strikkes i glatstrik. God fornøjelse!
01.08.2019 - 15:09Monica Jakobsen wrote:
Flott jakke, har strikket ferdig M1, og begynt på armene. Får det ikke til. Strikker den nest minste str. Får det til at det skal være 1 r, 1 kast, 1 r, 1 kast, 1 r, 1 kast før de to første rett sammen. Men da utvider armen seg veldig. ...hva gjør jeg galt?
14.09.2017 - 14:47DROPS Design answered:
Hei Monica. Når du strikker M.1 og 5.omgang felles det 4 masker, men det gjøres også 4 kast. Det strikkes slik: 1 r, 2 rett sammen, 2 rett sammen (=2 felte masker), 1 kast, 1 rett, 1 kast, 1 rett, 1 kast, 1 rett, 1 kast (=4 økte masker), 2 rett sammen og 2 rett sammen (=2 felte masker). Gjenta M.1 omgangen ut. Økningene starter når arbeidet måler 4 cm. Det økes 1 m i hver side totalt 6 ganger på hver 7.p = 50 masker (de økte maskene strikkes inn i riller på de 4 første omgangene av M.1, deretter i glstrikk på de neste 8 p av M.1). God Fornøyelse!
20.09.2017 - 11:05Peg wrote:
The chart symbols are not translated into English. Where can I find the symbols for the chart in English?
29.09.2016 - 17:48DROPS Design answered:
Hi. They are translated into English, just look under "Diagram". Best Regards DROPS Design
30.09.2016 - 07:26Antoinette wrote:
Kunt u mij vertellen waar de tel tekeningen van het patroon Little Josefine by DROPS Design staan?
21.11.2015 - 14:47DROPS Design answered:
Hoi Antoinette. Het telpatroon is nu toegevoegd.
23.11.2015 - 10:08Val Bayer wrote:
I finished the jacket and the bonnet, but I have a problem with the socks. I am ok up to the point where I knit 1.5 cm of garter sts over all the stitches (constituting the sides of the bootie), then the decreases begin and I cannot visualize how the bottom of the bootie goes. Do the next 1.5 cm constitute the sole (that would be rather shallow) - or what does "until finished" mean? How many times to knit 2 tog on each side of the 2 centre stitches? Every row or every other row? Thanks.
01.07.2015 - 23:55DROPS Design answered:
Dear Mrs Bayer, the sole is worked with the 3 cm garter st (1st size) on all sts, but when you have worked 1,5 cm in garter st, start to dec 4 sts every other row until piece measures 3 cm (from where sts were picked up): ie you work 1,5 cm in garter st without dec then 1,5 cm in garter st with dec every other row. Happy knitting!
02.07.2015 - 10:06Eva Hallberg wrote:
Hej Har begyndt på M2 på bærestykket. Har nu 164 masker og skal tage ind 11 masker på hvert 4 pind. Hvordan får jeg maskerne jævnt fordelt, så at indtagningerne efterlader lige mange masker (hvor der ikke tages ind) frem til de to forkanter (midten) af forstykket hvor knapperne skal sidde?
12.06.2015 - 09:15DROPS Design answered:
Hej eva, hvis du deler 164 med 11 så får du 14,9 - hvis du på første omg strikker hver 13 og 14 m sammen og så næste gang her 12 og 13 sammen og så videre så bliver det ret jævnt. God fornøjelse!
07.08.2015 - 11:18Chrisine wrote:
Also ich habe die jacke jetzt zum 3ten mal begonnen und komme auch recht gut klar nur jetzt meine frage in der Anleitung steht man soll 167 Maschen anschlagen, davon sind 10 Maschen für die blende (5 links und 5 rechts) bleiben 157 für das Muster jedoch beinhaltet das muster m1 nur 12 Maschen und ich habe bei korrekter Ausführung von m1 immer 1 masche übrig, wo liegt mein Fehler? Und noch 1 frage was ist passe? Lieben dank schon mal
15.02.2015 - 00:33DROPS Design answered:
Sie machen keinen Fehler, es ist korrekt, dass am Ende 1 M übrig bleibt - diese stricken Sie einfach wie die 1. M des Musters, dann wird es nämlich auf beiden Seiten symmetrisch. Als Passe bezeichnet man den oberen Teil ab den Armausschnitten, wenn die oberen Ärmelteile nicht separat gestrickt werden, sondern mit in den oberen Teil integriert sind. Hier ist es der kraus re gestrickte Teil mit den Abnahmen. Eine Rundpasse ist eine Passe, bei der gleichmäßig immer wieder Abnahmen gearbeitet werden, wie hier.
15.02.2015 - 20:47