DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.00 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 12.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 109-49
Afmetingen: Sjaal: ca 18 x 85 cm.
Baret: One-size
Materialen: DROPS Snow
300 gr nr. 01, naturel

DROPS Haaknaald 8 mm – of de haaknld, die u nodig heeft voor een haaksteekverhouding van: 9 dstk = 10 cm breed.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.00 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 12.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

BARET:

Tip Haken: Vervang altijd de eerste v van de tr door 1 l, het eerste stk door 3 l en het eerste dstk door 4 l. Eindig elke tr met 1 hv in de eerste st van de tr.

Tip Minderen: Minder 1 v als volgt:
Steek de haaknld in de eerste st, haal door, steek de haaknld in de volgende st, en haal door (= 2 lusjes op de haaknld), maak nog een omslag en haal die door de 3 lusjes op de haaknld.

Baret: Haak 3 l met haaknld 8 mm en Snow, en sluit deze tot een ring met 1 hv in de eerste l.
Lees Tip Haken!
1e tr: 5 v om de ring.
2e tr: 2 stk in elke v = 10 stk.
3e tr: 4 l (= 1 dstk) + 1 l + 1 dstk in het eerste stk, 5 l, * 1 stk overslaan, 1 dstk + 1 l + 1 dstk in het volgende stk, 5 l *, herhaal steeds *-*, en sla het laatste stk over, en eindig met 1 hv in de 4e l van de tr.

4e tr: 1 hv in het eerste 1-l-boogje. Haak 6 dstk in elk 1-l-boogje van de vorige tr (= 1 mossel) en 1 v om elk 5-l-boogje van de vorige tr – haak deze v ook in het stk van de 2e tr (dus haak de v tegelijkertijd om het 5-l-boogje heen en in het stk eronder zodat de lus in het midden aan het werk vast komt te zitten) *, eindig met 1 hv in de eerste l van de tr = 5 dstk-groepen (= 5 mosselen).
5e tr: 4 l (= 1 dstk), * 7 l, de mossel overslaan, 1 dstk + 1 l + 1 dstk + 1 l + 1 dstk in de v tussen 2 mosselen *, herhaal *-*, en eindig met 7 l, 1 dstk + 1 l + 1 dstk + 1 l in de laatste v en 1 hv in de 4e l van de tr.
6e tr: Haak hv tot het midden van het eerste l-boogje, * 1 v in het midden van het 7-l-boogje - haak deze v ook in het midden van de dstk in de mossel van de 4e tr, 6 dstk in het eerste 1-l-boogje, 1 v in het middelste van de 3 dstk, 6 dstk in de tweede 1-l-boogje, *, herhaal steeds *-*, en eindig met 1 hv in de eerste v van de tr.
7e tr: 9 l, * sla de mossel over, 1 dstk + 1 l + 1 dstk tussen de 2 mosselen, 5 l *, herhaal steeds *-* en eindig met 1 dstk + 1 l in de laatste v en 1 hv in de 4e l van de tr.
8e tr: Haak hv tot het midden van het l-boogje. Haak 1 v in het midden van alle 5-l-boogjes - haak ook deze v in de st van de 6e tr, en haak 6 dstk in alle 1-l-boogjes. Eindig met 1 hv in de eerste v (= 10 mosselen).
9e tr: 10 l, * sla de mossel over, 1 dstk + 1 l + 1 dstk tussen de 2 mosselen, 6 l *, herhaal steeds *-* en eindig met 1 dstk + 1 l in de laatste v en 1 hv in de 4e l van de tr.
10e tr: Haak hv tot het midden van het l-boogje.
Haak 1 v in het midden van alle 6-l-boogjes - haak ook deze v in het midden van de dstk in de mossel van de 8e tr, en haak 6 dstk in alle 1-l-boogjes. Eindig met 1 hv van de eerste v van de tr.
11e tr: 1 v in elk dstk van de vorige tr = 60 v.
12e tr: * 1 v in de eerste 3 v, 2 v samen haken – lees Tip Minderen! *, herhaal *-* = 48 v.
13e tr: 1 v in elke v.
14e tr: * 1 v in de eerste 2 v, 2 v samen haken *, herhaal *-* = 36 v.
15e tot 17e tr: 1 v in elke v. Knip de draad en hecht stevig af.




SJAAL:

Haakmotief: Zie de teltekening M.1 en M.2.

Sjaal: De sjaal wordt in 2 delen gehaakt, die vervolgens in het midden samen worden genaaid.

1e deel: Haak losjes 18 l met haaknld 8 mm en Snow (incl. 1 l om mee te keren).
Haak de 1e tr als volgt: 1 v in de 2e l van de nld, 1 v in de volgende l, 1 l overslaan, 1 v in de volgende 2 l, 3 v in de volgende l, 1 v in de volgende 2 l, 2 l overslaan, 1 v in de volgende 2 l, 3 v in de volgende l, 1 v in de volgende 2 l, 1 l overslaan, 1 v in de laatste l = 17 v.
Haak nu door volgens teltekening M.1 tot een hoogte van ca 28 cm – eindig na een compleet herhaling van de teltekening en haak dan door volgens M.2. Als M.2 voltooid is, heeft het werk een hoogte van ca 42 cm. Hecht af.

2e deel: Haak zoals het 1e deel tot een hoogte van ca 17 cm. Deel nu het werk in het midden (er komen een lange opening in de sjaal, som den andre enden av skjerfet skal puttes inn i). Haak tot aan het midden = 9 st, keer het werk, en haak nu 10 cm heen en weer over deze 9 st. Knip de draad af en haak ook de andere deel op dezelfde manier. Haak, als beide delen 10 cm zijn, nog 1 tr over alle st. Haak nu door volgens M.2 zoals voor het 1e deel.

Afwerken: Naai de 2 delen aan elkaar in het midden - naai rand aan rand met 1 steek in elke steek, zodat de naad niet te dik wordt.

Telpatroon

symbols = l (losse)
symbols = v (vaste)
symbols = 1 v om het l-boogje van de vorige tr en om het 4e dstk van de mossel 2 tr onder - Se Fig 1.
symbols = hv (halve vaste)
symbols = dstk (dubbel stokje)
symbols = Mossel: Haak 7 dstk in dezelfde l
symbols = deze tr is al in het patroon beschreven, begin daarom met de 2e tr.
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 109-49

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (52)

country flag Laroche wrote:

Bonjour, Pour l'écharpe j'ai terminé M1 et M2 et je suis arrivée à la 2e partie où il est indiqué de reprendre la 1re partie. On peut donc fermer la 1re partie déjà crochetée ? Et reprendré tout à zéro pour la 2e partie ? Merci d'avance.

16.03.2023 - 18:41

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Laroche, pour la 2ème partie, crochetez comme pour la 1ère partie, vous assemblerez ensuite les chainettes de base ensemble au milieu de l'écharpe; vous pouvez aussi crocheter directement dans les mailles en l'air de la 1ère partie pour éviter une couture. On procède ainsi pour que les extrémités (M.2) de l'écharpe soient identiques. Bon crochet!

17.03.2023 - 08:41

country flag Hannah Pitt wrote:

I’m stuck on round 8 - is it right that I need to do the dc into a stitch on round 6 or does it mean 7? If so, which stitch? Is there a video to help with more than just rounds 1-6? Thanks in advance

02.01.2023 - 20:58

DROPS Design answered:

Dear Mrs Pitt, correct, you have to insert the crochet in the stitch 2 rounds below, ie the dc should be worked in the 4th treble from round 6 = in the middle of the shell. Ie as you crocheted the dc on round 6 in the treble from round 4 (see time code 13:30 in the video). Happy crocheting!

03.01.2023 - 09:19

country flag Patty wrote:

Hello. I just made the hat and would love to make the scarf. Im just having a little issue with M2. I dont see where you start or how many chains to to start it. I know M.2 is the second piece right?Thank for your help.

30.11.2020 - 18:09

DROPS Design answered:

Dear Patty, the scarf is worked in two parts sewn together on mid back, you first crochet the first piece casting on 18 ch and work 17sc (US-Terms) then work M.1 until piece measures 28 cm and work then M.2 until piece measures 42 cm in total, work then the 2nd piece the same way except you will divide piece into 2 parts and work them spearate for 10 cm, and then finish 2nd piece as 1st piece and sew both pieces together. Happy crocheting!

01.12.2020 - 09:01

country flag Capelle wrote:

Bonjour , je suis nouvelle et aimerait crocheter cette belle écharpe ..et pas le bonnet . Combien de pelotes akaska faut il commander ? Il est indiqué la quantité pour les deux ouvrages , merci pour vos explications. Superbe site et fils de très belle qualité.

03.11.2019 - 10:22

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Capelle, nous avons ici uniquement la quantité pour l'ensemble et pas pour chaque pièce. Utilisez notre convertisseur pour connaître la quantité nécessaire en Alaska (on prendra le fil Alaska en double pour avoir la même tension qu'1 fil Eskimo). Bon crochet!

04.11.2019 - 16:49

country flag Shelly Stephens wrote:

I need help on Rd 6. Is there a chart or diagram I can see.

26.12.2018 - 20:32

DROPS Design answered:

Dear Shelly, look at this video, hopefully it will helps you. Happy crocheting!

29.12.2018 - 19:14

country flag Gillet Françoise wrote:

Je vous remercie de votre réponse aussi rapide .Ce site est vraiment sérieux et offre tant de joyaux plus jolis les uns que les aures.Je recommence les rangs du béret et merci encore.

17.07.2017 - 15:23

country flag Françoise Gillet wrote:

Bonjour; J'aimerais vraiment faire ce bonnet et je ne comprens pas les rangs suivants la suite de la vidéo (rangs 7,8,9 etc) auriez vous un diagramme pour faire le bonnet ? je vous remercie

17.07.2017 - 07:11

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Gillet, suivez attentivement les explications des rangs 7 à 9, on va répéter les rangs 5 et 6 mais avec un nombre de mailles en l'air différent et plus de coquilles à chaque fois. Bon crochet!

17.07.2017 - 09:46

country flag I Lugt-Brom wrote:

Ik ben bezig met dit patroon maar loop vast. Want t/m de 4e toer gaat t prima. Maar vanaf toer 5 loopt t patroon fout. Als je dan haakt wat er staat verdubbelt t aantal mosseltjes. En wanneer je dan bij toer 8 komt heb ik 20 mosseltjes en geen 10 zoals t patroon aangeeft. Dus kom je op teveel uit. Kunt u mij aub helpen? Heb het al zeker 5 keer gelezen en herlezen en uitgehaald. Vr gr Irma

25.11.2015 - 09:54

DROPS Design answered:

Beste Irma. Ik heb de eerste 8 toeren gehaakt en ik krijg wel 10 mosseltjes. In toer 8 haak je 1 dstk+1 l+ 1 dstk in elke v = 10 keer 1-l-boogje = 10 mosseltjes na toer 8

02.12.2015 - 14:52

country flag Nuria wrote:

Aun siguiendo el patrón no consigo a partir de la 4 vuelta que me quede bien. He seguido todas las explicaciones pero se me queda como un gorro , no como la preciosa boina de la foto. Y, no es la primera vuestra que hago..... Un saludo y gracias

12.11.2015 - 17:19

DROPS Design answered:

Hola Nuria, para que la boina tenga la caída necesaria y no se asemeje a un gorro debes cuidar mucho la tensión de los pts. Se me ocurre que puedas estar trabajándolos muy prietos. Comprueba que la tensión es la indicada y prueba a trabajar más flojo.

15.11.2015 - 10:40

country flag Nadège ZAFFINO wrote:

Bonjour , j'essai de faire le bonnet du modèle DROPS 109-49 et malheureusement je suis bloqué sur le 4ème tour pourrais je avoir un schéma du bonnet ? Ou une vidéo explicative ? Ou n'importe quoi qui puisse me débloquer car ce modèle me plait vraiment et je souhaite réellement le réussir .... Merci par avance de votre aide ! Cordialement . Nadège

20.03.2015 - 15:04

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Zaffino, au 4ème tour du bonnet, crochetez 1 mc dans le 1er arceau puis 1 coquille de 6 DB (crochetez 6 DB dans la même maille) dans chaque arceau d'1ml du tour précédent (= entre les 2 DB du tour 3), et entre chaque coquille, crochetez 1 ms mais en piquant dans la B du 2ème rang (en prenant en même temps l'arceau de 5 ml du tour 3). Bon crochet!

20.03.2015 - 16:29