DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.40 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 37.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Celtic Harmony

Gebreide trui in DROPS Merino Extra Fine of DROPS Cotton Merino. Het werk wordt van onder naar boven gebreid met kabels en kantpatroon. Maat: S - XXXL

DROPS 241-17
DROPS design: Patroon me-257
Garengroep B
----------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS MERINO EXTRA FINE van garnstudio (behoort tot garengroep B)
500-550-600-700-750-800 g kleur 15, licht grijsgreen

Of gebruik:
DROPS COTTON MERINO van garnstudio (behoort tot garengroep B)
500-550-600-700-750-800 g kleur 29, zeegroen

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 4 mm: Lengte 40 en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 3 mm: Lengte 40 en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 mm
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 mm
DROPS KABELNAALD.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
21 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.
LET OP! De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.40 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 37.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

----------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = brei 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.3. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET MEERDEREN (geldt voor de mouwen):
Begin 1 steek voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), maak 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen (= 2 steken gemeerderd). Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Brei het voorpand en het achterpand apart heen en weer gebreid op de rondbreinaald, van onder naar boven. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald, van beneden naar boven. Eindig met een halsrand.

ACHTERPAND:
Zet 112-120-124-132-144-160 steken op rondbreinaald 3 mm met DROPS Merino Extra Fine of DROPS Cotton Merino. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant. Brei dan boordsteek als volgt aan de goede kant: 1 steek in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven, * 2 averecht, 2 recht *, herhaal van *-* tot er 3 steken over zijn, 2 averecht en 1 steek in ribbelsteek. Ga zo verder heen en weer gebreid tot de boordsteek 6 cm meet. Brei 1 naald recht aan de goede kant en minder 9-9-9-11-9-13 steken verdeeld = 103-111-115-121-135-147 steken.
Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei dan in tricotsteek met 1 steek in ribbelsteek aan elke kant
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Kant bij een hoogte van 35-36-37-38-39-40 cm, 3-5-3-2-5-6 steken af voor de armsgaten op het begin van de 2 volgende naalden = 97-101-109-117-125-135 steken.
Kant dan bij een hoogte van 51-53-55-56-58-60 cm, de middelste 35-35-37-37-41-41 steken voor de hals af en eindig elke schouder apart. Brei in tricotsteek en kant 1 steek af op de volgende naald vanaf de hals = 30-32-35-39-41-46 steken over op de schouder.
Kant af bij een hoogte van 54-56-58-60-62-64 cm. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

VOORPAND:
Zet 123-131-139-147-155-171 steken op rondbreinaald 3 mm met DROPS Merino Extra Fine of DROPS Cotton Merino. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant. Brei dan boordsteek als volgt aan de goede kant:
Brei 1 steek in ribbelsteek, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* over de eerste 28-32-36-40-44-52 steken, 2 recht, A.1, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* over de volgende 28-32-36-40-44-52 steken, 2 recht en eindig met 1 steek in ribbelsteek.
Als de boordsteek 6 cm meet, ga dan verder met rondbreinaald 4 mm.
Brei 1 steek in ribbelsteek, 30-34-38-42-46-54 steken in tricotsteek terwijl u tegelijkertijd 5-5-7-7-5-7 steken verdeeld mindert over deze steken (= 25-29-31-35-41-47 steken), A.2, 30-34-38-42-46-54 steken in tricotsteek terwijl u tegelijkertijd 5-5-7-7-5-7 steken verdeeld mindert over deze steken (= 25-29-31-35-41-47 steken), 1 steek in ribbelsteek = 113-121-125-133-145-157 steken. Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, zijn er 115-123-127-135-147-159 steken op de naald en gaat u verder met A.3 over de steken in A.2. Herhaal A.3 in de hoogte.

Kant bij een hoogte van 35-36-37-38-39-40 cm, 3-5-3-2-5-6 steken af voor de armsgaten op het begin van de volgende 2 naalden = 109-113-121-131-137-147 steken.
Brei dan zoals hiervoor tot het werk 47-48-49-51-52-54 cm meet.

Minder op de volgende naald aan de goede kant steken in A.3 als volgt: Brei over de rechte steken zoals hiervoor, brei alle 2 averechte steken 2 aan 2 averecht samen en minder 3 steken over de kabels met 6 steken, brei over de rechte steken zoals hiervoor. Voor maat XL mindert u daarnaast 2 steken verdeeld over de middelste 21 steken = 97-101-109-117-125-135 steken. Op de volgende naald aan de goede kant zet u de middelste 29-29-31-31-35-35 steken op een hulpdraad voor de hals en eindig elk schouder apart. Ga zo verder als hiervoor en kant af voor de hals op het begin van iedere naald vanaf de hals als volgt: Kant 1 keer 2 steken af en 2 keer 1 steek = 30-32-35-39-41-46 steken voor de schouder. Ga zo verder heen en weer gebreid tot het werk 54-56-58-60-62-64 cm meet. Kant af. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

MOUWEN:
Zet 60-60-64-64-68-68 steken op naalden zonder knop maat 3 mm met DROPS Merino Extra Fine of DROPS Cotton Merino. Brei 1 naald recht, brei dan boordsteek = 2 recht/2 averecht. Bij een hoogte van 6 cm, breit u verder met korte rondbreinaald of breinaalden zonder knop maat 4 mm. Brei 1 naald recht en minder 8-6-8-6-8-4 steken verdeeld = 52-54-56-58-60-64 steken. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald = midden onder de mouw. Brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 8-10-9-7-11-10 cm meet, meerder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad - lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo iedere 2½-2-2-2-1½-1½ cm 16-17-18-19-20-20 keer in totaal = 84-88-92-96-100-104 steken. Als de mouw 49-48-48-47-45-43 cm meet, brei dan de mouwkop heen en weer gebreid (vanaf midden onder de mouw) op de rondbreinaald tot de gewenste afmetingen. Brei tot de mouw ongeveer 50-50-49-48-47-46 cm meet, dus er is een split van ongeveer 1-2-1-1-2-3 cm op de bovenkant van de mouw. Kant af. Brei een andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai de zijnaden dicht. Naai de mouwkop aan armsgat. Naai dan de split op de bovenkant van de mouw aan de onderkant van het armsgat - zie tekening.

HALSRAND:
Neem steken op aan de binnenkant van 1 steek aan de goede kant op een korte rondbreinaald 3 mm met DROPS Merino Extra Fine of DROPS Cotton Merino. Begin midden achter. Neem ongeveer 100 tot 116 steken op, inclusief de steken van de hulpdraad (Het aantal steken moet deelbaar zijn door 4).
Brei boordsteek (2 recht/2 averecht) tot de halsrand ongeveer 4 cm meet. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = zet 3 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald
symbols = zet 3 steken op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald
symbols = dit vierkant is geen steek, ga gelijk verder met het volgende symbool in het telpatroon
symbols = 1 steek recht afhalen, 2 steken recht in de volgende steek, haal de afgehaalde steek over deze 2 steken
symbols = 1 steek recht afhalen, 2 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steken
symbols = naai de mouwkop aan het armsgat als volgt: Naai a tegen a en b tegen b.
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 241-17

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (37)

country flag Anna wrote:

"Bei einer Länge des Ärmels von 47cm die Armkugel in Hin- und Rück-Reihen ab der unteren Ärmelmitte auf der Rundnadel weiterstricken, bis der Ärmel eine Länge von ca. 48cm hat" - wie weit muss ich denn von der unteren Ärmelmitte bis zur Armkugel stricken, also wo genau ist der Punkt, an dem ich das Strickstück wieder wenden muss?

07.04.2024 - 19:59

DROPS Design answered:

Liebe Anna, wenn die Ärmel 47 cm misst wird man nicht mehr in der Runde aber nun in Hin- und Rückreihen ab der untere Mitte stricken. - siehe auch Video. Viel Spaß beim Stricken!

08.04.2024 - 08:22

country flag Claudia wrote:

Oh ich meinte das Rückenteil! Aber im Vorderteil wird hier das gleiche Prinzip angewandt...

28.03.2024 - 10:02

DROPS Design answered:

Liebe Claudia, die vorrige Antwort gilt nur für das Vorderteil, beim Rückenteil sind es 124 Maschen - 9 Abnahmen = 115 Maschen; beim Rückenteil wird das Muster nicht gestrickt, es wird einfach nur glatt rechts gestrickt, deshalb ist die Maschenanzahl verschieden. Viel Spaß beim Stricken!

02.04.2024 - 13:45

country flag Claudia wrote:

In der Beschreibung vom Vorderteil steht: Bei einer Länge von 38cm (Größe XL) je 2 Maschen für die Armausschnitte am Anfang der nächsten 2 Reihen, d.h. beidseitig, abketten = 117 Maschen. Wenn ich nur zwei Maschen abkette, komme ich jedoch insgesamt auf 8 Maschen (4x2) weniger anstatt 16 (132-117) Maschen. Also entweder müsste ich mehr als 2 Maschen jeweils abketten (z.B. 4 Maschen) oder ich muss in mehr Reihen abketten als nur in zwei...

28.03.2024 - 10:02

DROPS Design answered:

Liebe Claudia, es wird 2 Maschen bei der 1. Reihe in A.2 zugenommen, so nehmen Sie 2 Mal 7 Maschen ab und nehmen Sie 2 Maschen zu = 139-14+2= 127 Maschen. Viel Spaß beim Stricken!

02.04.2024 - 13:44

country flag Marja wrote:

Hei Ensin, kiitos ihanista ohjeista. Neulon niitä paljon. Yksi toive minulla olisi; olisiko mahdollista viedä sellaista ideaa eteenpäin, että ohjeissa kuvien kohdalla olisi maininta siitä minkä kokoinen on mallin päällä oleva neulemalli?

17.03.2024 - 16:56

DROPS Design answered:

Hei, Kiitos! Olen ilmoittanut toiveestasi!

11.04.2024 - 18:25

country flag Birgit Schroeter wrote:

Bei dem Ärmel schlage ich 68 Maschen an, nach 11 cm beginnt die Zunahme. Insgesamt 21 mal je 1 Masche pro Seite. Danach hätte ich 110 Maschen auf der Nadel und nicht 100 wie in der Anleitung. Bitte ändern

09.02.2024 - 16:09

DROPS Design answered:

Liebe Frau Schroeter, in XXL schlagen Sie 68 Maschen für den Ärmel an, nach den Bündchen wird es 8 Maschen abgenommen = 60 Maschen übrig, dann 2 Maschen insgesamt 20 Mal zugenmomen = 100 Maschen. Viel Spaß beim stricken!

20.02.2024 - 09:32

country flag Alena Kašparová wrote:

Vzor A.3. Ve treti rade od tretiho oka, 1 oko sejmeme hladce, 2 oka upleteme hladce a sejmute pres ne pretahneme. takze zustane 1 oko. Ale v pate rade se pocita ze zustanou dve oka, aby slo plest 1 oko hladce, nahodit a 1 oko hladce. To nevychazi . Z treti rady zustalo jen 1 oko. Prosim o radu. Dekuji Alena

12.01.2024 - 19:03

DROPS Design answered:

Dobrý den, Aleno! Ve 3. řadě opravdu 1 oko sejmeme, 2 Upleteme hladce (pozor! oka pleteme, nesplétáme!) a sejmuté přes tato 2 upletená oka přetáhneme. Zůstanou tám tedy 2 oka a vzor by měl vycházet bez problémů. (Pro přetažení doporučuji sejmuté oko maličko povytáhnout, aby bylo dost volné na přetažení přes obě oka a zbytečně vzor nestahovalo.) Hodně zdaru! Hana

13.01.2024 - 17:40

country flag Sandra Ring wrote:

Das Muster ist sehr schön, nur die 6 wiederholt sich zu oft. In einer Reihe von A2 sogar 4x. Das macht Arbeit, dies Muster umzuschreiben.

31.12.2023 - 09:55

country flag Martina Zubajova wrote:

Dobrý den můžete mi prosím poslat video jak mám ujmout u prukrcniku a jak nabrat oka ze zadního díku abych mohla plést lem u krku dekuji

03.12.2023 - 18:30

country flag Zuzana wrote:

Ďakujem za pekný návod na mäkkučký svetrík.

01.12.2023 - 12:21

country flag Anne wrote:

In Diagram explanation part, you say "this is not a stick" (I am working on A1), If it is not a stick what should I do with it? I think in A1 I only need to do K2 P2. Is that right?

11.11.2023 - 05:36

DROPS Design answered:

Dear Anne, the black square represents the position occupied by a stitch that has been previously decreased. This means that, when working the current round, this stitch is no longer here, so it can't be worked. Therefore, when you encounter this symbol you simply ignore it (no need to skip stitches in your work) and work the next available symbol after it. In chart A.1, the black square is to align the pattern with the future A.3 chart, where you will sometimes have stitches in the space of the black square. And yes, for A.1, simply work the rib of p2,k2 (and sometimes p1, k2) as shown. Happy knitting!

12.11.2023 - 22:46