DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 2.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 20.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Sage Twist

Gebreide trui in DROPS BabyMerino. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met raglan, dubbele hals en kabels. Maten S - XXXL.

DROPS 237-31
DROPS Design: Patroon bm-102
Garengroep A
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS BABY MERINO van garnstudio (behoort tot garengroep A)
350-400-450-500-550-600 g kleur 50, saliegroen

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 3 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 2.5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 2.5 MM.
DROPS KABELNAALD.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
26 steken in de breedte en 34 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 2.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 20.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:
-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2.

RAGLAN:
Meerder 1 steek aan elke kant van A.1/A.2 door 1 omslag te maken. Brei de omslag als volgt op de volgende naald:
VOOR A.1/A.2:
Haal de omslag af en zet hem gedraaid terug op de naald (voeg de linker naald in de achterkant als u hem terug zet). Brei recht in de voorste lus. De steek draait naar rechts.
NA A.1/A.2:
Brei recht in de achterste lus. De steek draait naar links.
De nieuwe steken worden vervolgens in tricotsteek gebreid.

TIP VOOR HET MINDEREN (mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK.
De hals, de pas en het lijf worden in de rondte gebreid, van boven naar beneden. De mouwen worden in de rondte gebreid met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop.

DUBBELE HALS:
Zet 120-128-128-136-136-140 steken op met DROPS Baby Merino met korte rondbreinaalden maten 3 mm en 2.5 mm samen gehouden. Verwijder naald 3 mm (dit zorgt voor een elastische opzetrand). Brei 9 cm boordsteek (2 recht, 2 averecht).
Vouw de hals dubbel naar de binnenkant en brei nog 1 naald boordsteek, brei iedere 2e steek samen met zijn corresponderende steek op de opzetrand.
U heeft nu een dubbele hals. De pas wordt vanaf hier gemeten.

PAS:
Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei en meerder als volgt: Brei A.1, brei tricotsteek en meerder 4 steken verdeeld over de volgende 10 steken (14 mouwsteken), A.1, brei tricotsteek en meerder 6-4-6-4-6-8 steken verdeeld over de volgende 22-26-26-30-30-34 steken (28-30-32-34-36-42 steken op het voorpand), A.1, brei tricotsteek en meerder 4 steken verdeeld over de volgende 10 steken (14 mouwsteken), A.1, brei tricotsteek en meerder 6-4-6-4-6-8 steken verdeeld over de volgende 22-26-26-30-30-34 steken (28-30-32-34-36-42 steken op het achterpand) = 148-152-156-160-164-176 steken.

Lees het volgende deel door voordat u verder gaat!
Lees RAGLAN in uitleg hierboven en begin met meerderen op de volgende naald. TEGELIJKERTIJD, als telpatroon A.1 klaar is in de hoogte ga dan verder met A.2 over A.1. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

Meerder verschillend op de mouwen en het lijf:
MOUWEN:
Meerder iedere 2e naald 10-12-10-20-30-40 keer, dan iedere 4e naald 10-12-15-12-9-4 keer.
VOORPAND / ACHTERPAND:
Meerder iedere 2e naald 24-27-31-40-49-54 keer, dan iedere 4e naald 7-8-7-3-0-0 keer.

Als alle meerderingen klaar zijn, zijn er 352-388-408-460-516-568 steken. Tussen elke A.2 zijn er 54-62-64-78-92-102 steken op elke mouw en 90-100-108-120-134-150 steken op de voor- en achterpanden.
Ga verder met tricotsteek en A.2 zonder meerderingen en zonder kabels (alleen recht en averecht zoals te zien is in het telpatroon) tot de pas 25-27-28-30-32-34 cm meet vanaf de hals.
Verdeel het werk voor het lijf en de mouwen (in het midden van A.2): Brei 8 recht (midden van A.2), plaats de volgende 70-78-80-94-108-118 steken op een hulpdraad zonder ze te breien, zet 12-12-14-14-16-16 steken op onder de mouw, 106-116-124-136-150-166 recht (voorpand), plaats de volgende 70-78-80-94-108-118 steken op een hulpdraad zonder ze te breien, zet 12-12-14-14-16-16 steken op onder de mouw, brei 98-108-116-128-142-158 recht (achterpand).
Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid en het werk wordt nu vanaf hier gemeten.

LIJF:
= 236-256-276-300-332-364 steken. Brei in tricotsteek in de rondte voor nog een 19-19-20-20-20-20 cm of tot de gewenste lengte (ongeveer 4 cm over). Brei 1 naald recht en meerder 16-16-20-24-28-28 steken verdeeld = 252-272-296-324-360-392 steken. Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm en brei 4 cm boordsteek (2 recht, 2 averecht). Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. De trui meet ongeveer 52-54-56-58-60-62 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUWEN:
Plaats de 70-78-80-94-108-118 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 3 mm en neem 1 steek op in elk van de 12-12-14-14-16-16 opgezette steken onder de mouw = 82-90-94-108-124-134 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de nieuwe steken onder de mouw.
Lees TIP VOOR HET MINDEREN en brei in tricotsteek in de rondte voor 4-4-4-4-2-2 cm. Minder nu als volgt in de verschillende maten:

MATEN S, M, L, XL en XXL:
Minder iedere 2½-2-1½-1-1 cm 12-15-16-21-28 keer.
MAAT XXXL:
Minder afwisselend iedere ½ cm en 1 cm 32 keer.

ALLE MATEN:
= 58-60-62-66-68-70 steken.
Brei tot de mouw 36-34-34-32-31-30 cm meet of tot de gewenste lengte (ongeveer 4 cm over). Ga verder met breinaalden zonder knop maat 2.5 mm. Brei 1 naald recht en meerder 10-8-10-6-8-10 steken verdeeld = 68-68-72-72-76-80 steken. Brei 4 cm boordsteek (2 recht, 2 averecht). Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht.
Brei de andere mouw op dezelfde manier.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 02.11.2022
PAS:...brei tricotsteek en meerder 6-4-6-4-6-8 steken verdeeld over de volgende 22-26-26-30-30-34 steken (28-30-32-34-36-42 steken op het achterpand) = 148-152-156-160-164-176 steken.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken welke gedraaid averecht wordt gebreid op de volgende naald
symbols = plaats 3 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 237-31

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (34)

country flag Hilary wrote:

Thank you. Those yarn-over increases apprar in the RAGLAN instructions, but not in the YOKE instructions, where the final stitch count of 148cannot be achieved. I assume that the yarn-over increases should take place in the YOKE section, otherwise the final 148 can't happen. Thanks again for being so prompt. Much happier knitting now!

26.01.2024 - 20:48

country flag Hilary wrote:

I am struggling with pattern 237-31. I have knit the double neck and am trying to set up the yoke. I initially cast on 120 stitches, but when I add up all the stitches needed for the yoke, there need to be 128 stitches ( 16 for A1x4, 10 for sleeves x2, 22 for main body x2). Where do the other 8 stitches come from? At the end of the set-up, with 20 stitches increased, there should be 148, but I will only have 140, and I can't make the pattern work.

26.01.2024 - 07:12

DROPS Design answered:

Hi Hillary, You originally have 120 stitches: You increase 4 after the first A.1, 6 after the second, 4 after the third , 6 after the fourth A.1. In addition you increase 2 stitches (2 yarn overs) on the first row in each A.1 = 8 increased stitches. You therefore have 148 stitches after all the increases. Hope this helps and happy knitting!

26.01.2024 - 07:36

country flag Gunilla Olofsson wrote:

Har lagt upp 128 maskor och stickat första A1 När A1 är färdigt blir det 126 stickade maskor plus 2 omslag Har sen försökt vidare x flera och mönstret bli fel Kan ni hjälpa mig? Mönster 237-31 Vänligen Gunilla

06.01.2024 - 17:00

DROPS Design answered:

Hej Gunilla, du har 128m och börjar på nedersta varvet i A.1 och ökar 2 m i alla 4 raglan, du ökar även på ärmarna och på fram och bakstycke så du har 152 eller 156m allt efter vilken storlek du stickar :)

11.01.2024 - 14:41

country flag Janina Ahner wrote:

Liebes Team, wie komme ich nach allen Raglanzunahmen auf die Gesamtmaschenzahl von 388? Wenn ich insgesamt für das Vorder- und Rückenteil 35x 8 Maschen und 24x 4 Maschen für die Ärmel zunehme sind das 376 Maschen, aber es befanden sich ja bereits 152 Maschen auf der Nadel? Ich hoffe, ich habe mich verständlich ausgedrückt. Vielen Dank für eine Antwort. Grüße Janina

03.01.2024 - 07:40

DROPS Design answered:

Liebe Janina, für die Ärmel nimmt man (12+12 Mal) 4 Maschen = 96 Maschen zu, für das Rumpfteil nimmt man (37+8 Mal) 4 Maschen (2 beim Vorderteil und 2 beim Rückenteil) = 140 Maschen zu; es waren 152 Maschen + 96 + 140=388 Maschen. Viel Spaß beim stricken!

03.01.2024 - 08:43

country flag Susann wrote:

Jag vill sticka denna tröja nerifrån och upp går det ? Om det går hur ska jag tänka då?

28.11.2023 - 12:32

DROPS Design answered:

Hej Susan, det er meget lettere at strikke den oppefra og ned, da kan du også prøve den undervejs og anpasse efter ønsket længde. Her ser du hvordan man gør: Hur man stickar en tröja uppifrån och ner

28.11.2023 - 14:27

country flag Brigitte wrote:

Hallo, bitte überprüfen Sie die Beschreibung zur PASSE. Ich vermute das sich dort ein Fehler eingeschlichen hat bzw. Zeilen in der Beschreibung fehlen. Z.B. Anschlag 120. Wenn man die Aufteilung in Ärmel und Rumpf- und Vorderteil mit den Zunahmen vornimmt - so wie beschrieben - kommt man nicht auf 148 Maschen! Freundliche Grüße Brigitte

26.11.2023 - 15:03

DROPS Design answered:

Liebe Brigitte, bei dieser 1. Runde wird man in jedem A.1 2 Maschen zunehmen (so 2 M x 4 = 8 Zunahmen), dann wird es 4 M in jedem Ärmel + 6 Maschen beim Vorder + 6 Maschen beim Rückenteil zugenonmmen = 120+8+8+12=148 Maschen insgesamt. Viel Spaß beim stricken!

27.11.2023 - 09:39

country flag Lara wrote:

Könnten Sie mir bitte die Raglanzzunahmen genauer erklären? Ich verstehe den Rythmus nicht.

05.11.2023 - 12:15

DROPS Design answered:

Liebe Lara, die Raglanzunahmen werden zuerst in jeder 2. Runde gestrickt (= je 8 Maschen pro Zunahmenrunde) dann nehmen Sie für Rumpfteil in jeder 2. Runde weiter wie zuvor zu, aber gleichzeitig nehmen Sie nur in jeder 4. Runde für die Ärmel zu (es wird abwechslungsweise 4 und 8 Maschen zugenommen), dann nehmen Sie für Rumpf und Ärmel in jeder 4. Runde zu (= 8 Zunahmen), in einigen Größen wird es dann am Ende nur für Rumpfteil zugenommen nicht mehr bei den Ärmeln (= 4 Zunahmen). Viel Spaß beim stricken!

06.11.2023 - 08:32

country flag Karoline wrote:

Jeg skal til at opdele i ærme og forstykke og bagstykke. Skal alle opdelingerne finde sted i midten af snoningerne, eller skal alle fire stykker have en hel snoning i deres del? Føler at starten er svær at forstå, da jeg ikke ved om jeg skal starte omgangen i midten af en snoning også strikke 8 masker, eller jeg strikker de 8 masker hvorved man ender i midten af en snoning?

30.10.2023 - 22:48

DROPS Design answered:

Hej Karoline, de første 8 masker som strikkes - for at komme til midten af A.2 - kommer til at høre sammen med rygstykket, så du får samme antal masker på for og rygstykke :)

31.10.2023 - 09:11

country flag Wendy Hawkins wrote:

When starting 3rd size with 156 std then increasing 31x8 and 7x8 x=304+156 origins std ,this equals 460 but pattern says 408 ?

20.08.2023 - 19:27

DROPS Design answered:

Dear Mrs Hawkins, in this jumper, you won't increase on the same rhythm on body and sleeves, this means in 3rd size you increase for sleeves 4 sts 10 times on every 2nd round then 15 times on every 4th round (= 100 sts in total), at the same time you increase for body 4 sts 31 times on every other round and 7 times on every 4th round (=152 sts) so that you will increase either 8 sts on the round or only 4 sts (when increasing for body on every other round but for sleeves on every 4th round). And there are: 156+100+152=408 sts in total. Happy knitting!

21.08.2023 - 09:18

country flag Liv Spang wrote:

Jeg er begynder i sweaterstrik og strikker str. M men er i tvivl om hvordan jeg tager ud på ærmer og for-/bagstykke. Der står tag ud på hver 2. Omgang x antal gange og hver 4. omgang x antal gange men ikke hvor mange masker der tages ud hver gang eller hvor? Jeg regner mig til det er to masker hvert sted men skal de fordeles jævnt eller tages ud i start og slut af ærme og for-/bagstykke. Håber I kan hjælpe mig.

07.08.2023 - 15:11

DROPS Design answered:

Hej Liv, du tager ud til raglan ved at lave 1 omslag før og efter A.1/A.2, se øverst i opskriften hvor der står RAGLAN hvordan du strikker omslagene på næste pind :)

10.08.2023 - 14:31