DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 0.85 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 5.10€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Green Island

Gehaakte top in DROPS Paris. Het werk wordt van boven naar beneden gehaakt met kantpatroon en splitten in de zijkant. Maat: S - XXXL

DROPS 230-46
DROPS design: Patroon w-864
Garengroep C of A + A
----------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS PARIS van garnstudio (behoort tot garengroep C)
300-300-350-350-400-450 g kleur nr 43, bosgroen

HAAKNAALD:
DROPS HAAKNAALD 5 mm.

STEKENVERHOUDING:
14 stokjes in de breedte en 8.5 toeren in de hoogte = 10 x 10 cm.
LET OP! De haaknaald is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, haak dan verder met een grotere haaknaald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, haak dan verder met een kleinere haaknaald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 0.85 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 5.10€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

----------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Begin iedere stokje toer met 3 lossen, deze vervangen niet het eerste stokje.

LOSSE:
Als u aan het uiteinde van de haaknaald haakt, is de losse vaak te strak.
1 losse zou even lang moeten zijn als 1 stokje breed is.

PATROON:
Zie telpatroon A.1.

TIP VOOR HET MINDEREN-1 (geldt voor de armsgaten):
Op het begin van de toer: Vervang elke stokje door te minderen met 1 halve vaste.
Op het einde van de toer: Haak niet over de steken die geminderd moeten worden.

TIP VOOR HET MINDEREN-2 (geldt voor de hals):
Minder 2 stokjes door 3 stokjes samen te haken als volgt:
* Maak 1 omslag, voeg de haaknaald in de volgende steek, haal het garen op, maak 1 omslag en haal het garen door de 2 eerste lussen op haaknaald *, herhaal van *-* 3 keer in totaal, maak 1 omslag en haal het garen door alle 4 lussen op de haaknaald.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

TOP - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Haak het werk heen en weer gehaakt in delen, van onder naar boven en naai op het eind samen.

ACHTERPAND:
Haak 56-60-66-74-83-90 LOSSEN - lees uitleg hierboven, op haaknaald 5 mm met DROPS Paris.
Haak 1 stokje in de 4e losse, haak 1 stokje in elk van de volgende 52-56-62-70-79-86 lossen – lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN = 53-57-63-71-80-87 stokjes.
Haak 1 stokje in elk van de/het eerste 1-3-3-1-1-3 stokje(s), haak A.1 tot er 1-3-3-1-1-3 stokjes over zijn en eindig met 1 stokje in elk van de laatste stokjes.
Ga zo verder in patroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

Als het werk ongeveer 10 cm meet, pas zo aan dat volgende toer de 1e, 5e of 6e toer is, meerder 3 stokjes verdeeld = 56-60-66-74-83-90 stokjes.
Haak de volgende toer als volgt: Haak 1 stokje in elk van de/het eerste 1-3-3-1-1-3 stokje(s), haak A.1 tot er 1-3-3-1-1-3 stokjes over zijn en eindig met 1 stokje in elk van de laatste stokjes.

Als het werk ongeveer 18 cm meet, pas zo aan dat de volgende toer de 1e, 5e of 6e toer is, meerder dan 3 stokjes verdeeld = 59-63-69-77-86-93 stokjes.
Haak de volgende toer als volgt: Haak 1 stokje in elk van de/het eerste 1-3-3-1-1-3 stokje, haak A.1 tot er 1-3-3-1-1-3 stokjes over zijn en eindig met 1 stokje in elk van de laatste stokjes.

Knip het garen af bij een hoogte van 26-27-28-29-30-31 cm.
Haak nu over de middelste 53-57-61-67-74-79 stokjes (haak niet over 3-3-4-5-6-7 stokjes aan elke kant voor de armsgaten).
Haak de volgende toer als volgt:
Haak 1 stokje in elk van de eerste 7-9-8-11-13-17 steken, haak A.1 tot er 7-9-8-11-13-17 steken over zijn en eindig met 1 stokje in elk van de laatste steken.

Minder dan voor de armsgaten aan elke kant op iedere toer als volgt:
Minder 1-1-1-2-2-3 keer 3 stokjes – lees TIP VOOR HET MINDEREN-1, 0-1-1-1-2-2 keer 2 stokjes en 2-1-2-2-2-1 keer 1 stokje = 43-45-47-47-50-51 stokjes.
Haak tot het werk 31-33-34-36-37-38 cm meet, pas zo aan dat de laatste toer een toer met stokjes is. Haak nu met 1 stokje in ieder stokje.
Haak bij een hoogte van 39-41-42-44-45-47 cm, de schouder over de eerste 10-11-12-11-12-12 stokjes.
Haak de 3 stokjes het dichtst bij de hals samen op de volgende toer – lees TIP VOOR HET MINDEREN-2 = 8-9-10-9-10-10 stokjes.
Ga verder met haken tot het werk 44-46-48-50-52-54 cm meet. Knip en hecht het garen af. Haak de andere schouder op dezelfde manier over de laatste 10-11-12-11-12-12 stokjes.

VOORPAND:
Haak zoals het achterpand tot het werk 33-35-36-38-39-40 cm meet. Haak nu de schouder over de eerste 14-15-16-15-16-16 steken als volgt:
Haak de 3 stokjes het dichtst tegen de hals samen op de volgende toer. Minder zo op iedere 2e toer 3 keer in totaal = 8-9-10-9-10-10 stokjes.
Haak 1 stokje in ieder stokje tot het werk 44-46-48-50-52-54 cm meet. Knip en hecht het garen af. Haak de andere schouder op dezelfde manier over de laatste 14-15-16-15-16-16 stokjes.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai de zijnaden dicht, maar laat ongeveer 9 cm open voor de splitten op de onderkant aan elke kant.

Telpatroon

symbols = losse – als u aan het uiteinde van de haaknaald haakt, is de losse vaak te strak, 1 losse zou even lang moeten zijn als 1 stokje breed is.
symbols = stokje in de steek
symbols = stokje tussen 2 stokjes
symbols = stokje om de losse
symbols = deze toer wordt niet gehaakt, het is reeds gehaakt en laat alleen zien hoe de volgende toer in de steken moet worden gehaakt
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 230-46

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (28)

country flag Birgitte Neerup Danielsen wrote:

Når jeg tager ind til ærmegab så bliver det hakkende og ikke en glidende kant. Hvad gør jeg forkert? Hilsen Birgitte

23.03.2024 - 11:55

DROPS Design answered:

Hej Birgitte, øverst i opskriften klikker du på Videoer, her finder du en video: Hvordan får jeg lige hæklede kanter :)

03.04.2024 - 14:26

country flag Amber wrote:

I'm lost at what to do with A.1. Is it worked next to each other in one row or is it worked up? I'm also lost at what 'double crochet around chain stitch' means?

16.03.2024 - 13:26

DROPS Design answered:

Dear Amber, when working in the same row, you will work many repeats of the same row of A.1. Then, on the next rows you will work the chart upwards. You can read more information on our charts here: https://www.garnstudio.com/lesson.php?id=69&cid=19. Working around a stitch means that you don't insert the hook inside a stitch but rather in the space (for example, chain space formed). You can see the difference between working in and around stitches in the following video: https://www.garnstudio.com/video.php?id=690&lang=en. Happy crochetting!

17.03.2024 - 21:43

country flag Mary wrote:

In the diagram A1, I do not understand what to do where it says, \"treble crochet between 2 treble crochets\". Please could you explain. \r\nFrom the photo, it just looks like another row of trebles.\r\nThank you.

26.07.2023 - 19:20

DROPS Design answered:

Dear Mary, yes, it's a row of trebles but the treble crochet is worked in the space between 2 treble crochets instead of inside the treble crochet. In the end, you will have the same amount of treble crochets at the end of the round. Happy crocheting!

27.07.2023 - 09:53

country flag Marjon Zwirs wrote:

Green Island heeft geen tel patroon . Tel patroon A1 mist bij beschrijving

12.07.2023 - 23:32

DROPS Design answered:

Dag Marjon,

Het telpatroon vind je rechts naast de maattekening.

13.07.2023 - 19:41

country flag Marie-Thérèse Vollemaere wrote:

Ik zie nergens aangeduid hoeveel ik nodig heb voor dit model ??

28.06.2023 - 18:45

DROPS Design answered:

Dag Marie-Thérèse,

Bovenaan bij de materialen staat aan gegeven hoeveel gram je nodig hebt (1 bol weegt 50 gram). De reeks getallen slaan op de maten, dus het eerste getal geldt voor maat S, het tweede getal voor maat M, enzovoorts.

29.06.2023 - 07:09

country flag Anitta wrote:

Hvorfor bliver min kant næsten rund, er det fordi at når jeg starter at lm bliver for stram

15.06.2023 - 17:21

DROPS Design answered:

Hej Anitta, hvilken kant, hvor langt er du kommet i opskriften?

16.06.2023 - 13:43

country flag Anitta wrote:

Hej Er det muligt at hækle rundt, i stedet for at hækle for og bagstykke hver for sig

11.06.2023 - 14:49

DROPS Design answered:

Hei Anitta. Det går sikkert helt fint, men du må tilpasse oppskriften. Starten på både forstykket og bakstykket hekles frem og tilbake pga splitten og når du da skal hekle rundt må du passe på at mønstret stemmer overens med maskeantallet. F.eks skal du ha staver i siden eller hekle A.1 rundt hele omgangen. mvh DROPS Design

12.06.2023 - 13:19

country flag Kmg wrote:

I’m not understanding “work one dc in each of the first 1-3-3-1-1-3 double crochet😔\r\nI’ve got my first row of dc completed and chained 3…

29.03.2023 - 07:14

DROPS Design answered:

Dear Kmg, each number refers to the size, ie in first size as well as in the 4th and 5th size, work 1 dc in the first dc, in the 2nd and 3rd as well as in the 6th size, work 1 dc in each of the first 3 dc. Happy crocheting!

29.03.2023 - 10:29

country flag Raluca wrote:

Hello! I really don't understand the treble crochet around the chain stich part Which chain is it referring to? I understand what crocheting around means, but what am I supposed to do at A.1

13.03.2023 - 21:52

DROPS Design answered:

Dear Raluca, on 3rd row in A.1 you worked *skip 1 treble crochet, in the next treble crochet work: (1 treble crochet, 1 chain stitch, 1 treble crochet), skip 1 treble crochet*, repeat from *-* - on next round work 3 treble crochets around each chain stitch, this means work these treble crochets in the 1-chain-space on row below. Happy crocheting!

14.03.2023 - 09:39

country flag Marie wrote:

Bonjour, je ne comprends pas la deuxième partie de la phrase " Commencer chaque rang de brides par 3 mailles en l’air, elles ne remplacent pas la 1ère bride." Comment prendre en compte ces 3 mailles en l'air ? Exemple : pour la troisième taille du modèle : 3 mailles en l'air - 3 brides - motif A1 - 3 brides ? Si oui ça ne tombe pas juste au 4 ème rang du motif... Merci d'avance

12.03.2023 - 14:06

DROPS Design answered:

Bonjour Marie, ces 3 mailles en l'air se font simplement en plus, en début de rang pour avoir la bonne hauteur, mais comme on ne les compte pas, vous aurez simplement ensuite à crocheter comme indiqué: 3 brides, répétez A.1 jusqu'à ce qu'il reste 3 brides (19 fois au total), et terminez par 3 brides vous avez bien: 3+ (19x3) + 3 = 63 mailles. Bon crochet!

13.03.2023 - 09:48