DROPS Belle
DROPS Belle
53% katoen, 33% viscose, 14% linnen
vanaf 1.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Frosted Daisies

Gehaakte top/ T-shirt in DROPS Belle. Het werk wordt van boven naar beneden gehaakt met raglan, kantpatroon en bobbels. Maat: S - XXXL

DROPS 231-38
DROPS design: Patroon vs-086
Garengroep B
----------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS BELLE van garnstudio (behoort tot garengroep B)
350-350-400-450-500-550 g kleur 01, wit

HAAKNAALD:
DROPS HAAKNAALD 4.5 mm.

STEKENVERHOUDING:
16 stokjes in de breedte en 8 toeren in de hoogte = 10 x 10 cm.
LET OP! De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, haak dan verder met een groetere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, haak dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Belle
DROPS Belle
53% katoen, 33% viscose, 14% linnen
vanaf 1.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

----------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.10.

LOSSE:
Als u aan het uiteinde van de haaknaald haakt, is de losse vaak te strak.
1 losse zou even lang moeten zijn als 1 stokje breed is.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Op iedere toer die begint met stokjes vervangt u het eerste stokje met 3 lossen, eindig de toer met 1 halve vaste in de 3e losse.
Op iedere toer die begint met vasten vervangt u de eerste vaste met 1 losse en eindig de toer met 1 halve vaste in de eerste losse.
Als u in patroon haakt (dus stokjes en lossen) haak dan als volgt:
Als de toer begint met 1 stokje, vervang dan het eerste stokje met 3 lossen, en eindig de toer met 1 halve vaste in de 3e losse.
Als de toer begint met 1 losse, vervang dan het laatste stokje met 3 lossen als volgt:
Haak 3 lossen (vervangt het laatste stokje), 1 losse (de eerste losse in het patroon), sla het laatste stokje over en eindig de toer met 1 halve vaste in de 3e losse, haak 1 vaste om de eerste losse (dit wordt gedaan om te voorkomen dat de toer verschuift).

KANTPATROON:
Haak in patroon waar het telpatroon niet past over de raglanlijn en onder de mouw als volgt:
TOER 1: Haak * 1 stokje om de volgende losse, 1 losse, sla 1 stokje over *, haak van *-*.
TOER 2: Haak * 1 losse, sla 1 stokje over, 1 stokje om de volgende losse *, haak van *-*.
Pas aan op welke toer u begint volgens patroon in het telpatroon.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder in de steek aan elke kant als volgt:
Zorg ervoor dat de toer voor een toer is waar de steek midden onder de mouw was gehaakt als 1 losse. Om deze losse haakt u 1 stokje, 1 losse en 1 stokje om dezelfde losse (1 lossenlus gemeerderd). Meerder zo aan elke kant (2 lossenlussen gemeerderd in totaal).

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------


TOP - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Haak in de rondte van boven naar beneden. Verdeel de pas voor het lijf en de mouwranden en haak elk deel apart verder.

PAS:
Haak 84-86-90-92-96-102 LOSSEN - lees uitleg hierboven, op haaknaald 4.5 mm met DROPS Belle en vorm een ring met 1 halve vaste in de eerst gehaakte losse. Haak dan in patroon als volgt:

Haak 1 toer met 1 stokje in iedere steek en meerder 4-2-18-16-12-26 stokjes verdeeld = 88-88-108-108-108-128 stokjes.
Haak in patroon als volgt:

Haak A.1, * A.2 3-3-4-4-4-5 keer in totaal, A.3, A.4, A.5 *, A.6, haak van *-* 2 keer in totaal en eindig met A.7.
Ga zo verder in patroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

Als A.1, A.4, A.6 en A.7 een keer in de hoogte zijn gehaakt, zijn er 188-188-208-208-208-228 steken op de laatste toer (de bobbels worden als 1 steek geteld).
Haak dan in patroon als volgt:

MAAT S-M-L:
Haak A.1a, * A.2a 4-4-5 keer in totaal, A.3a, A.8a, A.4a, A.9a, A.5a, A.10a *, A.6a, haak van *-* 1 keer en eindig met A.7a.
Haak 5-8-8 toeren met patroon.

MAAT L/XL - XL-XXL-XXXL:
Haak A.1a, * A.2a 5-5-6 keer in totaal, A.3a, A.8a, A.4a, A.9a, A.5a, A.10a *, A.6a, haak van *-* 1 keer en eindig met A.7a.
Haak 11-14-14 toeren met patroon.
Iedere keer dat A.1a, A.4a, A.6a en A.7a in de hoogte zijn herhaald, haakt u nog 1 herhaling van A.2a en A.8a in de breedte op het voorpand/achterpand en nog 1 herhaling van A.9a en A.10a in de breedte op elke mouw.

ALLE MATEN:
Haak de volgende toer in patroon maar vervang nu de bobbels in de raglanlijn (dus de eerste 2 bobbels in A.1a en in het midden van A.4a en A.6a) met stokjes (dus 1 bobbel = 1 stokje) = 236-260-280-304-328-348 steken.
Het werk meet ongeveer 23-26-26-30-34-34 cm.
Haak patroon zoals hiervoor, maar over A.1a, A.4, A.6 en A.7 haakt u in KANTPATROON – lees uitleg hierboven en lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN = 232-256-276-300-324-344 steken.
Ga zo verder in patroon. Haak kantpatroon waar het patroon niet past en kantpatroon en bobbel volgens het telpatroon zoals hiervoor over de steken op het achterpand/voorpand en de mouwen.
Hecht af bij een hoogte van 26-28-29-31-33-35 cm. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwranden als volgt:
Begin door te tellen vanaf de middelste steek op het achterpand (dus in het midden van de 2 raglanlijnen), tel 32-35-38-42-47-51 steken richting het begin van de toer, de volgende toer begint in/om de volgende steek.
Haak 1 vaste in/om de volgende steek, 3 lossen (vervangt de eerste of het laatste stokje), haak in patroon zoals hiervoor over de volgende 64-70-76-84-94-102 steken, vervang de bobbel die niet in een hele bloem past met 1 stokje, sla de volgende 51-57-61-65-67-69 steken over voor de mouw, haak 9 lossen onder de mouw, haak in patroon zoals hiervoor over de volgende 65-71-77-85-95-103 steken, sla de volgende 51-57-61-65-67-69 steken voor de mouw over en haak 9 lossen onder de mouw en eindig de toer met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer.

LIJF:
= 148-160-172-188-208-224 steken. Haak in patroon in de rondte zoals hiervoor, haak patroon (dus 1 stokje, 1 losse) over de steken onder de mouw. Voeg 1 markeerdraad in, in de middelste steek onder elke mouw.
Meerder bij een hoogte van 4 cm vanaf de scheiding, 1 lossenlus aan elke kant van het werk – lees TIP VOOR HET MEERDEREN!
Meerder zo iedere 4 cm 3-3-3-4-4-4 keer in totaal = 160-172-184-204-224-240 steken.
Ga verder in patroon zoals hiervoor, haak de gemeerderde steken in patroon zoals de overgebleven steken die niet in het telpatroon passen. Als het werk ongeveer 19-19-20-20-20-20 cm meet vanaf de scheiding, eindig dan netjes volgens patroon, haak 1 toer met 1 stokje in ieder stokje, 1 stokje om iedere losse, en 1 stokje in elke bobbel (als die er nog zijn).
Knip en hecht het garen af.

MOUWRAND:
Haak nu over de 51-57-61-65-67-69 overgeslagen steken voor de mouwranden aan een kant als volgt. Haak 1 vaste in de 5e gehaakte losse onder de mouw, haak 3 lossen (vervangt het eerste stokje), 1 stokje in ieder stokje en 1 stokje om iedere losse = 60-66-70-74-76-78 stokjes. Knip en hecht het garen af.
Haak de andere mouwrand op dezelfde manier.

HALSRAND:
Haak 1 vaste in de steek midden achter, haak 1 losse (vervangt de eerste vaste), haak 1 vaste in iedere steek om de hals en eindig de toer met 1 halve vaste in de losse op het begin van de toer.

Telpatroon

symbols = stokje in de steek hieronder
symbols = stokje om de losse
symbols = losse – als u aan het uiteinde van de haaknaald haakt, is de losse vaak te strak, 1 losse zou even lang moeten zijn als 1 stokje breed is.
symbols = deze toer is reeds gehaakt, het laat alleen zien hoe de volgende toer in de steken van de vorige toer gehaakt moet worden
symbols = Bobbel: * Maak 1 omslag, voeg de haaknaald in de volgende steek, haal het garen op, maak 1 omslag en haal het garen door de 2 eerste lussen op de haaknaald *, herhaal van *-* 6 keer in totaal, maak 1 omslag en haal het garen door alle 7 lussen op de haaknaald.
symbols = bobbel op het begin van de toer: Haak 3 lossen, maak 1 omslag, voeg de haaknaald in de volgende steek, haal het garen op, maak 1 omslag en haal het garen door de 2 eerste lussen op de haaknaald *, herhaal van *-* 5 keer in totaal, maak 1 omslag en haal het garen door alle 6 lussen op de haaknaald.
symbols = halve vaste in de 3e losse van het begin van de toer
symbols = vaste om de lossenlus (telt niet als een steek als het aantal steken aangegeven wordt in het patroon)
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 231-38

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (20)

country flag Jesse wrote:

This pattern is awful, even writing down and drawing out what every row should look like, adding up the stitches to match the total, i still can't get it to work. I have no idea where there are supposed to be increases, and from the diagrams its difficult to tell what stitches go in what stitches in the row below. I've given up.

17.11.2023 - 05:47

country flag Betty wrote:

Ik heb het patroon in maat L geprobeerd te haken maar op een gegeven mlment staat er voor maat L twee verschillende patroonbeschrijvingen. Als ik de eerste kies, kom ik niet uit met de benodigde steken. Hoe moet ik het patroon volgen? Klopt het patroon wel? Er zit geen fout in?

07.10.2023 - 14:20

country flag Monica Bjurling wrote:

Hej! Jag kan inte fatta. vad jag gör för fel. Hur jag än räknar, så blir det fel, när jag ska virka första mönstervarvet. De 88 maskorna i stl S räcker inte till. Kan ni hjälpa mig, att förstå?

30.07.2023 - 13:11

DROPS Design answered:

Hej Monica, Virka A.1 (= 1m), * A.2 totalt 3gånger (= 30m), A.3 (= 3m), A.4 (= 1m), A.5 (= 9m) *, A.6 (1 m), virka *-* totalt 2 gånger och avsluta med A.7 som är en smygmaska (räknas inte som m). Det vill säga: 1m + 43 + 1 + 43 + smygmaskan = 88 m

07.08.2023 - 11:07

country flag Kerstin wrote:

Hallo, ich habe schon viel gehäkelt, aber das verstehe ich nicht. Unter dem 1. Kommentar wird erklärt wie es gehen soll. Die Rechung geht nicht auf, weil dort129 Maschen erklärt werden und den Rest verstehe ich gar nicht. Vielleicht kann mir einer Mal erklären wie es denn nach der Zunahme jetzt richtig geht. Die Größe ist XXL. Danke, ansonsten gebe ich auf.

20.06.2023 - 21:07

country flag Jannie wrote:

Jeg kan ikke få maskeantal til at passe i str. xxxl. Jeg har hæklet stangmaskerækken, og har 128 masker. Så har jeg hæklet A.1 en gang, A.2 5 gange, A.3 en gang, A.4 en gang, A.5 en gang, A.6 en gang, A.2 5 gange, A.3 en gang, A.4 en gang, og nu har jeg kun 3 masker tilbage på omgangen, men mangler at hækle A.5 og A.7 en gang. Hvad gør jeg forkert?

11.04.2023 - 21:30

DROPS Design answered:

Hei Jannie. Du har 128 masker, så hekler du A.1 (over 1 maske) + A.2 5 ganger (over 50 masker) + A.3 (over 3 masker) + A.4 (over 1 maske) + A.5 (over 9 masker) + A.6 (over 1 maske) + A.2 5 ganger (over 50 masker) + A.3 (over 3 masker) + A.4 (over 1 maske) + A.5 (over 9 masker) + A.7 (over 0 masker/blir en luftmaske og 1 kjedemaske i 3. luftmasken på begynnelsen av omgangen) = 1+50+3+1+9+1+50+3+1+9+0= 128 masker. mvh DROPS Design

17.04.2023 - 13:44

country flag Victoria wrote:

So you do an entire round of A1 and then 4 rounds of A2? It's not clear what is meant by doing these, do you do A1 and A2 four times in the same round?

16.03.2023 - 20:28

DROPS Design answered:

Dear Victoria, no you have to work 1st row all diagrams then 2nd row and so on, in this lesson we explain how to work several diagrams consecutively, it should help you. Happy crocheting!

17.03.2023 - 08:44

country flag Victoria wrote:

This pattern is so confusing.. after the first round of double crochets I'm not sure if I repeat A2 4 times or if I repeat A2, A4, A5 etc 2 times

16.03.2023 - 12:53

DROPS Design answered:

Dear Victoria, in 3rd, 4th and 5th size, work as follows: crochet A.1 one time (first raglan line), then *crochet A.2 a total of 4 times in width, then crochet A.3 one time, crochet A.4 one time (2nd raglan line), crochet A.5 one time*, crochet A.6 (3rd raglan line) one time, then work now from *-* one more time (A.4 will be the 4th raglan line) and finish the round with A.7 (joining to the first raglan line). Happy crocheting!

16.03.2023 - 15:53

country flag Prunelle40 wrote:

Bonjour, "En commençant à partir de la maille au milieu dos, compter 42 mailles vers le début du tour, le tour suivant commence dans/autour de la maille suivante" : je ne comprends pas exactement ce qu'il faut faire. "je compte 42 m.", cela veut dire "je passe 42 m sans les crocheter" ? Que veut dire "le tour suivant commence autour de la maille suivante" ? Merci de votre aide.

05.12.2022 - 13:07

DROPS Design answered:

Bonjour Prunelle40, vous allez commencer ce tour 42 m avant le milieu du dos, et plus là où vous commenciez les tours auparavant. Notez la maille centrale, comptez 42 m vers la droite (avant cette maille), joignez le fil avec 1 maille serrée dans/autour de la maille suivante, 3 ml et crochetez les 84 m suivantes comme avant. Bon crochet!

06.12.2022 - 10:27

country flag Prunelle40 wrote:

Bonsoir, et merci pour votre aide ! J'ai atteint le niveau de l'empiècement avec les A8, A9 et A10. Par contre, le motif fait 10 tours donc en quoi consiste le 11ème tour (taille L-XL) ? Dois-je recommencer un rang 1 ? Mais cela n'irait pas puisqu'on me dit de continuer en point ajouré ! Merci

30.11.2022 - 23:08

DROPS Design answered:

Bonjour Prunelle40, lorsque vous avez terminé les 10 rangs de A.9 et A.10, reprenez-les au 1er rang (comme pour les autres diagrammes) pour continuer les motifs et les nopes. Bon crochet!

01.12.2022 - 11:20

country flag Prunelle40 wrote:

Bonjour, sur votre site (pour un ouvrage de même construction), j'ai trouvé l'enchaînement des diagrammes. J'ai un peu bataillé donc pour celles qui se lanceront dans l'aventure, voici la suite (taille L-XL) : A1 - A2 (4 fois) - A3 - A4 - A5 - A6 - A2 (4 fois) - A3 - A4 - A5 - A7. Et là, tout se met bien en place ! Bonne journée, have a good day !

25.11.2022 - 12:05