DROPS Lima
DROPS Lima
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.06 € /50g
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.10 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 41.10€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Frosted Fruit Jacket

Gebreid vest in DROPS Lima en DROPS Kid-Silk. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met kabels, bobbels en dubbele hals. Maten S - XXXL.

DROPS 226-24
DROPS Design: Patroon nr. li-133
Garengroep B + A
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS LIMA van garnstudio (behoort tot garengroep B)
500-550-600-650-700-750 g kleur 9010, asgrijs
En gebruik:
DROPS KID-SILK van garnstudio (behoort tot garengroep A)
125-125-150-150-175-175 g kleur 10, grijs

DROPS METALEN KNOPEN, Blinde knoop (messing) NR 530: 5-5-5-6-6-6 stuks.

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 4 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 MM.
DROPS KABELNAALD – voor de kabels.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
16 steken in de breedte en 20 naalden in de hoogte met tricotsteek en 1 draad van elke kwaliteit = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Lima
DROPS Lima
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.06 € /50g
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.10 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 41.10€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.6. Kies de telpatronen voor uw maat. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 17 steken) minus de kantsteken (dus 2 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken meerderingen (dus 6) = 2.5.
In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na afwisselend elke 2e en 3e steek. Meerder niet over de kantsteken. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd).

KNOOPSGATEN:
Brei knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Brei aan de goede kant als er 3 steken over zijn op de naald als volgt: Maak 1 omslag, 2 recht samen en 1 recht. Brei op de volgende naald (verkeerde kant), de omslag recht om een gaatje te maken.
Het eerste knoopsgat wordt gebreid als het werk 1 cm meet vanaf de halsrand richting de voorbiessteken. Brei dan de andere 4-4-4-5-5-5 knoopsgaten met ongeveer 9-9½-10-8½-8½-9 cm tussen elk.

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met een naald in een grotere maat. Als de rand nog steeds strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer elke 4e steek terwijl u tegelijkertijd afkant; de omslagen worden als normale steken afgekant.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK.
De voor- en achterpanden worden apart heen en weer gebreid en van boven naar beneden. De mouwen worden heen en weer gebreid tot de mouwkop klaar is, dan in de rondte met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop.
De delen worden genaaid samen en de hals wordt op het einde gebreid.

ACHTERPAND:
Linker schouder:
Zet 17-18-19-18-20-22 steken op met korte rondbreinaald 5 mm en 1 draad van elke kwaliteit (= 2 draden). Brei 1 naald averecht terwijl u 6 steken verdeeld meerdert – lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 23-24-25-24-26-28 steken.
Brei in patroon als volgt:
1 kantsteek in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, 4-5-6-5-7-9 steken in tricotsteek, A.1 (kies het telpatroon voor uw maat) over de volgende 18 steken. Ga verder met dit patroon heen en weer gebreid tot naald 5 in A.1 klaar is. Zet 1 steek op aan het einde van deze naald (goede kant) voor de hals = 24-25-26-25-27-29 steken. Laat het werk rusten en brei de rechter schouder.

Rechter schouder:
Zet 17-18-19-18-20-22 steken op met korte rondbreinaald 5 mm en 1 draad van elke kwaliteit (= 2 draden). Brei 1 naald averecht terwijl u 6 steken verdeeld meerdert = 23-24-25-24-26-28 steken.
Brei in patroon als volgt:
Brei A.2 (kies het telpatroon voor uw maat) over de eerste 18 steken, 4-5-6-5-7-9 steken in tricotsteek, 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga verder met dit patroon heen en weer gebreid tot naald 4 in A.2 is klaar.
Zet 1 steek op aan het einde van deze naald (verkeerde kant) voor de hals = 24-25-26-25-27-29 steken. De nieuwe steek en de kantsteek bij de hals worden nu averecht gebreid aan de goede kant en recht aan de verkeerde kant. Brei nog 2 naalden in patroon, zet dan 23-23-23-27-27-27 steken op aan het einde van de laatste naald (verkeerde kant) en brei de steken van de linkerschouder aan de verkeerde kant als volgt: 1 recht, brei naald 6 in A.1 en dan patroon zoals hiervoor tot het einde van de naald = 71-73-75-77-81-85 steken.
Keer het werk en brei patroon zoals hiervoor over de eerste 24-25-26-25-27-29 steken, 3 averecht-3-3-4-4-4, 4 recht, 9-9-9-11-11-11 averecht, 4 recht, 3-3-3-4-4-4 averecht, brei in patroon zoals hiervoor over de laatste 24-25-26-25-27-29 steken. Ga verder met dit patroon met recht boven recht en averecht boven averecht voor de 23-23-23-27-27-27 steken tussen A.1 en A.2.
Als A.1 en A.2 klaar zijn in de hoogte ga dan verder als volgt:
1 kantsteek in ribbelsteek, 4-5-6-5-7-9 steken in tricotsteek, A.3 (kies het telpatroon voor uw maat) over de volgende 9-9-9-10-10-10 steken, A.4 over de volgende 20 steken, A.5 (kies het telpatroon voor uw maat en brei de middelste steek averecht in plaats van de bobbel op de eerste naald) over de volgende 3-3-3-5-5-5 steken, A.4 over de volgende 20 steken, A.6 (kies het telpatroon voor uw maat) over de volgende 9-9-9-10-10-10 steken, 4-5-6-5-7-9 steken in tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek.
Ga verder met dit patroon heen en weer gebreid.
Als het werk 16 cm meet, zet dan steken op voor de armsgaten aan het einde van elke naald als volgt: 4-4-4-4-4-4 keer 1 steek, 1-2-3-4-5-6 keer 2 steken en 1 keer 4-5-5-5-6-7 steken aan elke kant (= 10-13-15-17-20-23 steken gemeerderd voor elk armsgat) = 91-99-105-111-121-131 steken. De gemeerderde steken worden in tricotsteek gebreid met 1 kantsteek in ribbelsteek.
Ga verder in patroon over de middelste 61-61-61-65-65-65 steken, 14-18-21-22-27-32 steken in tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant tot het werk ongeveer 46-48-50-52-54-56 cm meet – eindig na een naald gemarkeerd met een zwarte of witte ster in A.4 en op deze naald meerdert u 3-3-4-3-6-5 steken verdeeld over de 14-18-21-22-27-32 steken in tricotsteek (de omslagen worden gedraaid gebreid op de volgende naald) = 97-105-113-117-133-141 steken. Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei boordsteek (als u klaar bent op een naald met een witte ster, brei dan boordsteek-1, als u klaar bent een naald met een zwarte ster brei dan boordsteek-2).

BOORDSTEEK-1 (Als u klaar bent op een naald met een witte ster in A.4 – dit is de boordsteek in de afbeelding):
De eerste naald is aan de goede kant:
1 kantsteek in ribbelsteek, (2 recht, 2 averecht) over de volgende 20-24-28-28-36-40 steken, 2 recht, 3-3-3-4-4-4 averecht, 2 recht, 2 averecht, 4 recht, 2 averecht, 2 recht, 2 averecht, 4 recht, 3-3-3-4-4-4 averecht, 3 recht (middelste steek), 3-3-3-4-4-4 averecht, 4 recht, 2 averecht, 2 recht, 2 averecht, 4 recht, 2 averecht, 2 recht, 3-3-3-4-4-4 averecht, (2 recht, 2 averecht) over de volgende 20-24-28-28-36-40 steken, 2 recht, 1 kantsteek in ribbelsteek.
Ga verder met deze boordsteek voor 4 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – lees TIP VOOR HET AFKANTEN.
De achterkant van het werk meet ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm vanaf de schouder naar beneden.

BOORDSTEEK-2 (Als u klaar bent op een naald met een zwarte ster in A.4):
De eerste naald is aan de goede kant:
1 kantsteek in ribbelsteek, (2 recht, 2 averecht) over de volgende 12-16-20-20-28-32 steken, (2 recht, 3 averecht) over de volgende 10-10-10-15-15-15 steken, (2 recht, 2 averecht) over de volgende 12-12-12-8-8-8 steken, 4 recht, (2 averecht, 2 recht) over de volgende 8 steken, 3-3-3-5-5-5 averecht (middelste steek), (2 recht, 2 averecht) over de volgende 8 steken, 4 recht, (2 averecht, 2 recht) over de volgende 12-12-12-8-8-8 steken, (3 averecht, 2 recht) over de volgende 10-10-10-15-15-15 steken, (2 averecht, 2 recht) over de volgende 12-16-20-20-28-32 steken, 1 kantsteek in ribbelsteek.
Ga verder met deze boordsteek voor 4 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – lees TIP VOOR HET AFKANTEN.
De achterkant van het werk meet ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm vanaf de schouder naar beneden.

RECHTER VOORPAND:
Zet 17-18-19-18-20-22 steken op met korte rondbreinaald 5 mm en 1 draad van elke kwaliteit (= 2 draden). Brei 1 naald averecht terwijl u 6 steken verdeeld meerdert = 23-24-25-24-26-28 steken.
Brei in patroon als volgt:
1 kantsteek in ribbelsteek, 4-5-6-5-7-9 steken in tricotsteek, A.1 over de volgende 18 steken. Ga verder met dit patroon heen en weer gebreid. Als u tot naald 11 in A.1 heeft gebreid, zet dan steken op aan het eind van elke naald aan de goede kant als volgt: 2 keer 1 steek, 1 keer 2 steken, 1 keer 4-4-4-5-5-5 steken en 1 keer 12-12-12-13-13-13 steken (= 20-20-20-22-22-22 opgezette steken) = 43-44-45-46-48-50 steken. Keer het werk en brei 12-12-12-13-13-13 steken recht, brei dan A.1 en patroon zoals hiervoor tot het einde van de naald.
Keer het werk en brei 1 kantsteek in ribbelsteek, 4-5-6-5-7-9 steken in tricotsteek, A.3 over de volgende 9-9-9-10-10-10 steken, A.4 over de volgende 20 steken, brei de eerste 2-2-2-3-3-3 steken in A.5 (kies het telpatroon voor uw maat en brei de middelste steek averecht in plaats van de bobbel op de eerste naald), 2 steken in tricotsteek, 5 voorbiessteken in ribbelsteek.
Ga verder met dit patroon – denk om de knoopsgaten op de voorbies – lees beschrijving hierboven.
Als het werk 16 cm meet, zet dan steken op voor het armsgat aan het einde van elke naald aan de verkeerde kant als volgt: 4-4-4-4-4-4 keer 1 steek, 1-2-3-4-5-6 keer 2 steken en 1 keer 4-5-5-5-6-7 steken (= 10-13-15-17-20-23 opgezette steken) = 53-57-60-63-68-73 steken. De gemeerderde steken worden in tricotsteek gebreid met 1 kantsteek in ribbelsteek.
Ga verder in patroon zoals hiervoor over de laatste 38-38-38-40-40-40 steken en 14-18-21-22-27-32 steken in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek tot het werk ongeveer 46-48-50-52-54-56 cm meet – eindig na een naald gemarkeerd met een zwarte of witte ster in A.4 en meerder op deze naald 3-3-4-3-6-5 steken verdeeld over de 14-18-21-22-27-32 steken in tricotsteek (de omslagen worden gedraaid gebreid op de volgende naald) = 56-60-64-66-74-78 steken.
Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei boordsteek (als u klaar bent op een naald met een witte ster, brei dan boordsteek-1, als u klaar bent op een naald met een zwarte ster brei dan boordsteek-2).

BOORDSTEEK-1 (Als u klaar bent op een naald met een witte ster in A.4 – dit is de boordsteek in de afbeelding):
De eerste naald is aan de goede kant:
1 kantsteek in ribbelsteek, (2 recht, 2 averecht) over de volgende 20-24-28-28-36-40 steken, 2 recht, 3-3-3-4-4-4 averecht, 2 recht, 2 averecht, 4 recht, 2 averecht, 2 recht, 2 averecht, 4 recht, 5-5-5-6-6-6 averecht, 2 recht, 5 voorbiessteken in ribbelsteek.
Ga verder met deze boordsteek voor 4 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – denk om TIP VOOR HET AFKANTEN.
De voorkant van het werk meet ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm vanaf de schouder naar beneden.

BOORDSTEEK-2 (als u klaar bent op een naald met een zwarte ster in A.4):
De eerste naald wordt aan de goede kant gebreid:
1 kantsteek in ribbelsteek, (2 recht, 2 averecht) over de volgende 12-16-20-20-28-32 steken, (2 recht, 3 averecht) over de volgende 10-10-10-15-15-15 steken, (2 recht, 2 averecht) over de volgende 12-12-12-8-8-8 steken, 4 recht, (2 averecht, 2 recht) over de volgende 8 steken, 2-2-2-3-3-3 averecht, 2 recht, 5 voorbiessteken in ribbelsteek.
Ga verder met deze boordsteek voor 4 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – denk om TIP VOOR HET AFKANTEN.
De voorkant van het werk meet ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm vanaf de schouder naar beneden.

LINKER VOORPAND:
Zet 17-18-19-18-20-22 steken op met korte rondbreinaald 5 mm en brei 1 draad van elke kwaliteit (= 2 draden). Brei 1 naald averecht terwijl u 6 steken verdeeld meerdert = 23-24-25-24-26-28 steken.
Brei in patroon als volgt:
A.2 over de eerste 18 steken, 4-5-6-5-7-9 steken in tricotsteek, 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga verder met dit patroon tot naald 10 in A.2, zet dan steken op aan het einde van elke naald aan de verkeerde kant als volgt: 2 keer 1 steek, 1 keer 2 steken, 1 keer 4-4-4-5-5-5 steken en 1 keer 12-12-12-13-13-13 steken (= 20-20-20-22-22-22 opgezette steken) = 43-44-45-46-48-50 steken.
Keer het werk en brei dan als volgt:
5 voorbiessteken in ribbelsteek, 2 recht, brei de laatste 2-2-2-3-3-3 steken in A.5 (kies het telpatroon voor uw maat en brei de middelste steek averecht in plaats van de bobbel op de eerste naald), A.4 over de volgende 20 steken, A.3 over de volgende 9-9-9-10-10-10 steken, 4-5-6-5-7-9 steken in tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek.
Ga verder met dit patroon. Als het werk 16 cm meet, zet dan steken op voor het armsgat aan het einde van elke naald aan de goede kant als volgt: 4-4-4-4-4-4 keer 1 steek, 1-2-3-4-5-6 keer 2 steken en 1 keer 4-5-5-5-6-7 steken (= 10-13-15-17-20-23 opgezette steken voor het armsgat) = 53-57-60-63-68-73 steken. De gemeerderde steken worden gebreid in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek.
Ga verder in patroon over de eerste 38-38-38-40-40-40 steken en 14-18-21-22-27-32 steken in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek.
Brei verder tot het werk ongeveer 46-48-50-52-54-56 cm meet – eindig na een naald gemarkeerd met een zwarte of witte ster in A.4 en op deze naald meerdert u 3-3-4-3-6-5 steken verdeeld over de 14-18-21-22-27-32 steken in tricotsteek (de omslagen worden gedraaid gebreid op de volgende naald) = 56-60-64-66-74-78 steken.
Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei boordsteek (als u klaar bent op een naald met een witte ster brei dan boordsteek-1, als u klaar bent op een naald met een zwarte ster, brei dan boordsteek-2).

BOORDSTEEK-1 (als u klaar bent op een naald met een witte ster in A.4 – dit is de boordsteek in de afbeelding):
De eerste naald is aan de goede kant:
5 voorbiessteken in ribbelsteek, 2 recht, 5-5-5-6-6-6 averecht, 4 recht, 2 averecht, 2 recht, 2 averecht, 4 recht, 2 averecht, 2 recht, 3-3-3-4-4-4 averecht, (2 recht, 2 averecht) over de volgende 20-24-28-28-36-40 steken, 2 recht en 1 kantsteek in ribbelsteek.
Ga verder met deze boordsteek voor 4 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht.
De voorkant van het werk meet ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm vanaf de schouder naar beneden.

BOORDSTEEK-2 (Als u klaar bent op een naald met een zwarte ster in A.4):
De eerste naald is aan de goede kant:
5 voorbiessteken in ribbelsteek, 2 recht, 2-2-2-3-3-3 averecht, (2 recht, 2 averecht) over de volgende 8 steken, 4 recht, (2 averecht, 2 recht) over de volgende 12-12-12-8-8-8 steken, (3 averecht, 2 recht) over de volgende 10-10-10-15-15-15 steken, (2 averecht, 2 recht) over de volgende 12-16-20-20-28-32 steken en 1 kantsteek in ribbelsteek.
Ga verder met deze boordsteek voor 4 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht.
De voorkant het werk meet ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUWEN:
Zet 21-23-23-25-27-29 steken op met korte rondbreinaald 5 mm en 1 draad van elke kwaliteit (= 2 draden).

SAMENVATTING VAN DE VOLGENDE DEEL:
U breit nu in patroon terwijl u tegelijkertijd steken opzet voor de mouwkop – lees het hele deel door voordat u verder gaat:

PATROON:
Brei heen en weer gebreid als volgt: Brei 2-3-3-3-4-5 steken in tricotsteek, brei de eerste 7 steken in A.3, 3-3-3-5-5-5 averecht (deze steken worden averecht gebreid aan de goede kant en recht aan de verkeerde kant), brei de laatste 7 steken in A.6, 2-3-3-3-4-5 steken in tricotsteek. Ga verder met dit patroon tot naald 13 in A.3 en A.6. Brei nu een groep van bobbels over de middelste 3-3-3-5-5-5 averechte steken – zoals te zien is op de laatste 4 naalden en de eerste naald in A.5. Herhaal dit iedere 32e naald.
MOUWKOP:
Zet tegelijkertijd steken op voor de mouwkop aan het einde van elke naald als volgt:
4-3-3-3-3-2 keer 2 steken, 1-5-5-6-8-12 keer 1 steek en 4-3-4-4-3-2 keer 2 steken aan elke kant. Zet op de volgende naald aan de goede kant 8-10-10-10-12-14 steken op = 63-67-71-75-79-83 steken.
Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 8-10-10-10-12-14 opgezette steken (= midden onder de mouw). Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte; het wordt gebruikt bij het minderen. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN.
Ga verder in de rondte, met patroon over de middelste 17 steken op de bovenkant van de mouw en tricotsteek over de andere steken. Als het werk 4 cm meet vanaf het einde van de mouwkop, minder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 4-3½-3-2½-2-2 cm in totaal 9-10-12-13-14-15 keer = 45-47-47-49-51-53 steken. Brei verder tot de mouw 42-41-40-39-38-35 cm meet vanaf het einde van de mouwkop (kortere afmetingen in de grotere maten vanwege schouders). Er is ongeveer 4 cm over, pas het vest en brei tot de gewenste lengte. Brei 1 naald recht terwijl u 7-5-9-7-9-7 steken verdeeld meerdert = 52-52-56-56-60-60 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm. Brei 4 cm boordsteek (2 recht, 2 averecht). Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – denk om TIP VOOR HET AFKANTEN. De mouw meet 55-56-56-56-56-55 cm vanaf de opzetrand. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen aan de binnenkant van de opzetrand. Naai de mouwen in aan de binnenkant van de kantsteek op het lijf en de opzetrand op de mouwkop. Naai de zijnaden vanaf het armsgat naar beneden dicht, aan de binnenkant van de kantsteek. Naai de knopen op de linker voorbies.

DUBBELE HALS:
Begin aan de goede kant op de rechter voorbies, met korte rondbreinaald 4 mm en 1 draad van elke kwaliteit (= 2 draden). Neem 7 steken op langs de 5 voorbiessteken en de volgende 2 steken, neem dan 82 tot 90 steken op aan de binnenkant van 1 steek rondom de hals tot er 7 steken over zijn en neem 7 steken op over deze laatste steken = 96 tot 104 steken (het aantal van steken moet deelbaar zijn door 4). Brei boordsteek aan de verkeerde kant als volgt:
1 kantsteek in ribbelsteek, * 2 averecht, 2 recht *, brei van *-* tot er 3 steken over zijn, 2 averecht en 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek voor 9 cm, kant dan af met recht boven recht en averecht boven averecht.

Vouw de hals dubbel naar de binnenkant en naai naar beneden vast. Om te voorkomen dat de hals te strak wordt en naar buiten rolt, is het belangrijk dat de naad elastisch is. Naai de openingen samen aan het einde van de hals.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = plaats 1 steek op een kabelnaald achter het werk, 2 recht, 1 averecht van de kabelnaald
symbols = plaats 2 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 1 averecht, 2 recht van de kabelnaald
symbols = plaats 2 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
symbols = plaats 2 steken op een kabelnaald achter het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
symbols = bobbel: 1 recht in de voorste en achterste lus van dezelfde steek tot u 5 steken heeft, brei 3 naalden tricotsteek over deze 5 steken, brei dan op naald 4 alle 5 steken recht samen = 1 steek.
symbols = zwarte ster – eindig na deze naald, of de naald met een witte ster, voordat u met de boordsteek begint
symbols = witte ster - eindig na deze naald, of de naald met een zwart ster, voordat u met de boordsteek begint
symbols = plaats 1 steek op een kabelnaald achter het werk, 2 recht, 1 recht van de kabelnaald
symbols = plaats 2 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 1 recht, 2 recht van de kabelnaald
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 226-24

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (2)

country flag Synne wrote:

Hei, jeg ser en feil i oppskriften. På venstre forstykke står det at man skal strikke A.3, men her skal det være A.6.

28.05.2023 - 12:32

country flag Julie wrote:

Silver linings

05.08.2021 - 08:52