DROPS Soft Tweed
DROPS Soft Tweed
50% Wol, 25% Alpaca, 25% Viscose
vanaf 3.20 € /50g
DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.40 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 12.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Bee Season Jumper

Gebreide trui voor kinderen in DROPS Soft Tweed. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met raglan en geborduurde bloemen en een bij. Maten 3-14 jaar.

DROPS Children 40-1
DROPS Design: Patroon nr. st-001-bn
Garengroep B
-----------------------------------------------------------

MATEN:
3/4 - 5/6 - 7/8 - 9/10 - 11/12 - 13/14 jaar
Hoogte van het kind in cm:
98/104 - 110/116 - 122/128 - 134/140 - 146/152 - 158/164

MATERIAAL:
DROPS SOFT TWEED van garnstudio (behoort tot garengroep B)
200-250-250-300-350-400 g kleur 13, limoentaart

Voor de bloemen en de bij:
DROPS KARISMA van garnstudio (behoort tot garengroep B)
50 g kleur 53, antraciet
50 g kleur 52, mosterdgeel
50 g kleur 80, rose
50 g kleur 19, wit

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 4 MM: Lengte 40 cm en 60 cm.
DROPS RONDBREINAALD 3 MM: Lengte 40 cm en 60 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 MM.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.
NAALD: voor het borduurwerk.

STEKENVERHOUDING:
21 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Soft Tweed
DROPS Soft Tweed
50% Wol, 25% Alpaca, 25% Viscose
vanaf 3.20 € /50g
DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.40 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 12.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2.

TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 76 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 16) = 4.75.
In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na ongeveer elke 5e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen.

RAGLAN:
Meerder 1 steek aan elke kant van de 4 markeerdraden als volgt (= 8 steken gemeerderd op de naald): Brei tot er 1 steek over is voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met een naald in een grotere maat. Als de rand nog steeds strak is, maak 1 omslag na elke 4e steek terwijl u tegelijkertijd afkant; de omslagen worden als normale steken afgekant.


-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
De hals en de pas worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop/rondbreinaald, van boven naar beneden. De pas wordt verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder in de rondte gebreid met de rondbreinaald. De mouwen worden gebreid met breinaalden zonder knop. Op het einde worden twee bloemen en een bij geborduurd op het voorpand.

HALS:
Zet 104-104-104-112-112-112 steken op met breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald 3 mm en DROPS Soft Tweed. Brei 1 naald recht, brei dan A.1 (13-13-13-14-14-14 herhalingen van 8 steken) op de naald. Op de laatste naald in A.1, meerdert u 0-3-3-0-3-3 steken verdeeld = 78-81-81-84-87-87 steken. Brei nu A.2. Als het werk 4 cm meet voeg dan 1 markeerdraad in op het begin van de naald. Het werk wordt nu vanaf hier gemeten!

PAS:
Ga verder net rondbreinaald 4 mm. Brei 1 naald recht terwijl u 14-15-15-16-17-17 steken verdeeld meerdert – lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 92-96-96-100-104-104 steken. Voeg 4 nieuwe markeerdraden in zoals beschreven hieronder, zonder de steken te breien en elke markeerdraad wordt ingevoegd tussen 2 steken. Deze markeerdraden worden gebruikt bij het meerderen voor de raglan.
Begin van de naald = midden achter. Tel 17-18-18-19-20-20 steken (tussen het achterpand en de mouw), voeg hier markeerdraad 1 in.
Tel 12 steken en voeg markeerdraad 2 in (= mouw).
Tel 34-36-36-38-40-40 steken en voeg markeerdraad 3 in (= voorpand).
Tel 12 steken en voeg markeerdraad 4 in (= mouw). Er zijn 17-18-18-19-20-20 steken over op de naald (= helft van het achterpand). DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Brei in tricotsteek in de rondte, begin TEGELIJKERTIJD op de eerste naald met meerderen voor de RAGLAN – lees beschrijving hierboven. Meerder zo iedere 2e naald in totaal 16-17-19-19-20-22 keer = 220-232-248-252-264-280 steken.

Brei verder tot het werk 14-15-16-17-18-19 cm meet vanaf de markeerdraad op de hals. Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen; brei tot markeerdraad 1 (= helft van het achterpand), plaats de volgende 44-46-50-50-52-56 steken op een hulpdraad voor de mouw (zonder ze te breien), zet 6-6-6-8-8-8 steken op onder de mouw, brei de volgende 66-70-74-76-80-84 steken (= voorpand), plaats de volgende 44-46-50-50-52-56 steken op een hulpdraad voor de mouw (zonder ze te breien), zet 6-6-6-8-8-8 steken op onder de mouw, brei tot het einde van de naald.
Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. Verwijder de markeerdraden.
HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN!

LIJF:
= 144-152-160-168-176-184 steken. Ga verder met tricotsteek tot het werk 19-22-25-28-30-32 cm meet vanaf de scheiding. Er is ongeveer 4 cm over tot de gewenste lengte; pas de trui en brei tot de gewenste lengte. Om te voorkomen dat boord straks te strak wordt, breit u 1 naald recht terwijl u 27-28-32-33-37-35 steken verdeeld meerdert = 171-180-192-201-213-219 steken. Ga verder met rondbreinaald 3 mm en brei A.2 voor 4 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – lees TIP VOOR HET AFKANTEN.
De trui meet ongeveer 40-44-48-52-55-58 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUWEN:
Plaats de 44-46-50-50-52-56 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 4 mm en neem 1 steek op in elk van de 6-6-6-8-8-8 opgezette steken onder de mouw = 50-52-56-58-60-64 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 6-6-6-8-8-8 steken onder de mouw. Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte; het wordt gebruikt voor het minderen onder de mouw.
Begin op de markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 3 cm meet, minder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 4-5-5-6-7-6½ cm in totaal 4-4-5-5-5-6 keer = 42-44-46-48-50-52 steken. Brei verder zonder verdere minderingen tot de mouw 21-25-29-33-37-41 cm meet vanaf de scheiding. Er is ongeveer 4 cm over tot de gewenste lengte; pas de trui en brei tot de gewenste lengte. Brei 1 naald recht terwijl u 9-10-8-9-10-8 steken verdeeld meerdert = 51-54-54-57-60-60 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei A.2 voor 4 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – denk om TIP VOOR HET AFKANTEN. De mouw meet ongeveer 25-29-33-37-41-45 cm vanaf de scheiding.
Brei de andere mouw op dezelfde manier.

BLOEMEN EN BIJ:
1 bij en 2 bloemen worden geborduurd op het voorpand – zie foto.
De bij wordt geborduurd met een enkele draad, platsteek en in strepen; de 2 vleugels op de bovenkant worden geborduurd met kettingsteek.
2 verschillende bloemen worden geborduurd.

BIJ – LIJF MET ANTRACIET:
Begin met 1 draad antraciet - zie telpatroon C en telpatroon uitleg. Begin 4-5 cm hieronder de hals en 8-10 cm vanaf de linker raglanlijn op het voorpand. Borduur 2 platsteken diagonaal naar boven naar rechts en dicht bij elkaar, elke steek 0,5 cm lang. Ga 0.5 cm diagonaal naar boven en links en borduur weer 4 platsteken dicht tegen elkaar aan, parallel aan de eerste 2 steken en elk 1 cm lang (= midden van de bij), nog 0.5 cm verderop borduurt u weer 2 platsteken dicht bij elkaar en parallel aan de middelste steken, elk 0.5 cm lang. Borduur nu pootjes onder de 4 middelste steken, brei 2 platsteken, elk 0.5 cm lang.

BIJ – LIJF MET MOSTERDGEEL:
Ga verder met 1 draad mosterdgeel. Borduur platsteken tussen het midden en de voorkant van de bij - 4 platsteken, dezelfde lengte als de antraciet-steken waar ze tegenaan komen. Doe dan hetzelfde tussen het midden en de achterkant van de bij.

BIJ - VLEUGELS:
Gebruik 1 draad wit; de vleugels bestaan uit 2 kettingsteken, beide beginnend vanuit hetzelfde gaatje.
Brei dan als volgt:
STEEK 1: Borduur 1 kettingsteek van 1-1.5 cm lengte, ietwat naar achteren wijzend - zie telpatroon B en telpatroon uitleg.
STEEK 2: Borduur 1 kettingsteek van 1-1.5 cm lengte, ietwat naar voren wijzend.

BLOEM-1 (7 blaadjes):
Begin met een knoop in stiksteek met de kleur rose - zie telpatroon A en telpatroon uitleg – de knoop wordt geborduurd tot ongeveer 1 cm in diameter en 3 cm vanaf de bij, diagonaal naar beneden naar rechts.
Dit is het midden van de bloem.
Brei lossen om de knoop met wit - zie telpatroon B en telpatroon uitleg; brei 7 steken om de knoop, elk 1.5 cm lang. Knip en hecht de draad af.

BLOEM-2 (5 blaadjes):
Begin met een stiksteekknoop met de kleur rose - zie telpatroon A en telpatroon uitleg – de knoop wordt geborduurd tot ongeveer 1 cm in diameter en 5 cm vanaf het midden van bloem-1, diagonaal naar beneden naar links.
Dit is het midden van de bloem.
Brei kettingsteken om de knoop met wit - zie telpatroon B en telpatroon uitleg; brei 5 steken om de knoop, elk 1 cm lang. Knip en hecht de draad af.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 23.09.2021
PAS: Ga verder net rondbreinaald 4 mm. Brei 1 naald recht terwijl u 14-15-15-16-17-17 steken verdeeld meerdert – lees

Telpatroon

symbols = gedraaid recht
symbols = averecht
symbols = recht
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen.
symbols = 6 recht samen
symbols = Stiksteekknoop, Afbeeldingen 1-4
AFBEELDING 1: Voeg de naald in aan de verkeerde kant en door naar de goede kant waar u de knoop wilt hebben.
AFBEELDING 2: Rijg de naald terug naar de verkeerde kant 0.5 – 1.5 steken vanaf waar hij oorspronkelijk naar boven kwam.
AFBEELDING 3: Naai op en neer door dezelfde gaatjes zoveel keer als nodig is om de knoopmaat te krijgen die u wenst.
AFBEELDING 4: .Stiksteekknoop. Hecht de draad af op de verkeerde kant.
symbols = Kettingsteek, Afbeeldingen 1-6.
AFBEELDING 1: Voeg de naald in aan de verkeerde kant en door naar de goede kant waar u de kettingsteek wilt beginnen.
AFBEELDING 2: Voeg de naald in naar beneden door het gaatje waar de draad door naar boven kwam, dan weer naar de goede kant ongeveer 2 cm verderop – zorg ervoor dat de draad onder de punt van de naald ligt.
AFBEELDING 3: Haal de naald door het werk, vorm een lus met de draad die naar boven komt in het midden van de lus.
AFBEELDING 4: Voeg de naald in het werk ongeveer 0.5 steken voor de lus en haal het door.
AFBEELDING 5: De kettingsteek is klaar; als u meer steken wilt, begin dan weer vanaf afbeelding 1. Hecht de draad af op de verkeerde kant.
AFBEELDING 6: Deze afbeelding toont verticale, horizontale en diagonale lossen, sommigen beginnen vanuit hetzelfde gaatje, sommigen vanuit aparte gaatjes.
symbols = Platsteek, Afbeeldingen 1-4
AFBEELDING 1: Voeg de naald in aan de verkeerde kant naar de goede kant, waar u de steek wilt beginnen
AFBEELDING 2: Sla 0.5 - 1 cm over en rijg de naald naar beneden en weer naar boven waar u de volgende platsteek wilt beginnen, haal de draad door.
AFBEELDING 3: Sla 0.5 - 1 cm en rijg de naald naar beneden en weer naar boven waar u de volgende platsteek wilt beginnen, haal de draad door.
Ga zo verder tot u genoeg steken heeft. Hecht de draad af op de verkeerde kant.
AFBEELDING 4: Platsteken van verschillende lengtes en verschillende richtingen.
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Children 40-1

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (14)

country flag AM wrote:

How do you knit 6 stitches together?

17.02.2024 - 08:40

DROPS Design answered:

Dear AM, you can use the following video, but you need to knit together 6 instead of 5 as in the video: https://www.garnstudio.com/video.php?id=685&lang=en. Knit 6 tog as follows: K 6, pass them back on left needle, pass the next to last st over the last so that this st is around the last st, repeat until all 5 sts have been passed over (= 5 sts dec), pass the last st worked back on right needle. Happy knitting!

18.02.2024 - 21:54

country flag Cristiana wrote:

In A1 si legge di lavorare 6 maglie assieme. Non riesco a mettere 6 maglie assieme e lavorarle, come posso fare? Grazie

16.02.2024 - 21:14

DROPS Design answered:

Buongiorno Cristiana, può lavorare 6 maglie diritto e poi accavallare la penultima maglia sull'ultima e così via fino a quando sono state diminuite tutte le maglie. Buon lavoro!

17.02.2024 - 13:24

country flag Valentina wrote:

Hallo, ich kann nicht sehen Diagramm A1 und A2. Wie kann man es finden?

14.12.2023 - 18:44

DROPS Design answered:

Liebe Valentina, Diagramme A.1 und A.2 finden Sie bei der Maßskizze, unter den Ärmel. Viel Spaß beim stricken!

15.12.2023 - 09:05

country flag Margret wrote:

Können Sie mir bitte erklären wie ich 6Maschen zusammenstricken kann, ohne dabei die Nadeln zu verbiegen

17.11.2022 - 16:44

DROPS Design answered:

Liebe Margret, dieses Video zeigt, wie man 5 Maschen zusammenstrickt, so stricken Sie aber mit 6 Maschen anstatt 5. Viel Spaß beim stricken!

17.11.2022 - 17:12

country flag Åshild wrote:

Hei! Jeg sliter med starten. Hvordan strikker jeg A1?

15.04.2022 - 20:20

DROPS Design answered:

Hei Åshild, A.1 gir deg toppen av halsen som ruller litt utover. Første omgangen er 1 rett, strikke 6 masker rett sammen, 1 rett og dette gjentar du til slutten av omgangen. Neste omgang har du 1 kast, 1 rett, 1 kast, 1 rett, 1 kast, 1 rett og dette gjentas rundt. 3 omgang er strikke rett. Håper dette hjelper og god fornøyelse!

19.04.2022 - 10:29

country flag Helen wrote:

I have the pattern for your Bee Season Jumper and am confused as to A.1 directions. How do I knit into 6 stitches at once? Can you give me written instructions for A.1 rather than as a diagram?

31.01.2022 - 23:19

DROPS Design answered:

Dear Helen, the first row in A.1 is worked over 8 sts as follows: K1, K6 together, K1 (=3 sts remain); on next row work: (YO, K1, YO, K1, YO, K1), there are now 6 sts. Knit all sts on 3rd round, knitting the yarn overs twisted to avoid holes. Happy knitting!

01.02.2022 - 09:20

country flag Sharon wrote:

Hi, Could you please explain A.1 and A.2 in text, as in French above. Many thanks.

10.01.2022 - 22:37

DROPS Design answered:

Hi Sharon, A.1: Row 1 - K1, knit 6 together, K1, repeat. Row 2 - 1 yarn over, K1, 1 yarn over, K1, 1 yarn over, K1, repeat. Row 3 - Knit. A.2: All rows - Knit 2 twisted (knit in the back loop), P1|, repeat. Happy knitting!

11.01.2022 - 07:43

country flag Sara wrote:

Buongiorno, per favore, posso chiedere la spiegazione di A1 e A2 in testo? Non riesco a capire correttamente il diagramma. Grazie mille in anticipo per l'aiuto

28.12.2021 - 15:44

DROPS Design answered:

Buongiorno Sara, purtroppo non ci è possibile scrivere le spiegazioni dei diagrammi, ma se ha delle specifiche difficoltà possiamo aiutarla. Buon lavoro!

28.12.2021 - 16:18

country flag M Laure wrote:

Bonjour Je ne comprends pas le diagrame A1. SVP, pourriez vous me l'expliquer en texte. Merci beaucoup.

11.12.2021 - 09:32

DROPS Design answered:

Bonjour M Laure, le diagramme A.1 se tricote sur 8 mailles ainsi: 1er tour: *1 m end, 6 m ens à l'end, 1 m end*, répétez de *-* (il reste 3 m dans chaque A.1). Au tour suivant, tricotez ainsi: *1 jeté, 1 m end, 1 jeté, 1 m end, 1 jeté, 1 m end*, répétez de *-* (= vous avez maintenant (6 m dans chaque A.1). Au 3ème tour, tricotez toutes les mailles à l'endroit. Bon tricot!

13.12.2021 - 08:55

country flag Tombeur wrote:

On fait le col sur 112 mailles puis on tricot A1 puis on augmente de 3 mailles et on se retrouve avec 87 mailles on tricote A2 et a l'empiècement on augmente de 16 m on a 100m , on perd autant de maille avec le dessin A1

04.10.2021 - 13:03

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Tombeur, A.1 se tricote sur 8 mailles soit 14 x 8 = 112 mailles. Quand A.1 est terminé, il reste 6 mailles x 14 = 84 mailles, on augmente 16 mailles après A.2 = 100 mailles. Est-ce que ceci peut vous aider?

05.10.2021 - 06:53