DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 0.80 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 6.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Luscious Lilacs

Gebreid vest in DROPS Paris. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met bladpatroon en korte mouwen. Maat XS–XXL.

DROPS 220-36
DROPS design: Patroon w-838
Garengroep C of A + A
-------------------------------------------------------

MAAT:
XS - S - M - L - XL - XXL

MATERIAAL:
DROPS PARIS van garnstudio (behoort tot garengroep C)
400-450-500-550-600-650 g kleur 31, paars

STEKENVERHOUDING:
17 steken in de breedte en 22 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5 mm
DROPS RONDBREINAALD 5 mm: Lengte 80 cm voor tricotsteek/patroon.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 mm
DROPS RONDBREINAALD 4 mm: Lengte 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een kleinere naald.

DROPS PARELMOERKNOOP ROND (paars), NR 609: 5-5-6-6-6-6 stuks

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 0.80 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 6.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 naalden, dus brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = brei 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.3. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. Kies het telpatroon voor uw maat.

TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld):
Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 82 steken) minus de biezen (dus 8 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken meerderingen (dus 9) = 8.2.
In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na ongeveer iedere 8e steek en meerder niet over biezen. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen

RAGLAN:
Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt.
Meerder 1 steek aan elke kant van de mouw aan de binnenkant van de markeerdraad en 1 recht (= 4 steken gemeerderd op de naald - daarnaast worden er steken gemeerderd op het voor- en achterpand, maar deze steken staan in het telpatroon).
Meerder 1 steek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald de omslag averecht zodat er een gaatje ontstaat. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

KNOOPSGATEN:
Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Minder aan de goede kant als er 3 steken over zijn op de naald als volgt: Maak 1 omslag, brei de volgende 2 steken recht samen, brei de laatste steek recht. Brei op de volgende naald de omslag recht om gaatjes te maken.
Minder voor het eerste knoopsgat als de boordsteek in de hals ongeveer 2 cm meet. Minder dan voor de volgende 4-4-5-5-5-5 knoopsgaten met ongeveer 10-10-8½-9-9½-9½ cm tussen elk.

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om een strakke afkantrand te voorkomen kunt u een naald in een grotere maat gebruiken. Als het nog steeds te strak is, brei dan 1 omslag na ongeveer iedere 6e steek terwijl u afkant (kant de omslagen af als normale steken).

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Brei de halsrand en de pas heen en weer gebreid op de rondbreinaald vanaf midden voor, van boven naar beneden. Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen. Brei het lijf heen en weer gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald, van boven naar beneden.

HALSRAND:
Zet 82-82-86-90-94-94 steken op (inclusief 4 voorbiessteken aan elke kant richting midden voor) op rondbreinaald 4 mm met 1 draad Paris. Brei 2 ribbels in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven.
Brei 1 naald recht aan de goede kant en meerder 9-9-9-5-5-5 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 91-91-95-95-99-99 steken. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant (brei de omslagen gedraaid averecht en brei de biezen in ribbelsteken tot de gewenste afmetingen). Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Voeg 1 markeerdraad in na de voorbies op het begin van de naald midden voor, meet de pas vanaf deze markeerdraad!

PAS:
Brei nu in patroon als volgt: 4 voorbiessteken in ribbelsteek, 1 recht, A.1a over de volgende 14 steken, A.1b over de volgende 2 steken, voeg hier een markeerdraad in (= in de overgang tussen het linker voorpand en de linker mouw), 1 recht, maak 1 omslag, brei 6-6-8-8-10-10 recht, maak 1 omslag, 1 recht, voeg hier een markeerdraad in (= in de overgang tussen de linker mouw en het achterpand), A.1c over de volgende 3 steken, A.1a over de volgende 28 steken (= 2 herhalingen in de breedte), A.1b over de volgende 2 steken, voeg hier een markeerdraad in (= in de overgang tussen het achterpand en de rechter mouw), 1 recht, maak 1 omslag, brei 6-6-8-8-10-10 recht, maak 1 omslag, 1 recht, voeg hier een markeerdraad in (= in de overgang tussen de rechter mouw en het rechter voorpand), A.1c over de volgende 3 steken, A.1a over de volgende 14 steken, 4 voorbiessteken in ribbelsteek.
Voeg nu 1 markeerdraad in, in iedere overgang tussen het lijf en de mouwen (= 4 markeerdraden in het werk – neem de markeerdraden mee in de hoogte tijdens het breien). Daarnaast meerdert u in de telpatronen, er wordt 1 steek gemeerderd aan elke kant van de markeerdraad bij de mouwen voor de RAGLAN - lees uitleg hierboven.
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Ga zo verder in patroon heen en weer gebreid. Meerder voor de raglan op de mouw iedere andere naald (dus op iedere naald aan de goede kant) 14-19-20-23-22-21 keer in totaal, dan iedere 4e naald 4-2-2-2-3-5 keer (= 18-21-22-25-25-26 meerderingen in totaal aan elke kant van de mouwen). Brei TEGELIJKERTIJD op de 21e naald in A.1a zoals uitgelegd voor de witte ster na de voorbiessteken op het begin van de naald (gezien aan de goede kant) en zoals uitgelegd voor de zwarte ster voor de voorbiessteken (gezien aan de goede kant) – lees uitleg bij de symboolverkaring.
Als A.1a, A.1b en A.1c zijn gebreid in de hoogte, ga dan verder in patroon op dezelfde manier. Dus brei A.1b en A.1c richting de raglan in de zijkant op de voorpanden en het achterpand, en brei het bladpatroon (= A.1a) zoals hiervoor tussen de raglan en het achterpand (= A.1b en A.1c) en tussen de raglan en de biezen op de voorpanden tot er 36-36-46-48-48-48 naalden met patroon zijn gebreid in de hoogte en er 42-42-47-49-49-49 steken op elk voorpand zijn (inclusief 4 voorbiessteken in ribbelsteek) en 75-75-85-89-89-89 steken op het achterpand. Brei nu in de verschillende maten als volgt:

Maat M:
Ga verder met het bladpatroon op dezelfde manier, maar richting de markeerdraden in elke raglan (op de voorpanden en het achterpand) brei patroon A.2 (dus meerder geen steken meer voor de raglan). Er zijn nu 47 steken op elk voorpand (inclusief 4 voorbiessteken in ribbelsteek) en 85 steken op het achterpand.
Als de naald met de pijl in A.2 (= eerste naald in het telpatroon) is gebreid (en de meerderingen op de mouwen klaar zijn), zijn er 287 steken op de naald. Het werk meet nu ongeveer 22 cm vanaf de markeerdraad. Als het werk korter is dan dit, ga dan verder met bladpatroon (zonder te meerderen voor de raglan raglan) tot de juiste afmetingen.

Maat XS, S, L, XL en XXL:
Ga verder in bladpatroon op dezelfde manier maar richting de markeerdraden in de raglan (op de voorpanden en het achterpand) brei in patroon zoals te zien is in A.2b en A.2c. Als alle meerderingen klaar zijn, zijn er 45-45-52-53-57 steken op elk voorpand (inclusief 4 voorbiessteken in ribbelsteek), en zijn er 81-81-95-97-105 steken op het achterpand. Als er tot en met de naald met de pijl voor uw maat is gebreid in het telpatroon (en alle meerderingen voor de mouwen zijn klaar), zijn er 259-271-319-327-347 steken op de naald. Het werk meet nu ongeveer 21-21-25-25-28 cm vanaf de markeerdraad. Als het werk korter is dan dit, ga dan verder met het bladpatroon (zonder te meerderen voor de raglan) tot de de juiste afmetingen.

ALLE MATEN:
Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen. Volgende naald (= naald na degene met pijl) brei dan als volgt op de verkeerde kant:
In maat XS breit u de buitenste 3 steek in de zijkant op de voorpanden en het achterpand tot aan de mouwen.
In maat S, M, L en XL verdeelt u het werk bij de overgang tussen de mouwen en de voorpanden en het achterpand.
In maat XXL breit u de buitenste steek aan elke kant van de mouw tot het achterpand/ de voorpanden.
Brei de eerste 42-45-47-52-53-58 steken (= rechter voorpand), zet de volgende 50-50-54-60-62-62 steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 4-4-8-8-12-14 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei de volgende 75-81-85-95-97-107 steken (= achterpand), zet de volgende 50-50-54-60-62-62 steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 4-4-8-8-12-14 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei de laatste 42-45-47-52-53-58 steken (= linker voorpand). Brei dan het lijf en de mouwen apart verder. MEET NU HET WERK VANAF HIER!

LIJF:
Er zijn nu 167-179-195-215-227-251 steken voor het lijf. Voeg een markeerdraad in aan elke kant in het midden van de 4-4-8-8-12-14 nieuw opgezette steken onder de mouwen aan elke kant (= 2-2-4-4-6-7 nieuwe steken aan elke kant van de markeerdraad).
Brei in patroon aan de goede kant als volgt - LET OP: Het patroon moet aansluiten met die van de pas, pas aan zodat u begint op de juiste naald in het telpatronen:
Brei 4 voorbiessteken in ribbelsteek, bladpatroon zoals hiervoor over de volgende 15-15-29-29-29-36 steken, A.3b over de volgende 16 steken, 9-12-2-7-10-9 steken in tricotsteek, de markeerdraad zit hier, 9-12-2-7-10-9 steken in tricotsteek, A.3a over de volgende 17 steken, bladpatroon zoals hiervoor over de volgende 28-28-56-56-56-70 steken (= 2-2-4-4-4-5 herhalingen van A.1a in de breedte), A.3b over de volgende 16 steken, 9-12-2-7-10-9 steken in tricotsteek, de markeerdraad zit hier, 9-12-2-7-10-9 steken in tricotsteek, A.3a over de volgende 17 steken, bladpatroon zoals hiervoor over de volgende 14-14-28-28-28-35 steken, 4 voorbiessteken in ribbelsteek.
Ga zo verder heen en weer gebreid tot het werk ongeveer 28-30-30-29-30-29 cm meet – pas aan op het einde na de 11e of 23e naald in A.1a. Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant (brei de voorbiessteken recht) en meerder 1-1-0-1-1-1 steken verdeeld = 168-180-195-216-228-252 steken. Brei boordsteek als volgt:
4 voorbiessteken in ribbelsteek, * 1 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 5 steken over zijn, 1 recht, 4 voorbiessteken in ribbelsteek.
Ga zo verder heen en weer gebreid tot de boordsteek 3 cm meet. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht - lees TIP VOOR HET AFKANTEN.
Het vest meet ongeveer 54-56-58-60-62-64 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUW:
Zet de 50-50-54-60-62-62 steken van de hulpdraad aan een kant terug op breinaalden zonder knop / rondbreinaald 5 mm, en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 4-4-8-8-12-14 nieuw opgezette steken onder de mouw in de zijkant = 54-54-62-68-74-76 steken. Het begin van de naald is midden onder de mouw.
Brei in tricotsteek in de rondte. Bij een hoogte van 4-4-4-5-5-5 cm vanaf de scheiding, brei de volgende naald als volgt:
Brei recht over de eerste 11-11-13-16-19-19 steken, * 2 recht samen, 1 recht *, brei van *-* 11-11-12-12-12-13 keer (= 11-11-12-12-12-13 steken geminderd), recht over de laatste 10-10-13-16-19-18 steken = 43-43-50-56-62-63 steken.
Brei verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm. Brei 2 ribbels in RIBBELSTEEK in de rondte - lees uitleg hierboven.
Kant af - denk om TIP VOOR HET AFKANTEN. De mouw meet 6-6-6-7-7-7 cm in totaal vanaf de scheiding.
Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

AFWERKING:
Naai de knopen op de linker voorbies.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 29.09.2021
Correctie in verwijzing naar telpatronen bij het lijf.
Gewijzigd online: 08.11.2023
RAGLAN:...Brei op de volgende naald de omslag averecht zodat er een gaatje ontstaat.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken, brei op de volgende naald de omslag averecht om een gaatje te maken
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = haal 1 steek recht af, brei 2 steken recht samen, haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
symbols = geldt voor na de voorbies (gezien aan de goede kant): Na de voorbiessteken in ribbelsteek op het begin van deze naald breit u de eerste 2 steken recht samen (= 1 steek geminderd) voordat u verder gaat zoals te zien is in het telpatroon.
symbols = geldt voor de voorbies (gezien aan de goede kant): Voor de voorbiessteken in ribbelsteek aan het einde van de naald breit u de laatste 3 steken in telpatroon op deze naald niet, maar brei in plaats daarvan als volgt: 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over (= 1 steek geminderd).
symbols = de pijl geeft aan op welke naald in het telpatroon u moet stoppen in de verschillende maten - lees uitleg in patroon.
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 220-36

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (13)

country flag Marie-José wrote:

Als patroon 1x in de hoogte gebreid is, wordt gezegd ga verder zoals voorheen. Op een vraag hierover, van Toni, is van in het Engels antwoord gegeven. Misschien handig om deze uitleg in het patroon mee te nemen, omdat misschien niet voor iedereen duidelijk is dat patroon A1a, voor en na de raglan 2x gebreid moet/ kan worden en vervolgens A1b en A1c als patroon meegenomen moet worden. Ik heb het antwoord op de vraag van Toni zeker 3x moeten lezen voor ik het daadwerkelijk snapte.

23.04.2024 - 10:02

country flag Hanne M wrote:

Ved raglan udtag står der at man skal strikke omslaget drejet vrang på næste pind for at der ikke kommer hus. Men på nærbilledet er der vel netop et hul på hver side af de to retmasker. Eller har jeg misforstået noget?

24.08.2023 - 21:04

DROPS Design answered:

Hej Hanne, det ser ud til at du har ret og at det er en fejl, men vi tjekker med design og laver en rettelse i så fald :)

08.09.2023 - 14:39

country flag Breige McShane wrote:

I am still awaiting an answer to my question regarding placing of buttohoes. Thank you

03.07.2023 - 03:41

DROPS Design answered:

See answer below :) Thanks for your patience!

03.07.2023 - 11:07

country flag Breige McShane wrote:

I end up with the buttonhole at the beginning of the row!!! Cast On and knit 2 ridges 1sr row knit - right side 2nd row knit - wrong side 3rd row knit - right side 4th row knit - wrong side then knit one row right side then purl one row wrong side then start pattern on right side which is right front where buttonholes should be!

01.07.2023 - 16:47

DROPS Design answered:

Dear Mrs McShane, when you work a jacket top down, you work from RS: left front piece, left sleeve, back piece, right sleeve and right front piece, so you will work the buttonholes at the end of a row from RS so that the buttonholes will be on the right front piece. Happy knitting!

03.07.2023 - 10:11

country flag Anita Jonsson wrote:

Hej igen! Nu har jag löst förra problemet men har nu en ny fråga: Jag har stickat A.2 rätsida och gjort delningen fram- och bakstycke + armar på avigsidan men nu kommer problemet: det står: sticka bladmönstret som förrut??? betyder bladmönstret A1a eller? för alla diagram blir ju bladmönster. Jag är en van stickare men jösses vad man får fundera och klura för att förstå mönstret. Mvh Anita

01.02.2023 - 13:44

DROPS Design answered:

Hej Anita, jo det er samme bladmønster som du har strikket på bolen du skal fortsætte med, du er færdig med alle dem som har formet til raglan :)

03.02.2023 - 11:24

country flag Anita Jonsson wrote:

Jag förstår inte mönstret. När jag stuckit 46 v så ska jag sticka v 47 med A2 mot markörerna i varje raglan men det funkar ju bara mönster A1c som är 15 m vilket krävs för att sticka A2. A1a och A1b är 14 m men efter att ha stickat varv 47 så blir A1b 15 m och därmed blir det 48 m på framstycket istället för 47. ????? Mvh Anita

31.01.2023 - 20:42

DROPS Design answered:

Hej Anita, vi forstår ikke dit spørgsmål... har du ikke A.1b og A.1c i hver side? Diagrammerne er lige store, så hvorfor kan du kun få det til at fungere i den ene side (A.1c)?

03.02.2023 - 11:09

country flag Toni wrote:

I am making pattern w-838 in Paris cotton. I am an experienced knitter, but cannot understand this: I knit the 24 rows in the charts (A. 1a, A.1b and A.1c). The then pattern states "When A.1a, A.1b and A.1c have been worked vertically, continue pattern the same way." "The same way" would restart the charts and be only 2 stitches on A.1b and 3 on A.1c. Where do I go from here? - i.e. row 25 onward? Thanks very much

01.03.2022 - 01:27

DROPS Design answered:

Dear Toni, after you have worked the diagrams one time in height, work them again from the beginning: A.1a over the first 14 sts as before, then work A.1a one more time over the next 14 sts (= the increased sts in previous A.1b) and finish with A.1b (= left front piece); on back piece, work the same way: A.1c over the first 3 sts, then work A.1b 2 more times in width (over the last sts A.1c + the first sts A.1b) between A.1c and A.1b etc. Can this help?

01.03.2022 - 10:04

country flag Diana Mortensen wrote:

Jeg er lidt forvirret!!! Skal der strikkes ret vrang på vrangsiden? Eller er det de lige rækker i diagrammet , jeg skal bruge og hvad ind imellem ? Sagt på en anden måde , jeg forstår ikke hvad jeg skal på vrang siden🙃 på forhånd tak

28.10.2021 - 21:57

DROPS Design answered:

Hej Diana, du strikker hver 2.pind i diagrammet fra vrangen. Mønsterpinden strikkes fra retsiden. Se her hvordan man følger et diagram: Hvordan læses strikkediagrammer

29.10.2021 - 08:15

country flag Jetje wrote:

En waar is blokje A3c in het schema? Dit staat wel in het patroon. Zijn de namen verwisseld?

07.06.2021 - 17:34

DROPS Design answered:

Dag Jetje,

Er is inderdaad geen A.3c, dus wordt er A.3a bedoeld. Ik heb het doorgegeven aan de ontwerpafdeling om te controleren.

13.06.2021 - 10:40

country flag Jetje wrote:

Op de schema's zie ik een blokje A.3a. Dit vind ik nergens terug in het patroon. Waar wordt het gebruikt?

07.06.2021 - 17:09