DROPS Sky
DROPS Sky
74% Alpaca, 18% Polyamide, 8% Wol
vanaf 4.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Sapphire Trails

Gebreide trui in DROPS Sky. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met kantpatroon en ¾-lengte ballonmouwen. Maten S - XXXL.

DROPS 222-24
DROPS Design: Patroon nr. sk-133
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS SKY van garnstudio (behoort tot garengroep B)
300-300-350-400-400-450 g kleur 13, licht denimblauw

STEKENVERHOUDING:
21 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 4 MM: Lengte 40 cm en 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 MM.
DROPS RONDBREINAALD 3 MM: Lengte 40 cm en 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Sky
DROPS Sky
74% Alpaca, 18% Polyamide, 8% Wol
vanaf 4.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatroon A.1.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 96 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 16) = 6.
In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na elke 6e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de zijkanten van het lijf):
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad zit tussen deze 4 steken) maak 1 omslag.
Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met een naald in een grotere maat. Als de rand nog steeds strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer elke 3e of 6e steek terwijl u tegelijkertijd afkant; de omslagen worden als normale steken afgekant.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
De hals en de pas worden in de rondte gebreid met de rondbreinaald vanaf midden achter en van boven naar beneden. Er worden steken gemeerderd op de schouders in de kantpatroon. De pas wordt verdeeld voor het lijf en mouwen en het lijf wordt verder in de rondte gebreid met de rondbreinaald. De mouwen worden gebreid met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop, van boven naar beneden.

HALS:
Zet 96-99-105-111-114-120 steken op met rondbreinaald 3 mm en Sky. Brei 1 naald recht. Brei dan boordsteek (1 recht, 2 averecht) in de rondte voor 2 cm.
Brei 1 naald recht terwijl u 16-17-15-29-30-28 steken verdeeld meerdert – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 112-116-120-140-144-148 steken. Brei 1 naald recht (de omslagen worden gedraaid gebreid).
Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald (= midden achter); de pas wordt gemeten vanaf deze markeerdraad!

PAS:
Brei nu in patroon als volgt:
12-13-14-19-20-21 steken recht, brei A.1 over de volgende 32 steken, 24-26-28-38-40-42 recht, brei A.1 over de volgende 32 steken, brei de laatste 12-13-14-19-20-21 steken recht. Ga verder met dit patroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als A.1 5½-6-6½-6½-7-7½ keer in de hoogte is gebreid heeft u 264-288-312-312-336-360 steken gemeerderd = 376-404-432-452-480-508 steken op de naald. Ga verder met tricotsteek tot het werk 24-26-28-30-32-34 cm meet vanaf de markeerdraad op de hals.
Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen op de volgende naald als volgt:
42-46-51-55-60-65 recht (= ½ achterpand), plaats de volgende 104-110-114-116-120-124 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-8-10-12-14 steken op (= in zijkant onder de mouw), brei 84-92-102-110-120-130 recht (= voorpand), plaats de volgende 104-110-114-116-120-124 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-8-10-12-14 steken op (= in zijkant onder de mouw), brei de laatste 42-46-51-55-60-65 steken recht (= ½ achterpand).
Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN.

LIJF:
= 184-200-220-240-264-288 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de opgezette steken onder de mouwen (= 4-4-4-5-6-7 nieuwe steken aan elke kant van de markeerdraden). Neem de markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte; ze worden gebruikt bij het meerderen in de zijkanten. Ga verder met tricotsteek in de rondte.
Als het werk 4 cm meet vanaf de scheiding, meerder dan 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Meerder zo iedere 4 cm in totaal 4 keer = 200-216-236-256-280-304 steken. Brei verder tot het werk 21 cm meet vanaf de scheiding. Er is ongeveer 4 cm over tot de gewenste lengte; pas de trui en brei tot de gewenste lengte. Meerder op de volgende naald 22-24-28-32-35-38 steken verdeeld = 222-240-264-288-315-342 steken.
Ga verder met rondbreinaald 3 mm en brei boordsteek (1 recht, 2 averecht) voor 4 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – lees TIP VOOR HET AFKANTEN.
De trui meet ongeveer 52-54-56-58-60-62 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUWEN:
Plaats de 104-110-114-116-120-124 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op korte rondbreinaald 4 mm en neem 1 steek op in elk van de 8-8-8-10-12-14 opgezette steken onder de mouw = 112-118-122-126-132-138 steken.
Brei in tricotsteek in de rondte tot de mouw 28-26-25-23-22-20 cm meet vanaf de scheiding (kortere afmetingen in de grotere maten vanwege een bredere hals en een langere pas). Er is ongeveer 3 cm over tot de gewenste lengte; pas het vest en brei tot de gewenste lengte.
Brei dan op de volgende naald als volgt: 2 recht, brei alle steken 2 aan 2 recht samen tot er 2 steken over zijn op de naald (= 54-57-59-61-64-67 steken geminderd), brei de laatste 2 steken recht = 58-61-63-65-68-71 steken. Brei 1 naald recht terwijl u het aantal steken aanpast naar 57-60-63-66-69-72 steken.
Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm en brei 3 cm boordsteek (1 recht, 2 averecht). Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – denk om TIP VOOR HET AFKANTEN.
De mouw meet ongeveer 31-29-28-26-25-23 cm vanaf de scheiding.
Brei de andere mouw op dezelfde manier.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = voeg 1 markeerdraad in tussen deze 2 steken (= 1 markeerdraad op elke schouder). De markeerdraden geven het midden van A.1 aan en helpen om A.1 goed gepositioneerd te krijgen op de schouder wanneer het patroon herhaald wordt in de hoogte.
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Sapphire Trails

Renata, Poland

Sapphire Trails

Agnieszka, Norway

Laat een opmerking achter voor DROPS 222-24

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (40)

country flag Louise Bryde Holmquist wrote:

Efter 1 gang jeg har strikket A1 - skal jeg strikke 1 runde ret, korrekt? 3. runde - skal jeg så tælle tilbage fra midten, for at gennemskue hvor jeg skal starte på A1 for at ramme midten? Tak for svar.

04.03.2024 - 18:37

DROPS Design answered:

Hej Louise, du kan sætte et mærke i hver side af selve diagrammet, da vil du altid kunne følge med på hvor du skal starte diagrammet :)

07.03.2024 - 15:13

country flag Sophie wrote:

Désolée mais je ne comprends pas comment je dois continuer après avoir fait le premier A1. Je dois recommencer depuis le bas du motif A1 après les 13 mailles du début de tour?

18.10.2023 - 13:26

DROPS Design answered:

Bonjour Sophie, lorque A.1 est terminé, vous allez le répéter sur les 32 mailles centrales du précédent A.1, autrement dit, vous avez placé un marqueur entre les 2 mailles au milieu du 1er A.1, tricotez A.1 de la même façon, le marqueur doit être au même endroit = entre les 2 mailles centrales du 2ème A.1, puis du A.1 suivant et ainsi de suite. Bon tricot!

18.10.2023 - 13:41

country flag A De Groot Posset wrote:

Hallo, ik ben bezig met het breien van A 1. Nu tel ik op het patroon 36 steken en die staan nu ook op mijn pen , terwijl er onder staat dat ik 32 steken moet hebben? Wat doe ik fout?

26.07.2023 - 11:33

DROPS Design answered:

Dag A. De Groot Posset,

Telpatroon A.1 begint toch echt met 32 steken. In het patroon voor de pas staat ook aangegeven 'brei A.1 over de volgende 32 steken'>

01.08.2023 - 20:10

country flag Ann wrote:

What size is the model wearing? It would be very helpful to have this information in the description as a reference.

05.03.2023 - 10:15

DROPS Design answered:

Dear Ann, our models almost always wear an M size, unless otherwise stated. Happy knitting!

05.03.2023 - 20:14

country flag Amanda L wrote:

Im not sure if this is an issue in other languages but there are key elements missing in English. First the pattern doesnt tell us explicitly how to figure out where to startA1 in subsequent rounds (though I saw the recent question thankfully). Second, it does not say NOT to twist the yarn overs anywhere I saw so I went through an entire round of A1 before realizing that’s what I should have done. So much work wasted. Hopefully you can update this for others. Thanks

05.05.2022 - 07:02

country flag Anna wrote:

Hi, I don’t understand how am I supposed to count the stitches and where to start the second (and so on) round of A1. pattern. I finished knitting the pattern once, now I have 164 stitches on the needle. On which stitch should I start the pattern second time?

15.01.2022 - 23:28

DROPS Design answered:

Dear Anna, the pattern is worked over the sleeves. As you see in the diagram, you need to work over 32 stitches, with the middle marker stitch being the upper center of the sleeve and drawn in the diagram's first round, and then working over the 16 stitches on each side of this marker stitch. Happy knitting!

16.01.2022 - 23:56

country flag Gosia wrote:

Hi! Could you let me know if I should knit the yarn overs twisted in the increases in the lace pattern as well? Thank you.

30.11.2021 - 16:55

DROPS Design answered:

Witaj Gosiu, w schemacie ażuru narzuty są przerabiane jak zwykłe oczka, czyli nie będą przekręcone. Pozdrawiamy!

30.11.2021 - 17:00

country flag ELISABETTA TURCHI wrote:

Molto bello

27.03.2021 - 22:45

country flag Grete wrote:

Ich habe jetzt den ersten Musterblock A1 gestrickt. Dann steht in der Anleitung: "Weiter in dieser Weise in Runden stricken." Soll ich da den Block A1 von unten wieder anfangen? Wenn ja, wie viele Maschen muss ich dann ab Maschenmarkierer stricken? Oder geht das anders? Brauche dringend Hilfe...

04.03.2021 - 15:09

DROPS Design answered:

Liebe Grete, nachdem Sie A.1 einmal in der Höhe gestrickt haben, stricken Sie A.1 noch mal von der 1. Reihe - beachten Sie nur, daß der Markierung in der mitte von A.1 ist (siehe letztes Symbol) und A.1 noch mal so wie zuvor wiederholen. Die beiden Markierungen sollen immer in der Mitte von A.1 bleiben, so können Sie einfacher A.1 in der Höhe wiederholen. Viel Spaß beim stricken!

04.03.2021 - 16:00

country flag Gabriele Baden wrote:

Wann kommt die Anleitung? Ich möchte den Pulli arbeiten! Kann ich eine Benachrichtigung bekommen? Vielen Dank, Herzliche Grüße, Dr. G. Baden

19.02.2021 - 12:28

DROPS Design answered:

Liebe Frau Baden, die Anleitung kommt bald :) bleiben Sie d'ran!

19.02.2021 - 15:03