DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.31 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.34€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 219-12
DROPS design: Patroon ne-327
Garengroep C of A + A
----------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS NEPAL van garnstudio (behoort tot garengroep C)
700-800-850-950-1050-1150 g kleur nr 8907, mist

STEKENVERHOUDING:
16 steken in de breedte en 20 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 5.5 mm : Lengte 60 of 80 cm voor tricotsteek/patroon.
DROPS RONDBREINAALD 5 mm : Lengte 40 en 60 of 80 cm voor de boordsteek/ribbelsteek.
DROPS KABELNAALD - voor de kabels.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.31 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.34€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

----------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = brei 2 naalden recht.

TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld):
Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 90 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 24) = 3.75.
In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na ongeveer iedere 4e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN (verdeeld):
Zo berekent u hoe vaak er geminderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 114 steken) en deel deze door het aantal te maken minderingen (dus 24) = 4.75. In dit voorbeeld breit u ongeveer iedere 4e en 5e steek samen.
TIP VOOR HET MINDEREN-2:
Minder 1 averechte steek door 2 steken averecht samen te breien aan de goede kant (minder over de averechte delen).

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.10.
Telpatroon A.2 en A.8 gelden alleen voor de maten XXL en XXXL.

TIP VOOR HET MEERDEREN (geldt voor de mouwen):
Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt.
Meerder 1 steek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen Brei de gemeerderde steken in tricotsteek.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET KLEDINGSTUK:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinaald in delen en op het eind samengenaaid. Brei de mouwen heen en weer gebreid op de naald. Brei de halsrand in de rondte.

ACHTERPAND:
Zet 102-110-118-130-142-154 steken op rondbreinaald 5 mm met Nepal.
Brei heen en weer gebreid als volgt – de eerste naald is aan de goede kant: 1 kantsteek in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven, * 2 recht en 2 averecht *, brei van *-* tot er 1 steek over is, en brei 1 kantsteek in ribbelsteek. Brei de boordsteek zo tot het werk 8 cm meet.
Ga verder met rondbreinaald 5.5 mm. Brei in tricotsteek met 1 steek in ribbelsteek aan elke kant – minder op de eerste naald 24-24-26-30-32-34 steken verdeeld – lees TIP VOOR HET MINDEREN = 78-86-92-100-110-120 steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Brei in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant van het werk tot het werk 16 cm meet - pas aan na een naald op de verkeerde kant, ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei 2 ribbels – op de laatste naald in de laatste ribbel meerdert u 24-22-22-26-34-30 steek verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN= 102-108-114-126-144-150 steken.

MAAT S-M-L-XL:
Ga verder met rondbreinaald 5.5 mm. Ga verder met het patroon aan de goede kant als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, 1 steek in tricotsteek, A.1 (= 3 steken) 1-2-3-5 keer in totaal, A.3 (= 26 steken), A.4 (= 5 steken), A.5 (= 30 steken), A.6 (= 5 steken), A.7 (= 26 steken), A.9 (= 3 steken) 1-2-3-5 keer in totaal, 1 steek in tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek.

MAAT XXL-XXXL
Ga verder met rondbreinaald 5.5 mm. Ga verder met het patroon aan de goede kant als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, 1 steek in tricotsteek, A.1 (= 3 steken) 5-6 keer in totaal, A.2 (= 4 steken), A.4 (= 5 steken), A.3 (= 26 steken), A.4 (= 5 steken), A.5 (= 30 steken), A.6 (= 5 steken), A.7 (= 26 steken), A.6 (= 5 steken), A.8 (= 4 steken), A.9 (= 3 steken) 5-6 keer in totaal, 1 steek in tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek.

ALLE MATEN:
Ga verder met dit patroon en herhaal de telpatronen in de hoogte. Meerder bij een hoogte van 30-31-32-33-34-35 cm, 1 steek aan elke kant, meerder aan de binnenkant van de1 kantsteek in ribbelsteek. Meerder iedere 2 cm 6 keer in totaal = 114-120-126-138-156-162 steken. Brei de gemeerderde steken in A.1/A.9. Kant bij een hoogte van 42-43-44-45-46-47 cm, 3-3-3-3-3-3 steken af voor de armsgaten op het begin van de volgende 2 naalden = 108-114-120-132-150-156 steken.
Ga verder met het patroon zoals hiervoor met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant van het werk.
Minder bij een hoogte van 59-61-63-65-67-69 cm, 4 steken averecht verdeeld over de middelste 22 steken - lees TIP VOOR HET MINDEREN-2 = 104-110-116-128-146-152 steken. Kant dan op de volgende naald aan de goede kant, de middelste 20-20-22-22-24-24 steken voor de hals af, en eindig elk schouder apart = 42-45-47-53-61-64 steken. Kant dan 1 steek af op de volgende naald vanaf de hals = 41-44-46-52-60-63 steken voor de schouder. Ga verder tot het werk 61-63-65-67-69-71 cm meet, pas aan op het einde na een naald op de verkeerde kant. Brei dan 1 ribbel en minder 4 steken verdeeld op de eerste naald in ribbel = 37-40-42-48-56-59 steken. Brei 1 naald recht aan de goede kant, Kant af met recht op de verkeerde kant - zorg ervoor om een strakke afkantrand te voorkomen! Brei de andere schouder op dezelfde manier.

VOORPAND:
Zet op en brei op dezelfde manier als het achterpand. Bij een hoogte van 53-55-57-59-61-63 cm breit u de volgende naald als volgt aan de goede kant: Brei de eerste 47-50-52-58-67-70 steken zoals hiervoor, brei de volgende 14-14-16-16-16-16 steken – minder tegelijkertijd 4 averechte steken verdeeld over deze steken – zet dan deze steken op een hulpdraad voor de hals (= 10-10-12-12-12-12 steken op de hulpdraad), brei de overgebleven 47-50-52-58-67-70 steken zoals hiervoor. Brei nu elk schouder apart.
Ga verder met afkanten voor de hals op het begin van iedere naald vanaf de hals als volgt: Kant 2 keer 2 steken af, en 2-2-2-2-3-3 keer 1 steek = 41-44-46-52-60-63 steken. Ga verder tot het werk 61-63-65-67-69-71 cm meet, pas aan op het einde na een naald op de verkeerde kant. Brei dan 1 ribbel en minder 4 steken verdeeld op de eerste naald in ribbel = 37-40-42-48-56-59 steken. Brei 1 naald recht aan de goede kant, Kant af met recht op de verkeerde kant. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

MOUW:
Zet 38-38-42-42-46-46 steken op (inclusief 1 kantsteek aan elke kant) rondbreinaald 5 mm met Nepal. Brei heen en weer gebreid als volgt – de eerste naald is aan de goede kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, * 2 recht en 2 averecht *, brei van *-* tot er 1 steek over is, en 1 kantsteek in ribbelsteek. Brei de boordsteek zo tot het werk 7 cm meet. Ga verder met rondbreinaald 5.5 mm. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant en meerder 4-6-4-4-2-4 steken verdeeld = 42-44-46-46-48-50 steken. Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, 2-3-4-4-5-6 steken in tricotsteek, A.4 (= 5 steken), A.10 (= 26 steken), A.6 (= 5 steken), 2-3-4-4-5-6 steken in tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek. Als A.10 in de hoogte is gebreid, zijn er 46-48-50-50-52-54 steken op de naald. Brei dan A.5 (= 30 steken) over A.10, ga verder met de overgebleven steken zoals hiervoor. Herhaal A.5 in de hoogte. Meerder bij een hoogte van 9-10-10-10-10-11 cm, 1 steek aan de binnenkant van de 1 kantsteek aan elke kant - lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo iedere 3½-3-3-2½-2½-2 cm 12-13-13-15-15-16 keer in totaal = 70-74-76-80-82-86 steken. Voeg bij een hoogte van 52-51-50-49-47-46 cm, 1 markeerdraad in aan beide kanten van het werk. De markeerdraden geven aan waar de mouw in het armsgat genaaid wordt op de trui (markeerdraad = zijnaad op de trui). Ga verder met breien tot het werk 53-52-51-50-48-47 cm meet. Minder dan 4 averechte steken verdeeld over A.5 aan de goede kant = 66-70-72-76-78-82 steken. Kant af op de volgende naald aan de goede kant. Het werk meet ongeveer 54-53-52-51-49-48 cm (minder voor de grotere maten vanwege bredere schouders). Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden met maassteken aan de binnenkant van de afkantrand. Naai de mouwen in de trui, naai de onderkant van armsgat (de markeerdraad op de mouw komt tegen de naad op het lijf). Naai de onderarm- en zijnaden in een keer dicht aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek.

HALSRAND:
Brei de halsrand in de rondte. Gebruik rondbreinaald 5 mm en begin aan de goede kant op een schoudernaad. Neem 60-60-64-64-68-68 steken op (inclusief de steken op de hulpdraad op de voorkant). Brei de boordsteek met 2 recht en 2 averecht voor 8 cm. Kant steken af met recht boven recht en averecht boven averecht.
Vouw de hals naar buiten richting de goede kant. Hecht de afkantrand aan – Naai met kleine, nette steken aan de verkeerde kant van de trui (zorg ervoor dat de naad onzichtbaar is op de goede kant en dat u een strakke naad voorkomt).

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = zet 1 steek op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 1 recht, 1 recht van de kabelnaald
symbols = zet 1 steek op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 1 recht, 1 averecht van de kabelnaald
symbols = zet 1 steek op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 1 averecht, 1 recht van de kabelnaald
symbols = zet 2 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
symbols = zet 2 steken op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken, brei op de volgende naald de omslag niet gedraaid om een gaatje te maken
symbols = 1 steek recht afhalen, 2 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steken
symbols = dit vierkant is geen steek omdat de steek eerder was geminderd, ga gelijk verder met het volgende symbool in het telpatroon
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken, brei op de volgende naald de omslag gedraaid om gaatjes te voorkomen
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 219-12

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (16)

country flag Pascale wrote:

Ja, voor alle Nederlandse breisters: in de uitleg van het telpatroon, er staan fouten in. De derde steek van boven in de uitleg, moet de kabelnaald niet voor maar achter het werk liggen. Beide steken moeten dan rechts gebreid worden. De steken die daarna worden uitgelegd, daar dienen de woorden voor en achter omgewisseld te worden.

15.12.2023 - 23:58

country flag Pascale wrote:

Ja, ik begin links onder naar rechts. En de tweede regel van rechts naar links, etc.

06.11.2023 - 21:39

country flag Pascale wrote:

Toen ik het patroon met de aanwijzingen van de legenda ging breien kwamen sommige steken er verkeerd-om uit. Pas toen ik bewust de kabelnaald 'voor' veranderde in 'achter' (inclusief de daarop volgende handelingen) klopte het patroon. Het betreft de kabelsteken over 2 steken (steken nr. 4 en 5 in de legenda) Ik lees hier verder niets over terug, ben ik de enige die deze 'fout' ervaart?

05.11.2023 - 19:10

DROPS Design answered:

Dag Pascal,

Lees je het patroon, zoals het hoort, van beneden naar boven?

05.11.2023 - 19:44

country flag Mary wrote:

Thank you for your help.😊

14.01.2022 - 10:43

country flag Mary wrote:

Hi I would like to knit size for 42 inch chest. Could you please tell me which size to knit for a 42inch chest?

13.01.2022 - 13:42

DROPS Design answered:

Dear Mary, you will find all finished measurements in the chart, measure a garment he like the shape and compare these measurements to those in the chart (in cm) - this is the most accurate way to find out the matching size. Read more here. Happy knitting!

13.01.2022 - 16:13

country flag Andrea wrote:

Wo kann ich die Maß-Skizze finden? Ich weiß nicht, welche Größe ich stricken soll!

14.11.2021 - 19:41

DROPS Design answered:

Liebe Andrea, Maßskizze finden Sie ganz unten nach den Diagrammen. Viel Spaß beim stricken!

15.11.2021 - 08:30

country flag Nadia Bannière Dacremont wrote:

Bonjour, je ne comprends pas le triangle sur 3 mailles dans les commentaires j'ai vu double croisement serait t'il possible d'avoir l'explication,de même le triangle a 4 mailles je ne trouve pas l'explication. Vous en remerciant par avance. Cordialement.

30.08.2021 - 12:28

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Bannière Dacremont, il n'y a pas de triangle sur 4 mailles, il s'agit de 2 triangles sur 2 mailles côte à côte (= 5ème + 4ème symbole), quant au 9ème symbole, il s'agit d'une petite torsade qui se fait sur 3 mailles - cette vidéo montre comment procéder. En espérant que ceci puisse vous aider. Bon tricot!

30.08.2021 - 16:00

country flag Van Damme Catherine wrote:

Bonsoir Il existe une vue complète des points employés pour le modèle parce que ce n'est vraiment pas très pratique de devoir tourner les pages pour savoir ce que l'on doit faire. Merci d'avance de votre réponse. Bien à vous, Catherine Van Damme

06.07.2021 - 20:42

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Van Damme, il n'existe qu'une seule version de nos modèles, les diagrammes sont souvent séparés en groupes de motifs qui sont à tricoter différemment selon les tailles. Essayez de les imprimer sur des pages différentes pour les avoir bien devant vous, ce peut être plus simple. Bon tricot!

07.07.2021 - 07:31

country flag Lisa wrote:

How do I work “ back and forth on circular needle”? I assume I’d be knitting flat pieces that are later sewn together. Couldn’t I just use long straight single pointed needles

30.04.2021 - 20:00

DROPS Design answered:

Dear Lisa, you can knit the pieces on straight needles, we only suggest curculard, because of teh number of stitches itmight be more comfortable to use them. Happy Knitting!

01.05.2021 - 00:24

country flag Silvia wrote:

Grazie mille , ho sbagliato tutto , il diagrama non e solo il diritto c’è anche il rovescio vero? va letto la prima riga da destra a sinistra e al seconda riga da sinistra a destra

07.02.2021 - 09:22

DROPS Design answered:

Buonasera Silvia, il maglione è lavorato in piano, per cui i diagrammi si leggono da destra a sinistra per il ferro di andata e da sinistra verso destra per quello di ritorno. Buon lavoro!

07.02.2021 - 23:00