DROPS Camelia/Jasmin
DROPS Camelia/Jasmin
100% puur lamswol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS 90-4
Maat: 35/37 - 38/40 - 42/44
Voetlengte: 22 - 24 - 27 cm.
Materialen: DROPS Camelia van Garnstudio,
100 gr voor alle maten van nr. 07, wit

DROPS Sokkenbreinld nr. 3,5.
DROPS Haaknld nr. 3,5.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Camelia/Jasmin
DROPS Camelia/Jasmin
100% puur lamswol
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

Steekverhouding:
23 st x 30 nld met breinld nr. 3,5 in tricotst = 10 x 10 cm
Gebruik eventueel grotere of kleinere nld om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Ajourmotief: zie teltekeningen M.1 en M.2.

Sokken: zet met sokkenbreinld nr. 3,5 en Camelia 49-49-57 st op en brei rond 2 tr tricotst. Begin van de tr = midden achter. Brei de volgende tr als volgt: M.1A (= 5 st), M.1B op de volgende 40-40-48 st en M.1C (= 4 st). Brei het ajourmotief door op deze manier totdat de teltekening M.1 één keer in de hoogte is gebreid – het werk heeft nu een hoogte van ca 9 cm. Hou de eerste 12-12-16 st op de nld, zet de volgende 25 st op 1 hulpdraad (of hulpnld) (= midden boven op de voet) en hou ook de laatste 12-12-16 st op de nld = 24-24-32 st voor de hiel. Brei nu 5-5,5-6 cm tricotst heen en weer over deze st. Plaats 1 merkdraad in het midden van deze st – vanaf hier de lengte van de voet meten.

Kant vervolgens af voor de hiel als volgt:
1e nld (= heeng nld): brei totdat er 7-7-9 st over zijn, haal de volgende st af , 1 r en haal de afgeh st daarover, keer het werk. 2e nld (= terugg nld): brei totdat er 7-7-9 st over zijn, haal de volgende st af, 1 av en haal de afgeh st daarover, keer het werk. 3e nld: brei totdat er 6-6-8 st over zijn, haal de volgende st af, 1 r en haal de afgeh st daarover, keer het werk. 4e nld: brei totdat er 6-6-8 st over zijn, haal de volgende st af , 1 av en haal de afgeh st daarover, keer het werk.
Ga door met minderen op deze manier, dwz brei totdat er 1 st minder is in elke nld en haal vervolgens de st los af. Brei totdat er totaal 12-12-16 st op de nld zijn. Neem vervolgens 12-12-14 st op aan elke zijde van de hiel, en zet de 25 st van de draad terug op de breinld = 61-61-69 st.

Brei weer rond op de breinld in tricotst, maar de 25 st van de bovenvoet in het ajourmotief breien als volgt:
Maat 35/37 + 38/40: brei teltekening M.2.
Maat 42/44: brei teltekening M.1A (= 5 st), M.1B op de volgende 16 st en M.1C (= 4 st)

NB: zorg ervoor dat het ajourmotief klopt, d.w.z. het aantal steken (t.o. een omslag moet altijd een mindering staan en andersom)! Begin tegelijkertijd met minderen aan weerskanten van het ajourmotief als volgt: brei de 2 st net voor het ajourmotief verdraaid r samen. En brei de 2 eerste st net na het ajourmotief r samen. Minder op deze manier in elke 2e nld totaal 7-5-7 keer = 47-51-55 st. Brei vervolgens door in tricotst en ajourmotief op de beschreven manier.
Als de voet 18-20-23 cm lang is (gemeten vanaf de merkdraad in de hiel) 1 tr tricotst breien over alle st en tegelijkertijd het aantal st naar een totaal van 46-50-54 st aanpassen. Plaats nu 1 merkdraad aan beide kanten van de sok (er moeten 23-25-27 st zijn tussen de draden).

Brei tricotst en minder tegelijkertijd aan weerskanten van beide merkdraden als volgt: 2 st r sam.br, merkdraad, 2 st verdraaid r sam.br. In elke 2e tr minderen in totaal 3 keer en vervolgens in elke tr in totaal 7 keer minderen = 6-10-14 st op de nld. Brei in de volgende tr alle st 2 aan 2 samen. Knip de draad af en rijg deze door de overige st. Trek stevig aan en hecht goed af.

Gehaakt Picotrandje: haak vervolgens met haaknld nr. 3,5 en Camelia als volgt (langs de bovenrand van de sok haken): 1 v in de eerste st, * 4 l, 1 v in de 2e net gehaakte l, 1 cm overslaan, 1 v in de volgende st *, herhaal steeds *-* langs de hele rand en sluit af met 1 hv in de eerste v van het begin van de tr.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = 2 st r samen, 1 omsl
symbols = 1 omsl, haal 1 st r van de breinld af, 1 r en haal de afgeh st daarover
symbols = 1 omsl, haal 1 st r van de breinld af, 2 st r samen, haal de afgeh st daarover, 1 omsl
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 90-4

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (25)

country flag Petra wrote:

Liebes Drops Team \r\nDrops 90-4 Beispiel Größe 35/37 bzw. 38/40\r\nWenn ich im Muster vorn 25 Maschen und im Rück bzw. Fersenbereich mit 24 Maschen arbeite stimmt doch das Muster nicht mehr. Die Socken haben doch keine Naht hinten. Oder habe ich da einen Denkfehler ? Und was heißt der Satz. ,,Die R. hinten in der Mitte an.,, \r\nÜber eine Antwort würde ich mich sehr freuen. Das Muster gefällt mir sehr gut.\r\nVielen lieben Dank

12.08.2021 - 22:14

DROPS Design answered:

Liebe Petra, Die R. hinten in der Mitte an bedeutet, daß die Runden in der hinteren Mitte anfangen und dann stricken Sie im Muster wie beschrieben, Fersen = 12 ersten M (= M.1A = 5 M + 7 Maschen M.1B) und die letzten 12 M der Runde = die Letzte M.1B + M.1C) = es bleiben 25 Maschen, über diese Maschen stricken Sie später M.2. Viel Spaß beim stricken!

13.08.2021 - 07:54

country flag Elisabeth Price wrote:

Ich muss ja die Drops Camelia ersetzen mit z.b.Alpaca. Da aber nicht angegeben ist, für wie vielfädig (2 oder 4) ich suchen muss, bitte ich Sie höflich mir das mitzuteilen. Besten Dank, Elisabeth

19.05.2021 - 14:09

DROPS Design answered:

Liebe Frau Price, hier sollen Sie eine Wolle der Garngruppe A benutzen; Wenn Sie die Socken etwas robuster stricken möchten, benutzen Sie am liebsten DROPS Fabel. Hier lesen Sie mehr über Garnalternativen. Viel Spaß beim stricken!

19.05.2021 - 15:52

country flag Louise wrote:

Bonjour, dans la bordure au crochet, je ne comprends pas ce que veut dire "sauter un cm". Pouvez-vous m'expliquer ce qu'il faut sauter s'il vous plaît ? Merci d'avance !

03.06.2020 - 08:12

DROPS Design answered:

Bonjour Louise, vous sautez 1 cm après avoir fait le picot (= 4 ml, 1 ms dans la 2ème ml) et avant la maille serrée suivante, vous devez donc avoir 1 cm entre chaque maille serrée. Bon crochet!

03.06.2020 - 11:27

country flag Camilla Lauridsen wrote:

I'm very sorry, I tried and still fail to understand. Can you explain step by step? Where does B start for the repititions over the 40 stitches and where does B end?

21.04.2020 - 16:00

DROPS Design answered:

Dear Mrs Lauridsen, adding a marker between each diagram might help you to vizualize how to do diagrams. on 5th round, work: K3, slip 1 as if to K, knit the last st in A together with the first stitch in B, psso (= this is now the last st in A), YO (= this is now the first st in next B), *continue B with: K5, YO, slip 1, knit last st in B together with first st next B, psso (= this is now the last st 1st B), YO* repeat from *-* a total of 4 times, then work last B as before but end with K5, YO, slip 1, knit the last st last B together with first st C, psso (= this is now the last st in last B), YO (= this is now the first stitch C), K3. Happy knitting!

21.04.2020 - 16:16

country flag Camilla Lauridsen wrote:

I don't understand what to do in the 5th row of M1. Can you please explain?

21.04.2020 - 14:33

DROPS Design answered:

Dear Mrs Lauridsen, on 5th row work the last 2 sts in A together with the first stitch in B, the 2nd yarn over is now the first stitch in B. Work the last 2 sts in B together with the first stitch next B / C - the yarn over is now the first stitch next B/C. Hope this helps, happy knitting!

21.04.2020 - 14:40

country flag Danygarson wrote:

Hello toujours dans vos modèles car ils sont super traduise-riez -vous un modèle russe trop beau car je ni arrive pas ou plutôt ,les signes , il y a trop de lexiques et pas juste en plus ou encore me mettre en relation avec une personne qui tricote et puisse traduire en français du russe merci a vous je me régale entre les gants et les chaussettes pour mes petites fille qui on déjà24 ans merci merci

21.01.2020 - 15:53

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Garson et merci. Pour toute aide de ce type, vou pouvez vous adresser à un forum tricot où on pourra fort probablement vous aider. Bon tricot!

22.01.2020 - 07:45

country flag Sdds wrote:

White Belgian inspired beer. Refreshing with aromas of citrus and coriander, Léonne is unfiltered, which imparts the taste of yeast and wheat proteins left suspended in the beer. This is also what gives it its texture and side buckled as the elusive ghost ship that serves as emblem.

23.12.2019 - 17:11

country flag Danygarson wrote:

Modèle 90-4 rang 5 soit en faisant au debut du rg 3 end 1 j 1 sd 5 end et 1 j ss et on reprend 2 emble 1 j 5 end 1 j 1 ss etc....pouvez vous le confirmer ou?

20.12.2019 - 18:05

DROPS Design answered:

Bonjour Danygarson, au rang 5 de M.1, vous tricotez les 2 dernières mailles de A avec la première m de B (= le jeté est maintenant la première m de B), puis vous tricotez les 2 dernières mailles de C avec la 1ère m du B suivant (de C en fin de tour), le jeté après le surjet double est la première m du B suivant/de C. Bon tricot!

02.01.2020 - 09:07

country flag Danygarson wrote:

Hello bonsoir je n'avais pas vu sous le diagramme j'ai fais photo copie et faible en ancre donc insignifiant veuillez m'excuser

12.12.2019 - 17:58

country flag Danygarson wrote:

M1A (= 5 mailles), M 1B sur les 40-40-48 mailles suivantes et M1C (= 4 mailles). j,ai en français mais je ne sais commencer le tricot du 3em rang ce sont des m .endroit ? désolée je suis mais les 5 et 4 on fait quoi comme point faut-il faire le début du motif une endroit un jeté glisser etc...?merci ceci dit j'adore vos modèles

12.12.2019 - 16:06

DROPS Design answered:

Bonjour Danygarson, ces informations à propos des diagrammes devraient vous aider à bien comprendre comment les lire. Il vous suffira ensuite simplement de suivre les symboles indiqués dans ces diagrammes. Bon tricot!

12.12.2019 - 16:43