DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 2.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 90-10
Maat: S - M - L - XL - XXL
Materialen: DROPS Muskat van Garnstudio
450-500-550-650-700 gr nr. 10, perzik

DROPS Breinld 4.5 mm en rondbreinld 4mm.
DROPS Haaknld 3.5 mm (voor de bloem).
Fournituren: 1 veiligheidsspeld voor de bloembroche

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 2.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

Steekverhouding: 20 st x 26 nld met breinld4.5 mm in tricotst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Ajourpatroon: zie teltekening M.1. De teltekening geeft het patroon weer op de goede kant van het werk, alle naalden zijn weergegeven.

Tips minderen (voor de Raglan):
Begin de minderingen naast de 2 kantst in tricotst
Op de heeng nld:
Minder na de 2 st als volgt: haal 1 st r af, 1 r, en haal de afgeh st daarover.
Minderen voor de 2 st als volgt: 2 st r sam.br.
Op de terugg nld:
Minder na de 2 st als volgt: 2 st verdraaid av sam.br.
Minder voor de 2 st als volgt: 2 st av sam.br.
LET OP: als u deze aanwijzingen opvolgt wijzen de geminderde st naar de goede kant.

Boordst-1: *3 r, 4 av*, herhaal steeds *-*.
Boordst-2: *3 r, 3 av*, herhaal steeds *-*.

Rugpand: zet met breinld 4.5 mm en Muskat 24-32-40-40-50 st op en brei tricotst – begin tegelijkertijd de meerderingen voor de ronde kant aan weerskanten: zet 1 nieuwe st op aan weerskanten in elke 2e nld (dus aan het eind van elke nld): 6 x 4-4-4-5-5 st = 72-80-88-100-110 st. Plaats 1 merkdraad aan weerskanten – meet het werk verder vanaf hier. Meerder bij een hoogte van 2 cm 6-6-6-5-5 x 1 st aan weerskanten op elke 2-2-2-3-3 cm = 84-92-100-110-120 st (incl. 1 kantst aan weerskanten). Kant bij een hoogte van 15-16-17-18-18 cm 4-5-6-7-9 st af voor de armsgaten aan weerskanten. Begin vervolgens met de minderingen voor de raglanmouwen aan weerskanten – zie tips minderen: in elke 4e nld: 5-4-2-0-0 x 1 st keer en vervolgens in elke 2e nld: 14-18-23-28-30 x 1 st keer = 38-38-38-40-42 st, zet de overige st op een draad (of stekenhouder).

Linker voorpand: Lees a.u.b. de hele patroon voor de voorpanden door voordat u begint met breien. Zet met breinld 4.5 mm en Muskat 10-12-14-19-24 st op en brei tricotst – begin tegelijkertijd met de meerderingen voor de ronde voorkant langs het midden van het voorpand als volgt: zet nieuwe st los op, in elke 2e nld (dus aan het eind van de nld langs het midden van het voorpand): 1-1-1-2-2 x 3 st, 3-4-5-5-5 x 2 st en 7-7-7-5-5 x 1 st. Meerder tegelijkertijd bij een hoogte van 2 cm st aan de zijkant zoals beschreven voor het rugpand = 32-36-40-45-50 st. Kant bij een hoogte van 15-16-17-18-18 cm 4-5-6-7-9 st af voor het armsgat aan de zijkant. Begin vervolgens met de minderingen voor de raglanmouwen zoals beschreven voor het rugpand – zie Tips minderen. Kant tegelijkertijd bij 17-17-18-18-18 cm 9-9-9-10-11 x 1 st af langs het midden van het voorpand: voor maat S: afwisselend in elke 4e en 5e nld, maat M + L: in elke 5e nld en voor maat XL + XXL: afwisselend in elke 5e en 6e nld. Alle st moeten nu afgekant zijn.

Rechter voorpand: als het linker voorpand, maar in spiegelbeeld.

Mouwen: de manchet wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld. Zet met rondbreinld 4 mm en Muskat 51-58-58-65-65 st op en brei 1 nld av (1e nld = verkeerde kant/terug nld). Brei vervolgens Boordst-1 met 1 kantst aan weerskanten. Minder bij een hoogte van 3 cm alle 4 av naar 3 av = 44-50-50-56-56 st. Brei de Boordst door als volgt: brei bij een hoogte van 14 cm 1 nld r op de heeng nld, en 1 nld r op de terugg nld. Wissel naar breinld 4.5mm en brei teltekening M.1 met 1 kantst aan weerskanten – zorg dat het midden van de teltekening op het midden van de mouw komt te zitten (zie het pijltje op de teltekening, deze markeert het midden) en bereken waar u op de teltekening u moet beginnen. Brei de st die geen deel uitmaken van het patroon in tricotst. Meerder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 16-18-16-16-16 cm 15-14-16-15-19 x 1 st aan weerskanten op elke 2-2-2-2-1½ cm = 74-78-82-86-94 st – brei de nieuwe st in tricotst, totdat ze meegebreid kunnen worden in het ajourpatroon. Kant bij 47-48-48-47-46 cm 4-5-6-7-9 st af aan weerskanten. Begin vervolgens met het minderen voor de raglanmouwen – zie tips minderen: in elke 2e nld: 21-23-25-26-30 x 1 st en in elke nld: 5-4-3-3-1 x 1 st = 14 st over op de breinld – brei de st, die geen deel van het patroon vormen in tricotst. Zet de overige st op een draad (of stekenhouder) en brei nog 1 mouw.

Afwerken: sluit de raglannaden met de 1 kantst als naadtoeslag. Sluit de mouw- en zijnaden in één keer met de 1 kantst als naadtoeslag.

Rand van boordst: neem met rondbreinld 4 mm en Muskat ca 336-354-372-408-450 st op (incl. de st van de draden) langs de opening van het vestje (dus langs het rechter voorpand, rondom de halsopening, langs het linker voorpand en beneden op de voorpanden en het rugpand) – het totale aantal st moet deelbaar zijn door 6 – LET OP: Zorg ervoor genoeg st op te nemen, zodat de boordst niet te strak om het vest komt te zitten. Brei vervolgens in het rond als volgt: 1 nld av en 1 nld r, Brei vervolgens Boordst-2. Meerder, als de boord een hoogte heeft van 2-3-3-4-4 cm, alle 3 av naar 4 av = totaal ca 392-413-434-476-525 st – LET OP: meerder 1 st door 2 st in de laatste r-st voor de av-st te breien, zodat de nieuwe st naast de av-st zit. Meerder bij een hoogte van 5-6-6-7-7 cm alle 4 av naar 5 av = totaal ca 448-472-496-544-600 st. En meerder bij een hoogte van 8-9-9-10-10 cm alle 5 av naar 6 av, maar maak geen meerderingen boven de middelste 81-81-81-87-93 st van de achterhals = totaal ca 491-518-545-598-660 st. Brei nog 1 nld Boordst en kant vervolgens af in patroon.




Bloembroche: haak met haaknld 3.5 mm en Muskat 20 l.

1e tr: haak 3 v in de 2e l van de nld, haak vervolgens 3 v in elke van de 2 volgende l. Haak vervolgens 3 halve stk in elke van de 3 volgende l, 3 stk in elke van de 6 volgende l, 3 l, 3 dubb-stk in elke van de 6 volgende l en sluit af met 5 dubb-stk in de laatste l, keer het werk.
2e tr: 1 v in de eerste st, *3 l, 1 v in de volgende st* herhaal steeds *-* totdat er zijn 9 st over op de tr. Hecht de draad af. Leg het werk zodat zich een spiraal vormt (het smalste deel moet boven liggen, en draai vervolgens de rest van het werk als een spiraal hieronder), naai de laagjes vast op elkaar met een paar kleine st. Naai de veiligheidsspeld vast aan de achterkant van de roos.

Telpatroon

symbols = recht op de goede kant, averecht op de verkeerde kant
symbols = 2 st r samen, 1 omsl
symbols = 1 omsl, haal 1 st r van de breinld af, 1 r en haal de afgeh st daarover
symbols = 1 omsl, haal 1 st r van de breinld af, 2 st r samen, haal de afgeh st daarover, 1 omsl
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 90-10

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (5)

Magda Lena Read wrote:

I can not understand the crochet stitches SC AND HDC AND TC we dont have them in australia can you explain them to me ihave finished the shrug now it need the flower thank you

07.11.2013 - 21:31

DROPS Design answered:

Dear Mrs Read, this pattern is here written in US-English, crochet terms are different from UK-English, please check this page to check the US-UK crochet terminology. Happy crocheting!

08.11.2013 - 09:15

Magda Lena Read wrote:

The front band it says to inc all p3 to p4 is that everythird purl and 4th then it says every 5 to 6 purl how does that give me the look of 2 k and 2 purl i can seam to understand that part can you explain it more easier for me thank you

20.10.2013 - 00:08

DROPS Design answered:

Dear Mrs Read, after picking sts, you work Rib-2 (=K3/P3), then inc P1 in each P3 section to get Rib-1 (=K3,P4)around. To inc, Kfb last K st before P section. Happy knitting!

21.10.2013 - 11:18

country flag Cindy wrote:

Patroon rose vestje

02.03.2010 - 09:57

country flag Gun wrote:

Kyseinen ohje on nyt korjattu!

28.02.2008 - 20:28

country flag Enni wrote:

Hei. Aloitin jakun DROPSin ohjeella 90-10 ja huomasin, että suomenkielisestä ohjeesta puuttuu resorin osuus. Ruotsinkielisestä se löytyy, mutta olisi tietysti helpompaa, jos se olisi jo valmiiksi suomeksi, ettei itse tarvitsisi ruveta kääntämään (ruotsinkieliset neulontatermit ja lyhenteet kun on vielä hiukan hakusessa).

28.02.2008 - 11:34