DROPS Polaris
DROPS Polaris
100% wol
vanaf 4.70 € /100g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 47.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 151-31
DROPS design: Model nr. po-065
Garengroep F
-----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS POLARIS van Garnstudio
1000-1100-1300-1400-1500-1700 gr. kleur nr. 05, taupe

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 15 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 7 st x 8 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Polaris
DROPS Polaris
100% wol
vanaf 4.70 € /100g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 47.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

Andere DROPS garens in dezelfde garengroep - zie pagina 2. Adviesprijzen - zie pagina 3. Bekijk voor DROPS video’s met relevante technieken dit patroon op www.garnstudio.com.
----------------------------------------------------------

RIBBELST (heen en weer op rondbreinld):
brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.5. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET WISSELEN VAN DRAAD:
Als u met een nieuwe bol Polaris begint, verbind dan de nieuwe draad en de oude draad als volgt: Splijt het uiteinde van de laatste 15 cm draad, knip een deel weg (dun de draad als het ware uit). Doe hetzelfde met de eerste 15 cm van de nieuwe draad. Leg de twee draadeinden op elkaar zodat ze samen even dik zijn als een normale draad en ga zo verder met breien. Zo is de overgang naar een nieuwe bol onzichtbaar.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 st aan de goede kant door 1 omsl te maken. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid recht (dus brei in achterste lus van st in plaats van voorste lus) om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder naast de kant st in ribbelst. Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt!
Minder voor 1 kant st als volgt: 2 st r samen.
Minder na 1 kant st als volgt: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.
----------------------------------------------------------

RECHTERVOORPAND en MOUW:
Brei het werk heen en weer op de rondbreinld zodat alle st goed op de nld passen, met 1 kant st in RIBBELST aan de zijkant – zie uitleg boven! TIP VOOR HET WISSELEN VAN DRAAD! Zet 21-22-24-25-27-29 st op met rondbreinld 15 mm en Polaris. Brei in de eerste nld aan de goede kant als volgt: in PATROON volgens telpatroon A.3 over de eerste 12 st (= voorbies), 8-9-11-12-14-16 st in tricotst, meerder 1 st naast de kant st - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN – en eindig met 1 kant st in ribbelst = 22-23-25-26-28-30 st.
Ga verder met tricotst en A.3 over de voorbies en meerder TEGELIJKERTIJD om de nld (dus elke nld aan de goede kant) 1 st naast de kant st er 6 st gemeerderd zijn in totaal = 27-28-30-31-33-35 st. Ga verder in A.3 en tricotst tot het werk 27-28-30-32-33-35 cm meet.
Brei de volgende nld aan de goede kant als volgt:
A.3 (= 12 st), tricotst over de volgende 9-10-12-13-15-17 st, A.4 (= 4 st), 1 st r, 1 kant st in ribbelst. Brei een nld terug in hetzelfde patroon.
Brei de volgende nld aan de goede kant als volgt: A.3 over de voorbies, tricotst over de volgende 8-9-11-12-14-16 st, A.1 (= 6 st), 1 st r, zet TEGELIJKERTIJD 4 nieuwe st op aan het einde van de nld voor de mouw = 31-32-34-35-37-39 st op de nld (het werk meet nu ongeveer 31-32-34-36-37-39 cm vanaf de opzetrand). Brei de nieuwe st in tricotst met 2 kant st in ribbelst aan de kant van de mouw.
Ga zo verder in patroon en verschuif TEGELIJKERTIJD telpatroon A.1, 1 st naar middenvoor elke keer als het gebreid wordt (dus brei elke nld aan de goede kant 1 st minder in tricotst voor A.1 wordt gebreid), voor een mooie, diagonale lijn richting de schouder. Brei als A.1 tegen A.3 komt middenvoor in tricotst over de st in A.1. Plaats dan bij een hoogte van 61-63-65-67-69-71 cm een markeerder in het werk (= mid bovenkant van schouder), MEET NU HET WERK VANAF HIER!
Ga in de volgende nld aan de verkeerde kant verder als volgt (vanaf mouw en naar midden): 2 kant st in ribbelst, tricotst over de volgende 17-18-20-21-23-25 st, zet deze 19-20-22-23-25-27 st op 1 hulpdraad, brei A.3 als hiervoor over de laatste 12 st op de nld en zet deze 12 st op 1 nieuwe hulpdraad voor de kraag.

LINKERVOORPAND en MOUW:
Brei als het rechtervoorpand maar in spiegelbeeld. Brei in patroon volgens telpatroon A.2 in plaats van A.1 en A.5 in plaats van A.4. Brei de 12 st in telpatroon A.3 aan de bovenkant bij de schouder aan de verkeerde kant voordat u ze op 1 hulpdraad zet. Brei de rest van de nld, ga verder met het achterpand zonder de st op 1 hulpdraad te zetten.

ACHTERPAND:
Brei 1e nld aan de goede kant als volgt: brei 19-20-22-23-25-27 st van het linkervoorpand, zet 9-9-9-11-11-11 nieuwe st op (=hals op achterpand) en brei de 19-20-22-23-25-27 st van het rechtervoorpand op de rondbreinld = 47-49-53-57-61-65 st. Ga verder heen en weer in tricotst met 2 kant st in ribbelst aan elke kant. Ga zo verder tot er ongeveer 4-5-5-5-6-6 cm in tricotst zijn vanaf de markeerder op de schouder.
Brei de volgende nld aan de goede kant als volgt: 2 kant st in ribbelst, 14 st in tricotst, A.1 (= 6 st), 3-5-9-13-17-21 st in tricotst, A.2 (= 6 st), 14 st in tricotst, 2 kant st in ribbelst.
Brei 1 nld terug als hiervoor met av aan de verkeerde kant en 2 kant st in ribbelst aan elke kant. Brei in de volgende nld aan de goede kant als volgt: 2 kant st in ribbelst, 13 st in tricotst, A.1 (= 6 st), 5-7-11-15-19-23 st in tricotst, A.2 (= 6 st), 13 st in tricotst, 2 kant st in ribbelst. Ga zo verder in patroon - LET OP: het kantpatroon in telpatroon A.1 en A.2 verschuift steeds 1 st richting de zijkanten elke keer, zodat een mooie diagonale lijn ontstaat vanaf de schouder naar de zijkant (dus brei elke nld aan de goede kant 1 st in tricotst minder voor A.1 en na A.2 richting de zijkanten en brei 2 st meer in tricotst na A.1 en voor A.2 richting het midden).
Ga verder in tricotst en in patroon volgens telpatroon A.1 en A.2 tot er 2 kant st in ribbelst en 3 st in tricotst over zijn aan elke kant nadat A.1 en A.2 klaar zijn (mouw meet 60-62-62-62-64-64 cm in totaal vanaf de gemeerderde st). Brei in de volgende nld aan de goede kant als volgt: kant 4 st af, 1 kant st in ribbelst, 2 st r, A.4 (= 4 st), brei 25-27-31-35-49-43 st in tricotst, A.5 (= 4 st), 5 st r, 2 kant st in ribbelst = 43-45-49-53-57-61 st. Keer het werk en kant 4 st af aan de verkeerde kant = 39-41-45-49-53-57 st op de nld incl. 1 kant st in ribbelst aan elke kant. Het werk meet nu 34-35-35-35-36-36 cm vanaf de markeerder op de schouder.
Ga verder in tricotst met 1 kant st in ribbelst aan elke kant tot het werk 46-48-50-52-54-56 cm meet. Minder in de volgende nld aan de goede kant 1 st aan elke kant van het werk aan de goede kant - ZIE TIP VOOR HET MINDEREN! Herhaal dit minderen aan elke kant om de nld (dus elke nld aan de goede kant) nog 5 keer (= 6 keer minderen in totaal aan elke kant). Bij een hoogte van 61-63-65-67-69-71 cm vanaf de markeerder op de schouder zijn er nog 27-29-33-37-41-45 st op de nld, kant alle st af.

KRAAG:
Zet de 12 kraag st van de hulpdraad op het rechtervoorpand terug op de nld. Ga dan verder in gerstekorrel als hiervoor TEGELIJKERTIJD en brei verkorte toeren in gerstekorrel over de kraag, begin aan de goede kant = middenvoor: * 2 nld over alle st, 2 nld heen en weer over de buitenste 6 st *. Herhaal van *-* tot de kraag ongeveer 7-7-7-8-8-8 cm meet op het smalste deel. Kant losjes alle st af.
Brei de linkerhelft van de kraag op dezelfde manier maar brei 1 nld over alle st voordat u verder gaat met de verkorte toeren.
Naai de kraagdelen samen met de zijkanten tegen elkaar middenachter en naai kraag langs de hals op het achterpand.

AFWERKING:
Naai de mouw- en zijnaden samen met de zijkanten tegen elkaar in de buitenste lusjes van de buitenste st om een dikke naad te voorkomen.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 2 st r samen, 1 omsl
symbols = 1 omsl, 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh
symbols = breirichting
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 151-31

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (32)

country flag Mandy Maahs wrote:

Hallo soll beim Kragen 21 M rechts und links stricken. was ist aber mit dem Nacken? Der Kragen geht ja dann nicht komplett durch?

30.03.2022 - 07:27

DROPS Design answered:

Liebe Frau Maahs, der Kragen wird in 2 Teilen gestrickt, dh zuerst die 12 stillgelegten Maschen am Ende von dem 1. Vorderteil - und wird mit verkürzten Reihen bis ca die Hälfte von der Breite des Halsausschnittes am Rückenteil; der Kragen bei dem 2. Vorderteil genauso stricken; dann nähen Sie beide Kragen zusammen und endlich am Halsausschnitt vom Rückenteil. Kann das Ihnen helfen?

30.03.2022 - 07:43

country flag Gourmelen wrote:

Bonjour je suis au dos (20m du devant gauche 9mailles encolure dos et 20 mailles du devant droit je tricote en aller retour 1 rang endroit le retour en envers ou en rond tout les rangs à l endroit merci

03.10.2021 - 18:47

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Gourmelen, vous tricotez maintenant les mailles du dos en rangs, autrement dit alternativement 1 rang sur l'endroit et 1 rang sur l'envers, en jersey avec 2 mailles point mousse de chaque côté. Bon tricot!

04.10.2021 - 08:33

country flag Gourmelen wrote:

Bonjour pourriez vous me dire quand je tricote A"3au dessus de bordure devant jersey au dessus des 9 mailles suiv;;;;;;;;; A 1 6 mailles = 1endroit 2m ensembles 1 jeté 2 m ensembles1 jeté 1 endroit;;;;;;;;;;; si je fais 1 endroit encore apres le shéma A1 merci

05.09.2021 - 10:07

country flag Gourmelen wrote:

Bonjour pourriez vous me dire quand je tricote A"3au dessus de bordure devant jersey au dessus des 9 mailles suiv;;;;;;;;; A 1 6 mailles = 1endroit 2m ensembles 1 jeté 2 m ensembles1 jeté 1 endroit;;;;;;;;;;; si je fais 1 endroit encore apres le shéma A1 merci

05.09.2021 - 10:04

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Gourmelen, je suis désolée, je ne suis pas sûre de comprendre à quel niveau vous en êtes; A.1 se tricote effectivement: *1 m end, 2 m ens à l'end, 1 jeté, 2 m ens à l'end, 1 jeté, 1 m end* (=6 m), au rang suivant sur l'endroit, commencez1 maille avant la maille endroit du rang précédent sur l'endroit (tricotez 1 maille jersey en moins avant A.1 pour commencer A.1 1 maille plus tôt). Bon tricot!

06.09.2021 - 07:47

country flag Gourmelen wrote:

Bonjour 1 m en jersey en moins avant de tricoter A1 je fais 1 surjet simple ou 2 mailles ensembles;;;;;;;;;;; je fais combien de diminutions en tout et j ai combien de mailles quand A1 rejoint A3 en taille M merci

27.08.2021 - 08:08

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Gourmelen, le nombre de mailles ne va pas changer car on ne diminue pas de mailles (chaque diminution est compensée par 1 jeté). Au tout 1er rang de A.1 vous tricotez 8-9-11-12-14-16 m jersey avant A.1, au 3ème rang de A.1, vous tricoterez 1 m en moins = 7-8-10-11-13-15 m jersey avant A.1, au 5ème rang, 6-7-9-10-12-14 m jersey avant A.1 etc. Quand A.1 rejoint la bordure devant, tricotez toutes les mailles en jersey (= la ligne diagonale ajourée est terminée). Bon tricot!

27.08.2021 - 08:15

country flag Gourmelen wrote:

Bonjour je suis au dessin A4 je ne comprends pas trop je fais2 mailles ensemble et 1 jeté ou que 2 mailles ensemble et le rang envers sur le dessin A4 il ny a pas de diminution je pense merci encore pour votre réponse

24.08.2021 - 07:46

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Gourmelen, effectivement, on ne diminue pas dans A.4 car on fait 1 jeté qui va compenser la diminution, vous avez ainsi toujours 4 mailles dans A.4 au rang suivant sur l'envers. Bon tricot!

24.08.2021 - 08:15

country flag Gourmelen wrote:

Pour commencer après avoir monter les 21 mailles de base je dois faire 2 rangs tout a l endroit ou je fais directement le point fantaisie merci

22.08.2021 - 16:06

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Gourmelen, vous passez directement au point fantaisie. Bon tricot!

22.08.2021 - 20:20

country flag Nadège wrote:

Bonsoir ! Je suis perdue aux rangs raccourcis pour le col... J'ai beau regarder les tutoriels, je comprends pas. Comment faire ? Merci de votre aide !

30.11.2018 - 20:21

DROPS Design answered:

Bonjour Nadège, pour que le col retombe bien, on va tricoter des rangs raccourcis en commençant par le côté extérieur (pas côté épaule): tricotez au point de riz ainsi: *2 rangs sur toutes les mailles du col, 2 rangs sur les 6 premières mailles seulement*, répétez ces 4 rangs jusqu'à la hauteur indiquée pour votre taille (= 7-8 cm depuis les mailles rabattues pour l'épaule). Pour le col du devant droit, vous commencez les rangs raccourcis sur l'endroit, pour le col du devant gauche, vous les commencez sur l'envers. Bon tricot!

03.12.2018 - 08:00

country flag Nadège wrote:

Re-Bonjour ! J'ai encore une question: lorsque j'ai fini le devant droit plus manche, tout est sur les arrêts de mailles, je dois couper le fil et recommencer une autre pièce pour le devant gauche + manche? Merci pour votre aide!

12.11.2018 - 12:56

DROPS Design answered:

Bonjour Nadège, tout à fait. Après avoir tricoté le devant gauche + manche, vous allez tricoter le dos en tricotant d'abord les mailles du devant gauche (sur l'endroit), puis vous monterez les mailles de l'encolure dos, et vous tricoterez les mailles du devant droit. Les mailles en attente pour le col des 2 devants restent en attente jusqu'à la fin du dos, vous les tricoterez ensuite séparément et vous les assemblerez. Bon tricot!

12.11.2018 - 13:52

country flag Amelia wrote:

Estoy atascada desde aquí: "Continuar el patrón de esta manera AL MISMO TIEMPO que el patrón en el diagrama A.1 es desviado 1 pt en el lado del centro del frente por cada vez que es tejido (es decir, en cada hilera por el LD tejer 1 pt menos en pt jersey antes de tejer A.1), para obtener una línea oblicuamente pareja en dirección del hombro." ¿Hay que seguir montando nuevos puntos al final de cada hilera? ¿cómo se crea la manga? Gracias!

08.11.2018 - 11:37

DROPS Design answered:

Hola Amelia. Las mangas se trabajan junto con el cuerpo. Se montan 4 puntos para las cenefas de las mangas solamente una vez a cada lado.

30.12.2018 - 17:04