DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 0.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 3.60€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 147-33
DROPS design: Model nr. w-469
Garengroep C
-----------------------------------------------------------
Maat: S/M - L/XL - XXL/XXXL
Hoogte: ongeveer 40-40-46 cm
Omtrek: ongeveer 75-88-100 cm op het breedste punt
Materiaal:
DROPS PARIS van Garnstudio
200-200-250 gr. kleur nr. 38, koraal

DROPS RONDBREINLD (60 cm) MAAT 5.5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 16 st x 20 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 0.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 3.60€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

RIBBELST (in de rondte op rondbreinld):
1 ribbel = * brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. De telpatronen worden in de rondte gebreid.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 st door 2 st r samen te breien. Minder afwisselend links en rechts van st met markeerder.
----------------------------------------------------------

SCHOUDERWARMER:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld.
Zet losjes 132-154-176 st op met rondbreinld 5.5 mm en Paris. Brei 1 ribbel in RIBBELST - zie uitleg boven. Brei volgende nld als volgt: * brei A.1 (= 15 st), brei 7 st in ribbelst *, herhaal van *-* 6-7-8 keer in totaal = 120-140-160 st op de nld. Brei A.1 af en brei dan volgende nld als volgt: * brei A.2 (= 13 st), brei 7 st in ribbelst *, herhaal van *-* 6-7-8 keer in totaal. Plaats 1 markeerder in de 4e van de 7 st in ribbelst tussen elke patroonherhaling (= 6-7-8 markeerders). Ga verder in A.2 en in ribbelst. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei tot een hoogte van ongeveer 14 cm - pas zo aan dat volgende nld is een nld waarin recht wordt gebreid in ribbelst delen – en minder 1 st rechts van alle markeerders – LEES TIP VOOR HET MINDEREN (= 6-7-8 st geminderd). Herhaal dit minderen bij een hoogte van 21, 28 en 35 cm = 96-112-128 st. Brei tot een hoogte van ongeveer 39-39-45 cm – pas zo aan dat het na een hele herhaling in de hoogte is – en brei dan 1 nld recht, 1 nld av en 1 nld recht. Kant losjes af met av st.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = av
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = haal 1e en 2e st op linker nld af alsof u ze recht samen gaan breien, 1 st r, haal 2e en 3e st op rechter nld samen over 1e st op dezelfde nld = 1 st over
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 147-33

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (24)

country flag Stefania wrote:

Buongiorno, ho due dubbi: 1 - per 'Lavorare 1 CRESTA LEGACCIO' si intende una Costa? Un giro dritto e uno rovescio? Quindi devo mettere il segno di inizio giro, giusto? 2 - Solo per l'ultimo giro di diminuzioni si specifica di terminare una ripetizione completa del diagramma. Per i giri di diminuzioni precedenti si dice solo di aggiustarsi per trovarsi su un ferro dritto, non sarebbe il caso invece di fare lo stesso? grazie

02.01.2023 - 15:41

DROPS Design answered:

Buonasera Stefania, si, deve lavorare 1 giro diritto e 1 giro rovescio. Per il resto può procedere come indicato. Buon lavoro!

02.01.2023 - 21:25

country flag Diane Goulet wrote:

Bonjour, Est-ce que c'est possible d'avoir ce modèle dans les grandeurs pour fillettes de 7 ans Merci de votre attention

30.01.2019 - 22:15

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Goulet, nous ne sommes malheureusement pas en mesure de pouvoir adapter chacun de nos modèles à chaque demande, merci de bien vouloir contacter le magasin où vous avez acheté votre fil et/ou un forum de tricot pour toute assistance complémentaire. Bon tricot!

31.01.2019 - 08:40

country flag Stefania wrote:

Buongiorno!!Ho un dubbio sui segnapunti. Li metto nella 4 maglia delle maglie a legaccio e quindi non fra le maglie, giusto? poi devo spostarli ad ogni giro oppure li lascio sul primo? Grazie mille!!

24.08.2014 - 09:13

DROPS Design answered:

Buongiorno Stefania. Deve inserire il segnapunti nella 4a m in modo che ci siano 3 m a destra del segnapunti e 3 m a sinistra. Sposta poi il segnapunti ad ogni giro, così riesce ad individuare correttamente dove effettuare le diminuzioni. Buon lavoro!

24.08.2014 - 11:57

country flag Daniela wrote:

Ich habe das A2 Muster einmal in der Höhe gestrickt und auf der Spitze des letzten Dreiecks beendet. Jetzt habe ich (bei Größe M) aber nur noch 128 Maschen, obwohl ich keine Maschen abgenommen habe. D.h. ich habe 17 linke Machen zwischen den Dreieckspitzen. Stimmt das oder habe ich etwas falsch gemacht? Sollten es nicht 140 Maschen sein? Wie muß ich denn jetzt mit dem zweiten Musterrapport weitermachen und ab wo? Ab der Spitze oder ab der Seite (erste rechte Masche) des Dreiecks?

21.03.2014 - 20:32

DROPS Design answered:

Liebe Daniela, ja, es müssten eigentlich nach wie vor 140 M sein, Sie dürfen in A.2 keine M abnehmen. In der Mitte von A.2 nehmen Sie ja in jeder 2. R 2 M ab und "ergänzen" dies wieder durch 2 Umschläge. Zwischen den Spitzen, in der letzten R von A.2, müssten sich insgesamt 19 li-M befinden, nicht 17 (12 li-M von A.2 + 7 li-M zwischen A.2). Den nächsten Rapport A.2 stricken Sie wieder ab der 1. Muster-R über alle 140 M, die Sie ja haben müssten.

22.03.2014 - 11:01

country flag Daniela wrote:

Ich hätte eine Frage zu den Abnahmen: meinen Sie mit "abwechselnd rechts und links abnehmen", daß ich in der Reihe nach 14cm nur rechts abnehme und in der Reihe nach 21cm nur links? Bedeutet das dann auch, daß die 7 Krausmaschen zwischen den Rapporten also dementsprechend kürzer werden, bis sie nur noch 3 Maschen sind? Danke für Ihre Hilfe!

15.03.2014 - 23:49

DROPS Design answered:

Antwort siehe unten! :-)

17.03.2014 - 16:55

country flag Daniela wrote:

Ich hätte eine Frage zu den Abnahmen: meinen Sie mit "abwechselnd rechts und links abnehmen", daß ich in der Reihe nach 14cm nur rechts abnehme und in der Reihe nach 21cm nur links? Bedeutet das dann auch, daß die 7 Krausmaschen zwischen den Rapporten also dementsprechend kürzer werden, bis sie nur noch 3 Maschen sind? Danke für Ihre Hilfe!

15.03.2014 - 23:47

DROPS Design answered:

Liebe Daniela, Sie haben alles richtig verstanden - bei einer Gesamtlänge von 14 cm nur an der rechten Seite der markierten M abnehmen, bei einer Gesamtlänge von 21 cm nur links, bei 28 cm nur rechts und bei 35 cm nur links. Am Ende bleiben in jedem kraus-rechts-Bereich 3 M übrig. Viel Spaß beim Weiterstricken!

17.03.2014 - 16:35

country flag Roberta wrote:

Molto carino,volevo una semplice precisazione...per le diminuzioni,il segnapunti,lo metto tra la 4°e la 5° maglia di ogni sezione a legaccio? Le prime dim le faccio a 14 cm sulla dx del segnapunti,a 28 cm a sx del segnapunti. Ho capito bene!! Sono molto molto pricipiante!!! Grazie mille Roberta

16.01.2014 - 10:55

DROPS Design answered:

Buongiorno Roberta. Deve inserire il segno nella 4a m, in modo da avere 3 m prima della m con il segno e 3 m dopo. Le diminuzioni si fanno alternativamente a destra e a sinistra della m con il segno. Ci riscriva se è ancora in difficoltà. Buon lavoro!

16.01.2014 - 13:15

country flag Raquel wrote:

Muchas gracias. En "Repetir la dism cuando la pieza mida 21, 28 y 35 cm" había entendido que eran las 3 tallas y pasé de los 14 cm a los 28 cm (me he saltado la disminución a los 21 cm). Como puedo seguir sin deshacer, quedará bien? Muchas gracias otra vez :)

17.08.2013 - 12:07

DROPS Design answered:

Hola Raquel ! Mi consejo es que deshagas lo necesario para corregir el error. En caso contrario quedará desproporcionado. Es una prenda sencilla y no te llevará mucho tiempo.

18.08.2013 - 17:30

country flag Raquel wrote:

Buenos dias. Estoy realizando este patrón y ahora voy por: "Repetir la dism cuando la pieza mida 21, 28 y 35 cm = 96-112-128 pts." Ya he hecho la disminución y me quedan 126 puntos, no 112. Y en realidad, si al hacer A.1. nos quedan 140 puntos al hacer las dos disminuciones nos quedan 126 puntos si restamos 7 y 7. Son correctos los 126 puntos? Muchas gracias

16.08.2013 - 12:23

DROPS Design answered:

Hola Raquel. Tenemos que hacer 4 vcs dism (14, 21, 28 y 35 cm) de 7 pts cada vez (un total de 28 pts). Como antes de dism había 140 pts - 28 pts = 112 pts.

17.08.2013 - 00:50

country flag Raquel wrote:

Muchas gracias. Entonces, en lugar de 7 puntos musgo serán 6, no? A ver como me queda!! :)

07.05.2013 - 10:28

DROPS Design answered:

Hola Raquel. Lo has entendido correctamente. Me alegro de haber podido ayudar.

07.05.2013 - 23:06