DROPS Fabel
DROPS Fabel
75% wol, 25% polyamide
vanaf 2.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 2.99€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 122-34
DROPS design: Model nr. FA-126
--------------------------------------------------------
Maat: S/M - M/L
Materiaal: DROPS FABEL
50 gr voor beide maten kleur nr. 672, wijnrood mix

DROPS BREINLD ZONDER KNOP 2.5 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 26 st x 34 nld in tricotst = 10 x 10 cm.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Fabel
DROPS Fabel
75% wol, 25% polyamide
vanaf 2.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 2.99€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RECHTERWANT:
Wordt in de rondte gebreid. Zet 58-64 st op met breinld zonder knop 2.5 mm en Fabel. Brei 1 nld recht en ga verder in boordsteek, 1 st recht/1 st av, tot de boordsteek 6 cm meet. Brei 1 nld recht en minder TEGELIJKERTIJD 10 st gelijkmatig = 48-54 st. Ga verder in tricotst. Meerder bij een hoogte van 7 cm 1 st voor de duim aan iedere kant van de 3e en 4e st aan het begin van de nld. Meerder door een omsl te maken, brei om een gaatje te voorkomen de omsl recht achter in de st in de volgende nld.

Herhaal dit meerderen aan iedere kant van de gemeerderde st om de nld in totaal 5-6 keer = 12-14 duim st (58-66 st in totaal). Zet bij een hoogte van 12-13 cm de 12-14 duim-st op een hulpdraad. Zet in de volgende nld 2 nieuwe st op achter de duim-st = 48-54 st. Ga verder in de rondte in tricotst tot het werk 22-23 cm meet (3.5 - 4 cm nog te breien). Plaats nu een markeerdraad aan iedere kant (dus 24-27 st voor de bovenkant hand en 24-27 st voor de palm van de hand). Ga verder in tricotst en minder TEGELIJKERTIJD 1 st aan iedere kant van iedere markeerdraad (= 4 st geminderd).

Minder als volgt 2 st voor de markeerdraad: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh. Minder als volgt na de markeerdraad: 2 st recht samen. Herhaal dit minderen om de nld in totaal 7-8 keer = 20-22 st over op de nld. Brei de volgende nld alle st 2 aan 2 recht samen = 10-11 st over. Knip de draad af, haal deze door de overgebleven st, trek de draad aan en zet vast.

DUIM:
Zet de 12-14 st van de hulpdraad terug op de breinld zonder knop 2.5 mm en neem 2 st op achter deze st = 14-16 st. Brei ongeveer 5.5-6 cm tricotst in de rondte en brei in de volgende nld alle st 2 aan 2 recht samen = 6-7 st. Knip de draad af, haal deze door de overgebleven st, trek de draad aan en zet vast.

LINKERWANT:
Als de rechterwant maar in spiegelbeeld, dus meerder voor de duim aan iedere kant van de 45e en de 46e st voor maat S/M en aan iedere kant van de 51e en de 52e st voor maat M/L.

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 122-34

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (18)

country flag Maima wrote:

Erg onduidelijk geschreven patroon waar je nog steeds alles zelf moet meten. Gebreid met Drops Fabel op 2.5mm. De wanten werden erg lang bij voor maat S, verder is qua verhouding het rondom de hand palm losjes en zelfs na extra steken opzetten voor de duim deze nog erg strak. Heel erg jammer.

21.12.2021 - 14:25

country flag Zora wrote:

Ich glaube die Anleitung hat einen kleinen Fehler: Am Ende der Daumen hat man 7 - 8 M statt 6 - 7 M

02.02.2021 - 21:15

country flag Ellinor Berg wrote:

Vilken handskstorlek motsvarar S/M och M/L på ett ungefär? Tack på förhand!

05.01.2020 - 17:35

DROPS Design answered:

Hej Den minsta storleken blir ca 25,5 cm och den största ca 27 cm totalt inkl 6 cm resår. Mvh DROPS Design

29.01.2020 - 11:43

country flag Kmathis wrote:

After completing the increases for the thumb (2 sts of the original 48 sts + 10 increases =12 sts). That is 10 rounds ((1 increase rnd + 1 non-increase rnd)*5 times). My measurment is less than 12 cm / 4 3/4". Am I suppose to continue in stockinette rounds until I reach the aforementioned measurement and then proceed to slip thumb sts to holder? Thank you.

21.10.2019 - 01:55

DROPS Design answered:

Hi Kmathis, Yes, continue working until the piece measures 12 cm, then place the thumb stitches on a holder. Happy knitting!

21.10.2019 - 07:17

country flag Sylvie Allard wrote:

Bonjour ! Lors de la confection du gousset pour le pouce, je fais l’augmentation avec une jetée après la 3e maille et après la 4e maille ? Est ce que je place un marqueur après la 3e maille et un après la 4e maille ? Au 2e tour je tricote les jetées en maille torse ça c’est ok. Au 3e tour je fais l’augmentation après le marqueur de la 3e maille et après le marqueur de la 4e maille ?

01.03.2019 - 04:24

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Allard, placez un marqueur avant la 3ème maille et un autre après la 4ème maille (= 2 maille pour le pouce), augmentez ensuite après le 1er marqueur et avant le 2ème marqueur = vous avez 4 m entre les marqueurs. Au tour suivant, tricotez les jetés torse. Continuez ainsi en augmentant toujours après le 1er marqueur et avant le 2ème, le nombre de mailles entre les marqueurs va augmenter, vous avez ensuite 12-14 m pour le pouce (= les 2 m du pouce + les 5-6 augmentations). Bon tricot!

01.03.2019 - 10:16

country flag Alissa wrote:

On the knit row when you decrease 10 stitches evenly, how do you do this evenly if you have 58 stitches? And how should one decrease? With a skp, ssk, k2t?

22.11.2018 - 23:55

DROPS Design answered:

Dear Alissa, you will find here how to decrease evenly. Happy knitting!

23.11.2018 - 10:19

country flag Veerle Van Coillie wrote:

In het begin wordt va de opzet gemeten daarna va de boord. Van 13 cm naar 23 is 4 cm ?

21.08.2018 - 08:26

DROPS Design answered:

Dag Veerle, Als je op 23 cm bent, moet je daarna nog ongeveer 4 cm breien. (Je meet de lengte steeds vanaf de opzetrand)

21.08.2018 - 10:15

country flag Linda Langlois wrote:

Lorsque j’ai commencé en taille s/m, j’ai découvert une erreur ; après les diminutions (10) j’obtiens 48 mailles. Je dois faire les augmentations 5 fois 2 mailles, j’obtiens alors 12 mailles, donc j’obtiens au total 60 mailles et non 58. Quand je dois mettre en attente les 12 mailles et en relever 2 le total de mailles est 50 et non 48. Je ne sais pas si c’est compréhensible ce que j’ai écrit, mais j’espère que vous corrigez l’erreur. Merci

06.12.2016 - 19:44

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Langlois, on augmente 5x 2 m soit 10 m augmentées pour le pouce = 58 m - les augmentations se font de part et d'autre de la 3ème et de la 4ème m (= 2 m). On met en attente 12 m pour le pouce = les 10 m augmentées + la 3ème et la 4ème m = 12 m. On monte 2 m au-dessus des m en attente (= pour remplacer la 3ème et la 4ème m)= on a de nouveau 48 m. Bon tricot!

07.12.2016 - 09:13

country flag Monika wrote:

Vielen Dank für die Hilfe und die Geduld. Jetzt habe auch ich es verstanden. Manchmal stehe ich wohl etwas auf dem Schlauch ;-). Gruss Monika

17.12.2013 - 17:15

country flag Monika wrote:

Wenn ich aber nur 12 Maschen zunehme, habe ich dann nicht zuwenig Maschen für den Daumen? Laut Anleitung soll ich 14 Daumenmaschen stilllegen und dazu 2 Maschen aufnehmen = 16 Maschen für den Daumen. Also doch 14 Aufnahmen?

16.12.2013 - 19:48

DROPS Design answered:

Liebe Monika, Sie nehmen 12 Maschen zu, aber neben der 3. und 4. Masche, die auch zu den Daumenmaschen zählen. Sie haben somit 14 Daumenmaschen zum Stilllegen, dann die 2 M, die neu aufgenommen werden = 16 Maschen.

17.12.2013 - 09:11