DROPS Fabel uni colour 75% wol, 25% polyamide |
2.65 € /50g |
Bestel | |
DROPS Fabel 75% wol, 25% polyamide |
2.85 € /50g |
Bestel | |
DROPS Fabel long print 75% wol, 25% polyamide |
2.99 € /50g |
Bestel |
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!
-------------------------------------------------------
Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger
-------------------------------------------------------
DROPS Fabel uni colour 75% wol, 25% polyamide 2.65 € /50g Bestel |
|
DROPS Fabel print 75% wol, 25% polyamide 2.85 € /50g Bestel |
|
DROPS Fabel long print 75% wol, 25% polyamide 2.99 € /50g Bestel |
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!
Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.
Deze stap-voor-stap instructie kan tevens behulpzaam zijn:
Waarom is de stekenverhouding zo belangrijk?
De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.
De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.
De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.
Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet
Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt
Hoe weet ik hoeveel bollen ik nodig heb?
De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.
Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.
LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Wat zijn de garengroepen?
Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.
Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep
Hoe gebruik ik de garenvervanger?
Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).
Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.
Waarom staan er garens in de patronen die niet meer leverbaar zijn?
Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.
Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.
Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.
What size should I knit?
Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.
U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.
Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen
Waarom krijg ik de verkeerde stekenverhouding met de aangegeven naalddikte?
De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.
Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.
Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding
Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding
Waarom wordt het patroon van boven naar beneden gereid?
Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.
In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.
Hoe brei ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.
Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.
Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?
Hoe haak ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.
Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.
Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.
Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.
Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken
Hoe brei/haak je verschillende telpatronen tegelijkertijd op dezelfde naald/toer
Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.
De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest
Waarom zijn de mouwen korter in de grotere maten?
De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.
Waar op het kledingstuk wordt de lengte gemeten??
De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.
Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.
Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen
Wat is een herhaling?
Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.
Waarom begint het werk met meer lossen dan waarmee gehaakt wordt?
Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.
Waarom meerderen voor de boord als het werk van boven naar beneden gebreid wordt?
De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.
Waarom meerderen in de afkantrand?
Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.
Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen
Hoe meerder/minder je afwisselend op elke 3e en 4e naald/toer?
Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.
Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend
Hoe kan ik een vest in de rondte breien, in plaats van heen en weer?
Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.
Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen
Kan ik een trui heen en weer breien in plaats van in de rondte?
Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?
Waarom is het patroon een beetje anders dan wat ik op de foto zie?
Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.
Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!
Hoe verander ik een kledingstuk voor dames in eentje voor heren?
Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.
Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.
Hoe voorkom ik dat een harig kledingstuk gaat pillen of pluizen?
Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.
Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:
1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt
2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.
3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.
4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.
Waarom pilt mijn kledingstuk?
Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.
U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.
Cat Stripes |
|
|
|
DROPS vest in ribbelst, overdwars gebreid met verkorte naalden van ”Fabel” en ”Alpaca”. Maat S t/m XXL.
DROPS 110-2 |
|
Tip Breien 1: Bij het keren van het werk, dient u de draad Alpaca en Fabel langs de onderrand samen te draaien na elke 4 nld ribbelst, zodat de draad Alpaca het werk netjes volgt. Tip Breien 2: Stoom het breiwerk voor gebruik. Verkorte naalden: Er worden verkorte nld gebreid, dwz, dat u in het midden van de nld gaat keren, zodat het model een beetje een a-lijn krijgt. Begin bij de onderrand en brei naar de hals. * Brei over alle st met Fabel, keer het werk en brei terug. Brei 103-108-112-115-119 st met Fabel, keer het werk en brei terug. Lees Tip Breien! Brei 89-94-97-99-103 st met Fabel, keer het werk en brei terug. Brei 70-73-76-78-80 st met Fabel, keer het werk en brei terug. Brei over alle st met Alpaca, keer het werk en brei terug *. Herhaal steeds *-*. Verkorte naalden halsboord: Begin aan het middenvoor (1e nld = op de goede kant): * brei tot aan de 4e merkdraad op de nld, keer het werk. Brei 2 st recht samen en brei terug tot aan de 1e merkdraad op de nld, keer het werk. Brei 2 st recht samen en brei tot aan de 3e merkdraad op de nld, keer het werk. Brei 2 st recht samen en brei terug tot aan de 2e merkdraad op de nld, keer het werk. Brei 2 st recht samen en brei over alle st. Keer het werk, een brei terug over alle st *, herhaal *-*. Het werk wordt overdwars gebreid. De eerste nld op de goede kant begint aan de onderrand en de laatste st op de nld is aan de hals. Het werk begint aan het middenvoor bij het linker voorpand, brei vervolgens de mouw, achterpand, de tweede mouw en eindig op het rechter voorpand. Linker voorpand: Het hele breiwerk wordt in ribbelst gebreid. Dwz, alle naalden recht breien. Zet losjes 115-120-125-129-134 st op met breinld 3,5 mm en Alpaca - 1e nld = op de goede kant (vanaf de onderrand naar de hals). Brei ca 3 cm met Alpaca over alle st = voorbies (eindig met 1 nld op de verkeerde kant = dwz, vanaf de hals naar de onderrand). Let op de steekverhouding! Brei vervolgens door met verkorte naalden – Lees de beschrijving hierboven. Lees Tip Breien! Brei zo door tot een hoogte van ca 23-25-27-30-33 cm vanaf de opzetnaald (meet langs de onderrand van het breiwerk). Het werk heeft dan een hoogte van ca 11-12-12½-14-15 cm langs de hals. Brei vervolgens 1 cm heen en weer met Alpaca over de eerste 65-68-71-73-75 st vanaf de onderrandt. Plaats 1 merkdraad in het werk (= dit is de zijkant). Brei nog 1 cm heen en weer over de 65-68-71-73-75 st en plaats deze st op een hulpnld (van deze st worden later het achterpand gebreid). Brei vervolgens de linker mouw. Linker Mouw: = 50-52-54-56-59 st op de nld. Zet losjes 11 nieuwe st op aan het eind van de nld boven de st op de hulpnld. Brei door met Alpaca alleen over de nieuwe st (= rand onder de mouw) en zet tegelijkertijd nieuwe st op voor de mouw aan het eind van elke 2e nld: 2 keer 15-14-14-13-13 st en 1 keer 17-17-15-15-12 st. Brei tegelijkertijd vanaf een hoogte van 2 cm door over alle st. En brei door met verkorte naalden. Als het opzetten van de nieuwe st voltooid is, staan er totaal 108 st op de nld. Brei door tot een hoogte van ca 22-24-24-25-26 cm (meet langs de onderrand van de mouw) vanaf de laatste nieuw opgezette st. Kant de onderste 17-17-15-15-12 st losjes af. Kant daarna verder af in elke 2e nld: 2 x 15-14-14-13-13 st en 1 x 11 st = 50-52-54-56-59 st op de breinld. Achterpand: Zet de 65-68-71-73-75 st van de hulpnld terug op de breinld = 115-120-125-129-134 st. Brei door met verkorte naalden. Zet bij een hoogte van ca 21-23-25-28-31 cm vanaf de merkdraad in de zijkant (meet langs de onderrand van het breiwerk) 1 nieuw merkdraad in het werk = het midden van het achterpand, (het werk heeft nu een totale hoogte van ca 28-31-33-35-37 cm langs de hals). Brei door tot een hoogte ca 20-22-24-27-30 cm vanaf de merkdraad in het achterpand (meet langs de onderrand van het breiwerk). Brei vervolgens 1 cm heen en weer met Alpaca over de eerste 65-68-71-73-75 st vanaf de onderrand. Plaats 1 merkdraad in het werk (= dit is de zijkant). Brei nog 1 cm heen en weer over de 65-68-71-73-75 st en plaats deze st op een hulpnld. Brei de rechter mouw over de overige st op de breinld. Rechter Mouw: Brei zoals de linker mouw. Rechter voorpand: Zet de 65-68-71-73-75 st van de hulpnld terug op de breinld = 115-120-125-129-134 st. Brei door met verkorte naalden zoals voor het achterpand. Brei bij dezelfde hoogte als op het linker voorpand (tel bijvoorbeeld het aantal gebreide ribbels) de voorbies als volgt: Brei ca 1½ cm met Alpaca over alle st. Kant in de volgende nld op de goede kant af voor de knoopsgat als volgt (begin aan de onderrand): Brei 47-47-48-51-51 st, kant 1 st af, * brei 13-14-15-15-16 st, kant 1 st af *, herhaal *-* totaal 4 keer, en brei de resterende 11-12-12-13-14 st. Zet in de volgende nld 1 nieuwe st op boven de afgekante st. Brei door over alle st totdat de voorbies ca 3 cm breed is, en kant de st losjes af. Manchetten: Neem 1 st op met Alpaca van elke ribbel langs de onderrand van de mouw. Brei ribbelst heen en weer over alle st. Pas tegelijkertijd in de 1e nld het aantal st aan naar totaal 51-55-55-58-60 st. Kant bij een hoogte van ca 15 cm (of bij een gewenste hoogte) de st losjes af. Afwerken: Sluit de naden onder de mouwen rand aan rand met kleine steken – de naad zal ca 1 cm naast het midden van het ondermouw zitten, vanwege de rand onder de mouw. Sluit de naden onder de mouwen (bij de zijstukken). Halsboord: De halsboord wordt in ribbelst gebreid. Dwz, alle naalden recht breien. Begin aan het middenvoor (op de goede kant). Neem 1 st op van elke ribbel rondom de hals (ook boven beide voorbiezen aan weerskanten) met Alpaca (= ca 120 tot 170 st). Brei 1 nld recht op de verkeerde kant. Plaats 4 merkdraden rondom de hals als volgt: Plaats de 1e en de 4e merkdraad 19 st vanaf het middenvoor aan beide kanten. En plaats de 2e en de 3e merkdraad 30 st vanaf het middenvoor aan beide kanten. Gebruik deze 4 merkdraden voor de verkorte naalden. Plaats daarbij nog 2 nieuwe merkdraden. Plaats 1 merkdraad aan weerskanten van het achterpand in de overgang tussen het achterpand en de mouwen. Gebruik deze 2 merkdraden voor de minderingen. Brei vervolgens verkorte naalden – Lees de beschrijving hierboven. Minder tegelijkertijd in elke nld op de goede kant 1 st aan weerskanten van 2 de merkdraden in het achterpand (= 4 minderingen per nld). Kant tegelijkertijd, als de boord ca 1½ cm hoog is, af voor nog 1 knoopsgat aan de rechter kant boven de overige knoopsgaten: kant de vierde st van het middenvoor af en zet in de volgende nld 1 nieuwe st op boven de afgekante st. Brei door met verkorte naalden en minderingen, totdat de halsboord ca 4 cm hoog is (meet in het middenachter). De minderingen in het achterpand zijn nu voltooid. Brei 1 nld (op de goede kant) en minder tegelijkertijd gelijkmatig 20 st tussen de 2e en de 3e merkdraad. Brei 1 nld recht op de verkeerde kant. Brei door met verkorte naalden zoals eerder. Brei, als de halsboord ca 6 cm hoog is in het middenachter, 1 nld (op de goede kant) en meerder tegelijkertijd gelijkmatig 25 st tussen de 2e en 3e merkdraad. Brei door met verkorte naalden tot de halsboord een totale hoogte van ca 7 cm heeft (meet in het middenachter). Kant de st losjes af. Gehaakte rand langs het vest: Haak een rand langs het vest. Begin in het middenachter op de halsboord, haak rondom de boord, langs de voorbies, langs de hele onderrand, langs de tweede voorbies en eindig in het middenachter. Haak met 2 draden Alpaca en haaknld 3,5 mm. Haak als volgt: * 1 v, 2 l, ca 1 cm overslaan *, herhaal *-* en eindig met 1 hv in de eerste v van de toer. NB! Maak niet de gehaakte rand te strak. Gehaakte rand mouwen: Haak op dezelfde manier langs de onderkanten van beide mouwen. Afwerken: Naai de knopen aan op de linker voorbies. Lees Tip Breien 2. |
|
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Met meer dan 40 jaar ervaring in brei- en haakdesign biedt DROPS Design één van de meest uitgebreide collecties van gratis patronen aan op internet vertaald in 304 talen. Tot en met vandaag hebben wij 11422 boeken en 11129 patronen gepubliceerd.
Wij werken hard om u het beste van haken en breien te bieden; patronen, inspiratie, advies en natuurlijk garens van uitstekende kwaliteit voor de allerbeste prijzen! Wilt u onze patronen gebruiken voor meer dan privégebruik? U kunt lezen wat wel en niet is toegestaan is in de Copyright tekst, die u onderaan elk patroon kunt vinden. Veel handwerkplezier!
Opmerkingen / Vragen (64)
Lynn wrote:
Thanks. I’m visualizing it better, but another question. Do I use/attach new yarn or was I to have ended working the side at that end to just continue with that yarn?
31.10.2018 - 17:10DROPS Design answered:
Dear Lynn, you will have to cut the yarn you used for the side on left front piece (for the 1 cm worked over the bottom sts on left front piece) and join new yarn to work sleeve. Happy knitting!
01.11.2018 - 13:59Lynn wrote:
I have made some progress and am now starting the left sleeve. I don't see where you switch from Alpaca to Fabel, and the picture indicates the sleeve is Fabel. It says to continue with Alpaca on the new stitches only. Does that mean all but the 11 stitches are Fabel? For the whole sleeve??
30.10.2018 - 18:33DROPS Design answered:
Dear Lynn, you start sleeve with Alpaca and cast on new sts with Alpaca, then work only over the new stitches casting on more sts (= always with alpaca), when piece measures 2 cm (bottom of the sleeve), work short rows as explained above, ie with Fabel and Alpaca. Happy knitting!
31.10.2018 - 08:18Lynn wrote:
Follow up: I agree the gauge is so important. But, as I said, when I swatch I get two different gauges for the different yarns. Is this the intent of the designer??
03.10.2018 - 16:22DROPS Design answered:
Dear Lynn, that's why you can work 2 swatches: one with only Alpaca (for the edges - so that your edges are not too tight/loose) and one with stripes Fabel/Alpaca so that you are also sure to get the correct tension with stripes. Remember to block your swatch before measuring it - and then repeat process with smaller/larger needles if necessary. Happy knitting!
04.10.2018 - 09:32Lynn wrote:
I have the yarn called for in the pattern, but the two types knit up to different gauges--the Fabel multi-color yarn is right using the #4 needles called for. But for the Alpaca, I have to go down to a size 2 needle or smaller to get that gauge. Is this how the pattern was intended?? Do I switch needles when using the Alpaca??
02.10.2018 - 22:04DROPS Design answered:
Dear Lynn, work a swatch following the stripes as in the short rows, steam iron your swatch to block it and check your gauge. Try again with smaller/larger needles if required. It's important that you get the correct tension to get the finished measurements as shown in chart. Happy knitting!
03.10.2018 - 07:46Sylvie wrote:
Bonjour, quand on commence la manche gauche, faut-il d'abord faire un aller-retour sur les 50 mailles du haut puis ajouter les 11, 15, 15 et 17 mailles ou bien faut-il tricoter les 11, 15, 15, 17 mailles puis ajouter les 50 mailles du haut ? D'avance merci pour votre réponse. Cordialement
30.04.2017 - 17:23DROPS Design answered:
Bonjour Sylvie, non on ne tricote pas les 50 m, on monte d'abord 11 m, puis 2x15 m et 1 x17 m en même temps, on tricote les rangs raccourcis à 2 cm depuis le début de la manche. Bon tricot!
02.05.2017 - 11:11John Nergård wrote:
Er det noe galt med størrelsen på ermene? Jeg er kommet til 24 cm str medium, hun jeg strikker til er 33 cm rundt øverarmen!! Er det noe i oppskriften jeg ikke har fått med meg? John
18.05.2016 - 23:06DROPS Design answered:
Hej John. 24 cm er maalet nederst paa aermet (fra hvor du satte de siste nye m opp), det skulle gerne vaere breddere överst. Men hvis du gerne vil have ermet breddere alligevel, saa strik lidt mere (inclusiv vendinger), men vaer opmaerksom paa du saa bruger lidt mere garn. God fornöjelse.
19.05.2016 - 13:22Angelika wrote:
Hallo liebes Drops-Team, ich verstehe die Anleitung zum Stricken der Halskante nicht. Nach 4cm Halskante werden 20 Maschen abgenommen; nach 6cm dann 25 Maschen aufgenommen? Wäre für eine Erklärung dankbar.
13.05.2016 - 07:55DROPS Design answered:
Liebe Angelika, Zu- und Abnahmen an der Halskante werden oftmals wegen der besseren Passform gemacht.
19.05.2016 - 08:29ANNALISA BERTIN wrote:
Gradirei molto avere la traduzione di questo modello in italiano. E' possibile? Grazie infinite! annalisa bertin
03.10.2015 - 14:21Molie wrote:
Bonjour, je commence ce jolie modèle mais je ne sais pas comment faire après le quatrième rang:le fil fabel ce trouve au milieu de l'ouvrage.
09.07.2014 - 16:35Kimetra Flowers wrote:
I typed my comment too quickly: I meant that you should call it the OSLO OSO Slimming Sweater.
06.07.2014 - 21:13