DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Super Sale
DROPS 107-9
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materialen: DROPS Cotton Viscose
Kleur nr. 26, kastanjebruin:
350-400-400-450-500-550 gr
En gebruik: DROPS Alpaca
Kleur nr. 618m, lichtbeige:
250-300-300-350-400-400 gr

DROPS Rondbreinaald 5 mm (80 en 40 cm) – of de breinld, die u nodig heeft voor de volgende steekverhouding: 17 st x 22 nld tricotst met 1 draad van beide kwaliteiten = 10 x 10 cm.

DROPS Parelmoerknoop m/gaatjes, nr. 522: 7-7-7-8-8-8 stk.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

Motief: Zie de teltekeningen M.1 t/m M.3. De teltekeningen geven het motief weer op de goede kant.

Ribbelst (heen en weer breien): Alle naalden recht breien.

Ribbelst (rondbreien): * 1 nld recht, 1 nld averecht *, herhaal steeds *-*.

Tip Minderen: Minder van 4 st tot 2 st. Brei de 4 st als volgt: Haal 1 st r van de breinld af, 1 r, haal de afgeh st daarover, 2 st r samen breien.

Knoopsgat: Kant af voor de knoopsgaten in de rechter voorbies als volgt: Kant de 3e voorbiesst af, en zet in de volgende nld 1 nieuwe st op boven de afgekante st.
Kant af voor de knoopsgaten bij een hoogte van:
Maat S: 10, 17, 25, 32, 39, 47 en 54 cm.
Maat M: 10, 18, 25, 33, 41, 48 en 56 cm.
Maat L: 10, 18, 26, 34, 42, 50 en 58 cm.
Maat XL: 10, 17, 24, 31, 39, 46, 53 en 60 cm
Maat XXL: 10, 17, 25, 32, 40, 47, 55 en 62 cm.
Maat XXXL: 10, 18, 26, 33, 41, 48, 56 en 64 cm.

Panden: Dit vest wordt heen en weer gebreid van middenvoor naar middenvoor op de rondbreinld. U zou ook rechte naalden kunnen gebruiken.
Zet 198-222-238-262-286-318 st op (incl. 5 voorbiesst aan weerskanten) met rondbreinld 5 mm met 1 draad van beide kwaliteiten. Brei 2 nld ribbelst – lees de instructie hierboven. Brei vervolgens 2 nld Boordst als volgt (1e nld = goede kant): 5 voorbiesst in ribbelst, * 4 r, 4 av *, herhaal *-* en eindig met 4 r en 5 voorbiesst. Minder in de volgende nld alle 4 r tot 2 r – lees Tip Minderen! = 150-168-180-198-216-240 st. Brei de Boordst 2 r/ 4 av tot een hoogte van 4-4-4-6-6-6 cm. Brei 1 nld r op de goede kant en minder tegelijkertijd gelijkmatig 0-2-2-0-2-2 st in deze nld (minder geen st in de voorbiezen) = 150-166-178-198-214-238 st.
Brei 1 nld av op de verkeerde kant. Plaats 2 merkdraden in het werk: 1 merkdraad na 40-44-47-52-56-62 st en 1 merkdraad na 110-122-131-146-158-176 st (de draden markeren de zijkanten), achterpand = 70-78-84-94-102-114 st. Brei door als volgt:
Maat S + M + L: 5 voorbiesst, 7 tricotst, teltekening M.1 (= 2 st), 14 tricotst, teltekening M.1 en 10-14-17 tricotst. Hier zit de eerste merkdraad.
Brei vervolgens 10-14-17 tricotst, * teltekening M.1, 14 tricotst *, herhaal *-* totaal 3 keer, en brei dan teltekening M.1 en 10-14-17 tricotst. Hier zit de tweede merkdraad.
Brei vervolgens 10-14-17 tricotst, teltekening M.1, 14 tricotst, M.1, 7 tricotst en eindig met 5 voorbiesst.
Maat XL + XXL + XXXL: 5 voorbiesst, 7 tricotst, teltekening M.1, 14 tricotst, teltekening M.1, 14 tricotst, teltekening M.1 en 6-10-16 tricotst. Hier zit de eerste merkdraad.
Brei vervolgens 6-10-16 tricotst, * teltekening M.1, 14 tricotst *, herhaal *-* totaal 5 keer, en brei dan teltekening M.1 en 6-10-16 tricotst. Hier zit de tweede merkdraad.
Brei vervolgens 6-10-16 tricotst, teltekening M.1, 14 tricotst, teltekening M.1, 14 tricotst, teltekening M.1, 7 tricotst en eindig met 5 voorbiesst.
Brei zo door. Let op de steekverhouding!
Minder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 8 cm 2-3-3-3-2-2 x 1 st aan weerskanten van beide merkdraden op elke 6-3-3-3-6-7 cm = 142-154-166-186-206-230 st. Brei door zoals eerder beschreven. NB! Vergeet niet de knoopsgaten in de rechter voorbies – lees de instructie hierboven. Meerder vanaf een hoogte van 19-19-19-20-21-22 cm 3-4-5-4-3-1 x 1 st aan weerskanten van beide merkdraden op elke 5-4-3-4-6-14 cm = 154-170-186-202-218-234 st (de nieuwe st in tricotst breien). Brei door in tricotst en volgens teltekening M.1 tot een hoogte van 30-32-33-34-35-36 cm. Brei dan nog 1 nld op de goede kant en meerder tegelijkertijd 1 st aan het eind van de nld (meerder net voor de voorbies) = 155-171-187-203-219-235 st. Brei 1 nld op de verkeerde kant.
Brei door als volgt: 5 voorbiesst, en brei vervolgens teltekening M.2 (= 16 st) totdat er nog 6 st op de breinld staan. Brei deze als volgt: 1 r en 5 voorbiesst. Brei zo door totdat teltekening M.2 één keer in de hoogte is gebreid. Brei dan 1 nld r op de goede kant en kant tegelijkertijd 5 st af aan weerskanten van beide merkdraden (= 10 st voor elke armsgat) = 135-151-167-183-199-215 st op de breinld. Het werk heeft nu een hoogte van ca 38-40-41-42-43-44 cm. Let het werk terzijde en brei de mouwen.

Mouwen: De mouwen worden in het rond gebreid op de korte rondbreinld.
Zet 56-56-56-64-64-64 st op met rondbreinld 5 mm (40 cm) en 1 draad van beide kwaliteiten. Brei 2 nld ribbelst – lees de instructie hierboven. Brei vervolgens 2 nld Boordst als volgt: * 4 r, 4 av *, herhaal steeds *-*. Minder in de volgende nld alle 4 r tot 2 r – lees Tip Minderen! = 42-42-42-48-48-48 st. Brei de Boordst * 2 r, 4 av *, herhaal *-*. Brei bij een hoogte van 4-4-4-6-6-6 cm 2 nld tricotst. Plaats 1 merkdraad aan het begin van de nld (= midden van de ondermouw). Brei door als volgt:
Maat S + M + L: 4 r, M.1, 14 r, M.1, 14 r, M.1 en 4 r. Brei zo door.
Maat XL + XXL + XXXL: 7 r, M.1, 14 r, M.1, 14 r, M.1 en 7 r. Brei zo door.
Meerder tegelijkertijd vanaf een hoogte van ca 5-6-8-7-7-9 cm 7-9-11-9-10-12 x 1 st aan weerskanten van de merkdraad op elke 5½-4-3-3½-3-2½ cm = 56-60-64-66-68-72 st (de nieuwe st in tricotst breien).
Brei door tot een hoogte van ca 40-40-40-40-39-39 cm (NB! De grote maten hebben kortere mouwen omdat de mouwkop langer is en de schouders breder zijn). Brei door als volgt: 4-6-0-1-2-4 r, teltekening M.2 over de volgende 48-48-64-64-64-64 st en eindig met 4-6-0-1-2-4 r. Brei, als teltekening M.2 één keer in de hoogte is gebreid, 1 nld r en kant tegelijkertijd 5 st af aan weerskanten van de merkdraad = 46-50-54-56-58-62 st op de breinld. De mouw heeft een totale lengte van ca 47-47-47-47-46-46 cm. Leg het werk terzijde, en brei nog 1 mouw op dezelfde manier.

Pas: Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als de panden boven de armsgaten = 227-251-275-295-315-339 st. Brei 1-1-1-1-3-3 nld tricotst (1e nld = verkeerde kant). Brei dan 1 nld av op de goede kant en 1 nld r op de verkeerde kant. Brei nog 1 nld r op de goede kant en minder tegelijkertijd gelijkmatig 10-16-22-24-26-23 st in deze nld (minder geen st in de voorbiezen) = 217-235-253-271-289-316 st. Brei 1 nld av op de verkeerde kant. Brei vervolgens de teltekening M.3 (= 9 st) met 5 voorbiesst aan weerskanten. Brei, als teltekening M.3 één keer in de hoogte is gebreid, 1 nld r op de goede kant, en minder tegelijkertijd gelijkmatig 18 st in deze nld = 199-217-235-253-271-298 st. Brei 1 nld av op de verkeerde kant, 1 nld av op de goede kant en 1 nld r op de verkeerde kant. Brei vervolgens 1 nld r op de goede kant, en minder tegelijkertijd gelijkmatig 18-18-18-18-18-27 st in deze nld = 181-199-217-235-253-271 st. Brei dan 7-7-7-9-9-9 nld tricotst. Brei vervolgens 1 nld r op de goede kant en minder tegelijkertijd gelijkmatig 18-18-18-18-18-27 st in deze nld = 163-181-199-217-235-244 st. Brei 1 nld av op de verkeerde kant, 1 nld av op de goede kant en 1 nld r op de verkeerde kant. Brei vervolgens 1 nld r op de goede kant en minder tegelijkertijd gelijkmatig 18-18-18-18-18-27 st in deze nld = 145-163-181-199-217-217 st. Brei 1 nld av op de verkeerde kant. Brei vervolgens de teltekening M.3 met 5 voorbiesst aan weerskanten. Brei, als teltekening M.3 één keer in de hoogte is gebreid, 1 nld r op de goede kant en minder tegelijkertijd gelijkmatig 18-18-18-18-27-27st in deze nld = 127-145-163-181-190-190 st. Brei 1 nld av op de verkeerde kant, 1 nld av op de goede kant en 1 nld r op de verkeerde kant. Brei vervolgens 1 nld r op de goede kant en minder tegelijkertijd gelijkmatig 18-18-18-27-27-27 st in deze nld = 109-127-145-154-163-163 st. Brei 1-1-3-3-3-3 nld tricotst. Brei vervolgens 1 nld r op de goede kant en minder tegelijkertijd gelijkmatig 18-18-18-27-27-27 st in deze nld = 91-109-127-127-136-136 st. Brei 1 nld av op de verkeerde kant, 1 nld r op de goede kant en 1 nld av op de verkeerde kant. Brei vervolgens 1 nld r op de goede kant en minder tegelijkertijd gelijkmatig 18-18-27-27-27-27 st in deze nld = 73-91-100-100-109-109 st. Brei 1 nld av op de verkeerde kant, 1 nld av op de goede kant en 1 nld r op de verkeerde kant. Brei vervolgens 1 nld r op de goede kant en minder tegelijkertijd gelijkmatig 15-29-34-32-37-33 st in deze nld = 58-62-66-68-72-76 st. Brei 1-1-1-1-1-3 nld tricotst. Brei vervolgens 4 nld ribbelst en kant de st losjes af.

Afwerken: Sluit de naden onder de mouwen. Naai de knopen aan het vest.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 26.10.2010
Nieuwe teltekening M.1

Telpatroon

symbols = recht op de goede kant, averecht op de verkeerde kant (tricotst)
symbols = 2 st r samen breien
symbols = 1 omslag tussen 2 st
symbols = Haal 1 st r van de breinld af, 1 r, en haal de afgeh st daarover
symbols = Haal 1 st r van de breinld af, 2 st r samen breien, en haal de afgeh st daarover
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 107-9

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (48)

country flag T-B Handberg wrote:

Jeg strikker i XL og får ikke masketallene til å stemme når jeg skal starte på mønsterstrikk. En skal ha 5stolpemasker,7glattstrikk,M1,14r,M1,14r, 6 r og så er en ved merketråden sier mønsteret. Aberet er bare at det fortsatt er 10 masker igjen til merketråden.... Ergo blir det også feil på den andre siden..... Kan dere rette opp i dette mønsteret snarest?

30.01.2020 - 02:00

DROPS Design answered:

Hej, du sætter mærketråden efter 52 masker. Og strikker i Str XL: 5 stolpem, 7 m glstrikk, M.1, 14 m glstrikk, M.1, 14 m glstrikk, M.1 og 6 glstrikk, merketråden sitter her = 52 masker. God fornøjelse!

11.02.2020 - 08:59

country flag Wendy-Lynne wrote:

I am knitting Large size. Page 3, Paragraph 2, 2nd line - it states that I am to “dec. 1 st on each side of both MT on every 1 and 1/8th”. I did the decrease on Row 3 of my counted row of M.1’s , that equals one stitch on either side of the MT for a total of 4 decreased, 1 each on the two side and two on the back, for a total of 174 stitches on my needle. When I get to Row 11 on the M.1, the K2 YO comes at the MT, so what am I to do? Please help.

23.01.2019 - 20:45

DROPS Design answered:

Dear Mrs Lynne, you can add a marker before and after each M.1 so that you will be sure to work the stitches in M.1 always on the right place, and they will that way not be displaced when decreasing. In size L after 1st decrease you will have: 5 front band sts, 7 sts in stocking st, M1, 14 sts stocking st, M.1, 16 sts stocking (after 1st dec = 46 sts before 1st marker) (side) 16 sts stocking st (after 1st dec) etc.. Happy knitting!

24.01.2019 - 09:49

country flag Wendy-Lynne wrote:

I am now on Row 11 of M.1. There are 174 sts. on the needle as I did the 1sr decrease on Row 9 (2nd dec. will be 1 1/8 inches). What am I supposed to do? I knitted as follows: 5; 7; M.1; 14 M.1; there are 16 stitches and at that point is my Marker Tnread, but I am supposed to knot 16 (if, in fact we are decreasing), then an M.1 and then 14; M.1; (3 times) and so forth, but these eyelets don’t match up???? Help please!

22.01.2019 - 23:41

DROPS Design answered:

Dear Mrs Lynne, you should still have 14 sts stocking st between M.1, since the decreases are done on the side, the eyelet in M.1 should be lined up all the way. On the sides, depending on your size and the number of decreases done you will have 2 sts less after 1st dec, 4 sts less after 3rd dec and so on. so if you got before 16 sts stocking st, side, 16 sts stocking st, after first dec there are 15 sts stocking st, side, 15 sts stocking st. Happy knitting!

23.01.2019 - 09:44

country flag Wendy-Lynne wrote:

In the Drops pattern 107-9 it refers to M.1. Am I to follow the pattern chart M.1 or am I to make a stitch each time this is referred to? Thanks.

20.01.2019 - 01:43

DROPS Design answered:

Dear Weny-Lynne, the chart is made up from three stitches (K2TOG and a YO), you have to knit (-) every time patter M.1 is mentioned. Happy Knitting!

20.01.2019 - 09:14

country flag Barbara Dares wrote:

I am making the sweater in a size Small. How many rows are plain knit/purl when the pattern row is the one where you M1. It doesn't say in the pattern, but looking at the picture, there are at least 5-6 rows plain purl/knit between the M1 rows.... thanks Barbara

31.12.2018 - 05:23

DROPS Design answered:

Dear Mrs Dares, when workinjg M.1 you work the first eyelet row on 3rd row, then on 11th row. When M.1 has been worked one time in height, repeat M.1 from row 1 = 7 rows between each eyelet row. Happy knitting!

02.01.2019 - 11:00

country flag Wendy-Lynne MacKinnon wrote:

Looking at the diagrams. please tell me what the solid dark bars are (looks like they are connecting the stitches).

31.10.2018 - 18:19

DROPS Design answered:

Dear Wendy-Lynne, you find it between stitch explanations above the schema - see "K2tog" and "slip 1 st as if to K, K1, psso". Happy knitting!

31.10.2018 - 20:35

country flag Andrea wrote:

I am at the beginning of the pattern just after the ribbing and with the description given that says( 5 stitches for band then7 stocking stitches,M1,14stocking stitches, M 1,14stocking st. for the side. I always have 2 more stitches left at side before I start for the back part. What am I doing wrong. It says. 44 stitches for the side. Thank u for you help

08.07.2018 - 01:53

DROPS Design answered:

Dear Andrea, in size M you have a first marker after the first 44 sts. Work first front piece as follows: 5 garter sts, 7 stockinette sts, M.1 (= 2 sts), 14 stockinette sts, M.1, 14 stockinette sts (side) = 5+7+2+14+2+14=44 sts, maybe you forget to work M.1 one time? Happy knitting!

09.07.2018 - 09:24

country flag Cettolin Bernadette wrote:

Je voudrai savoir s il était possible de réaliser ce modèle 107-9 avec la laine kid Silk

25.02.2018 - 19:45

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Cettolin, vous pouvez tout à fait utiliser Kid-silk pour ce modèle, à la place de Cotton Viscose ou d'Alpaca. Vous trouverez ici plus d'infos sur les alternatives. Bon tricot!

26.02.2018 - 09:56

country flag Marie Paule Michaux wrote:

Bonjour, Je suis en train de réaliser ce modèle, le tricot aux aiguilles circulaires me plait bien. J'ai beau relire les explications, je ne trouve rien pour réaliser l'encolure des devants alors que sur le croquis il semble y avoir des diminutions pour l'arrondi. je pense que quelque chose m'a échappé. Merci d'avance pour votre réponse. Cordialement. MPaule

08.03.2015 - 22:07

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Michaux, le schéma est un schéma type, il n'y a effectivement aucune diminution pour l'encolure devant dans ce modèle. Bon tricot!

09.03.2015 - 09:53

Isabelle wrote:

Bonjour, J'ai 400g de coton viscose et 300 gr d'Alpaca pour faire cette veste, finalement j'aimerais tricoter un autre modèle de veste. Auriez-vous d'autres modèle de veste à me suggérer avec la qualité et la quantité de laine que j'ai acheté, j'aimerais tricoter aussi ces deux laines ensemble comme le modèle 107-9. Merci beaucoup Isabelle (Canada)

19.09.2013 - 11:50

DROPS Design answered:

Bonjour Isabelle, je vous suggère une recherche de modèles à partir de la page d'accueil: Cliquez sur la loupe/Plus d'options de recherches, indiquez 17 m (nbe de mailles pour 10 cm dans ce modèle) et un mot-clé (veste par ex) et cliquez sur rechercher. Bon tricot!

19.09.2013 - 13:39