DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
DROPS Vivaldi
DROPS Vivaldi
56% mohair, 30% polyamide, 14% wol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Super Sale

Selene

DROPS Trui met een lichte A-lijn en ajourmotief van ”Alpaca” en ”Vivaldi”. De trui wordt overdwars gebreid.

DROPS 101-3
Maat: S - M - L - XL - XXL
Materialen: DROPS Alpaca van Garnstudio
300-300-350-350-400 gr nr. 8105, lichtgrijs/blauw
En gebruik: DROPS Vivaldi van Garnstudio
200-200-250-250-300 gr nr. 24, lichtpaars

DROPS Breinld 7 mm – of de breinld, die u nodig heeft voor de volgende steekverhouding: 14 st x 28 nld ribbelst met 1 draad van elke kwaliteit = 10 x 10 cm.
NB! Voor deze trui is het heel belangrijk om het juiste aantal nld in de hoogte te krijgen.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
DROPS Vivaldi
DROPS Vivaldi
56% mohair, 30% polyamide, 14% wol
Uit het assortiment
find alternatives

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

Tips Breien: Haal de eerste st r af elke keer dat u het werk keert. Trek de draad na de afgeh st goed aan en brei terug. Op deze manier krijgt u geen gaatjes en een nette overgang in het breiwerk.

Tip voor de kraag: Als de kraag te wijd wordt, kunt u een stuk elastiek van aan de binnenkant vastnaaien ongeveer 25 cm vanaf de punten van de kraag.

Keren = Fig. 1: Fig. 1 illustreert het patroon hieronder.
Er worden verkorte toeren gebreid, d.w.z. dat u in het midden van de nld gaat keren. Op deze manier krijgt de trui een licht A-model en een wijde col - lees Tips Breien.
Begin als volgt:
- * Brei van de onderkant naar boven over alle st, keer het werk en brei terug.
- Brei de hele nld, keer het werk en brei terug.
- Brei tot de 1e merkdraad, keer het werk en brei terug.
- Brei tot de 2e merkdraad, keer het werk en brei terug.
- Brei de hele nld, keer het werk en brei tot de 3e merkdraad. Keer het werk en brei de st, keer het werk en brei de hele nld terug.
- Brei tot de 1e merkdraad, keer het werk en brei terug.
- Brei tot de 3e merkdraad, keer het werk en brei terug. *
Herhaal steeds *-*.

Ajourmotief: Zie de teltekening M.1 en M.2. De Nederlandse verklaring van de symbolen in de teltekening staan onderaan dit patroon, in dezelfde verticale volgorde als de symbolen bij de teltekening.
Tips voor het motief: teltekening M.1 wordt aan het begin van elke nld gebreid.
Begin bij het pijltje aan de onderkant van teltekening M.1.

Deze trui wordt overdwars gebreid vanaf de onderkant naar de hals. Begin aan de linkerkant en brei het achterpand, de rechter mouw, het voorpand en vervolgens de linkermouw. De hele trui wordt in ribbelst gebreid, dwz alle naalden recht breien.

Achterpand: Zet 120-123-126-130-133 st losjes op met breinld 7 mm en 1 draad beide garens. Brei 1 nld r (deze nld wordt als naadtoeslag gebruikt).
Plaats 3 merkdraden in het werk (begin vanaf de onderkant en werk naar de hals) als volgt:
1e merkdraad = na 72-74-76-77-80 st.
2e merkdraad = na 80-83-85-87-90 st.
3e merkdraad = na 88-91-94-97-99 st.
De merkdraden moeten op dezelfde plek blijven zitten, zodat er steeds op dezelfde plek wordt gekeerd. Het aantal st voor en na de draad kan variëren vanwege het ajourpatroon van teltekening M.1.
Begin meteen met het breien van de verkorte toeren – zie de beschrijving hierboven – en brei tegelijkertijd volgens teltekening M.1 aan het begin van elke nld – dwz aan de onderkant en bij de hals – lees Tips voor het Motief. (Brei het motief volgens M.1 langs de hals in de hele nld over alle st (Fig. 1 = 8e nld) en helemaal naar de onderkant (Fig. 1 = 14e nld)). Brei door op deze manier totdat er 4½ -5-5½ -6-6½ herhalingen van M.1 langs de onderkant zijn gebreid (Maat S, L en XXL: tot het pijltje “X” in teltekening M.1). Het werk heeft nu een hoogte van ca 42-46-51-56-60 cm – gemeten ca 25 cm vanaf de onderkant van het achterpand.

Rechtermouw:
Maat S, L en XXL: Brei nu vanaf de hals tot 9 st voorbij de 1e merkdraad. Zet de overige st van het achterpand op 1 draad (of stekenhouder). Denk eraan dat merkdraad 1, 2 en 3 op dezelfde plek moeten blijven zitten.
Maat M en XL: Knip de draad af. Begin aan het onderkant van het pand en zet nu alle st op een draad (of extra breinld) tot 8 st voor de 1e merkdraad. Brei 1 nld over de overige st (tot aan de hals). Keer het werk en brei terug. Denk eraan dat merkdraad 1, 2 en 3 op dezelfde plek moeten blijven zitten.
Alle maten: Knip de draad af. Zet 20 nieuwe st op voor de mouw boven de st die op de draad werden gezet. Brei 1 nld op de nieuwe 20 st. Keer het werk en brei terug over de 20 st en zet aan het eind nog 20 nieuwe st op. Brei nog een nld alleen over de 40 nieuwe st. Keer het werk. Brei terug over de 40 st en zet nu 13-13-15-16-16 nieuwe st op aan het eind. Plaats 1 merkdraad aan het eind van de mouw (vanaf hier het werk meten). Brei nu langs de hals = 1e nld volgens het “keermotief”. Ga door met het breien van verkorte toeren en brei tegelijkertijd volgens patroon M.1 langs de hals en volgens M.2 op de 4 st onder aan de mouw. Kant als er 58-65-79-86-78 nld zijn gebreid vanaf de merkdraad aan het eind van de mouw (het werk heeft nu een hoogte van ca 21-23-28-31-28 cm gemeten vanaf dezelfde merkdraad) de onderste 13-13-15-16-16 st losjes af. Brei 1 nld alleen over de 40 st van de mouw. keer het werk en brei terug. Kant in de volgende nld de eerste 20 st af. Brei 1 nld over de 20 st. Keer het werk en brei terug. Kant in de volgende nld deze 20 st af en brei tegelijkertijd vanaf de 1e nld in het “keermotief” tot aan de hals. De resterende st op de breinld worden voor het voorpand gebruikt.

Voorpand: Brei door in ribbelst en met de verkorte toeren. Brei nu langs de onderkant en zet tegelijkertijd de st van de draad terug op de breinld. Plaats 1 merkdraad in het werk (= midden zijkant – vanaf hier het werk verder meten). Brei door volgens M.1 langs de hals en langs de onderkant (begin met M.1 zodat het patroon aansluit op dat van het achterpand. Voor Maat S, L en XXL: Bij het pijltje “X” in de teltekening. Maat M en XL: Begin aan het begin van de teltekening) en ook bij de hals. Brei totdat er in totaal 9-10-11-12-13 herhalingen van M.1 aan de onderkant zijn gebreid. Het werk heeft nu een hoogte van ca 42-46-51-56-60 cm – gemeten vanaf de merkdraad in het midden van de zijkanten en ca 25 cm boven de onderkant.
Maat S, L en XXL: Brei nog 1 nld tot aan de hals.

Linkermouw: Als de rechtermouw breien. Maar kant af aan de zijkant van het achter-/voorpand in plaats van deze op een draad te zetten. Als de mouw voltooid is, moet er totaal 8-9-10-11-11 herhalingen van M.1 langs de hals zijn gebreid. Kant de st losjes af.

Afwerken: Sluit de naad onder de mouwen met de kantst als naadtoeslag. Sluit ook de naad aan de linkerkant van de hals tot aan de onderkant in één keer. Zet op dezelfde wijze de eerste en laatste nld aan elkaar.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = een dubbele omsl, brei in de volgende nld alleen de eerste omsl en laat de tweede omslag vallen
symbols = 2 st recht samen
symbols = 3 st recht samen
symbols = Brei deze 2 verkorte naalden in ribbelsteek (Fig. 1)
Dus brei p-1 recht, keer het werk en brei p-2 recht terug. Ga dan verder met de andere verkorte naalden
symbols = Het breien van verkorte toeren - Dit figuur illustreert hoe deze trui gebreid moet worden
symbols = de pijltjes geven de merkdraden aan
symbols = onderkant
symbols = bovenkant (hals)
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 101-3

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (41)

country flag Pascaline wrote:

Bonjour Merci beaucoup Après avoir bien étudier les explications effectivement j'ai compris comment placer les marqueurs Très bonne journée Pascaline

30.08.2023 - 08:27

country flag Van Loocke Pascaline wrote:

Bonjour Il faut monter 126 m Je dois placer 3 marqueurs à 76m. 85m et 94m Je ne comprends pas si l'on additionne 76 +85 +94 cela fait beaucoup plus que 126 Pourriez vous m'éclairer SVP Merci Cordialement Pascaline 0

29.08.2023 - 09:59

country flag Van Loocke Pascaline wrote:

Bonjour Il faut monter 126 m (L) et placer 3 marqueurs à 76m. 85m et 94m Je ne comprends pas parce que si l'on additionne 76+85+94 cela fait beaucoup plus de mailles que 126 Pourriez vous m'éclairer SVP Merci beaucoup Bien cordialement Pascaline

29.08.2023 - 09:55

DROPS Design answered:

Bonjour Pascaline, comptez les 85 et les 94 mailles à partir du début du rang, pas à partir du marqueur précédent. Bon tricot!

30.08.2023 - 07:35

country flag Josie wrote:

Merci beaucoup

30.05.2023 - 11:34

country flag Josie wrote:

Bonjour, je souhaiterais réaliser ce joli modèle mais la vivaldi n'existe plus. Que me conseillez vous SVP ? Merci et belle journée à vous.

29.05.2023 - 22:07

DROPS Design answered:

Bonjour Josie, vous pouvez utiliser 1 fil DROPS Brushed Alpaca Silk ou bien 2 fils DROPS Kid-Silk - retrouvez un exemple ici. Utilisez le convertisseur pour connaître la quantité correspondante nécessaire; votre magasin pourra vous assister (même par mail ou téléphone) dans le choix de la couleur si besoin Bon tricot!

30.05.2023 - 11:16

country flag Gonnie Weustenraad wrote:

Hallo ik maak met drops garen bovengenoemde patroon en snap bij de uitleg M.1 niet het zwarte/dichte pijltje. Wat wordt met die 2 dichte zwarte pijltjes wijzend naar rechts bedoeld? Er staat dat die nld helemaal gebreid wordt zonder te keren in de naald, en dan, brei nld-1, keer het werk en brei nld-2.... Ik snap niet wat ik hier moet doen... Aantal naalden fig.1 komt nergens overeen met aantal nld M.1 Hoop dat jullie mij kunnen helpen.

25.01.2023 - 10:25

DROPS Design answered:

Dag Gonnie,

De beschrijving van het symbool was wat onduidelijk en ik heb het nu aangepast. Deze 2 verkorte naalden brei je in ribbelsteek.

29.01.2023 - 19:10

country flag Mariann Fjellandsbø wrote:

Hei ! Er det mulig å strikke kragen for seg og sy den på halsen ,etter på ?? Og hvor mange masker legger vi opp da ?

14.02.2020 - 17:27

country flag Irene Nykvist wrote:

Helt ljuvlig tröja! Skall kragen stickas samtidigt som själva bakstycket hela vägen ner? Förstår inte mönstret. Är ändå en van stickare. Skall sticka den största storleken och det står att jag skall lägga upp 133 maskor, är kragen inräknad i det???

06.12.2018 - 12:41

DROPS Design answered:

Hei Irene. Ja, kragen er en del av genseren og det strikkes i ett stykke. Du strikker M.1 i begge ytterkanter av arbeidet så du får mønster både nederst rundt hoften og øverst på halskragen. God fornøyelse

06.12.2018 - 12:56

country flag Therese wrote:

Hej! Jag blir lite förvirrad över att det står att endast varven som går ända upp till kragen (8 var ) och ända ner till nederkanten (14 varv) ingår i M1. För när man gjort dessa varv stämmer det ju inte överens med hela M1.& heller inte med bilden på mönstret. Eller tänker jag fel? Tacksam för lite hjälp! :)

24.11.2018 - 21:09

country flag Lelletta wrote:

Vorrei anche sapere se i gomitoli LACE che nella descrizione riportate con un filato di 400 metri per 50 gr. è al contrario da intendersi di 100 gr. come penso, in quanto ovviamente ciò cambierebbe il numero dei gomitoli.Vi ringrazio molto e Vi auguro buona giornata e buon lavoro!

21.11.2016 - 00:46

DROPS Design answered:

Buongiorno Lelletta. Il filato Lace è molto sottile con una resa molto alta. L'indicazione di 400 m per 50 g è corretta. Buon lavoro!

21.11.2016 - 07:01