DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 101-29
Maat: S - M/L - XL - XXL
Materialen: DROPS Paris van Garnstudio
300-350-400-450 gr nr. 16, wit

DROPS Rondbreinld 5mm – of de breinld, die u nodig heeft voor de volgende steekverhouding:17 st x 22 nld tricotst = 10 x 10 cm. Het ajourpatroon rekt een beetje uit in de breedte.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

Patroon: Zie de teltekeningen M.1 t/m M.5. Alle naalden van het patroon zijn weergegeven op de goede kant.

Ribbelst: (in het rond): 1e nld: recht. 2e nld: av.

Ribbelst (heen en weer): Alle naalden recht breien.

Tip voor het minderen (geldt voor het armsgat):
Alle minderingen komen op de goede kant. Minder voor de armsgaten naast de 4 st ribbelst als volgt:
Voor de 4 st ribbelst: 2 r samenbr
Na de 4 st ribbelst: 1 st r afh, 1 r, afgeh st overhalen.

Tip voor het meerderen (voor de verbrede schouders):
Alle meerderingen komen op de goede kant van het werk. Meerder voor de verbrede schouders naast de 4 ribbelst aan weerskanten door een omslag te maken. Brei in de volgende nld de omsl verdraaid av.
Brei de nieuwe st gaandeweg mee in het patroon.

Voor- en achterpand: Het werk wordt in het rond gebreid. Leg rondbreinld 5mm dubbel (of gebruik 2 rondbreinld) en zet 140-160-180-200 st op met 2 breinld en Paris (dit is bedoeld om de opzet nld elastisch te maken). Trek nld uit het werk en plaats 1 merkdraad aan het begin van de nld. Brei 2 nld ribbelst – volg de beschrijving hierboven. Ga dan verder volgens M.1. Brei na 1 herhaling van M.1 verder volgens M.2. Brei na 1 herhaling van M.2 6 st tricotst in de volgende nld om het begin van de toer op te schuiven . Plaats 1 merkdraad (= zijnaad). Plaats nog 1 merkdraad na 70-80-90-100 st (= andere zijkant). Brei vervolgens M.3. De patronen moeten nu boven elkaar zitten zoals weergegeven op de teltekening. Brei 4-4-5-5 herhalingen van M.3 in de hoogte. Brei vervolgens 2 nld ribbelst. Het werk heeft nu een hoogte van ca 27-27-31-31 cm. Plaats 2 nieuwe merkdraden in het werk, 1 merkdraad na 35-40-45-50 st (= middenvoor) en 1 merkdraad na 105-120-135-150 st (= middenachter). Meet het werk verder vanaf hier. Brei 1 nld ribbelst. Brei vervolgens M.4. Als het werk een hoogte heeft van 2-3-3-3 cm vanaf de merkdraden, ga verder volgens M.4, maar brei 8 st aan weerskanten van de merkdraad op het middenvoor als volgt M.5: (= 3 st), 10 st ribbelst (merkdraad zit tussen deze st), M.5 (= 3 st).
Lees het onderstaande eerst goed door voordat u verder gaat.
Brei tegelijkertijd bij een hoogte van 4-5-4-4 cm vanaf de merkdraad ook 12 st aan weerskanten in ribbelst (6 st aan weerskanten van de merkdraden aan de zijkanten).
Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 4-5-5-5 cm vanaf de merkdraad de middelste 2 st af voor de hals = 138-158-178-198 st (brei de rest van het werk heen en weer vanaf het middenvoor). Ga door volgens M.5 en met 4 st ribbelst aan weerskanten van de afgekante st. Brei de overige st door zoals eerst. Ga zo verder tot een hoogte van 6-7-6-6 cm.
Kant nu 4 st af aan weerskanten voor de armsgaten = 130-150-170-190 st. Brei de delen afzonderlijk verder.

Achterpand: = 66-76-86-96 st. Ga verder volgens M.4. Minder tegelijkertijd 5-7-8-10 x 1 st voor het armsgat in elke 2e nld – lees de tip voor het minderen = 56-62-70-76 st. Meerder vervolgens 6-6-4-3 x 1 st voor de schouder aan weerskanten in elke 2e nld – lees de tip voor het meerderen = 68-74-78-82 st. Kant bij een hoogte van 22-25-25-26 cm vanaf de merkdraden op het middenachter de middelste 32-36-36-38 st af voor de hals. Kant hierna aan weerskanten van de hals 1 st af in de volgende nld = 17-18-20-21 st voor elke schouder. Brei tot een hoogte van ca 23-26-26-27 cm vanaf de merkdraad middenachter. Brei 4 nld ribbelst en kant dan losjes af.

Linker voorpand: = 32-37-42-47 st. Brei door volgens M.4 en brei de 7 st van het middenvoor zoals beschreven voor het achterpand (d.w.z. M.5 en 4 st ribbelst). Minder tegelijkertijd voor het armsgat en meerder voor de verbrede schouder zoals beschreven voor het achterpand. Zet tegelijkertijd bij een hoogte van 13-15-15-15 cm vanaf de merkdraad op het middenvoor 6-8-8-9 st van het middenvoor op een draad of een stekenhouder. Kant vervolgens in elke 2e nld 2 x 2 st en 6 x 1 st af = 17-18-20-21 st voor de schouder. Brei tot een hoogte van ca 23-26-26-27 cm vanaf de merkdraad of stekenhouder op het middenvoor. Brei 4 nld ribbelst en kant dan losjes af.

Rechter voorpand: Brei als het linker voorpand in spiegelbeeld.

Afwerking: Sluit de schoudernaden.

Hals: Neem ca 85 tot 102 st op (incl. de st van de draad of de stekenhouder) langs de hals met breinld 5mm. Brei 8 nld ribbelst heen en weer vanaf het middenvoor. Kant losjes af.

Telpatroon

symbols = recht op de goede kant, averecht op de verkeerde kant
symbols = averecht op de goede kant
symbols = 1 omslag
symbols = 1 st r afh, 2 st r samenbr, afgeh st overhalen
symbols = 2 st recht samen
symbols = 2 st averecht samen (op de goede kant)
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 101-29

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (33)

country flag Marie-Danielle Varone wrote:

Bonjour, j'apprécierais qu'il y est une photo de face , de profil et de dos pour chaque modèle et les explications complètes aussi lorsqu'on tricote avec les aiguilles circulaires...d'avance merci de faire le nécessaire ...sinon super site pour trouver des modèles..bravoo à tous et toutes Marie-Danielle

05.09.2023 - 21:53

country flag Diane wrote:

Bonjour, encore moi! Je fais le XXL,je suis rendue au devant, j’ai diminué et augmenté, j’ai maintenant 40 m. À 15cm de hauteur, je dois mettre 9 m en attente, je ne sais pas lesquelles.Est-ce les mailles du milieu du devant(celles comprenant les 7 m (M5 + 4 m) en ajoutant 2 m ou est-ce celles après avoir tricoté 16 m côté emmanchure? Les diminutions(2x2 et 6 x1) se font où? Côté emmanchure ou côté milieu devant?Je suis complètement perdue! Merci de m’aider.

27.04.2023 - 22:24

DROPS Design answered:

Bonjour Diane, ce sont les 9 mailles côté encolure, autrement dit, pour le devant gauche, les 9 premières mailles en début de rang sur l'envers/en fin de rang sur l'endroit (= les 7 mailles de bordure devant au point mousse + 2 m de M.4). Bon tricot!

28.04.2023 - 10:14

country flag Diane wrote:

Bonjour, est-ce possible qu’il y ait une erreur, je suis à tricoter le dos, dans XXL. J’ai diminué à 72 m, puis je dois augmenter 3 fois 1 m de ch côté, donc je devrais avoir 78m, mais je pense que c’est plutôt 5 fois que je devrais augmenter pour arriver à 82 m. Pourriez-vous me confirmer si je me trompe ou si je devrais faire 5 augmentations? Merci.

19.04.2023 - 04:36

DROPS Design answered:

Bonjour Diane, il y avait bien une erreur mais dans le nombre de mailles après les diminutions, on a 96 m et on diminue 10 x 1 m de chaque côté, il reste 76 m et non 72; ainsi, quand on augmente 3 x 1 m de chaque côté, on a bien 82 m(76+6). Merci pour votre retour, la correction a été faite. Bon tricot!

19.04.2023 - 08:12

country flag Diane wrote:

Bonjour, je fais la grandeur XXL, le diagramme M 4 se fait sur 10 m, mais lorsque j’arrive à M5, (à 3cm du marqueur), il faut 5 m point mousse + 3 m, donc 8 mailles, il reste donc 2 m de chaque côté! Si je suis le diagr, au rang 4, il y aurait 2 jetés ensemble(fin des 10m de M4 et début de M5). Que dois-je faire? Merci de m’aider,

09.04.2023 - 02:38

DROPS Design answered:

Bonjour Diane, tricotez en jersey les mailles que vous ne pouvez plus tricoter en suivant M.4, donc si vous ne pouvez pas tricoter le motif à cause de M.5 et des mailles point mousse, tricotez simplement ces mailles en jersey. Bon tricot!

11.04.2023 - 12:26

country flag Hochet Valérie wrote:

Bonjour, en taille M, à 5 cm à partir du marqueur, il y a plusieurs choses à faire ; dont 2 m en moins pou l'encolure (180m-2m= 178 m) ok. Puis continuer avec M5 et mjusqu'à 7cm : puis rabattre 4m de chaque côté" pour emmanchure = 140m. je ne comprends pas comment on passe de 178 m à 140 m. Merci pour vos explications. Cordialement.

05.09.2019 - 22:07

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Hochet, en taille M, on a 158 m et on va rabattre 2 x 4 m pour les emmanchures, il va rester 150 m; il y avait quelques erreurs dans cette partie, elles ont été corrigées, merci pour votre retour. Bon tricot!

06.09.2019 - 08:03

country flag Franca wrote:

Salve, sono arrivata a lavorare il diagramma M4 ma il lavoro è diverso da quello in foto, i buchini sono più ravvicinati mentre in foto sono più distanti. inoltre facendo anche il diagramma M5 alcuni buchini sono così vicini da accavallarsi e l'effetto è bruttino. potreste darmi indicazioni? grazie

06.07.2018 - 18:46

DROPS Design answered:

Buongiorno Franca. Il risultato finale si ottiene solo dopo aver lavato il capo. Se però le sembrano troppo vicini i buchi del diag. M4 e se non comporta disfare troppo lavoro può intervallare i buchi di un numero maggiore di maglie (sia sul davanti che sul dietro). Il diag.M5 viene lavorato solo sulle 3 m vicino alle maglie a punto legaccio dello scollo: non dovrebbe sovrapporsi con M4. Buon lavoro!

06.07.2018 - 21:17

country flag Christelle wrote:

Bjr je reviens vers vous car je ne réussis vraiment pas à décaler pour M3 en tricotant en aller-retour Pourriez-vous m'indiquer la démarche à suivre J'ai acheté la laine sur ce site D'avance merci pour votre aide

13.05.2018 - 19:32

DROPS Design answered:

Bonjour Christelle, quand M.2 a été tricoté 1 fois en hauteur, tricotez les 6 m suivantes à l'endroit et placez votre marqueur de début de tour ici (les tours commencent désormais ici), continuez en tricotant M.3. La première double diminution du 1er M.3 va s'aligner automatiquement au-dessus de celle de M.1, et ainsi de suite, la 1ère diminution du M.3 suivant va s'aligner au-dessus de celle du 2ème M.1 et ainsi de suite. Bon tricot!

14.05.2018 - 11:07

country flag Christelle wrote:

Bjr je tricote ce modèle en aller-retour car je ne sais pas tricoter avec des aiguilles circulaires J'ai tricoté 6 m en jersey end puis j'ai tricoté M3 que je ne peux finir puisqu'il manque 6 m. Dois-je donc tricoter ... 1 jeté 1 end 1 jeté 3 end et finir par 1 m glissée ? Merci de votre réponse

10.05.2018 - 12:23

DROPS Design answered:

Bonjour Christelle, pour tricoter chaque partie séparément, il vous faut répartir les mailles sur les 2 pièces, ici, après M.1 et M.2, on tricote 6 m end pour décaler le début du tour et pour aligner M.3 au-dessus de M.2/M.1. Il va vous falloir bien répartir les mailles pour tomber juste, voir aussi ici. Pour toute assistance individuelle complémentaire, contactez le magasin où vous avez acheté votre laine. Bon tricot!

11.05.2018 - 07:41

country flag Michelle B wrote:

After working M.2 is the instructions telling me to do an entire row in stockinette? Or am I supposed to do 6 stockinette stitches insert a marker then start with M.3 (within this place then second marker). Thanks!

22.05.2017 - 00:58

DROPS Design answered:

Dear Michelle, when M.2 has been worked 1 time in height, just work the next 6 sts in stocking st, then place the marker at beg of round here (rounds now start there), add a second marker after half of the sts, then work M.3. Happy knitting!

22.05.2017 - 09:51

country flag Cathy wrote:

Bonjour, J'ai fait ce modèle en Bomull-Lin 03 (catégorie C comme Paris ). Je suis très contente du résultat :-)

09.03.2017 - 09:14