DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 46.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Winter Waves

De set bevat: gebreide DROPS muts, poncho en wanten met kantpatroon en boordsteek van ”Merino Extra Fine”.

DROPS Extra 0-1145
DROPS design: Model nr. me-083
Garengroep B
----------------------------------------------------------
MUTS:
Maat: één maat
Hoofdomtrek: 54/56 cm
Materiaal:
DROPS MERINO EXTRA FINE van Garnstudio
100 gr. kleur nr. 22, lila

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (40 cm) 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD (40 cm) 3,5 mm – voor de boordsteek.

PONCHO:
Maat: S/M - L/XL - XXL/ XXXL
Materiaal:
DROPS MERINO EXTRA FINE van Garnstudio
450-450-500 gr. kleur nr. 22, lila

DROPS RONDBREINLD (60 en 80 cm) 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD (60 cm) 3,5 mm – voor de boordsteek.

WANTEN:
Maat: S/M - M/L - L/XL
Materiaal:
DROPS MERINO EXTRA FINE van Garnstudio
100 gr voor alle maten in kleur nr. 22, lila.

DROPS BREINLD ZONDER KNOP 3,5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 22 st x 30 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP 3 mm – voor de boordsteek
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 46.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.6.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder aan elke kant van st met markeerder als volgt:
Minder als volgt voor st met markeerder: 2 r samen.
Minder als volgt na st met markeerder: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
----------------------------------------------------------

MUTS:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld, ga verder met breinld zonder knop indien nodig.

Zet 105 st op met rondbreinld 3,5 mm en Merino Extra Fine. Brei 3 cm boordsteek = 1 r/2 av. Ga verder met rondbreinld 4 mm en brei 1 nld in tricotst en minder TEGELIJKERTIJD 9 st gelijkmatig = 96 st. Brei dan patroon A.1 (= 12 st) 8 keer in de rondte. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.1 twee keer in de hoogte is gebreid, brei dan A.2 (= 12 st in de eerste nld) boven elke herhaling van A.1. Als A.2 klaar is in de hoogte, zijn er 24 st over. Brei een nld recht en brei daarbij alle st 2 aan 2 r samen. Knip de draad af en haal deze door de overgebleven st, trek de draad aan en zet vast. De muts meet ongeveer 25 cm in de hoogte.
----------------------------------------------------------

PONCHO:
Brei in de rondte, van boven naar beneden tot de split, brei dan het werk heen en weer in 2 delen. De nld begint middenachter.

Zet 168-195-210 st op met rondbreinld 3,5 mm en Merino Extra Fine. Brei 3 cm boordsteek = 1 r/2 av. Ga verder met rondbreinld 4 mm. Brei 1 nld in tricotst en minder TEGELIJKERTIJD 12-15-18 st gelijkmatig = 156-180-192 st. Brei nu patroon A.1 (= 12 st) over alle st = 13-15-16 patroonherhalingen in de rondte. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.1 twee keer in de hoogte is gebreid, ga dan verder met A.3 een keer in de hoogte = 234-270-288 st. Brei nu A.4 (= 18 st) boven elke herhaling van A.3. Als A.4 klaar is in de hoogte, staan er 260-300-320 st op de nld. Brei nu A.5 (= 20 st) boven elke herhaling van A.4. Meerder in de laatste nld in A.5, meerder 18-20-38 st gelijkmatig = 278-320-358 st. Ga verder in tricotst tot het werk 45-48-51 cm meet.

Brei nu als volgt: brei in tricotst over de eerste 65-75-85 st, ga verder in RIBBELST - zie uitleg boven, over de volgende 10 st (plaats een markeerder in het midden tussen deze 10 st in ribbelst), brei dan in tricotst over de volgende 129-150-169 st, ribbelst over de volgende 10 st, (plaats een markeerder in het midden tussen deze 10 st in ribbelst), brei de overgebleven 64-75-84 st in tricotst. De markeerders geven de zijkanten van de poncho aan. Ga zo verder tot er 2 ribbels gebreid zijn over 10 st aan elke zijkant. Splits nu het werk in voorpand en achterpand door de middelste 139-160-179 st op de nld op een hulpdraad te zetten (dus de st tussen de 2 markeerders = voorpand). Er staan nu 139-160-179 st op de nld (= achterpand).

ACHTERPAND:
Brei nu heen en weer in tricotst met 5 st in ribbelst aan elke kant tot het werk 54-57-60 cm meet vanaf de opzetrand. Brei in de volgende nld aan de goede kant als volgt: 5 st in ribbelst, tricotst tot er 5 st over zijn en meerder TEGELIJKERTIJD 7-7-6 st gelijkmatig, 5 st in ribbelst = 146-167-185 st. Ga verder met rondbreinld 3,5 mm en brei boordsteek als volgt: 5 st in ribbelst, *1 r, 2 av*, herhaal van *-* tot er 6 st over zijn, 1 r, 5 st in ribbelst. Als de boordsteek 4 cm meet, kant dan af met recht boven recht en averecht boven averecht.

VOORPAND:
Zet de st van de hulpdraad terug op de rondbreinld 4 mm = 139-160-179 st. Brei als het achterpand.
----------------------------------------------------------

RECHTERWANT:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop.
Zet 39-42-45 st op met breinld zonder knop 3 mm en Merino Extra Fine. Brei 6 cm boordsteek = 1 r/2 av. Ga verder met breinld zonder knop 3,5 mm en brei 1 nld in tricotst en pas TEGELIJKERTIJD het aantal st aan naar 38-42-46. Brei nu verder in patroon als volgt: 1-2-3 st in tricotst, A.6 (= 16 st), 2-3-4 st in tricotst (= op bovenkant van hand), 2 st in tricotst, plaats TEGELIJKERTIJD een markeerder in de laatste van deze 2 st (= duim st), tricotst over de overgebleven 17-19-21 st. Ga zo verder in patroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Begin bij een hoogte van 8 cm in totaal met meerderen voor de duim door 1 omsl te maken aan elke kant van de duim st, brei in de volgende nld de omsl gedraaid om gaatjes te voorkomen. Herhaal dit meerderen voor de duim om de nld nog 5-6-7 keer (meerder aan elke kant van alle duim st, dus er zijn 2 st meer tussen de omsl voor elke meerdering) = 13-15-17 duim st en 50-56-62 st in totaal.

Zet bij een hoogte van 12-13-14 cm in totaal de 13-15-17 duim st op 1 hulpdraad en zet 1 nieuwe st op boven de st op de hulpdraad = 38-42-46 st op de nld. Ga verder tot A.6 twee keer in de hoogte is gebreid in totaal. Ga dan verder in tricotst tot het werk klaar is. Plaats bij een hoogte van 22-23-24 cm in totaal 1 markeerder in de 19e-21e-23e st en de 38e-42e-46e st. Minder in de volgende nld 1 st aan elke kant van elke st met de markeerder - ZIE TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal dit minderen elke nld nog 7-8-9 keer = 6 st over. Knip de draad af en haal deze door de overgebleven st, trek de draad aan en zet vast. De want meet ongeveer 25-26-27 cm.

DUIM:
Zet de st van de duimspie op de nld en neem nog 3 st op langs de kant achter de duim st = 16-18-20 st. Brei tricotst in de rondte tot de duim ongeveer 6 cm meet. Brei in de volgende nld alle st 2 aan 2 r samen. Knip de draad af en haal deze door de overgebleven st, trek de draad aan en zet vast.

LINKERWANT:
Brei als de rechterwant maar in spiegelbeeld. Dus brei in patroon als volgt: brei 2-3-4 st in tricotst, A.6, 1-2-3 st in tricotst (= op bovenkant van want), tricotst over de overgebleven 19-21-23 st, plaats een markeerder in de en na laatste st op de nld (= duim st).

Telpatroon

symbols = r
symbols = 1 omsl tussen 2 st, brei omsl volgende nld recht zodat gaatjes ontstaan.
symbols = 1 omsl tussen 2 st, brei omsl gedraaid in volgende rondte (dus brei in de achterste lus van de st in plaats van de voorste lus) om gaatjes te voorkomen.
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 2 r samen
symbols = zet eerste st losjes op de rechternld, zet volgende st op een kabelnld en houd deze voor het werk, zet st op rechternld terug op linkernld, 2 r samen, zet st op rechternld terug op linkernld, haal st op kabelnld over st op linkernld zodat hij niet gedraaid wordt en zet deze st op rechternld.
symbols = nld met meerderingen - zie uitleg in patroon
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Extra 0-1145

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (10)

country flag Jan wrote:

I have just finished this pattern in your Alpaca Puma wool. I am disappointed in the way the neckline is. It comes over my shoulders. It wasn’t noticeable until I’d finished. I checked tension and used correct size needles. so that’s not it. Is there anything I can do now to the neck to narrow it by adding extra to it. Any help would be appreciated. Love the wool x

12.04.2024 - 16:08

DROPS Design answered:

Dear Jan, Puna and alpaca yarns in general are much softer than merino yarns, like Merino Extra Fine, the yarn used and recommended in this pattern. Therefore, it will retain the shaping much worse than the Merino Extra Fine tighter thread, so it's not recommended to use for this pattern. That's why the neck looks looser than the one in the photo. You could add a thin elastic band around the neck to help it maintain its shaping. Happy knitting!

14.04.2024 - 22:33

country flag Gabriela Huitrón Luja wrote:

En Mexico donde puedo comprar estas lanas MARCA DEOPS

01.09.2019 - 17:37

DROPS Design answered:

Hola Gabriela. Puedes consultar las tiendas que venden para Mexico aquí: https://www.garnstudio.com/findastore.php?s=w&cid=23. De momento no hay tiendas físicas en México.

17.10.2019 - 19:20

country flag Caussieu wrote:

Bonjour , dans le modèle me-083 , je ne comprends pas l'explication de la double diminution , les 2 dernières lignes, comment passer la maille auxiliaire par dessus la m de l'aiguille gauche ... merci de me dépanner ...

29.01.2019 - 08:25

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Caussieu, cette vidéo montre comment réaliser cette double diminution. Bon tricot!

29.01.2019 - 09:25

country flag Odile wrote:

Autre chose : lorsque je fais des augmentations , j ai toujours un petit trou , y a t il un moyen d eviter ça ? Merci

04.11.2018 - 13:25

DROPS Design answered:

Bonjour Odile, vous pouvez utiliser différentes techniques pour augmenter: avec le fil du rang précédent ou avec une augmentation intercalaire. Bon tricot!

05.11.2018 - 09:37

country flag Odile wrote:

Bonjour , Je debute et je ne comprends pas comment on met des mailles en arrêt pour partager le devant et le dos.j ai mis les mailles du fond sur un fil d aiguille circulaire , mais je ne sais pas comment retirer le 1 fil qui comprend aussi le reste des mailles Du coup je suis coincee ,pouvez vous m'aider ?

02.11.2018 - 21:02

DROPS Design answered:

Bonjour Odile, Cette vidéo montre comment glisser des mailles sur un fil - dans ce cas, ne glissez que le nombre de mailles indiqué sur le fil, gardez les autres sur votre aiguille et terminez cette partie. Reprenez ensuite les mailles en attente ainsi et tricotez la 2ème partie. Bon tricot!

05.11.2018 - 08:26

country flag Anna Paola Majer wrote:

Buonasera, non ho capito bene come fare le diminuzioni nel berretto. Ho ripetuto per due volte lo schema A.1e inizio ora lo schema A.2 (= 12 m sul 1° giro) . E' implicito che debba fare le diminuzioni seguendo il disegno, fino a ridurre i numero delle maglie a 24? Grazie!

01.11.2018 - 16:36

DROPS Design answered:

Buongiorno Anna Paola. Sì è corretto. Quando avrà completato il diagramma A.2, sui ferri ci saranno 24 maglie. Buon lavoro!

01.11.2018 - 16:47

country flag Giada wrote:

Buinasera, non riesco a capire come dividere il dietro è il davanti. Finito il giro a costa legaccio ho (avendo fatto la taglia L/XL) 75 m e 5 a legaccio, poi le 160 da dividere e via di seguito. Ho letto anche la risposta data a Gabriella ma non capisco cosa si intenda per “finire il giro “. Ho provato a lavorare le prime 75 + le 5 e poi mettere le 160 in sospeso, ma per continuare “spezzando “ i fianchi devo tagliare il filo e riprendere? Grazie in anticipo per la risposta

07.12.2017 - 23:32

DROPS Design answered:

Buongiorno Giada. Deve lavorare le prime 75 m a maglia rasata e le successive 5 m a legaccio, e qui ha un segnapunti; poi lavora le altre 5 m a legaccio , le 150 m successive a maglia rasata e le 5 m successive a legaccio (quindi fino al secondo segnapunti) e le trasferisce su un ferro ausiliario (queste m sono il davanti ), e finisce con le altre 5 m a legaccio e le rimanenti 75 m a maglia rasata. Le m che sono sui ferri sono quelle del dietro e prosegue su queste avanti e indietro. Non è necessario tagliare il filo. Buon lavoro!

08.12.2017 - 14:48

country flag Gabriella wrote:

Grazie per la precedente risposta. nuova domanda : dividendo il lavoro per lavorare separatamente il davanti ed il dietro, dopo aver passato su un ferro ausiliare le 139 maglie del davanti ( 5 legaccio, 129 rasata, 5 legaccio) sul ferro mi trovo per il dietro con 65 m.rasata, 5 legaccio, 5 legaccio e 64 rasata. Non mi è chiaro come lavorare il dietro. devo forse tornare indietro con le 5 maglie a legaccio e le 65 a maglia rasata? in questo modo però queste avrebbero un giro in più. Grazie

18.11.2015 - 07:52

DROPS Design answered:

Buongiorno Gabriella, deve finire il giro prima di mettere la maglie in sospeso: le 10 m a m legaccio costituiranno l'apertura sulle braccia, per cui sono ai lati. Il davanti e il dietro sono uguali, 5 m a m legaccio ai lati e 129 m a m rasata in mezzo. Da questo punto in poi lavorerà avanti e indietro su queste m. Ci riscriva se qualcosa non le è chiaro. Buon lavoro!

19.11.2015 - 11:04

country flag Gabriella wrote:

Le istruzioni prevedono che ci siano 234 maglie dopo aver ripetuto due volte lo schema A1 e una volta lo schema A3, cioè aumenti di due maglie per ognuno dei 13 A1 e A3, ma dal disegno non trovo dove e come aumentare the instructions state that there are 234 p after repeating twice the pattern A1 and once the scheme A3, with increases of two links for each of the 13 A1 and A3, but thin the scheme design i can not find where and how to increase

15.10.2015 - 22:13

DROPS Design answered:

Dear Gabriella, after you have worked A.1 in height, work A.3 in height, A.3 starts with 12 sts and ends with 18 sts, so that you will increase 6 sts in each repeat of A.3. Happy knitting!

16.10.2015 - 09:26

country flag Gabriella wrote:

Le istruzioni prevedono che ci siano 234 maglie dopo aver ripetuto due volte lo schema A1 e una volta lo schema A3, cioè aumenti di due maglie per ognuno dei 13 A1 e A3, ma dal disegno non trovo dove e come aumentare the instructions state that there are 234 p. after repeating twice the pattern A1 and once the scheme A3, increases of two p for each of the 13 A1 and A3, but in the scheme design can not find where and how to increase

15.10.2015 - 22:04

DROPS Design answered:

Buongiorno Gabriella. Nelle righe 9, 15 e 17 del diagramma A.3 vengono aumentate 2 m facendo delle m gettate. In queste modo, vengono aumentate in tutto 6 m in ogni ripetizione del diagramma. Buon lavoro!

16.10.2015 - 13:18