DROPS Delight
DROPS Delight
75% wol, 25% polyamide
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24

Orion

Gebreid DROPS vest met korte mouwen, wordt van boven naar beneden gebreid van ”Delight”. Maat S - XXXL.

DROPS 136-16
DROPS design: Patroon nr. DE-077
Garengroep A
--------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal: DROPS DELIGHT van Garnstudio
300-300-350-350-400-450 gr. kleur nr. 04, lichtblauw
DROPS RONDBREINLD (80 cm) 3.5 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 23 st x 46 nld in ribbelst = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD (80 cm) 5 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS Hoekig zilveren knopen nr. 534: 3-3-4-4-4-4 stuks.
--------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Delight
DROPS Delight
75% wol, 25% polyamide
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

TIP VOOR HET WISSELEN VAN BOL:
Om te zorgen dat de kleurovergangen in Delight mooi worden als u aan een nieuwe bol begint, kiest u een bol die begint met ongeveer dezelfde kleur als waar de laatste bol mee eindigt.
RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld recht.

KNOOPSGATEN:
Maak 4 knoopsgaten op de rechter voorbies op de paskant af aan het begin van de nld aan de verkeerde kant.
1 Knoopsgat = kant de 4e st vanaf middenvoor af en zet 1 nieuwe st op in de volgende nld boven deze st. Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT S en M: 2, 8 en 14 cm
MAAT L en XL: 2, 6½, 11 and 16 cm.
MAAT XXL en XXXL: 2, 7, 12 en 17 cm.
---------------------------------------------------------

VEST:
Wordt van boven naar beneden gebreid. Wordt heen en weer gebreid op een rondbreinld van middenvoor naar middenvoor zodat alle st op de nld passen.
Denk om de KNOOPSGATEN op de rechter voorbies - zie uitleg boven.
LEES TIP VOOR HET WISSELEN VAN BOL!

Zet 138-152-158-166-170-184 st op (incl 5 voorbies st aan iedere kant middenvoor) met rondbreinld 3.5 mm en Delight (zet netjes en gelijkmatig en niet te los st op, want dit is de halsrand). Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant. Plaats 4 markeerders in het werk als volgt (aan de goede kant): de 1e markeerder in de 21e-22e-23e -23e -24e -26e st, de 2e markeerder in de 54e -60e -62e-66e -67e -72e st, de 3e markeerder in de 85e -93e -97e -101st-104e -113e st en de 4e markeerder in de 118e -131e-136e -144e -147e -159e st, 20-21-22-22-23-25 st over na de laatste markeerder (st tot de 1e markeerder = linker voorpand, st tussen de 1e en 2e markeerder en tussen de 3e en 4e markeerder = mouwen, st tussen de 2e en 3e markeerder = achterpand en st na de 4e markeerder = rechter voorpand).

LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT!
Ga verder in RIBBELST - zie uitleg boven – meerder TEGELIJKERTIJD in de 1e nld (= goede kant), 1 st aan iedere kant van de 4 st met de markeerders – meerder door 1 omsl te maken (= 8 st gemeerderd). Brei de omsl in de volgende nld gedraaid recht, dus brei achter in de st in plaats van voor in de st om een gaatje te voorkomen. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Herhaal dit meerderen om de nld in totaal 23-25-28-30-32-35 keer = 322-352-382-406-426-464 st. Denk om de knoopsgaten! Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant na de laatste meerdering, knip de draad af.
Zet de eerste 44-47-51-53-56-61 st (incl de 1e markeerder) op hulpdraad 1 (= linker voorpand), zet de volgende 78-87-94-102-106-115 st op hulpdraad 2 (= mouw), hou de volgende 78-84-92-96-102-112 st (incl de 2e en 3e markeerder) op de nld voor het achterpand, zet de volgende 78-87-94-102-106-115 st op hulpdraad 3 (= mouw) en zet de laatste 44-47-51-53-56-61 st (incl de 4e markeerder) op hulpdraad 4 (= rechter voorpand).

ACHTERPAND:
= 78-84-92-96-102-112 st.
Brei om te voorkomen dat de hals op het achterpand te laag wordt, 4 cm in ribbelst heen en weer op de nld over de st van het achterpand (eindig na 1 nld aan de verkeerde kant), knip de draad af.

LIJF:
Brei de st van hulpdraad 1 (= 44-47-51-53-56-61 st) op de nld, zet 2-4-6-8-10-12 nieuwe st op onder de mouw, brei dan de achterpand st (= 78-84-92-96-102-112 st), zet 2-4-6-8-10-12 nieuwe st op onder de andere mouw en brei de st van hulpdraad 4 op de nld (= 44-47-51-53-56-61 st). Er staan nu 170-186-206-218-234-258 st op de nld.
MEET NU HET WERK VANAF HIER!
Ga verder in ribbelst heen en weer op de nld – meerder TEGELIJKERTIJD in de 1e nld 24-26-28-36-42-46 st gelijkmatig (meerder niet over 10 st aan iedere kant middenvoor) = 194-212-234-254-276-304 st. Ga als er 5 cm in ribbelst zijn gebreid (eindig na 1 nld aan de verkeerde kant) verder met rondbreinld 5 mm. Brei 1 nld recht aan de goede kant en minder TEGELIJKERTIJD 48-52-58-64-68-76 st gelijkmatig (minder niet over 10 st aan iedere kant middenvoor) = 146-160-176-190-208-228 st. Plaats een markeerder in de 40e-43e-47e-51e-55e-60e st vanaf iedere kant middenvoor om de zijkanten aan te geven. Ga verder in tricotst met 10 st in ribbelst middenvoor – meerder TEGELIJKERTIJD in de 1e nld aan de goede kant 1 st aan iedere kant van de 2 markeerders (meerder door 1 omsl te maken, brei in de volgende nld de omsl gedraaid av om gaatjes te voorkomen). Herhaal dit meerderen elke nld aan de goede kant tot het deel in tricotst 40 cm meet (middenachter). Brei nu 8 nld in ribbelst over alle st en ga TEGELIJKERTIJD verder met meerderen aan de zijkanten. Kant losjes alle st af.

LINKER MOUW:
Brei heen en weer op de rondbreinld 3,5 mm vanaf midden onder de mouw – plaats een markeerder in het midden van de 2-4-6-8-10-12 st die opgezet zijn midden onder de mouw op het lijf.
Begin bij de markeerder en neem 1 st op in iedere van de 1-2-3-4-5-6 st die hier zijn opgezet onder de mouw richting het voorpand, brei de 78-87-94-102-106-115 st van hulpdraad 2 op de nld, neem 9 st op langs de 4 cm in ribbelst die extra zijn gebreid op het achterpand en Neem tot slot 1 st op in iedere van de 1-2-3-4-5-6 st die opgezet zijn onder de mouw richting het achterpand, dus tot de markeerder = in totaal 89-100-109-119-125-136 st. Plaats een markeerder midden boven op de mouw – MEET NU HET WERK VANAF HIER! Brei in ribbelst met verkorte toeren heen en weer vanaf de markeerder midden onder de mouw als volgt: * Brei tot er 20-21-22-23-24-25 st over zijn, keer het werk, brei tot er 20-21-22-23-24-25 st over zijn, keer het werk, brei de rest van de nld, brei 3 nld over alle st *, herhaal van *-* tot het werk 10-10-12-12-14-14 cm in het midden van de mouw vanaf de markeerder. Kant alle st af.

RECHTER MOUW:
Neem met de rondbreinld 3,5 mm allereerst 1 st op in iedere van de 1-2-3-4-5-6 st die opgezet zijn onder de mouw richting het achterpand, neem dan 9 st op langs de 4 cm in ribbelst extra gebreid op het achterpand, brei de 78-87-94-102-106-115 st van hulpdraad 3 op de nld en neem 1 st op in iedere van de 1-2-3-4-5-6 st die opgezet zijn onder de mouw richting het voorpand. Brei verder als de linker mouw.

AFWERKING:
Naai de mouwnaad samen in de buitenste lusjes van de buitenste st. Naai de knopen aan.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 13.05.2013
LINKER MOUW:
Brei heen en weer op de rondbreinld 3,5 mm vanaf midden onder de mouw...
RECHTER MOUW:
Neem met de rondbreinld 3,5 mm allereerst 1 st op in...

Telpatroon

diagram measurements
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 136-16

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (57)

country flag Josianne Santoro wrote:

Salve, sto realizzando il modello Orion e ho un problema con le maniche. La spiegazione del modello dice di lavorarle a ferri accorciati ma non indica, almeno io non lo vedo, ogni quante maglie tornare indietro. Mi potete fornire un chiarimento ? Grazie

18.03.2016 - 21:26

DROPS Design answered:

Buonasera Josianne, deve seguire le indicazioni riportate per lavorare i ferri accorciati sulle maniche, a partire dal centro sotto la manica: ad esempio per la taglia S deve lavorare finchè non rimangono 20 m, girare il lavoro, lavorare finché non rimangono 20 m, girare il lavoro, lavorare le m rimaste sul ferro, lavorare 3 ferri su tutte le m *, ripetere da *-* finché la manica non misura 10 cm dal segnapunti. Buon lavoro!

18.03.2016 - 21:36

country flag Klazien Modderman-Bijlsma wrote:

Nog even ter verificatie: het patroon spreekt van twee steekverhoudingen, voor naald 3,5 en voor naald 5. In het patroon wordt uitsluitend melding gemaakt van naald 3,5. In een van de antwoorden op de gestelde vragen wordt aangegeven dat het patroon tot aan het lijf in naald 3,5 wordt gebreid, het lijf in naald 5 en de mouwen in naald 3,5. Is dit correct of wordt het gehele patroon gewoon in naald 3,5 gebreid?

12.11.2015 - 21:19

DROPS Design answered:

Hoi Klazien. Je wisselt in het lijf naar breinaald 5 mm, lees: Ga als er 5 cm in ribbelst zijn gebreid (eindig na 1 nld aan de verkeerde kant) verder met rondbreinld 5 mm., dus beide naalden worden gebruikt.

13.11.2015 - 15:34

country flag Gerda Meijer wrote:

Met welke confectiematen corresponderen XL, XXL en XXXL?

22.04.2015 - 16:32

DROPS Design answered:

Hoi Gerda. Ongeveer 42-44-46, maar om zeker te zijn van je keus, kijk op de maattekening onderaan. Hier staan alle afmetingen in cm per maat. Vergelijk deze met je eigen afmetingen om je maat te kiezen.

23.04.2015 - 13:46

country flag Margot wrote:

Herfra måles arb...rad 2! Där skifter man.

09.04.2015 - 18:54

country flag Susanne Lie wrote:

Hei...skal hele jakken strikkes med pinne 3,5?? Hvor skifter man eventuelt ?? Mvh Susanne

09.04.2015 - 10:51

DROPS Design answered:

Hei Susanne. Jo men på ryg og forstk skifter man til pinde 5 og tager ind og fortsætter i glatstrik således: "Når der er strikket 5 cm med retstrik (afpas efter 1 p fra vrangen) skiftes der til rundp 5. Strik 1 p ret fra retsiden samtidig med at der tages 48-52-58-64-68-76 m ind ..."

22.04.2015 - 16:00

country flag Marjolein wrote:

In het begin van het patroon staat de steek verhouding voor de pennen 3,5mm en voor 6mm. Maar verder in het patroon gaat het alleen nog maar over 3,5 mm maar ik wil het graag breien op 6mm? Waar kan ik dan het patroon vinden?

03.06.2014 - 12:46

DROPS Design answered:

Hoi Marjolein. Je gebruikt beide naalden voor dit patroon. Je breit de panden tot aan het LIJF met breinaald 3,5 mm. Voor het lijf wissel je van breinaald en breit de lijf af met breinaald 5. De mouwen worden met breinaald 3,5 mm gebreid.

03.06.2014 - 13:43

country flag Claudia wrote:

Mich irritiert einfach das Foto weil dort nur das Muster der 10 Blendmaschen sich ändert und der Rest so aussieht als ob er gleich bleibt. Also müsste ich doch die Blendmaschen glatt rechts stricken und den Rest weiter wie vorher auch in Krausrippe.

08.04.2014 - 16:57

DROPS Design answered:

Liebe Claudia, das Muster ist auf dem Foto nicht gut zu erkennen. Sie stricken den oberen Teil komplett kraus rechts, also auch die Blenden-M. Wenn Sie beim Abschnitt "Vorder- und Rückenteil" angekommen sind und dort dann bis zu der Stelle kraus re gestrickt haben, an der Sie zu Nadel 5 wechseln, stricken Sie glatt re weiter und nur die Blenden-M kraus rechts.

08.04.2014 - 22:35

country flag Claudia wrote:

Hallo, ich bin gerade beim Vor- und Rückenteil und verstehe nicht wie nach dem Wechsel auf Nadelstärke 5 weitergestrickt wird. Muss ich wirklich die Blendmaschen krausrippe stricken (hin und zurück rechts) und den Rest glatt rechts? Auf dem Bild sieht das Muster im Vergleich zu weiter oben nur bei den Blendmaschen anders aus und der rest sieht gleich aus. Wenn ich die Blendmaschen aber weiter Krausrippe stricke bleibt das Musster doch gleich oder?

07.04.2014 - 12:57

DROPS Design answered:

Liebe Claudia, ich bin nicht ganz sicher, wonach Sie fragen: Sie stricken glatt rechts mit je 10 M. Krausrippe (=kraus rechts) auf beiden Seiten.

08.04.2014 - 11:07

country flag Judy wrote:

What needle size isused for sleeves. I assume it is the smaller needle to match the neck area but the pattern doesn't say.

05.05.2013 - 12:41

DROPS Design answered:

Dear Judy, sleeves are worked with smaller needles, pattern has been edited. Happy knitting!

07.05.2013 - 08:08

country flag Adry wrote:

Volevo sapere se negliaumenti, una volta messo il segno nelle maglie prestabilite, poi il marker lo devo passare o deve sempre restare nella maglia segnata?

05.03.2013 - 02:09

DROPS Design answered:

Buongiorno, i marker servono per indicare il punto degli aumenti e inoltre delimitano le varie parti della giacca: durante il lavoro vanno spostati verso l'alto, devono rimanere nelle m. indicate. Buon lavoro!!

06.03.2013 - 10:52